Openstellingsbesluit LEADER-Achterhoek 2022

Bekendmaking van het besluit van 19 november 2021- zaaknummer 2021-014423 tot vaststelling van een regeling

 

Gedeputeerde Staten van Gelderland

 

Gelet op artikel 1.3 en paragraaf 3 van Hoofdstuk 3 van de Verordening POP3 subsidies Gelderland, mei 2018

 

Besluiten

Vast te stellen het Openstellingsbesluit Uitvoering projecten LEADER-Achterhoek 2022:

 

  • I.

    Het subsidieplafond bedraagt € 826.000, bestaande uit € 413.000 ELFPO-middelen, € 206.500 provinciale middelen en € 206.500 middelen van gemeente of waterschap.

  • II.

    Aanvragen om subsidie kunnen worden ingediend in de periode 1 januari 2022 vanaf 09.00 tot en met 31 december 2022, 17.00.

  • III.

    In Bijlage 1 zijn de nadere regels opgenomen die voor dit besluit gelden.

  • IV.

    Dit besluit wordt aangehaald als Openstellingsbesluit Uitvoering projecten LEADER-Achterhoek, oktober 2021.

  • V.

    De Openstellingsbesluiten 2019-8345 van 24 december 2019, 2020-3738 van 18 juni 2020 en 2020-9357 van 11 december 2020 komen te vervallen, met dien verstande dat de openstellingsbesluiten hun werking behouden op de aanvragen die gedaan zijn tijdens de betreffende openstellingsperioden.

  • VI.

    Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2022 en vervalt op 1 januari 2023 met dien verstande dat het zijn werking behoudt op de aanvragen die gedaan zijn tijdens de openstellingsperiode.

namens Gedeputeerde Staten van Gelderland,

Isabelle Wouters

Teammanager Agrifood

Bijlage 1: Nadere regels bij het Openstellingsbesluit Uitvoering projecten LEADER-Achterhoek, oktober 2021

 

Artikel 1 begripsomschrijving

 

In aanvulling op artikel 1.1 van de Verordening wordt in deze nadere regels verstaan onder:

 

  • a.

    Cofinancieringsverklaring: De verklaring van de gemeente of het waterschap waarin staat dat de gemeente of waterschap een in de subsidieaanvraag genoemd bedrag beschikbaar stelt.

  • b.

    ELFPO: Het Europees landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling

  • c.

    LAG: Lokale Actiegroep LEADER-Achterhoek

  • d.

    LEADER-gebied Achterhoek: De gemeenten Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem (met uitzondering van de bebouwde kom met meer 30.000 inwoners van de stad Doetinchem zelf), Oost Gelre, Oude IJsselstreek en Winterswijk.

  • e.

    LOS: Lokale Ontwikkelingsstrategie LEADER-Achterhoek

  • f.

    Verordening: Verordening POP3 subsidies provincie Gelderland, mei 2018

Artikel 2 subsidiabele activiteiten

 

Subsidie wordt verstrekt voor de uitvoering van activiteiten die passen binnen de door GS vastgestelde LOS LEADER-Achterhoek.

 

Artikel 3 aanvrager

 

  • 1.

    Ingevolge artikel 1.3, vierde lid onder c en artikel 3.3.2 , onderdeel a tot en met c, van de Verordening wordt alleen subsidie verstrekt aan publieke rechtspersonen, private rechtspersonen en ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid.

  • 2.

    Een aanvrager dient een cofinancieringsverklaring bij zijn aanvraag te voegen waaruit blijkt dat de gemeente of het waterschap 25% van de totale subsidie voor zijn rekening neemt met een minimum van € 7.500,- en een maximum van € 30.000,-.

Artikel 4 subsidiabele kosten

 

  • 1.

    Onverminderd artikel 1.12 van de Verordening wordt subsidie verstrekt voor de onderstaande kostensoorten gemaakt ter voorbereiding of uitvoering van projecten die passen binnen de LOS:

  •  

    • a.

      operationele kosten direct verbonden aan de uitvoering van het project, niet zijnde kosten van leasing van nieuwe machines of installaties;

    • b.

      de kosten van de bouw, verbetering, verwerving of leasing van onroerende zaken;

    • c.

      de kosten van de koop of huurkoop van nieuwe machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa;

    • d.

      de kosten van architecten en ingenieurs;

    • e.

      de kosten van externe adviseurs;

    • f.

      de kosten van haalbaarheidsstudies;

    • g.

      de kosten van verwerving of ontwikkeling van computersoftware;

    • h.

      de kosten van verwerving van octrooien, licenties, auteursrechten en merken;

    • i.

      bijdragen in natura;

    • j.

      niet verrekenbare BTW;

    • k.

      personeelskosten;

    • l.

      voorbereidingskosten;

    • m.

      reis en verblijfkosten;

    • n.

      de kosten voor promotie en publiciteit.

  • 2.

    Onverminderd artikel 1.9 van de Verordening kan subsidie worden verstrekt voor personeelskosten die zijn berekent overeenkomstig artikel 1.9a van de Verordening.

Artikel 5 hoogte subsidie

 

  • 1.

    De subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten.

  • 2.

    De subsidie bedraagt maximaal € 120.000,-;

  • 3.

    De subsidie wordt niet verleend als de subsidie minder bedraagt dan €30.000,-

Artikel 6 adviescommissie

 

Aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen, worden voor advies voorgelegd aan de LAG.

 

Artikel 7 bevoorschotting

 

Bij de aanvraag om een voorschot op grond van artikel 1.23 van de Verordening worden de voor de uitvoering van de activiteiten benodigde vergunningen overlegd.

 

Artikel 8 selectiecriteria

 

Gedeputeerde Staten hanteren op grond van artikel 3.2.5 van de Verordening voor de rangschikking van de aanvragen als bedoeld in artikel 1.15 van de Verordening de volgende selectiecriteria:

 

  • 1.

    De mate waarin het project bijdraagt aan thema’s uit de LOS:

     

    • a.

      Bevolkingskrimp;

    • b.

      Verstevigen van de stad-land relatie;

    • c.

      Activiteiten die de sociale cohesie op het platteland vergroten;

    • d.

      Circulaire economie, op groene grondstoffen gebaseerde economie en duurzame energie.

  • 2.

    De mate waarin het project bijdraagt aan de LEADER-werkwijze, hetgeen blijkt uit de aanwezigheid van de volgende kenmerken:

     

    • a.

      Van onder af, draagvlak;

    • b.

      Innovatief;

    • c.

      Samenwerking/netwerk-opbouw;

    • d.

      Overdacht van kennis en ervaring;

    • e.

      Gebiedsgericht: integrale aanpak, multi-sectoraal, publiek-private samenwerking, partnerschap, overdraagbaar.

  • 3.

    De mate waarin het project haalbaar/levensvatbaar is vanuit financieel en organisatorisch oogpunt hetgeen blijkt uit de volgende aspecten:

     

    • a.

      Organisatorisch;

    • b.

      Financieel.

  • 4.

    Waar voor geld; is het initiatief efficiënt/doelmatig hetgeen blijkt uit de volgende aspecten:

     

    • a.

      Voldoende omvang;

    • b.

      Efficiënt;

    • c.

      Is subsidie LEADER-Achterhoek nodig?

Artikel 9 scoringspunten

 

De projecten worden door de LAG LEADER-Achterhoek beoordeeld op basis van de in artikel 8 opgenomen selectiecriteria waarbij per selectiecriterium het volgend aantal punten wordt toegekend:

 

  • a.

    Het maximum aantal te behalen punten per criterium bedraagt voor:

     

    • criterium 1: totaal 8 punten;

    • criterium 2: totaal 15 punten;

    • criterium 3 voor a en b: elk 3 punten;

    • criterium 4: totaal 8 punten.

  • b.

    Het minimum vereist aantal te behalen punten per criterium bedraagt voor:

     

    • criterium 1: totaal 4 punten;

    • criterium 2: totaal 10 punten;

    • criterium 3: voor a en b: elk 2 punten;

    • criterium 4: voor a en b: elk 2 punten en voor c: 1 punt.

  • c.

    Subsidie-aanvragen dienen per criterium het minimum aantal punten te behalen om voor subsidie in aanmerking te komen.

  • d.

    De subsidie-aanvragen dienen in totaal minimaal 23 punten te behalen om voor subsidie in aanmerking te komen.

 

Toelichting

I Algemeen Deel

 

Voor meer informatie zie de website van LEADER Achterhoek: https://www.leaderachterhoek.nl/

 

II Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 3 aanvrager

 

Bij de aanvraag om subsidie dient een cofinancieringsverklaring van de betreffende gemeente of waterschap gevoegd te worden. In de cofinancieringsverklaring geeft de gemeente of waterschap aan welk deel zij bijdraagt aan de gevraagde POP-subsidie.

 

Artikel 4 subsidiabele kosten

 

Bedrijfsmiddelen (o.a. machines, inventaris, computers, etc.) komen alleen voor subsidie in aanmerking als deze uitsluitend en blijvend worden gebruikt door de eindbegunstigde als onderdeel van de projectinvesteringen.

 

De aankoop of huurkoop van nieuwe machines en bedrijfsuitrusting, met inbegrip van hardware zijn subsidiabel tot ten hoogte de marktwaarde van het bedrijfsmiddel.

 

Bij de herziening van de Modelregeling in 2021 is de mogelijkheid ingevoegd om, indien een openstellingsbesluit dit mogelijk maakt, gebruik te maken van de vereenvoudigde kostenoptie voor wat betreft personeelskosten. Het is voor aanvragers niet verplicht hier gebruik van te maken. Voor de vereenvoudigde kostenoptie personeelskosten houdt dit in dat er over de overige directe kosten binnen het project (alle directe kosten los van de personeelskosten), die geen verband houden met de uitvoering van overheidsopdrachten voor werken met een waarde boven het Europese drempelbedrag, een opslag voor personeelskosten berekend wordt zonder dat hier een administratieve verplichting tegenover staat in de vorm van een onderbouwing van het uurtarief of het bijhouden van een urenregistratie. Deze opslag wordt berekend door de som van de overige directe kosten binnen het project te vermenigvuldigen met 20%, waarna dat bedrag wordt vermeerderd met een opslag van 15% aan overheadkosten.

 

Artikel 5 hoogte subsidie

 

De subsidie bestaat voor de helft uit POP-middelen en voor de andere helft uit middelen van de provincie en de gemeente of het waterschap.

 

Dat maakt dat een LEADER-project een totale subsidie van 50% van de subsidiabele kosten ontvangt met een minimum van € 30.000,- en een maximum van € 120.000,-. Dit maximum wordt bereikt bij € 240.000 aan subsidiabele kosten.

 

Voorbeeld 1:

 

Een project heeft aan subsidiabele kosten € 300.000,-. De financiering ziet er dan als volgt uit:

 

Een bijdrage van € 60.000,- afkomstig uit ELFPO middelen.

 

Een bijdrage van € 30.000,- afkomstig uit provinciale middelen.

 

Een bijdrage van € 30.000,- afkomstig uit een cofinanciering van de gemeente of het waterschap.

 

Het totale subsidiebedrag volgens de beschikking zal zijn: € 120.000,-.

 

Dat betekent dat dit voorbeeldproject een eigen bijdrage kent van € 180.000,-.

 

Voorbeeld 2

 

Een project heeft aan subsidiabele kosten € 100.000,-. De financiering ziet er dan uit als volgt:

 

Een bijdrage van € 25.000,- afkomstig uit ELFPO middelen.

 

Een bijdrage van € 12.500,- afkomstig uit provinciale middelen.

 

Een bijdrage van € 12.500,- afkomstig uit een co-financiering van gemeente of waterschap.

 

Het totale subsidiebedrag volgens de beschikking zal zijn: € 50.000,-

 

Dit betekent dat voorbeeld-2-project een eigen bijdrage kent van € 50.000,-

 

Voorbeeld 3:

 

Een project heeft aan subsidiabele kosten € 50.000,-. De financiering ziet er dan als volgt uit:

 

Een bijdrage van € 12.500,- afkomstig uit ELFPO middelen.

 

Een bijdrage van € 6.250,- afkomstig uit provinciale middelen.

 

Een bijdrage van € 6.250,- afkomstig uit een gemeentelijk co-financiering.

 

Het totale subsidiebedrag zou € 25.000,- bedragen en valt lager uit dan het minimum bedrag dat nodig is om in aanmerking te komen voor subsidie en zal om die reden worden afgewezen.

 

Artikel 6 adviescommissie

 

De LAG vergadert 8 keer per jaar. Afhankelijk van de datum van binnenkomst van een aanvraag zal deze worden voorgelegd aan de eerstvolgende vergadering van de LAG of die daarna.

 

Artikel 7 bevoorschotting

 

Het voorschot wordt uitbetaald op basis van de daadwerkelijk gemaakte kosten op grond van artikel 1.23 van de Verordening.

 

Artikel 8. Selectiecriteria

 

Criterium 1: De mate waarin het project bijdraagt aan belangrijke thema’s uit de LOS.

 

LEADER gebied Achterhoek heeft enkele thema’s geformuleerd in de Lokale Ontwikkelingsstrategie 2016-2022 (LOS) waaraan ingediende projecten getoetst zullen worden. De Lokale Actiegroep LEADER met daarin inwoners uit alle gemeenten, maakt de afweging of de projecten bijdragen aan de speerpunten en belangrijke thema’s uit de LOS.

 

Criterium 2: De mate waarin het project bijdraagt aan de LEADER werkwijze.

 

Van onder-af /draagvlak

 

LEADER is een subsidieregeling dat uitgaat van de kracht van de inwoners van het platteland en subsidieert dan ook projecten van onderop(bottom-up). Een belangrijke voorwaarde is draagvlak in het gebied. Het project moet voortkomen uit een vraag of behoefte. Dit zal de aanvrager dan ook goed moeten aantonen met bijvoorbeeld een onderzoek of resultaten uit een enquête.

 

Innovatief

 

LEADER subsidieert vooral vernieuwende projecten. Een project kan zich bijvoorbeeld onderscheiden door een vernieuwende aanpak, aparte werkwijze of een bijzonder projectresultaat.

 

Samenwerking/netwerkopbouw

 

LEADER wil graag dat er verbinding wordt gezocht in het gebied met vergelijkbare projecten of activiteiten. Hierbij gaat het om kennis delen, uitwisselen of een gezamenlijke aanpak in de Achterhoek. Indien een project een gezamenlijk initiatief is van een of meerdere dorpen met maximaal breed draagvlak: dan moet het project op dorpsniveau innovatief zijn en moet kennisoverdracht onderdeel zijn van het project. Bij een gezamenlijke aanpak wordt gekeken naar heldere rolbeschrijvingen en verantwoordelijkheden. Tevens moeten intentieverklaringen/ steunbrieven aanwezig zijn om de “formaliteit” van de samenwerking te benadrukken.

 

Overdracht van kennis en ervaring

 

Met dit selectiecriterium streeft de LAG naar het “niet steeds opnieuw het wiel uitvinden”. Het delen van kennis en best-practices moet bijdragen aan het bereiken van de LEADER-speer-punten uit de LOS. De wijze waarop kennis en ervaring wordt overgedragen, moet de aanvrager in het projectplan duidelijk hebben uitgeschreven.

 

Gebiedsgericht

 

Er wordt gekeken of het project gericht is op uitdagingen of kwaliteiten van de Achterhoek als geheel. Daarnaast moet de betrokkenheid van de (lokale) overheden inzichtelijk zijn. Tenslotte streeft LEADER naar een aansluiting met de regionale Agenda2020 (zie www.achterhoek2020.nl/achterhoek-agenda-2020.

 

Criterium 3: De mate waarin het project haalbaar/levensvatbaar is vanuit financieel en organisatorisch oogpunt

 

De LAG toetst de haalbaarheid/levensvatbaarheid onder andere aan:

 

  • een heldere organisatiebeschrijving met duidelijke verantwoordelijkheden

  • Zit het project logisch in elkaar: dragen activiteiten echt bij aan het beoogde doel?

  • Heeft de aanvrager/organisatie voldoende expertise, netwerk?

  • Is het tijdpad realistisch?

  • Zijn vergunningen geregeld?

  • Is er zicht op continuïteit van het project nadat de subsidie is vastgesteld?

  • Is er openbare kennis over de betrouwbaarheid of kwaliteit van de aanvrager of partners?

  • Is er een sluitende en transparante begroting en dekkingsplan, een bankgarantie, ondernemersplan, zijn toezeggingen voor cofinanciering bijgesloten; zijn er verklaringen voor het risico dragen door projectaanvragers?

Criterium 4: Waar voor geld: is het initiatief efficiënt/doelmatig?

 

De LAG beoordeelt “waar voor geld” aan de volgende drie aspecten:

 

  • a.

    voldoende omvang;

  • b.

    efficient;

  • c.

    subsidie LEADER-Achterhoek nodig?

Met voldoende omvang wordt bedoeld dat projecten met een minimale begroting vanwege de administratieve lasten geen gebruik kunnen maken van LEADER; de gevraagde overheidsfinanciering bedraagt minimaal €30.000,- per project.

 

  • overheidsfinanciering < € 30.000,- score 0

  • overheidsfinanciering > € 30.000,- en < € 120.000,-: score 2

  • overheidsfinanciering > € 120.000,-: score 0

Met efficiënt wordt bedoeld: hoe ligt de balans tussen de begrote kosten en de verwachte opbrengst van het project? De begroting moet realistisch zijn en niet opgeklopt. Daarnaast wordt beoordeeld of de LEADER bijdrage waardevol is voor de uitvoering van het project en het beoogde resultaat.

 

Is de gevraagde subsidie LEADER-Achterhoek echt nodig? Zou het project ook zonder de subsidie LEADER-Achterhoek doorgang kunnen vinden?

 

Gepubliceerd te Arnhem

 

namens Gedeputeerde Staten van Gelderland,

 

Isabelle Wouters

Teammanager Agrifood

Naar boven