Provinciaal blad van Flevoland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Flevoland | Provinciaal blad 2021, 11682 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Flevoland | Provinciaal blad 2021, 11682 | beleidsregel |
Reglement van Orde Provinciale Staten Flevoland 2021
Gedeputeerde Staten van Flevoland maken, gelet op het bepaalde in artikel 3.42 van de Algemene wet bestuursrecht, bekend dat Provinciale Staten in hun vergadering van 15 september 2021 onder nummer 2736612 het volgende besluit hebben genomen
Provinciale Staten van de Provincie Flevoland
gelet op artikel 81, eerste lid, de artikelen 104 tot en met 104e, artikel 143 en artikel 152 van de Provinciewet en afdeling 10.1.2 van de Algemene Wet bestuursrecht
Besluiten vast te stellen het Reglement van Orde Provinciale Staten Flevoland 2021
Verordening van Provinciale Staten van Flevoland, op grond van artikel 16, 80 en 143 lid 1 Provinciewet, bevattende het reglement van orde voor de vergaderingen van Provinciale Staten, haar commissies en gremia, alsmede verwijzingen naar de volgende verordeningen van Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten:
Artikel 2. Commissies en Commissievoorzitter
De commissies worden voorgezeten door een voorzitter, te benoemen door en uit de Staten via een benoemingsbesluit. De voorzitter is belast met het voorzitten van de commissie conform de wet en dit reglement. Bij de voordracht voor een voorzitter wordt rekening gehouden met het hiertoe opgestelde functieprofiel. De benoeming eindigt met het aftreden van de Staten, indien de voorzitter niet langer Statenlid is, dan wel indien betrokkene hierom verzoekt.
Het functioneren van de commissies en diens voorzitter worden regelmatig geëvalueerd in de commissies en het seniorenconvent. De Staten kunnen de voorzitter van een commissie van zijn taken ontheffen, indien voornoemde evaluaties daar aanleiding toe geven. De Staten benoemen in dat geval een nieuwe voorzitter met toepassing van lid 6.
Artikel 6. Het Seniorenconvent
Het seniorenconvent komt op vooraf vastgestelde data periodiek bijeen, of wanneer een van de leden van het seniorenconvent daartoe verzoekt. Bij het opstellen van het vergaderschema wordt gebruik gemaakt van een Lange Termijn Planning Seniorenconvent, waarin vooraf bepaalde overlegmomenten worden vastgesteld.
Het seniorenconvent kan ook buiten vergadering overleggen, mits alle leden in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk, per e-mail of via andere communicatiemiddelen hun mening te uiten. Van dit overleg wordt door de griffier een verslag opgemaakt, waarbij de ingekomen antwoorden worden bijgevoegd. Dit verslag wordt bij een volgend seniorenconvent vastgesteld.
Artikel 10. Benoeming burgerleden
Provinciale Staten benoemen burgerleden op voordracht van de fractie. Het burgerlid dient als kandidaat geplaatst te zijn op de kandidatenlijst van de betreffende partij, zoals deze kandidatenlijst luidde ten tijde van de laatste verkiezingen van Provinciale Staten. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Provinciewet zijn op burgerleden van overeenkomstige toepassing.
Artikel 11. Tussentijds ontslag Staten- en burgerleden en tijdelijke vervanging bij langdurige ziekte of zwangerschap van Staten- en burgerleden
Een Statenlid kan te allen tijde ontslag nemen. De Kieswet is hierop van toepassing. Het Statenlid doet daarvan schriftelijk mededeling aan de statenvoorzitter, die dit meldt aan de voorzitter van het Stembureau. Het ontslag gaat in wanneer de opvolger is toegelaten tot de Staten of wanneer het Stembureau heeft beslist dat geen opvolger kan worden benoemd.
2. VERGADERING COMMISSIES EN PROVINCIALE STATEN
Artikel 18. Agenda commissies en Provinciale Staten
Bij agendering in de Staten adviseert de commissie unaniem of het stuk als hamerstuk of bespreekstuk wordt geagendeerd. Indien een stuk als bespreekstuk wordt geagendeerd kan de commissie, door tussenkomst van de voorzitter, aangeven welke punten deel kunnen uitmaken van de beraadslaging in de Staten.
De statenvoorzitter en de statengriffier stellen (zonodig in overleg met de vicevoorzitter) een concept agenda vast. Hierbij wordt per agendapunt een voorstel voor de te hanteren behandeltijd gedaan. De statenvoorzitter en de statengriffier bepalen bij welke bespreekstukken een maximale spreektijd wordt ingesteld. Bij het vaststellen van de conceptagenda voor de bespreking van de jaarstukken, de Perspectiefnota, de Zomernota en de Programmabegroting wordt over spreektijd afgestemd met het seniorenconvent.
Artikel 21. Toevoegingen op de agenda
Een Statenlid kan de volgende toevoegingen op de agenda van de Staten indienen:
Mondelinge vragen: zolang deze voldoen aan de bepalingen in artikel 22. Voor mondelinge vragen wordt in de vergadering een halfuur gereserveerd.
Het onderwerp van de vragen wordt tot uiterlijk 4 uur voor de vergadering door tussenkomst van de statengriffier bij de statenvoorzitter ingediend. De portefeuillehouder wordt hiervan door de statengriffier op de hoogte gesteld. De statenvoorzitter meldt bij aanvang van de vergadering dat er mondelinge vragen zijn. Het statenlid bepaalt zelf of de vragen vooraf aan het college ter beschikking worden gesteld.
Een verzoek tot een interpellatiedebat: zolang het verzoek voldoet aan artikel 24.
Een verzoek tot een interpellatiedebat wordt altijd op de agenda van een Staten geplaatst. Het schriftelijke verzoek dient tenminste 48 uur voor de vergadering door tussenkomst van de statengriffier bij de statenvoorzitter te zijn ingediend, tenzij naar het gemotiveerde oordeel van de statenvoorzitter sprake is van spoed. Het verzoek omvat een omschrijving van het onderwerp, alsmede de te stellen vragen. De statenvoorzitter brengt het verzoek, alsmede de te stellen vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de Staten en het college.
Een initiatiefvoorstel, door deze schriftelijk bij de statenvoorzitter in te dienen. Verzoeker kan aangeven eerst behandeling in een commissie wenselijk te vinden. Er wordt geen besluit genomen dan nadat gedeputeerde staten in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van de staten te brengen.
De statenvoorzitter doet mededeling van het verzoek aan de Staten en plaatst deze in overleg met de statengriffier op de eerstvolgende vergadering. Wanneer de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is, wordt het op de eerst daaropvolgende vergadering geplaatst. Indien de verzoeker eerst behandeling in een commissie wenselijk acht, treedt de statenvoorzitter in overleg met de procedurecommissie over agendering.
Een burger, bedrijf of instelling in Flevoland kan, door tussenkomst van de griffier, tot 24 uur voorafgaand aan een digitale en tot een half uur voorafgaand aan een fysieke Statencommissievergadering een verzoek tot inspreken indienen bij de voorzitter van de commissie. De griffier toetst of het verzoek voldoet aan de criteria zoals omschreven in artikel 28. Voor insprekers is per vergadering twintig minuten beschikbaar. Een inspreker krijgt vijf minuten spreektijd, bij meer dan vier aanmeldingen verdeelt de voorzitter de spreektijd naar evenredigheid. Op voorstel van de voorzitter kan hiervan worden afgeweken. De voorzitter kan toestaan dat aan de inspreker verhelderende vragen worden gesteld.
Een burger kan, door tussenkomst van de griffier, het schriftelijke verzoek doen aan de statenvoorzitter tot plaatsing van een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de Staten. De statengriffier toetst of het voorstel voldoet aan de criteria zoals omschreven in artikel 29.
De indiener ontvangt bericht of het voorstel aan de eisen voldoet en op de agenda van de Staten wordt geplaatst.
De statenvoorzitter doet in de eerstvolgende Staten na binnenkomst van het verzoek, een procedurevoorstel aan de Staten. De Staten beslissen op grond hiervan over de wijze van agendering en behandeling.
De statenvoorzitter nodigt de verzoeker schriftelijk uit voor de vergadering(en) waarvoor het voorstel is geagendeerd. De verzoeker of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering(en) de gelegenheid om zijn burgerinitiatiefvoorstel mondeling nader toe te lichten.
Een burger kan, door tussenkomst van de Statengriffier, een e-petitie indienen bij de statenvoorzitter ter agendering in de Staten. De statengriffier toetst of het voorstel voldoet aan de criteria, zoals omschreven in artikel 30.De petitionaris ontvangt bericht of het voorstel aan de eisen voldoet en op de agenda van de Staten wordt geplaatst. De statenvoorzitter doet in de eerstvolgende Staten na binnenkomst van het verzoek, een procedurevoorstel aan de Staten. De Staten beslissen op grond hiervan over de wijze van agendering en behandeling. De statenvoorzitter nodigt de petitionaris schriftelijk uit voor de vergadering(en) waarin de e-petitie is geagendeerd. De petitionaris of de plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering(en) de gelegenheid zijn e-petitie mondeling nader toe te lichten.
Paragraaf 3: Instrumenten van Staten en burgers
Artikel 23. Schriftelijke vragen
De commissaris en/of het college beantwoorden de vragen binnen dertig dagen na ontvangst. Indien beantwoording binnen deze termijn niet mogelijk is, worden de vragensteller en de Staten daarover tijdig en gemotiveerd bericht. De vragen en antwoorden worden integraal op de lijst van ingekomen stukken, bedoeld in artikel 20, geplaatst. Dit geldt tevens voor een eventuele uitstelbrief.
Een kiesgerechtigde inwoner van de provincie kan, met inachtneming van artikel 21, een e-petitie indienen. Hierbij dient gebruik te worden gemaakt van het petitieloket, dat te bereiken is via de website http://www.petities.nl.
De voortgang met betrekking tot het onderwerp van de e-petitie is zichtbaar via het petitieloket op de website www.petities.nl.
Paragraaf 4: Orde van de vergadering
Indien het lid hieraan geen gehoor geeft kan de voorzitter:
de vergadering voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over dit voorstel wordt niet beraadslaagd. Het lid dient na het aannemen van het voorstel de vergadering onmiddellijk te verlaten. Bij herhaling kan het lid voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.
Artikel 35. Geluid en beeldregistraties, gebruik mobiele apparatuur
Het ten gehore brengen van geluidsfragmenten, dan wel vertonen van beeldmateriaal ten tijde van de vergadering, dient vooraf te worden gemeld bij de griffier. De griffier kan aanwijzingen geven om de kwaliteit van de vergadering te bewaken. Degene die hiervan gebruik maakt volgt de aanwijzingen van de voorzitter.
Paragraaf 5: Openen en Beraadslagen
Artikel 39. Onderwerp van beraadslaging
Indien hierbij meer dan één amendement, subamendement of voorstel tot splitsing wordt ingediend, doet de statenvoorzitter een voorstel voor de behandelvolgorde. Hierbij wordt betrokken of de inhoud van de ingediende voorstellen een andere behandelvolgorde vraagt dan de volgorde van indiening vanwege een onderlinge weging van de verstrekkendheid.
Paragraaf 6: Besluiten/Stemmen
Artikel 42. Stemmen over zaken: acclamatie, handopsteken en hoofdelijk stemmen
Een vergissing bij het uitbrengen van een stem kan worden hersteld totdat het volgende Statenlid gestemd heeft, dan wel bij elektronisch stemmen totdat de uitslag van de stemming bekend is. Bij een latere constatering van een vergissing kan het Statenlid alleen nog verzoeken dat in de besluitenlijst wordt opgenomen dat hij zich vergist heeft. In de uitslag van de stemming brengt dit geen verandering.
Artikel 45. Aantal stemmingen, herstemmen, vernietigen stembriefjes
Wanneer bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, wordt gestemd tussen de kandidaten, die hiervoor de meeste stemmen kregen. Zijn echter de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij tussenstemming bepaald tussen welke twee personen de derde stemming zal lopen.
Indien bij de tussenstemming of bij de derde stemming de stemmen staken, beslist terstond het lot. Hiertoe worden de namen door de stemopnemers op afzonderlijke, geheel gelijke briefjes geschreven. De briefjes worden op gelijke wijze naar binnen gevouwen, in een bus gedaan en omgeschud.De statenvoorzitter neemt één van die briefjes uit de bus en verklaart dat diegene gekozen is.
Paragraaf 7: Beslotenheid en geheimhouding
Artikel 49. Opleggen geheimhouding door de commissaris of het college en bekrachtiging door de Staten
Indien de commissaris of het college geheimhouding oplegt, doet zij dit onder schriftelijk gemotiveerde verwijzing naar de relevante bepalingen uit de provinciewet en de wet openbaarheid van bestuur en de toelichting hierop. Hierbij worden de gronden voor geheimhouding en de termijn waarvoor deze moet gelden aangegeven.
Artikel 50. Opleggen en opheffen geheimhouding door een commissie
Indien een commissie geheimhouding oplegt, doet zij dit schriftelijk, onder gemotiveerde verwijzing naar de relevante bepalingen uit de provinciewet en de wet openbaarheid van bestuur en de toelichting hierop. Hierbij worden de gronden voor geheimhouding en de termijn waarvoor deze moet gelden aangegeven.
Artikel 51. Opleggen en opheffen geheimhouding door de Staten
Indien de Staten geheimhouding opleggen doen zij dit schriftelijk, onder gemotiveerde verwijzing naar de relevante bepalingen uit de provinciewet en de wet openbaarheid van bestuur en de toelichting hierop. Hierbij worden de gronden voor geheimhouding en de termijn waarvoor deze moet gelden aangegeven.
Artikel 52. Registratie van opleggen, bekrachtigen en opheffen van geheimhouding door de Staten
Bij de registratie door provinciesecretaris of griffier wordt aangegeven wanneer de geheimhouding wordt opgeheven. Ieder half jaar wordt het register door provinciesecretaris en griffier geactualiseerd wat betreft de data voor opheffing van de geheimhouding. Indien nodig bereidt de provinciesecretaris een opheffingsbesluit voor.
De vergadering legt geheimhouding op het behandelde. Het behandelde en de inhoud van het verslag is daarmee geheim. De besluiten komen niet op de openbare besluitenlijst en het verslag is niet-openbaar. Indien de vergadering het gewenst vindt dat het inhoudelijke besluit wel op de openbare besluiten- lijst wordt opgenomen, kan dit besluit worden genomen zodra de vergadering weer in de openbaarheid plaatsvindt. De vergadering heft de geheimhouding op termijn op. Daarmee worden het behandelde en de besluiten openbaar. De vergadering neemt dan ook een besluit over de openbaarmaking van het verslag.
Artikel 57. Inwerktreding en citeertitel
3. VERORDENING AMBTELIJKE BIJSTAND 2021
4. VERORDENING FRACTIEONDERSTEUNING 2021
5. VERORDENING RECHTSPOSITIE STATEN- EN BURGERLEDEN EN ANDERE COMMISSIELEDEN 2019
8. VERORDENING OP DE ONDERZOEKSCOMMISSIE
9. VERORDENING WERKGEVERSCOMMISSIE STATENGRIFFIER
10. VERORDENING ONDERZOEKEN DOELMATIGHEID EN DOELTREFFENDHEID
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2021-11682.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.