Wijziging Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2017

Besluit: 14 december 2021

Kenmerk: 2021/0239135

Inlichtingen bij: H. Coskun

Telefoon: 038 499 83 81

E-mail: h.coskun@overijssel.nl

 

Kennisgeving

Gedeputeerde Staten van Overijssel delen mee dat het Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2017 als volgt is gewijzigd:

Artikel I

Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2017

Paragraaf 1.2 De aanvraag

Artikel 1.2.1 Bij aanvraag in te dienen gegevens

De leden 5 en 6 worden vervangen door:

  • 5.

    Gedeputeerde Staten kunnen bij een aanvraag om een subsidie of bij wijziging van de subsidieontvanger een volledig in te vullen Bibob-formulier subsidies verplicht stellen. In dat geval worden geen voorschotten verstrekt totdat de beoordeling van het ingezonden Bibob-formulier afgerond is.

  • 6.

    Indien toepassing is gegeven aan het vijfde lid en aan artikel 4:5 Awb, geldt het niet of onvolledig indienen van het Bibob-formulier subsidies als reden voor het buiten behandeling laten van de aanvraag of het intrekken van een subsidie.

In de toelichting bij de leden 5 en 6 vervalt het tekstgedeelte:

“Gedeputeerde Staten ronden de procedure van verlening of directe vaststelling van de subsidie dan verder af. Indien het Bibob-formulier voor subsidies niet volledig is ingevuld, laten Gedeputeerde Staten de aanvraag, na het bieden van een aanvullingstermijn, buiten behandeling.”

Paragraaf 2.7 Flexibele Huisvesting

Artikel 2.7.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening

Lid 2

‘artikel 2.7.3 sub b’ wordt vervangen door: artikel 2.7.3 lid 1 sub c.

Paragraaf 2.9 Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) Overijssel

Artikel 2.9.6 Subsidieplafond

Artikel 2.9.6 komt als volgt te luiden:

Het subsidieplafond geldt voor de indieningstermijn zoals genoemd in artikel 2.9.7.

Artikel 2.9.7 Indieningstermijn aanvraag tot subsidieverlening

’23 augustus 2021’ wordt vervangen door: 1 februari 2022

’20 september 2021’ wordt vervangen door: 15 maart 2022

Paragraaf 2.12 Advies bij Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB)

Artikel 2.12.10 Looptijd

‘2021’ wordt vervangen door: 2022

Paragraaf 2.13 Zoetwatervoorziening Overijssel 2020 t/m 2021

In de titel wordt ‘2020 t/m 2021’ vervangen door: 2020 t/m 2022

Artikel 2.13.6 Subsidieplafond

Komt als volgt te luiden:

Het subsidieplafond geldt voor 2020 tot en met 2022.

Artikel 2.13.7 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening

Lid 1: ‘2020 t/m 2021’ wordt vervangen door: 2020 tot en met 2022

Artikel 2.13.9 Looptijd

‘2021’ wordt vervangen door: 2022

Paragraaf 3.3 Energiebesparende maatregelen (geld terug actie)

Artikel 3.3.8 Weigeringsgrond

Onderdeel d wordt vervangen door:

  • d.

    de activiteiten betrekking hebben op woningen, appartementen of andere voor bewoning bedoelde panden.

Paragraaf 3.6 Lokale energie-initiatieven 3.0 wordt in haar geheel vervangen door:

Paragraaf 3.6 Lokale energie-initiatieven 4.0

Artikel 3.6.1 Betekenis van de begrippen

In dit artikel zijn veel voorkomende begrippen uitgelegd.

  • -

    Energiebesparing: technische, logistieke of organisatorische voorzieningen die leiden tot minder gebruik van energie.

  • -

    Grootschalig opwekproject: een project waarbij één van de volgende productie-installaties voor hernieuwbare energie wordt gerealiseerd:

    • a.

      Productie-installatie voor zonne-energie met een nominaal vermogen van minimaal 1.000 kWp.

    • b.

      Productie-installatie voor windenergie met één of meer windturbines met een nominaal vermogen van minimaal 1.000 kW.

  • -

    Hernieuwbare energie: energie uit hernieuwbare niet-fossiele bronnen, zoals wind, zon en waterkracht.

  • -

    LEI-coach: coach die in opdracht van de provincie Overijssel een lokaal energie-initiatief op weg helpt.

  • -

    Lokaal energie-initiatief (LEI): een collectief van inwoners en – optioneel – lokale organisaties of lokale bedrijven met als doel om energiebesparing of productie van hernieuwbare energie te realiseren.

  • -

    Nominaal vermogen: maximale vermogen van een productie-installatie voor hernieuwbare energie dat onder normale voorwaarden benut kan worden voor de productie van hernieuwbare energie en dat door de leverancier wordt gegarandeerd bij continu gebruik.

  • -

    Opwekproject: een project waarbij één van de volgende productie-installaties voor hernieuwbare energie wordt gerealiseerd:

    • a.

      Productie-installatie voor zonne-energie met een nominaal vermogen van minimaal 15 Wp en maximaal 1.000 kWp.

    • b.

      Productie-installatie voor windenergie met één of meer windturbines met een nominaal vermogen van minimaal 15 kW en maximaal 1.000 kW.

    • c.

      Productie-installatie voor elektriciteitsproductie door waterkracht met een nominaal vermogen van minimaal 15 kW.

Artikel 3.6.2 Doel

Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het stimuleren van energiebesparende maatregelen en de opwekking van hernieuwbare energie. Dit door het vergroten van de realisatiekracht van lokale energie-initiatieven.

Artikel 3.6.3 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    De subsidie wordt verstrekt voor één of meerdere van de volgende activiteiten:

    • a.

      Het inrichten en oprichten van de organisatie van het lokale energie-initiatief.

    • b.

      Het uitvoeren van een energiebesparingsproject gericht op woningen.

    • c.

      Het voorbereiden van een opwekproject om tot een realiseerbaar project te komen.

    • d.

      Het voorbereiden van een grootschalig opwekproject om tot een ontwikkelbaar project te komen.

  • 2.

    De activiteiten voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      De activiteiten hebben geen betrekking op de aanschaf- en installatie van technische voorzieningen voor productie van hernieuwbare energie en energiebesparing.

    • b.

      De activiteiten worden uitgevoerd door een LEI dat:

      • 1.

        gevestigd is in een bepaald gebied binnen Overijssel;

      • 2.

        binding heeft met de lokale omgeving;

      • 3.

        een bestuur heeft van minimaal twee personen;

      • 4.

        open staat voor iedereen die wil deelnemen;

      • 5.

        de lokale omgeving van het project laat meebeslissen over de ontwikkeling van het project; en

      • 6.

        de opbrengsten die door realisatie van het project worden gehaald ten goede laat komen aan leden, klanten of maatschappelijke bestemmingen in de lokale omgeving van het project.

    • c.

      Voor de activiteiten is niet eerder subsidie verstrekt op basis van deze subsidieregeling.

Artikel 3.6.4 Doelgroep

  • 1.

    De subsidie wordt verstrekt aan een coöperatie, een stichting, een vereniging of een BV.

  • 2.

    Als een aanvrager een rechtspersoon in oprichting is, dan wordt de subsidie verleend onder de opschortende voorwaarde dat de aanvrager de beoogde rechtsvorm verkrijgt.

Artikel 3.6.5 Subsidiabele kosten

De kosten die voor de subsidie in aanmerking komen zijn:

  • a.

    kosten van derden en vrijwilligers. Artikel 1.1.5 derde en vierde lid zijn van toepassing.

  • b.

    kosten voor leges en oprichtingskosten. Dit is een afwijking van artikel 1.1.6 lid 1.

Artikel 3.6.6 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie voor het oprichten en inrichten van de organisatie is maximaal 100% van de subsidiabele kosten en bedraagt maximaal € 2.500,-.

  • 2.

    De subsidie voor het uitvoeren van een energiebesparingsproject is maximaal 80% van de subsidiabele kosten en bedraagt maximaal € 2.500,-.

  • 3.

    De subsidie voor het voorbereiden van een opwekproject is maximaal 80% van de subsidiabele kosten en bedraagt maximaal € 5.000,-.

  • 4.

    De subsidie voor het voorbereiden van een grootschalig opwekproject is maximaal 80% van de subsidiabele kosten en bedraagt maximaal € 10.000,-.

Artikel 3.6.7 Eigen bijdrage

  • 1.

    Minimaal 20% van de subsidiabele kosten wordt betaald met een bijdrage in geld van het lokale energie-initiatief, bedrijven, inwoners of medeoverheden.

  • 2.

    De voorwaarde die genoemd is in lid 1 geldt niet voor het oprichten en inrichten van de organisatie.

Artikel 3.6.8 Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag kan het hele jaar ingediend worden.

  • 2.

    De aanvrager maakt gebruik van het digitale aanvraagformulier Lokale energie-initiatieven 4.0.

  • 3.

    De aanvrager levert de volgende gegevens in:

    • a.

      een begroting. Het is verplicht het beschikbaar gestelde format te gebruiken;

    • b.

      een door de LEI-coach ondertekende LEI-verklaring. Dit is een aanvulling op artikel 1.2.1.

Artikel 3.6.9 Subsidieplafond

Het subsidieplafond geldt voor de periode van een kalenderjaar.

Artikel 3.6.10 Aanvullende verplichtingen

  • 1.

    De activiteiten zijn binnen 18 maanden na de verlening van de subsidie afgerond.

  • 2.

    De subsidieontvanger nodigt inwoners binnen een specifiek gebied binnen Overijssel actief uit om lid of klant te worden.

  • 3.

    De subsidieontvanger is verplicht de opgebouwde kennis en ervaring vrij beschikbaar te stellen aan anderen die daarom vragen.

Artikel 3.6.11 Staatssteun

Als sprake is van staatssteun, dan voldoet de subsidie aan de algemene De-minimisverordening.

Artikel 3.6.12 Looptijd

De subsidieregeling loopt van 3 januari 2022 tot 1 december 2023.

 

Na paragraaf 3.6 wordt een nieuwe paragraaf 3.7 ingevoegd, luidende:

Paragraaf 3.7 Energiezuinige voedselbanken

Artikel 3.7.1 Doel

Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het stimuleren van energiebesparende maatregelen en de opwekking van hernieuwbare energie. Dit door voedselbanken te stimuleren om te geld uit te geven aan investeren in maatregelen gericht op energiebesparing.

Artikel 3.7.2 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    De subsidie wordt verstrekt voor het uitvoeren van energiebesparende maatregelen.

  • 2.

    De energiebesparende maatregelen voldoen aan de volgende twee voorwaarden:

    • a.

      De maatregelen worden uitgevoerd in of aan het gebouw van een voedselbank in Overijssel.

    • b.

      De energiebesparende maatregelen staan geadviseerd in de door Gedeputeerde Staten gefinancierde energiescan.

  • 3.

    Een aanvullende subsidie wordt verstrekt voor het vervangen van verouderde niet-energiezuinige koel- en vriesapparaten. Deze aanvullende subsidie is alleen beschikbaar voor de voedselbanken in de gemeenten Almelo, Deventer, Hengelo en Raalte.

Artikel 3.7.3 Doelgroep

De subsidie wordt verstrekt aan een voedselbank.

Artikel 3.7.4 Subsidiabele kosten

  • 1.

    De kosten die voor de subsidie in aanmerking komen zijn:

    • a.

      Alle kosten voor het realiseren van energiebesparende maatregelen.

    • b.

      De kosten voor het vervangen van verouderde koel- en vriesapparaten.

  • 2.

    Artikel 1.1.5 en 1.1.6 zijn niet van toepassing.

Artikel 3.7.5 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie is een vast bedrag van € 15.000,- per voedselbank voor energiebesparende maatregelen.

  • 2.

    De aanvullende subsidie voor de aanschaf van koel- en vriesapparaten is:

    • a.

      € 56.250,- voor de voedselbank in Almelo;

    • b.

      € 18.750,- voor de voedselbank in Deventer;

    • c.

      € 37.500,- voor de voedselbank in Hengelo en

    • d.

      € 45.194,- voor de voedselbank in Raalte.

Artikel 3.7.6 Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag kan het hele jaar ingediend worden.

  • 2.

    De aanvrager maakt gebruik van het digitale aanvraagformulier Energiezuinige voedselbanken.

  • 3.

    De aanvrager hoeft geen begroting in te leveren. Dit is een afwijking van 1.2.1, tweede lid sub c.

Artikel 3.7.7 Subsidieplafond

Het subsidieplafond geldt voor de looptijd van deze subsidieregeling.

Artikel 3.7.8 Vaststelling

Voor subsidies van € 25.000,- en hoger geldt dat de subsidie direct wordt vastgesteld op grond van artikel 1.5.1. Dit is een afwijking van artikel 1.5.2.

Artikel 3.7.9 Looptijd

De subsidieregeling loopt van 3 januari 2022 tot 1 december 2023.

 

Na paragraaf 3.7 wordt een nieuwe paragraaf 3.8 ingevoegd, luidende:

Paragraaf 3.8 Geschakelde asbestleidaken

Artikel 3.8.1 Betekenis van de begrippen

In dit artikel is een vaker voorkomend begrip uitgelegd.

  • -

    Geschakeld asbestleidak: een asbestleidak van een woning of gebouw dat qua constructie een bouwkundige eenheid vormt met een dak van één of meerdere aangrenzende woningen of gebouwen van een andere eigenaar. Bijvoorbeeld een twee-onder-één-kap-woning of een rijtjeswoning. In sommige gevallen kunnen asbesthoudende leidaken aansluiten op een gevelbeplating van asbestleien. Deze asbesthoudende gevelbeplating valt dan ook onder deze regeling.

Artikel 3.8.2 Doel

Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het stimuleren van het verwijderen van asbestdaken.

Artikel 3.8.3 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    De subsidie wordt verstrekt voor het vervangen van geschakelde asbestleidaken.

  • 2.

    Het vervangen van geschakelde asbestleidaken voldoet aan alle volgende voorwaarden:

    • a.

      Iedere eigenaar van een deel van het geschakelde asbestleidak heeft een eigen aanvraag voor subsidie ingediend.

    • b.

      Het wordt uitgevoerd in Overijssel.

    • c.

      Het wordt uitgevoerd door een asbestverwijderingsbedrijf dat voldoet aan de regels uit de Procescertificaten Asbestverwijdering (SC 530) of Asbestinventarisatie (SC 540) van Stichting Ascert.

    • d.

      Met de vervanging van het geschakeld asbestleidak mag nog niet gestart zijn op de datum waarop de aanvraag is ingediend. Als datum starten geldt het accepteren van de uitgebrachte offerte voor vervanging.

Artikel 3.8.4 Doelgroep

De subsidie wordt verstrekt aan de particuliere eigenaar van het geschakelde asbestleidak dat wordt vervangen.

Artikel 3.8.5 Subsidiabele kosten

  • 1.

    De subsidie is een vast bedrag voor het verwijderen en afvoeren van de geschakelde asbestleidaken en het aanbrengen van nieuwe dakbedekking.

  • 2.

    Artikel 1.1.5 en artikel 1.1.6 zijn niet van toepassing.

Artikel 3.8.6 Hoogte van de subsidie

De subsidie is € 75,- per m2 verwijderd geschakeld asbestleidak.

Artikel 3.8.7 Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag kan het hele jaar ingediend worden.

  • 2.

    De aanvrager maakt gebruik van het digitale aanvraagformulier Geschakelde asbestleidaken.

  • 3.

    De aanvrager hoeft geen begroting in te leveren. Dit is een afwijking van 1.2.1. tweede lid sub c.

  • 4.

    De aanvrager overlegt bij de aanvraag om subsidie een offerte voor de verwijdering van asbest, waaruit in ieder geval blijkt hoeveel m2 asbestdak wordt verwijderd en door welk gecertificeerd bedrijf het asbest wordt verwijderd. De offerte is niet ouder dan drie maanden op het moment van de subsidieaanvraag.

Artikel 3.8.8 Subsidieplafond

Het subsidieplafond geldt voor de looptijd van deze subsidieregeling.

Artikel 3.8.9 Aanvullende verplichting

De aanvrager is verplicht de vervanging van het dak te starten binnen drie maanden na de datum waarop de sloopvergunning is verleend.

Artikel 3.8.10 Looptijd

Deze subsidieregeling loopt van 3 januari 2022 tot 1 december 2023.

Paragraaf 3.15 Intensivering energietoezicht

Artikel 3.15.1 Begripsbepalingen

In onderdeel a. vervallen de woorden ‘Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer’

 

In onderdeel c. vervallen de woorden ‘, MJA3 bedrijven’

 

In onderdeel g. wordt achter ‘Activiteitenbesluit’ het woord ‘milieubeheer’ geplaatst.

Artikel 3.15.2 Subsidiabele activiteiten

Dit artikel met toelichting komt als volgt te luiden:

 

Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor de jaren 2022 en 2023 voor de intensivering van energietoezicht door de Omgevingsdienst IJsselland en de Omgevingsdienst Twente. Deze subsidie wordt uitsluitend verstrekt indien de gemeente zelf middelen inbrengt bij de Omgevingsdienst IJsselland of de Omgevingsdienst Twente om jaarlijks bij 5% van de energierelevante bedrijven energietoezicht uit te voeren.

Toelichting: Dit betekent dat de gemeente voor 31 december 2023 jaarlijks bij ten minste 10% van de inrichtingen energietoezicht moet laten uitvoeren. Hiervan betaalt de gemeente 50% zelf en voor de overige 50% kan subsidie aangevraagd worden.

Zie verder het Uitvoeringsplan 2022-2023 Energie en Duurzaamheid van de Omgevingsdienst IJsselland en het Energie & Duurzaamheid Uitvoeringsplan 2022 – 2023 van de Omgevingsdienst Twente.

Artikel 3.15.3 Criteria

De tekst van onderdeel a. komt als volgt te luiden: a. de aanvrager is een gemeente in Overijssel;

 

In de toelichting bij onderdeel a. vervalt de eerste zin en wordt na ‘IJsseland’ ingevoegd: of de Omgevingsdienst Twente

 

In onderdeel b. worden de woorden ‘vth-taken’ vervangen door: vergunningverlenings-, toezichts- en handhavingstaken

Artikel 3.15.4 Hoogte van de subsidie

Artikel 3.15.4 komt als volgt te luiden, waarbij de toelichting ongewijzigd blijft:

 

De subsidie bedraagt € 639,- per inrichting waar energietoezicht wordt gehouden, met jaarlijks voor de gemeenten in IJsselland een maximum van:

  • a.

    € 8.307,- voor de gemeente Dalfsen;

  • b.

    € 21.726,- voor de gemeente Deventer;

  • c.

    € 18.531,- voor de gemeente Hardenberg;

  • d.

    € 12.141,- voor de gemeente Kampen;

  • e.

    € 3.834,- voor de gemeente Olst-Wijhe;

  • f.

    € 6.390,- voor de gemeente Ommen;

  • g.

    € 12.141,- voor de gemeente Raalte;

  • h.

    € 5.751,- voor de gemeente Staphorst;

  • i.

    € 10.224,- voor de gemeente Steenwijkerland;

  • j.

    € 7.668,- voor de gemeente Zwartewaterland;

  • k.

    € 29.394,- voor de gemeente Zwolle.

en jaarlijks voor de gemeenten in Twente een maximum van:

  • l.

    € 17.892,- voor de gemeente Almelo;

  • m.

    € 3.195,- voor de gemeente Borne;

  • n.

    € 9.585,- voor de gemeente Dinkelland;

  • o.

    € 31.311,- voor de gemeente Enschede;

  • p.

    € 7.029,- voor de gemeente Haaksbergen;

  • q.

    € 8.307,- voor de gemeente Hellendoorn;

  • r.

    € 19.170,- voor de gemeente Hengelo;

  • s.

    € 12.780,- voor de gemeente Hof van Twente

  • t.

    € 3.834,- voor de gemeente Losser;

  • u.

    € 8.946,- voor de gemeente Oldenzaal

  • v.

    € 11.502,- voor de gemeente Rijssen-Holten;

  • w.

    € 7.029,- voor de gemeente Tubbergen;

  • x.

    € 7.029,- voor de gemeente Twenterand;

  • y.

    € 6.390,- voor de gemeente Wierden.

Artikel 3.15.7 Subsidieplafond

De woorden ‘jaarlijks een’ worden vervangen door: een tweejaarlijks

Artikel 3.15.8 Verplichtingen subsidieontvanger

In onderdeel b. wordt het jaartal ‘2021’ vervangen door: 2023

Artikel 3.15.9 Looptijd

De datum ’31 december 2021’ wordt vervangen door: 1 december 2023

Paragraaf 3.16 Stimuleren energie innovatie

Artikel 3.16.1 Begripsbepalingen

‘startteam energie innovatie’ wordt vervangen door: supportteam energie innovatie

Artikel 3.16.3 Criteria

Sub c:

‘startteam energie innovatie’ wordt vervangen door: supportteam energie innovatie

 

Toevoegen nieuw sub e met vernummering van de bestaande sub e t/m g in sub f t/m h:

  • e.

    het idee is naar het oordeel van het supportteam energie innovatie realistisch. Als sprake is van een aanvraag voor subsidie van € 5.000,- of meer, dan wordt het energie-innovatie initiatief voorafgaand aan het indienen van de aanvraag, besproken met het supportteam energie innovatie. Naar het oordeel van het startteam energie innovatie is sprake van een energie-innovatie initiatief dat mogelijk in aanmerking kan komen voor een bijdrage op basis paragraaf 6.7 MIT, EFRO of REACT;

Artikel 3.16.4 komt als volgt te luiden:

Artikel 3.16.4 Hoogte van de subsidie

De subsidie bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten met een maximum van

  • a.

    € 5.000,- per aanvraag; of

  • b.

    € 10.000,- per aanvraag als sprake is van een energie innovatie-initiatief, dat mogelijk in aanmerking kan komen voor een bijdrage op basis paragraaf 6.7 MIT, EFRO of REACT.

Toelichting: De aanvrager kan een hogere subsidie ontvangen, omdat het uitwerken van een idee tot een energieprojectplan, en het daarbij behorende technisch, juridisch of financieel advies, om toe te werken naar een MIT, EFRO of REACT aanvraag vrij uitgebreid is. De kosten van een subsidieadviesbureau zijn niet subsidiabel.

Artikel 3.16.8 Weigeringsgronden

Sub a

‘financiele’ wordt vervangen door: financiële

Paragraaf 3.18 Investeringssubsidie Warmtenetprojecten

Artikel 3.18.17 Looptijd van de regeling

‘2021’ wordt vervangen door: 2022

Paragraaf 3.19 Inkoopacties energiemaatregelen Overijssel

Artikel 3.19.4 Hoogte van de subsidie

De woorden ‘per aanvrager’ worden vervangen door: per inkoopactie. Indien twee of meer gemeenten gezamenlijk een inkoopactie organiseren, kan het maximale subsidiebedrag worden vermenigvuldigd met het aantal gemeenten dat de inkoopactie organiseert.

Artikel 3.19.5 Indieningstermijn aanvraag tot subsidieverlening

De data ‘5 april 2021’ en ’29 november 2021’ worden vervangen door respectievelijk ‘3 januari 2022’ en ’30 november 2022’.

Artikel 3.19.8 Weigeringsgronden

De woorden ‘in hetzelfde kalenderjaar al’ worden vervangen door: al twee keer

Paragraaf 4.3 Natuur en Samenleving 2.0

Artikel 4.3.2 Subsidiabele activiteiten

Sub c: de toelichting komt als volgt te luiden:

Toelichting: Doelgroepen die bijzondere zorg of aandacht behoeven zijn bijvoorbeeld jongeren met gedragsproblemen of lichamelijke beperkingen, statushouders (jong)dementerenden of ouderen met een zorgvraag

Artikel 4.3.3 Criteria

Sub n wordt toegevoegd:

  • n.

    De subsidie wordt niet verstrekt aan medeoverheden om regelingen van medeoverheden te financieren.

Sub o wordt toegevoegd:

  • o.

    Met de activiteit wordt een kwaliteitsverbetering gerealiseerd op het gebied van beleefbaarheid en biodiversiteit.

Lid 4, sub e wordt toegevoegd:

  • e.

    De vergroening vindt zoveel mogelijk plaats op een plek die vrij toegankelijk of beleefbaar is. Er geldt een uitzondering voor zorginstellingen. Zorginstellingen kunnen de vergroening realiseren op een plek die niet vrij toegankelijk of beleefbaar is, als maximaal wordt ingezet op toegankelijkheid voor zoveel mogelijk gebruikers.

Artikel 4.3.4 Hoogte van de subsidie

Lid 1: ‘€ 35.000,-‘ wordt vervangen door: € 30.000,-

Artikel 4.3.5 Subsidiabele kosten

Lid 1: achter ‘vrijwilligers” wordt toegevoegd: voor coördinerende of organisatorische werkzaamheden

 

Lid 3 wordt toegevoegd:

  • 3.

    Kosten voor een half verhard pad voor natuurbeleving, bedragen maximaal 20% van de in de begroting opgenomen subsidiabele kosten.

Lid 4 wordt toegevoegd;

  • 4.

    Kosten voor communicatie en educatie activiteiten bedragen maximaal 10% van de in de begroting opgenomen subsidiabele kosten.

Paragraaf 4.6 Instandhouding gescheperde schaapskuddes Overijssel

Artikel 4.6.2 Subsidiabele activiteiten

De woorden ‘voor de periode 2018 t/m 2021’ vervallen.

Artikel 4.6.3 Criteria

De onderdelen b. en c. vervallen

In onderdeel d. worden de woorden ‘de periode 2018 t/m 2021’ vervangen door: in 2022

Artikel 4.6.4 Hoogte van de subsidie

Dit artikel komt als volgt te luiden:

 

De subsidie bedraagt een vast bedrag per jaar voor:

  • a.

    Schaapskudde Haaksbergen: € 32.500,-;

  • b.

    Schaapskudde Hof van Twente: € 32.500,-;

  • c.

    Schapenbedrijf A. Kuhn: € 32.500,-;

  • d.

    Welhuis Beheer: € 16.250,-;

  • e.

    Schaapskudde Twente: € 16.250,-;

  • f.

    Scheperij Salland: € 32.500,-.

Artikel 4.6.5 Begrotingsvoorbehoud

Dit artikel vervalt.

Artikel 4.6.6 Subsidiabele kosten

Lid 1 vervalt.

Bij lid 2 vervalt de nummering ‘2.’

Artikel 4.6.7 Indieningstermijn aanvraag tot subsidieverlening

De datum ‘1 oktober 2018’ wordt vervangen door: 1 april 2022

Artikel 4.6.8 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening

In het tweede lid wordt ‘sub c’ vervangen door: sub d

Artikel 4.6.9 Subsidieplafond

De woorden ‘in 2018’ worden vervangen door: voor het jaar 2022

Artikel 4.6.10 Volgorde van behandeling

De zin ‘Indien na sluiting van de indieningstermijn als bedoeld in artikel 4.6.7 het subsidieplafond wordt overschreden, dan krijgt een aanvraag voor traditionele gescheperde schaapkuddes, zijnde schaapskuddes die minimaal vijf jaar of langer bestaan, prioriteit.’ vervalt.

Artikel 4.6.11 Bevoorschotting

Dit artikel wordt vervangen door een nieuw artikel 4.6.11, luidende:

Artikel 4.6.11 Vaststelling

Voor subsidies van € 25.000 en hoger is artikel 1.3.1 van toepassing.

Artikel 4.6.12 Verplichtingen subsidieontvanger

In onderdeel a. worden de woorden ‘dient u te motiveren in de subsidieaanvraag’ vervangen door: moet binnen twee weken na het bekend worden daarvan gemeld worden bij Gedeputeerde Staten

 

Na artikel 4.6.12 wordt een nieuw artikel 4.6.13 ingevoegd, luidende:

Artikel 4.6.13 Looptijd

Deze paragraaf is geldig tot 1 december 2022.

 

Paragraaf 4.11 komt als volgt te luiden:

Paragraaf 4.11 Stimuleren kleinschalig Streekeigen Landschapsbeheer

Artikel 4.11.1 Betekenis van de begrippen

In dit artikel worden veel voorkomende begrippen uitgelegd.

  • -

    Landschapselement: landschappelijke beplantingen, routes, waterlopen, reliëfs en andere onderdelen van het landschap die bijdragen aan de karakteristieke kenmerken van een landschap. De oorspronkelijke functie van bijvoorbeeld perceelbegrenzing, houtproductie of vee drinkplaats heeft het veelal geheel of deels verloren. Het vormt nog steeds een belangrijke habitat voor soorten waaronder veel vogels, insecten en amfibieën en is voor de biodiversiteit van grote meerwaarde.

  • -

    Landschapsbeheer: aanleg, beheer en herstel van landschapselementen.

  • -

    Aanleg: nieuw aanleggen van een landschapselement.

  • -

    Beheer: uitvoeren van regelmatig onderhoud van landschapselementen.

  • -

    Herstel: geheel of gedeeltelijk nieuw aanleggen van een landschapselement.

Artikel 4.11.2 Doel

Met deze subsidieregeling wil de provincie vrijwilligers op een passende wijze aanmoedigen om op eigen niveau aan de slag te gaan met landschapsbeheer.

Artikel 4.11.3 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    De subsidie wordt verstrekt voor landschapsbeheer, inclusief de voorbereiding, administratie en toezicht.

  • 2.

    Het gaat om de volgende soorten landschapsbeheer:

    • a.

      Landschapsbeheer I: eenmalig aanleg, beheer of herstel.

    • b.

      Landschapsbeheer II: aanleg, beheer en herstel voor een periode van maximaal 5 jaar.

    • c.

      Landschapsbeheer III: aanleg, beheer en herstel voor een periode van 5 tot 15 jaar.

  • 3.

    Het landschapsbeheer voldoet aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      Er is sprake van een georganiseerde aanpak voor landschapsbeheer in landschappen in Overijssel waarvan de hoofdfunctie agrarisch is. Dit wordt ook wel Streekeigen Landschapsbeheer genoemd.

    • b.

      Het landschapsbeheer voldoet aan de voorwaarden en uitgangspunten voor beheer van landschapselementen zoals opgenomen in De Dienstenbundel Overijssel. De Dienstenbundel Overijssel is te vinden op www.overijssel.nl/subsidie.

    • c.

      Het landschapsbeheer past in de gebiedskenmerken, zoals beschreven in de Catalogus gebiedskenmerken van de provincie Overijssel. De Catalogus gebiedskenmerken van de provincie Overijssel is te vinden op www.overijssel.nl/subsidie.

    • d.

      Het landschapsbeheer wordt niet uitgevoerd op overheidsgrond of in een natuurgebied.

    • e.

      Voor het landschapsbeheer is geen gebruikt gemaakt van deze subsidieregeling én er is en wordt ook geen gebruik gemaakt van:

      • 1.

        een andere subsidieregeling van de provincie Overijssel; en

      • 2.

        regelingen van TBO’s of andere eigenaren, waarmee voor hetzelfde landschapsbeheer een bijdrage is verleend.

    • f.

      De landschapscoördinator van Landschap Overijssel is betrokken bij de activiteiten en adviseert positief over de aanvraag. De landschapscoördinator geeft procesmatige ondersteuning, adviseert de initiatiefnemers bij landschapsbeheer, legt verbindingen met Streekeigen landschapsbeheer en maakt koppelingen met andere opgaven in Overijssel.

  • 4.

    Landschapsbeheer I voldoet aanvullend aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      Het landschapsbeheer wordt uitgevoerd door een groep van vrijwilligers met beperkte inzet, ervaring en mogelijkheden.

    • b.

      Naast landschapsbeheer wordt ook aandacht besteed aan het vormen van een vrijwilligersgroep, en het inspireren en enthousiast maken van de groep.

    • c.

      Het doel van de groep is om een eerste echte stap te maken naar vervolgactiviteiten op het gebied van landschapsbeheer.

    • d.

      De activiteiten duren minimaal een werkdag.

  • 5.

    Het landschapsbeheer II voldoet aanvullend aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      Het landschapsbeheer wordt uitgevoerd door een georganiseerde groep van vrijwilligers.

    • b.

      Naast landschapsbeheer worden activiteiten uitgevoerd om de kennis van de vrijwilligers te vergroten en de organisatie te versterken. Het gaat om een of meer van de volgende activiteiten:

      • 1.

        Deelnemen aan werkateliers. Tijdens een Werkatelier worden duidelijke handvatten gegeven waarmee de groep direct aan de slag kan gaan;

      • 2.

        Het uitvoeren van onderzoek naar de kenmerken van het landschap (landschapsanalyse).

      • 3.

        Het opstellen van een beheerplan voor maximaal 5 jaar. In dit plan wordt in beeld gebracht wat er nodig is voor het landschapsbeheer. Het plan beschrijft de wensen en eisen van, voor en door het gebied voor het landschapsbeheer.

    • c.

      De begrote subsidiabele kosten bedragen minimaal € 6.666,- en maximaal € 33.333,-.

    • d.

      Minimaal 50% van de begrote kosten is voor beheer.

  • 6.

    Het landschapsbeheer III voldoet aanvullend aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      Het landschapsbeheer wordt uitgevoerd door een georganiseerde groep van vrijwilligers, die samen aan landschapsbeheer doen binnen een werkgebied.

    • b.

      Naast landschapsbeheer worden activiteiten uitgevoerd om de kennis van de vrijwilligers te vergroten en de organisatie te versterken. Het gaat om een of meer van de volgende activiteiten:

      • 1.

        Deelnemen aan werkateliers. Tijdens een Werkatelier worden duidelijke handvatten gegeven waarmee de groep direct aan de slag kan gaan;

      • 2.

        Het opstellen of verbeteren van een eenvoudig beheerplan voor een periode van 5 tot 15 jaar. In dit plan wordt in beeld gebracht wat er nodig is voor het landschapsbeheer. Het plan beschrijft de wensen en eisen van, voor en door het gebied voor het landschapsbeheer. Het beheerplan past in het gemeentelijke landschapsontwikkelingsplan (LOP) of de Catalogus gebiedskenmerken van de provincie.

    • c.

      De begrote subsidiabele kosten bedragen minimaal € 50.000,- en maximaal € 200.000,-.

    • d.

      Minimaal 50% van de begrote kosten is voor beheer.

    • e.

      Maximaal 15% van de begrote kosten is voor voorbereiding, administratie en toezicht.

Artikel 4.11.4 Doelgroep

De subsidie wordt verstrekt aan:

  • a.

    een stichting, vereniging of een coöperatie van een groep van inwoners, particuliere grondeigenaren, pachters of ondernemers;

  • b.

    een samenwerkingsverband van partijen, genoemd onder a.

  • c.

    een groep van natuurlijk personen. Als deze groep geen stichting, vereniging of coöperatie hebben opgericht, dan wordt de subsidie aangevraagd door een gemeente of Terrein Beherende Organisatie die de groep vertegenwoordigt

Artikel 4.11.5 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Als het gaat om Landschapsbeheer I dan zijn alleen de kosten van derden subsidiabel. Artikel 1.1.5 derde lid en artikel 1.1.6 zijn van toepassing.

  • 2.

    Als het gaat om landschapsbeheer II en III dan gelden als subsidiabele kosten voor beheer, de beheervergoeding die per activiteit of landschapstype is vastgesteld in de Dienstenbundel Overijssel.

  • 3.

    Als het gaat om landschapsbeheer II en III dan gelden als subsidiabele kosten voor aanleg en herstel artikel 1.1.5 en artikel 1.1.6 én aanvullend daarop:

    • a.

      Voor de inzet van uren van derden het vastgesteld maximale uurtarief zoals opgenomen in de Dienstenbundel Overijssel.

    • b.

      De waarde van onbetaalde arbeid van vrijwilligers wordt gewaardeerd op maximaal € 15,- per uur. Vergoedingen voor de inzet van uren van vrijwilligers zijn niet subsidiabel.

Artikel 4.11.6 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie voor Landschapsbeheer I is maximaal 100% van de subsidiabele kosten. De subsidie is maximaal € 5.000,- per gebied en per groep.

  • 2.

    De subsidie voor landschapsbeheer II is 75% van de subsidiabele kosten en bedraagt minimaal € 5.000,- en maximaal € 25.000,- per gebied en per groep.

  • 3.

    De subsidie voor landschapsbeheer III is maximaal 50% van de subsidiabele kosten en bedraagt minimaal € 25.000,- en maximaal € 100.000,- per gebied en per groep.

  • 4.

    Als sprake is van Landschapsbeheer I en II dan is de subsidie voor beheer minimaal 50% van de totale subsidie.

Artikel 4.11.7 Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag kan het hele jaar ingediend worden.

  • 2.

    De aanvrager maakt gebruik van het digitale aanvraagformulier Stimuleren kleinschalig Streekeigen landschapsbeheer.

  • 3.

    Als sprake is van een aanvraag voor landschapsbeheer I wordt een offerte of offertes ingeleverd. Dit is een aanvulling op artikel 1.2.1. Het is niet verplicht om een begroting in te leveren. Dit is een afwijking van artikel 1.2.1 tweede lid.

  • 4.

    Als sprake is van een aanvraag voor landschapsbeheer II en III wordt:

    • a.

      een begroting ingeleverd. Het is verplicht om het beschikbare format te gebruiken.

    • b.

      een plan van aanpak ingeleverd. Het is verplicht om het beschikbare format te gebruiken. Dit is een aanvulling op artikel 1.2.1. in het plan van aanpak is een deugdelijke motivering opgenomen waaruit blijkt dat het beheer voor een periode van minimaal 5 jaar is geregeld, door middel van overeenkomsten die afgesloten worden tussen de beheerders en grondeigenaren.

    • c.

      een kaart ingeleverd waarop duidelijk is aangegeven waar aanleg, beheer en herstel plaats vindt. Dit is een aanvulling op artikel 1.2.1.

Artikel 4.11.8 Subsidieplafond

Het subsidieplafond geldt voor de looptijd van de subsidieregeling.

Artikel 4.11.9 Vaststelling

  • 1.

    De subsidie voor Landschapsbeheer I en Landschapsbeheer II wordt gelijk vastgesteld. Artikel 1.5.1 en artikel 1.5.3 zijn van toepassing.

  • 2.

    De subsidie voor landschapsbeheer III wordt vastgesteld binnen 2 jaar na de datum van subsidieverlening.

  • 3.

    Het verzoek tot subsidievaststelling voor landschapsbeheer III bevat naast een inhoudelijk verslag ook een overzicht van de overeenkomsten die tussen beheerders en grondeigenaren zijn gesloten. In de overeenkomsten is het landschapsbeheer voor 5 tot en met 15 jaar vastgelegd. Dit is een aanvulling op artikel 1.5.3 lid 3.

Artikel 4.11.10 Staatssteun

Als sprake is van staatssteun, dan voldoet de subsidie aan de Algemene De-minimisverordening of aan De-minimisverordening Landbouw.

Artikel 4.11.11 Looptijd

Deze subsidieregeling loopt van 3 januari 2022 tot 1 december 2023.

Paragraaf 4.17 Aanpak van invasieve exoten 2.0

Artikel 4.17.11 Looptijd

‘2021’ wordt vervangen door: 2022

Paragraaf 5.4 Inzet vrijwilligers bij buurtbussen in Overijssel

Artikel 5.4.1 Begripsbepalingen

‘buurtbusvereniging’ wordt als volgt gewijzigd:

  • -

    buurtbusvereniging: een door Gedeputeerde Staten aangewezen vereniging of stichting die een buurtbus exploiteert. De buurtbusvrijwilligers kunnen in zowel een vereniging als stichting georganiseerd zijn. Waar in deze paragraaf gesproken wordt over vereniging worden beide rechtsvormen bedoeld.

Tabel 1 - door Gedeputeerde Staten aangewezen Buurtbusverenigingen Overijssel

In de tabel wordt bij West-Overijssel onder BBV Salland toegevoegd:

 

Stichting Buurtbus Kampen

Kampen Zuid – Onderdijks – Centrum – Kampen Zuid

510

Paragraaf 5.5 Slimme en duurzame mobiliteit Overijssel

Artikel 5.5.2 Subsidiabele activiteiten

In de tekst en in de toelichting daarbij wordt het woord ‘activiteiten’ telkens vervangen door: investeringen

Artikel 5.5.3 Criteria

In de toelichting bij onderdeel b. worden de woorden ‘vestiging in Overijssel’ vervangen door: organisatie die in Overijssel is gevestigd.

 

In de toelichting bij onderdeel c. worden de woorden ‘€ 500,- subsidie levert 1 spitsmijding op’ vervangen door: 1 werkdag spitsmijding levert € 500,- op.

Artikel 5.5.4 Hoogte van de subsidie

De woorden ‘€ 500,- per structurele spitsmijding, tot’ worden vervangen door:

€ 500,- per werkdag voor structurele spitsmijding, tot in totaal

 

De toelichting bij artikel 5.5.4 komt als volgt te luiden:

Toelichting: De hoogte van de subsidie is gekoppeld aan de verwachte structurele spitsmijdingen . Van de aangemelde investeringen wordt nagegaan wat deze aan structurele spitsmijdingen opleveren. Voor één werkdag structurele nieuwe spitsmijding geldt een subsidiebijdrage van € 500,-. Daarbij maakt het niet uit of het de ochtendspits, avondspits of beide spitsen betreft. Als de medewerker maar structureel minimaal 1 spits per werkdag mijdt.

 

Bij bijvoorbeeld tien structurele spitsmijdingen leidt dat tot een subsidie van € 5.000,-. Voor de subsidie voor al die structurele spitsmijdingen bij elkaar opgeteld, geldt als eerste maximum 50% van de investeringskosten die voor subsidie in aanmerking komen, en als tweede maximum € 50.000,- totale subsidie per aanvraag. Hierbij is de subsidie voor voorbereidings- en administratiekosten maximaal 15% van de totale subsidie.

Artikel 5.5.9 Looptijd

De datum ’31 december 2021’ wordt vervangen door: 1 december 2022

Paragraaf 5.8 Voucherregeling thuiswerkplannen

In de paragraaftitel wordt aan het woord ‘thuiswerkplannen’ toegevoegd: /hybride-werkenplannen

 

In de Algemene toelichting wordt in de tweede alinea achter het woord ‘thuiswerkplan’ toegevoegd: (ook wel een Plaats- en Tijds-Onafhankelijk Werken (PTOW)-plan of hybride-werkenplan genoemd)

Artikel 5.8.1 Begripsbepalingen

In de begripsomschrijving wordt het woord ‘week’ vervangen door: werkweek

 

Aan het eind van de begripsomschrijving wordt de volgende zin toegevoegd: In het plan wordt ook beschreven hoe de combinatie van digitaal en fysiek vergaderen wordt georganiseerd en welke richtlijnen hiervoor nodig zijn.

 

De toelichting wordt vervangen door:

Toelichting: Op https://www.overijssel.nl/loket/subsidie/mobiliteit/voucherregeling-thuiswerkplannen/ vindt u een Lijst uitwerkpunten hoe dit in het thuiswerkplan/hybride werkenplan concreet kan worden gemaakt.

Artikel 5.8.2 Subsidiabele activiteiten

Aan het woord ‘thuiswerkplan’ wordt toegevoegd: /hybride-werkenplan

Artikel 5.8.5 Subsidiabele kosten

Aan het woord ‘thuiswerkplan’ wordt toegevoegd: /hybride-werkenplan

Artikel 5.8.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening

Aan het woord ‘thuiswerkplan’ wordt toegevoegd: /hybride-werkenplan

Artikel 5.8.8 Verplichtingen subsidieontvanger

In onderdeel b. en in de toelichting daarbij wordt aan het woord ‘thuiswerkplan’ telkens toegevoegd: /hybride-werkenplan

Artikel 5.8.10 Looptijd

De datum ’31 december 2021’ wordt vervangen door: 1 december 2022

Paragraaf 6.4 Cofinanciering Europese programma’s

In de Algemene Toelichting vervalt de tekst ‘- het Operationeel Programma EFRO subsidie verkrijgen;’ en de tekst ‘EFRO is het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. Het operationeel programma (OP) EFRO Oost Nederland is een gezamenlijk subsidieprogramma van de provincies Overijssel en Gelderland en werkt aan structurele versterking van de economie in Gelderland en Overijssel. Het Operationeel Programma EFRO wordt uitgevoerd door de Managementautoriteit Oost-Nederland.’

Artikel 6.4.3 Subsidiabele activiteiten

Onderdeel a. vervalt.

 

Paragraaf 6.8 komt als volgt te luiden:

Paragraaf 6.8 Versterken gemeentelijke informatiepositie vakantieparken

Artikel 6.8.1 Doel

Met deze subsidieregeling wil de provincie, gemeenten ondersteunen bij het in beeld brengen van wat er speelt op vakantieparken. Het gaat om vakantieparken waar één of meer van de volgende situaties speelt of spelen:

  • a.

    De kwaliteit van het vakantiepark gaat achteruit.

  • b.

    Er zijn geen toeristische recreatieve mogelijkheden voor de toekomst.

  • c.

    Er zijn signalen van onveiligheid of leefbaarheidsproblemen.

Artikel 6.8.2 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    De subsidie wordt verstrekt voor het uitvoeren van één of meer van de volgende onderzoeken:

    • a.

      een vitaliteitsscan;

    • b.

      een omgevingsscan;

    • c.

      een transformatiescan;

    • d.

      een veiligheids- en leefbaarheidsscan.

  • 2.

    Een vitaliteitsscan geeft inzicht hoe het vakantiepark scoort op kwaliteit en de toeristische recreatieve mogelijkheden voor de toekomst.

  • 3.

    Een omgevingsscan geeft inzicht in hoeverre een vakantiepark zich los van andere vakantieparken in de omgeving kan ontwikkelen of dat een aanpak voor meerdere parken in de omgeving nodig is.

  • 4.

    Een transformatiescan geeft inzicht voor welke andere functies een park zonder toeristisch recreatieve mogelijkheden voor de toekomst mogelijk in aanmerking zou kunnen komen, welke beperkende factoren er zijn als gekozen wordt voor een andere functie en wat er op hoofdlijnen nodig is voor een transformatie naar een andere functie.

  • 5.

    Een veiligheids- en leefbaarheidsscan geeft inzicht in welke mate er sprake is van onveiligheid en of leefbaarheidsproblematiek op het vakantiepark.

  • 6.

    Het onderzoek voldoet aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      In het geval van een vitaliteitsscan, transformatiescan of omgevingsscan is de parkeigenaar of een vereniging van eigenaren betrokken bij de opzet en uitvoering van het onderzoek.

    • b.

      In het geval van een veiligheids- en leefbaarheidsscan is de opzet en uitvoering van het onderzoek besproken met de relevante partijen in het veiligheids- en leefbaarheidsdomein.

    • c.

      Het onderzoek wordt uitgevoerd door een onafhankelijke deskundige die gespecialiseerd is in het doen van onderzoeken op vakantieparken.

    • d.

      De opzet van het onderzoek is besproken met het Expertisecentrum Vitale Vakantieparken Overijssel en het Expertisecentrum Vitale Vakantieparken Overijssel heeft positief geadviseerd over de offerte van de in te huren onafhankelijke deskundige.

Artikel 6.8.3 Doelgroep

De subsidie wordt verstrekt aan een Overijsselse gemeente.

Artikel 6.8.4 Subsidiabele kosten

Alleen kosten van derden zijn subsidiabel. Artikel 1.1.5 derde lid is van toepassing.

Artikel 6.8.5 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie is maximaal 75% van de subsidiabele kosten.

  • 2.

    De subsidie is maximaal € 10.000,- per vakantiepark.

  • 3.

    In geval van een omgevingsscan is de subsidie maximaal € 10.000,- voor alle recreatieparken gezamenlijk die betrokken worden bij de omgevingsscan.

Artikel 6.8.6 Eigen bijdrage

Minimaal 25% van de subsidiabele kosten worden betaald met een bijdrage van de gemeente of derden.

Artikel 6.8.7 Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag kan het hele jaar ingediend worden.

  • 2.

    De aanvrager maakt gebruik van het digitale aanvraagformulier Versterken gemeentelijke informatiepositie vakantieparken.

  • 3.

    De aanvrager levert aanvullend een offerte in. Dit is een aanvulling op artikel 1.2.1.

  • 4.

    De aanvrager hoeft geen begroting in te leveren. Artikel 1.2.1 lid 2 sub c is niet van toepassing.

Artikel 6.8.8 Subsidieplafond

Het subsidieplafond geldt voor de looptijd van de subsidieregeling.

Artikel 6.8.9 Aanvullende verplichtingen

  • 1.

    De resultaten van het onderzoek worden gedeeld met het Expertisecentrum Vitale Vakantieparken Overijssel.

  • 2.

    Het onderzoek start binnen 3 maanden na de datum waarop de subsidie is verleend.

  • 3.

    Het onderzoek is binnen 9 maanden na de datum waarop de subsidie is verleend, afgerond.

Artikel 6.8.10 Looptijd

De subsidieregeling loopt van 3 januari 2022 tot 1 december 2023.

Paragraaf 6.10 Product Markt Partner Combinaties (PMPC’s) Toerisme Overijssel

vervallen

 

Na paragraaf 6.13 wordt een nieuwe paragraaf 6.14 ingevoegd, luidende:

Paragraaf 6.14 Versnelling toekomstbestendige werklocaties

Artikel 6.14.1 Doel

Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het op orde brengen van bestaande werklocaties door te sturen op kwantiteit en kwaliteit van werklocaties.

Artikel 6.14.2 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    De subsidie wordt verstrekt voor uitvoering van activiteiten die versneld bijdragen aan de toekomstbestendigheid van een werklocatie of een deel daarvan. De activiteiten zijn in een projectplan opgenomen.

  • 2.

    De activiteiten voldoen aan alle volgende voorwaarden:

    • a.

      De activiteiten zijn in een projectplan opgenomen welke door de gemeente, het parkmanagement of een groep ondernemers in afstemming met de provincie Overijssel is opgesteld. De betreffende gemeente is in ieder geval betrokken bij het schrijven van het projectplan.

    • b.

      De activiteiten dragen bij aan het toekomstbestendig maken van de werklocatie, waarbij wordt bijgedragen aan de energietransitie, aan natuurinclusiviteit, klimaatadaptatie of circulaire economie. Het opwekken van zonne-energie heeft daarbij extra aandacht.

    • c.

      De activiteiten hebben alleen betrekking op de uitvoering van ruimtelijk-fysieke projecten en de daartoe noodzakelijke benodigde planvorming. Activiteiten ter voorbereiding van het projectplan, gebruikelijke activiteiten of het beheer van de uitgevoerde activiteiten vallen daar niet onder.

    • d.

      Het duurzaam beheer van de uit te voeren activiteiten is voor minimaal 5 jaar geregeld.

    • e.

      De activiteiten starten binnen 1 jaar na de datum waarop de subsidie is verleend.

    • f.

      De activiteiten zijn binnen 3 jaar na de verlening van de subsidie afgerond.

    • g.

      De activiteiten hebben geen betrekking op winkelgebieden als werklocatie.

    • h.

      In het projectplan is beschreven op welke manier een nulmeting wordt gedaan.

    • i.

      In het projectplan is beschreven hoe samen met bedrijven wordt gekeken wat het minimale percentage is wat zij in zullen zetten op het klimaatneutraal productief zijn, de beoogde energiebesparing of opwekken van duurzame energie;

    • j.

      In het projectplan is opgenomen wat de kostenverdeling per activiteit is, wat de maximale provinciale bijdrage is, wie de subsidieaanvrager is en waar het project uitgevoerd wordt.

    • k.

      Voor de activiteiten in het projectplan is niet eerder subsidie gekregen op basis van deze subsidieregeling of op basis van paragraaf 2.15 Klimaatadaptatie van het Uitvoeringsbesluit.

    • l.

      Minimaal 50% van de begrote kosten van de activiteiten wordt betaald met een eigen bijdrage van ondernemingen of de gemeente. De eigen bijdrage van ondernemingen mag in natura zijn.

Artikel 6.14.3 Doelgroep

De subsidie wordt verstrekt aan de Overijsselse gemeente waar de betreffende werklocatie zich bevindt of aan een andere organisatie die in het projectplan als aanvrager wordt genoemd.

Artikel 6.14.4 Subsidiabele kosten

In aanvulling op artikel 1.1.6 komen de volgende kosten niet voor de subsidie in aanmerking:

  • a.

    De kosten van maatregelen die binnen 5 jaar zijn terugverdiend.

  • b.

    De kosten die betrekking hebben op wettelijk verplichte maatregelen.

  • c.

    De kosten van zonnepanelen.

Artikel 6.14.5 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie bedraagt maximaal 100% van het bedrag zoals afgesproken in het projectplan voor de betreffende werklocatie.

  • 2.

    De te verlenen subsidie is minimaal € 100.000,- en maximaal € 500.000,- per aanvraag. De maximale subsidie per deelnemende onderneming is nooit meer dan € 200.000,-.

Artikel 6.14.6 Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag kan ingediend worden vanaf 3 januari 2022 9.00 uur.

  • 2.

    De aanvraag moet uiterlijk 30 juni 2022 vóór 17.00 uur ontvangen zijn.

  • 3.

    De aanvrager maakt gebruik van het digitale aanvraagformulier Versnelling toekomstbestendige werklocaties.

  • 4.

    De aanvrager levert een begroting in. Het is verplicht het beschikbaar gestelde begrotingsformat te gebruiken. Artikel 1.2.1 tweede lid is van toepassing.

  • 5.

    De aanvrager levert een projectplan voor de betreffende werklocatie in. Dit is een aanvulling op artikel 1.2.1.

Artikel 6.14.7 Subsidieplafond

Het subsidieplafond geldt voor de aanvraagperiode die genoemd is in artikel 6.14.6 leden 1 en 2.

Artikel 6.14.8 Aanvullende verplichting

De aanvrager is verplicht het beheer van de uitgevoerde activiteiten minimaal vijf jaar door te laten lopen.

Artikel 6.14.9 Staatssteun

Als de aanvrager een onderneming is, voldoet de subsidie aan De Algemene de-minimisverordening.

Artikel 6.14.10 Looptijd

De subsidieregeling loopt van 3 januari 2022 tot 1 juli 2023.

 

Paragraaf 6.15 komt als volgt te luiden:

Paragraaf 6.15 Ondersteuning Nationaal Groeifondsaanvragen

Artikel 6.15.1 Doel

  • 1.

    Met deze subsidieregeling wil de provincie een aanvrager helpen om een onderbouwd voorstel bij het Nationaal Groeifonds in te dienen.

    Toelichting: Meer informatie is te vinden op https://www.nationaalgroeifonds.nl/

  • 2.

    Het doel van de subsidie is om:

    • a.

      een voorstel zo goed mogelijk uit te werken en te onderbouwen, zodat deze voldoet aan de criteria van het Nationaal Groeifonds; én

    • b.

      een formele aanvraag bij het Nationaal Groeifonds in te dienen.

Artikel 6.15.2 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    De subsidie wordt verstrekt voor de uitwerking en voorbereiding van een voorstel voor het Nationaal Groeifonds, derde ronde.

  • 2.

    Er wordt een voorstel uitgewerkt met aandacht voor de volgende onderdelen:

    • a.

      Het bevat een onderbouwing van de te verwachten bijdrage aan de Nederlandse economie, zowel de financiële als de maatschappelijke kosten en baten en de juridische uitvoerbaarheid.

    • b.

      De deelnemende organisaties zijn benoemd, het programmamanagement is omschreven en er is aandacht besteed aan de praktische uitvoerbaarheid van het plan.

    • c.

      Het voorstel valt binnen ten minste een van de drie terreinen:

      • 1.

        kennisontwikkeling;

      • 2.

        infrastructuur;

      • 3.

        onderzoek, ontwikkeling & innovatie.

    • d.

      Het voorstel heeft een financiële omvang van tenminste € 30 miljoen.

    • e.

      Het voorstel is aanvullend aan private investeringen.

    • f.

      Het voorstel is aanvullend aan bestaande publieke investeringen en valt niet binnen een bestaande regeling van de overheid.

    • g.

      Het voorstel is niet-structureel. Dat wil zeggen dat er eenmalig een investering nodig is om economische groei te mogelijk maken.

    • h.

      Het voorstel voldoet aan de toets van subsidiariteit. Dat wil zeggen dat de rijksoverheid het juiste bestuursniveau is om in een bepaald voorstel te investeren.

    • i.

      Het past binnen de financiële kaders van het Nationaal Groeifonds.

  • 3.

    De subsidie wordt gevraagd voor de uitwerking van het voorstel op de volgende onderdelen:

    • a.

      De bijdrage aan het duurzaam verdienvermogen op de lange termijn;

    • b.

      De strategische onderbouwing van het voorstel;

    • c.

      De kwaliteit van het plan;

    • d.

      De kwaliteit van de samenwerking en governance.

  • 4.

    Bij het voorstel zijn Overijsselse bedrijven, kennisinstellingen of medeoverheden als projectpartner betrokken. Dat wil zeggen dat zij meewerken aan de realisatie van een deel van de investeringen waarvoor een bijdrage vanuit het Nationaal Groeifonds wordt gevraagd. Dit kan door voor eigen rekening uren, materiaal, financiën of andere bijdragen die op geld zijn te waarderen, in te brengen als cofinanciering voor de investering.

  • 5.

    Het voorstel draagt bij aan één of meerdere strategische hoofdopgaven van de provincie, te weten:

    • a.

      Goede mobiliteit;

    • b.

      Voorbereid zijn op hitte, droogte en wateroverlast;

    • c.

      Vitaal landelijk gebied;

    • d.

      Een krachtige Economie;

    • e.

      Energietransitie;

    • f.

      Aantrekkelijk wonen in steden en dorpen;

    • g.

      Samen leven in Overijssel.

  • 6.

    Het voorstel draagt in belangrijke mate bij aan de versterking van het verdienvermogen, duurzame economische groei en samenwerking de brede welvaart in de provincie Overijssel. Dit blijkt uit het aantal punten dat het voorstel scoort op basis van scoretabel 1. Het voorstel scoort minimaal 8 punten, op basis van scoretabel 1.

Scoretabel 1:

 

Wegingscriteria

Score

a. Mate van bijdrage aan de strategische hoofdopgaven van de provincie, zoals genoemd in artikel 6.15.2 lid 5.

- 3 punten als bijdrage aan de strategische hoofdopgaven groot is

- 1 punt als bijdrage aan de strategische hoofdopgaven gemiddeld is

- 0 punten als bijdrage aan de strategische hoofdopgaven klein is

b. Mate waarin de kosten van de aanvraag bij het Nationaal Groeifonds worden gedekt door partijen uit Overijssel.

 

- Meer dan 50%: 2 punten

- Meer dan 25%: 1 punt

- 25% of minder: 0 punten

c. Bedrijven, kennisinstellingen en overheden zijn allen betrokken bij het voorstel (triple helix samenwerking)

ja: 1 punt

nee: 0 punten

d. Het voorstel is onderdeel van een van de Strategische Investerings- & Innovatieagenda’s (SIIA’s) van Oost Nederland

ja: 1 punt

nee: 0 punten

e. Aanvrager motiveert dat het voorstel een belangrijke bijdrage levert aan de Overijsselse economie.

Uitstekend: 2 punten

Goed: 1 punt

voldoende: 0 punten

 

f. Een deel van de investering waarvoor een bijdrage wordt gevraagd vanuit het Nationaal Groeifonds, vindt plaats in een Overijsselse gemeente(n) of uit een van de drie regio’s: Clean Tech, Zwolle, of Twente.

2 of meer regio’s: 2 punten

1 regio: 1 punt

 

Totale score

Score a+b+c+d+e+f

Artikel 6.15.3 Doelgroep

  • 1.

    De subsidie wordt verstrekt aan de penvoerder die namens de samenwerkingspartners van het voorstel de aanvraag in dient. De samenwerkingspartners hebben hun samenwerking alsmede de intentie om een aanvraag te dienen bij het Nationaal Groeifonds vastgelegd in een intentieverklaring die door alle samenwerkingspartners is ondertekend.

  • 2.

    De aanvrager is geen natuurlijk persoon.

Artikel 6.15.4 Subsidiabele kosten

Alleen kosten van derden zijn subsidiabel. Artikel 1.1.5 derde lid is van toepassing.

Artikel 6.15.5 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Als de aanvrager een medeoverheid of een onderneming is dan is de subsidie maximaal 25% van de subsidiabele kosten.

  • 2.

    Als de aanvrager een stichting, vereniging, kennisinstelling of andere organisatie zonder winstoogmerk is, is de subsidie maximaal 50% van de subsidiabele kosten.

  • 3.

    De subsidie is maximaal € 50.000,- per aanvraag.

Artikel 6.15.6 Eigen bijdrage

  • 1.

    Als de aanvrager een medeoverheid of een onderneming is wordt minimaal 75% van de subsidiabele kosten betaald met een eigen bijdrage in geld van de aanvrager of derden.

  • 2.

    Als de aanvrager een stichting, vereniging, kennisinstelling of andere organisatie zonder winstoogmerk is, dan wordt minimaal 50% van de subsidiabele kosten betaald met een eigen bijdrage in geld van de aanvrager of derden.

Artikel 6.15.7 Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag kan het hele jaar ingediend worden.

  • 2.

    De aanvrager maakt gebruik van het digitale aanvraagformulier Ondersteuning Nationaal Groeifonds aanvragen.

  • 3.

    De aanvrager levert een begroting in. Het is verplicht om het beschikbaar gestelde begrotingsformat te gebruiken. Artikel 1.2.1 is van toepassing.

  • 4.

    Per voorstel kan maximaal 1 keer een aanvraag ingediend worden.

Artikel 6.15.8 Subsidieplafond

Het subsidieplafond geldt voor de looptijd van de subsidieregeling.

Artikel 6.15.9 Aanvullende verplichtingen

  • 1.

    De aanvrager zorgt ervoor dat het voorstel tijdig wordt ingediend voor de derde ronde van het Nationaal Groeifonds die in 2022 opgesteld wordt.

  • 2.

    Bij de uitwerking van het voorstel wordt rekening gehouden met de criteria zoals genoemd op www.nationaalgroeifonds.nl.

Artikel 6.15.10 Staatssteun

Als sprake is van staatssteun, dan voldoet de subsidie aan de Algemene De-minimisverordening.

Artikel 6.15.11 Looptijd

De subsidieregeling loopt van 3 januari 2022 tot 1 november 2022.

Paragraaf 6.18 Bijzondere kleinere evenementen 2022

Artikel 6.18.2 Criteria

In onderdeel c wordt ‘deze’ vervangen door: dit

Paragraaf 6.38 Family Next Overijssel Paragraaf

Artikel 6.38.9 Weigeringsgronden

‘1.4.1’ wordt vervangen door: 1.1.7

Paragraaf 7.3 Erfgoed ‘Het verhaal van Overijssel’ 2.0

Artikel 7.3.5 Indieningstermijn aanvraag

De datum ‘1 februari’ worden vervangen door: 10 januari

Artikel 7.3.4 Hoogte van de subsidie

Een zesde lid wordt toegevoegd, luidende:

  • 6.

    Het vijfde lid geldt niet voor medeoverheden.

Artikel 7.3.8 Weigeringsgronden

In onderdeel c vervalt de zinsnede ‘, paragraaf 7.4’

Paragraaf 7.7 Cultuurparticipatie

Artikel 7.7.4 Hoogte van de subsidie

Een derde lid wordt toegevoegd, luidende:

  • 3.

    Het tweede lid geldt niet voor medeoverheden.

Artikel 7.7.5 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening

In lid 1 vervalt de zinsnede ‘2017 tot en met 2020’

Paragraaf 7.13 Voucherregeling lokale convenanten cultuuronderwijs

Artikel 7.13.3 Criteria

In onderdeel a. vervalt de zin ‘Als peildatum voor ondertekening geldt 15 oktober 2019;’

 

Na paragraaf 7.13 wordt een nieuwe paragraaf 7.14 ingevoegd, luidende:

Paragraaf 7.14 Bibliotheek van de Toekomst

Artikel 7.14.1 Betekenis van de begrippen

In dit artikel worden veel voorkomende begrippen uitgelegd.

  • -

    Bibliotheekvernieuwing: het ondersteunen van het proces van ideevorming, het ondersteunen van experimenten en het bevorderen van de invoering van vernieuwingen bij lokale bibliotheken.

Artikel 7.14.2 Doel

Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan toekomstbestendige bibliotheken in Overijssel.

Artikel 7.14.3 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    De subsidie wordt verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan zowel inhoudelijke als organisatorische bibliotheekvernieuwing op het gebied van:

    • a.

      deskundigheidsbevordering van personeel,

    • b.

      vernieuwende programmering met andere partners,

    • c.

      bedrijfsprocessen,

    • d.

      experimenteren,

    • e.

      ontwikkeling en samenvoeging van vernieuwende diensten of producten, of

    • f.

      initiatieven en samenwerkingsverbanden gericht op samenwerking en het versterken van vernieuwingskracht.

  • 2.

    De activiteiten voldoen aan alle volgende voorwaarden:

    • a.

      de activiteiten worden ontwikkeld en uitgevoerd in Overijssel.

    • b.

      de activiteiten dragen bij aan of zijn gericht op minimaal een van de drie maatschappelijke opgaven zoals genoemd in de Netwerkagenda Openbare bibliotheekvoorzieningen 2020-2023 van de Vereniging Openbare Bibliotheken:

      • 1.

        een geletterde samenleving;

      • 2.

        een leven lang leren;

      • 3.

        een participatie- en informatiesamenleving;

    • of aan

      • 4.

        de uitvoering van de Verkenning toekomstbestendig organisatiemodel voor Overijsselse bibliotheken. De activiteiten hebben aantoonbaar een aanvullende waarde op het functioneren van het netwerk van samenwerkende bibliotheken die daarin actief zijn.

    • c.

      de activiteiten hebben geen betrekking op:

      • 1.

        bouwkundige- of installatiewerkzaamheden of andere materiële aanpassingen aan gebouw of inventaris;

      • 2.

        de ontwikkeling van cultuureducatiematerialen;

      • 3.

        de gebruikelijke, doorlopende bedrijfsvoering en exploitatie van een bibliotheek.

    • d.

      In het projectplan wordt inzichtelijk uitgewerkt hoe de effecten van de activiteiten worden gemonitord en worden de daarbij passende indicatoren opgenomen.

    • e.

      Als in de uitvoering van de activiteiten sprake is van samenwerking tussen bibliotheekstichtingen, dan is in het projectplan ook een door de samenwerkende bibliotheekstichtingen getekende samenwerkingsverklaring opgenomen.

    • f.

      Voor de activiteiten is niet eerder subsidie verstrekt op basis van van deze subsidieregeling.

Artikel 7.14.4 Doelgroep

De subsidie wordt verstrekt aan de volgende bibliotheekstichtingen:

  • a.

    Coöperatieve Vereniging De Kappen U.A.

  • b.

    de Bibliotheek Almelo

  • c.

    de Bibliotheek Dalfsen-Nieuwleusen

  • d.

    de Bibliotheek Deventer

  • e.

    de Bibliotheek Dinkelland

  • f.

    de Bibliotheek Enschede

  • g.

    de Bibliotheek Hardenberg

  • h.

    de Bibliotheek Hengelo

  • i.

    de Bibliotheek Hof van Twente

  • j.

    de Bibliotheek Kampen

  • k.

    de Bibliotheek Kop van Overijssel

  • l.

    de Bibliotheek Oldenzaal

  • m.

    de Bibliotheek Rijssen-Holten

  • n.

    de Bibliotheek Salland

  • o.

    de Bibliotheek Staphorst

  • p.

    de Bibliotheek Tubbergen

  • q.

    de Bibliotheek Twenterand

  • r.

    de Bibliotheek Wierden

  • s.

    de Bibliotheek ZINiN

  • t.

    de Bibliotheek Zwartewaterland

  • u.

    Kulturhus de Bijenkorf Borne - Bibliotheek

  • v.

    Stadkamer

  • w.

    Stichting Fundament - Bibliotheek

Artikel 7.14.5 Subsidiabele kosten

Alleen kosten van derden zijn subsidiabel. De bijdrage in natura van de bibliotheekstichting is van deze voorwaarde uitgezonderd.

Artikel 7.14.6 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie is maximaal 50% van de subsidiabele kosten.

  • 2.

    De te verstrekken subsidie is minimaal € 25.000,- en maximaal € 95.000,- per bibliotheekstichting. De bibliotheekstichting kan bij elkaar opgeteld tot dat maximale bedrag een of meer aanvragen indienen.

Artikel 7.14.7 Eigen bijdrage

Naast 50% provinciale subsidie wordt de andere helft van de totale projectkosten gefinancierd door:

  • a.

    een aanvullende incidentele bijdrage in geld van minimaal 25% van de totale subsidiabele projectkosten van de gemeente van vestiging, en

  • b.

    een eigen bijdrage van minimaal 25% van de totale subsidiabele projectkosten door de bibliotheekstichting. Deze eigen bijdrage mag in natura zijn en van anderen dan de betreffende gemeente.

Artikel 7.14.8 Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag kan vanaf 13 januari 2021 worden ingediend. De aanvraag moet uiterlijk 30 juni 2024 vóór 17.00 uur ontvangen zijn.

  • 2.

    De aanvrager maakt gebruik van het digitale aanvraagformulier 7.14 Bibliotheek van de Toekomst.

  • 3.

    De aanvrager levert een begroting in. Het is verplicht om het beschikbaar gestelde begrotingsformat te gebruiken. Artikel 1.2.1 is van toepassing.

  • 4.

    De aanvrager levert in aanvulling op het projectplan en de begroting een bevestiging van de gemeente van vestiging in waaruit blijkt dat zij minimaal 25% van de kosten bijdraagt.

  • 5.

    De aanvrager levert daarnaast een bevestiging van de gemeente van vestiging in waaruit blijkt dat die gemeente in de jaren 2022, 2023 en 2024 geen bezuinigingen op de bibliotheekvoorziening gaat opleggen.

Artikel 7.14.9 Subsidieplafond

Het subsidiebudget geldt voor de looptijd van de subsidieregeling.

Artikel 7.14.10 Aanvullende verplichting

De subsidieontvanger voert de gesubsidieerde activiteiten voor 31 december 2025 uit.

Artikel 7.14.11 Looptijd

De subsidieregeling loopt van 13 januari 2022 tot 1 december 2024.

Inwerkingtreding:

Het besluit treedt in werking 1 dag na publicatie in het Provinciaal Blad.

Gedeputeerde Staten voornoemd.

Naar boven