Omgevingsverordening Provincie Groningen 2016 - wijziging

Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat Provinciale Staten op 3 februari 2021, nr. 4.b, voordracht 2020-113500, afdeling RS, dossiernummer K116, hebben besloten tot vaststelling van de wijziging van de Omgevingsverordening Provincie Groningen 2016. Het besluit luidt als volgt:

 

Provinciale Staten van Groningen:

 

Gelezen de voordracht van gedeputeerde staten van 15 december 2020, 2020-113500, R&S

 

Gelet op

  • -

    artikel 143, eerste lid, van de Provinciewet;

  • -

    artikel 4.1 van de Wet ruimtelijke ordening;

  • -

    artikelen 1.2.1 tot en met 1.25 van het Besluit ruimtelijke ordening;

  • -

    artikel 2.8 van de Waterwet;

BESLUITEN:

 

  • I.

    De Omgevingsverordening provincie Groningen 2016 als volgt te wijzigen:

A.

Artikel 2.9.2, tweede lid, onderdeel e wordt vervangen door een nieuw onderdeel e, dat luidt als volgt:

 

  • e.

    van rijksmonumenten die op grond van de Erfgoedwet of van gemeentelijke monumenten die op grond van de gemeentelijke erfgoedverordening zijn beschermd.

B.

Artikel 2.18 factory outlet center wordt vernummerd tot artikel 2.18.1 factory outlet center.

 

Aan titel 2.6 - Vestigingslocaties voor detailhandel wordt voor artikel 2.18.1 toegevoegd een nieuw artikel 2.18 dat komt te luiden als volgt:

 

Artikel 2.18 Begripsbepalingen

In deze titel en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    fabriekswinkels: winkels waarin producten rechtstreeks door of namens fabrikanten en aan fabrikanten verbonden partijen zoals licentiehouders, franchisenemers en partijverkopers worden verkocht.

  • b.

    factory outlet center: een concentratie van fabriekswinkels, al dan niet in combinatie met bijvoorbeeld ondersteunende horeca, waar verkoop plaatsvindt in de sectoren mode, schoenen/lederwaren en sportartikelen, welke artikelen hetzij buiten het reguliere seizoen worden aangeboden, hetzij onvolmaakt zijn afgewerkt hetzij overschotten en/of experimentele collecties betreffen. Voor alle gevallen geldt dat de artikelen geen deel uitmaken van de lopende collecties - met uitzondering van uitverkoop - van de reguliere detailhandel. De artikelen worden aangeboden tegen gereduceerde prijzen ten opzichte van de prijzen die gewoonlijk door de reguliere detailhandel worden gehanteerd.

C.

Aan artikel 2.26.7, eerste lid, wordt een nieuw onderdeel c toegevoegd dat luidt als volgt:

 

  • c.

    mestsilo's op de veldkavel op te richten in door Gedeputeerde Staten, op basis van een gemeentelijke gebiedsvisie op mestopslag op een veldkavel aangegeven gebieden als:

    • wordt aangetoond dat de mestopslag op grond van milieuhygiënische belemmeringen binnen het bouwperceel of daarop aansluitend niet mogelijk is; of

    • de mestsilo's noodzakelijk zijn om aantoonbare structurele verkeersoverlast door transportbewegingen in kernen te voorkomen of te beperken als reële alternatieve ontsluitingsroutes ontbreken; en

    • de bouwhoogte van mestsilo's niet meer zal bedragen dan 2,5 meter; en

    • andere ruimtelijke belangen niet onevenredig worden geschaad; en

    • de maatwerkmethode wordt toegepast onder begeleiding van een onafhankelijke- of een bij de gemeente werkzame deskundige op het gebied van stedenbouw en landschapsarchitectuur; en

    • de nakoming van eventueel te stellen voorwaarden aan de landschappelijke inpassing van mestopslag op de veldkavel wordt geborgd in de vorm van een voorwaardelijke verplichting in het bestemmingsplan of voorwaarde bij de omgevingsvergunning.

D.

De zinsnede in artikel 2.29.2 'mits het aantal te houden dieren zoals is vergund niet toeneemt' wordt vervangen door: mits in het bestemmingsplan geborgd wordt dat het aantal te houden dieren zoals is vergund op 1 januari 2019 niet toeneemt.

 

E.

De zinsnede in artikel 2.29.6 'mits het aantal te houden dieren zoals is vergund niet toeneemt' wordt vervangen door: mits het aantal te houden dieren zoals is vergund op 1 januari 2019 niet toeneemt.

 

F.

Na artikel 2.29.8 wordt een nieuw artikel 2.29.9 ingevoegd dat luidt als volgt:

 

Artikel 2.29.9 Overgangsrecht Alteveersterweg 6 Stadskanaal

Als voor 1 januari 2019 een bestemmingsplan is vastgesteld dat betrekking heeft op het perceel Alteveersterweg 6 en voorziet in een toename van stalvloeroppervlakte ten behoeve van intensieve veehouderij en het vaststellingsbesluit is, naar aanleiding van daartegen ingesteld beroep vernietigd, kan een bestemmingsplan opnieuw worden vastgesteld overeenkomstig artikel 2.29.3, zoals dat gold voor 1 januari 2019, mits het aantal te houden dieren zoals vergund door de gemeente Stadskanaal op 10 juli 2017 niet toeneemt.

 

G.

In artikel 2.44 wordt onder vernummering van de onderdelen a, b, c en d tot d, e, f en g toegevoegd de onderdelen a, b en c die luiden als volgt:

  • a.

    inrichtingsplan- en beheersplan: plan waarin met toepassing van de maatwerkmethode de omvang, situering en ruimtelijke inrichting van het gebied en de landschappelijke inpassing van de bebouwing en voorzieningen, geen bouwwerken zijnde, waaronder ook beplanting, zijn vastgelegd;

  • b.

    maatwerkmethode: methode van overleg via keukentafelgesprekken met als doel overeenstemming te bereiken over de omvang, situering en inrichting van een project binnen een plangebied;

  • c.

    natuurbegraven: het ter aarde bestellen van menselijke stoffelijke overschotten anders dan op een reguliere begraafplaats;

H.

Na artikel 2.47A wordt ingevoegd een nieuw artikel 2.47B dat luidt als volgt:

 

Artikel 2.47B Natuurbegraven

  • 1.

    Een bestemmingsplan dat betrekking heeft op het buitengebied kan voorzien in natuurbegraven, mits:

    • a.

      aan het plangebied de bestemming natuur wordt toegekend met natuurbegraven als ondergeschikte nevenfunctie; en

    • b.

      de vestiging of uitbreiding van de natuurbegraafplaats aantoonbaar gepaard gaat met netto winst voor de natuurlijke- en landschappelijke waarden in termen van areaal, kwaliteit en samenhang; en

    • c.

      aan het plan een inrichtings- en beheerplan ten grondslag ligt dat tot stand is gekomen onder begeleiding van een onafhankelijke of een bij de gemeente werkzame deskundige op het gebied van ecologie en landschapsarchitectuur; en

    • d.

      de aanleg en uitvoering van het inrichtings- en beheerplan publiekrechtelijk wordt geborgd; en

    • e.

      de betreffende gronden niet zijn gelegen binnen de op kaart 12 aangegeven 'bosgebieden van voor 1850'.

  • 2.

    De toelichting op het bestemmingsplan bedoeld in het eerste lid biedt inzicht in:

    • a.

      de gevolgen voor de recreatieve waarden van het gebied; en

    • b.

      de gevolgen van de voorziene duur van de grafrust op toekomstige ontwikkelingen; en

    • c.

      de wijze waarop wordt voorzien in parkeerbehoefte van bezoekers.

I.

Na het nieuwe artikel 2.47B als hierboven bedoeld wordt ingevoegd een nieuw artikel 2.47C dat luidt als volgt:

 

Artikel 2.47C As-verstrooiing

Een bestemmingsplan voorziet niet in gebruik van gronden ten behoeve van het verstrooien van crematie-as binnen:

  • de op kaart 6 aangegeven gebieden die behoren tot het Natuurnetwerk Nederland, of

  • de op kaart 6 aangegeven bos- en natuurgebieden buiten het NNN, of

  • de op kaart 3 aangegeven grondwaterbeschermingsgebieden.

J.

Kaart 1 Buitengebied wordt gewijzigd als volgt:

  • -

    Ter plaatse van de aanduiding "Buitengebied - ERAF" vervalt de aanduiding "Buitengebied"

K.

Kaart 2 Bedrijventerreinen wordt gewijzigd als volgt:

  • 1.

    Ter plaatse van de aanduiding "Nieuw bedrijventerrein toegestaan - ERAF" vervalt de aanduiding "Nieuw bedrijventerrein toegestaan".

  • 2.

    Ter plaatse van de aanduiding "Nieuw bedrijventerrein toegestaan - ERBIJ" wordt toegevoegd de aanduiding "Nieuw bedrijventerrein toegestaan".

L.

Kaart 7 Landschap wordt gewijzigd als volgt:

  • 1.

    Ter plaatse van de aanduiding "Pingoruïnes Zuidelijk Westerkwartier- ERAF" vervalt de aanduiding "Pingoruïnes Zuidelijk Westerkwartier".

  • 2.

    Ter plaatse van de aanduiding "Reliëfinversie - ERAF" vervalt de aanduiding "Reliëfinversie".

M.

Kaart 9 Normen bergings- en afvoercapaciteit regionale wateren wordt gewijzigd als volgt:

  • 1.

    Ter plaatse van de aanduiding "Geen norm - ERAF" vervalt de aanduiding "Geen norm".

  • 2.

    Ter plaatse van de aanduiding "Grasland - 1:10 jaar - ERBIJ" wordt toegevoegd de aanduiding "Grasland - 1:10 jaar".

O.

Toegevoegd wordt een nieuwe kaart 12 met de aanduiding "Bosgebieden van voor 1850".

 

  • II.

    De actualisatie Omgevingsverordening provincie Groningen 2020 met planidentificatie NL.IMRO.9920.OmgVerordening2020-VA01 gewijzigd vast te stellen.

     

  • III.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad.

 

Groningen, 3 februari 2021

provinciale staten voornoemd:

F.J. Paas, voorzitter

H. Engels-van Nijen, griffier

Bijlage bij het besluit

 

Nr.

Titel

Soort bijlage

1

Kaarten actualisatie Omgevingsverordening provincie Groningen 2020

kaarten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Naar boven