Subsidieregeling collectieve wooninitatieven Drenthe

 

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

 

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Drenthe 2017;

 

overwegende dat:

 

in de door Provinciale Staten van Drenthe vastgestelde Sociale Agenda het thema wonen is opgenomen;

 

in deze context de provincie de ambitie heeft uitgesproken om initiatieven voor (nieuwe) woonvormen vanuit de samenleving te ondersteunen;

 

deze ondersteuning, naast de inzet van procesbegeleiders, met deze regeling wordt vorm gegeven;

 

 

BESLUITEN:

 

 

de Subsidieregeling collectieve wooninitiatieven Drenthe vast te stellen.

 

 

Dit besluit treedt in werking op 1 december 2021 en eindigt van rechtswege op 1 november 2023.

 

 

Gedeputeerde Staten voornoemd,

 

mevrouw drs. J. Klijnsma, voorzitter

W.F. Brenkman MSc, secretaris

 

 

Assen, 23 november 2021

Kenmerk, 5.13/2021002130

 

 

 

Uitgegeven: 29 november 2021

 

 

 

Subsidieregeling collectieve wooninitiatieven Drenthe

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

 

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    Asv 2017: Algemene subsidieverordening Drenthe 2017;

  • c.

    gemeenschappelijke leefruimte: een pand of onderdeel van een pand dat één of meerdere functies heeft zoals omschreven bij wooneenheid;

  • d.

    lening: kredietsubsidie zoals bedoeld in de Asv 2017;

  • e.

    planfase: de eerste fase van een bouwproject, waarbij sprake is van een algemeen idee dat nog niet is uitgewerkt in een op haalbaarheid getoetst projectplan en waarbij ook het haalbaarheidstraject nog niet is opgestart;

  • f.

    ontwikkelfase: de fase waarin sprake is van een projectplan dat is getoetst op haalbaarheid, maar waarbij nog geen sprake is van uitvoering of werkvoorbereiding of een definitief programma van eisen of definitief ontwerp;

  • g.

    procesbegeleiding: externe advisering en begeleiding voor het opstellen van een gezamenlijk programma van eisen van het collectief, het opstellen van een schetsontwerp en bouwkostenraming, het opstellen van het projectplan, het begeleiden en ondersteunen van het collectief in overleg met betrokken partijen in deze haalbaarheidsfase en het bewaken van een kostenbegroting, planning en kwaliteit;

  • h.

    woningbouwproject: de bouw en realisatie van minimaal vijf wooneenheden door een wooncollectief waarin de leden ervan gaan wonen;

  • i.

    wooneenheid: elke eenheid in een woongebouw dat ontworpen of aangepast is om afzonderlijk te worden gebruikt en dat minstens over de volgende woonvoorzieningen beschikt: een woonruimte in combinatie met een toilet, een douche of bad en een keuken of kitchenette;

  • j.

    wooncollectief: een groep natuurlijke personen die zich verenigd hebben in een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid die beoogt hun belangen in een woningbouwproject te behartigen;

  • k.

    wooninitiatief: ideeën en plannen van een wooncollectief om een collectieve woonvorm te realiseren.

 

Artikel 2 Doel

 

De subsidie heeft tot doel het stimuleren van nieuwe wooninitiatieven en realisering van nieuwe woonvormen in Drenthe.

 

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

 

  • 1.

    Subsidie kan worden verleend voor activiteiten in de plan- en ontwikkelfase van een woningbouwproject.

  • 2.

    Voor de planfase van een woningbouwproject kan een startsubsidie worden verleend voor de volgende activiteiten:

    • a.

      procesbegeleiding

    • b.

      het opstellen van een projectplan voor de realisatie van een woningbouwproject inclusief een conclusie over de haalbaarheid van het project

  • 3.

    Voor de ontwikkelfase van een woningbouwproject kan een renteloze lening worden verleend voor één of meerdere van de volgende activiteiten:

    • a.

      het opstellen van een programma van eisen

    • b.

      het opstellen van een voorlopig ontwerp, definitief ontwerp en een bestek

    • c.

      de procesbegeleiding

 

Artikel 4 Doelgroep

 

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een wooncollectief.

 

Artikel 5 Aanvraagperiode

 

Een aanvraag voor subsidie kan worden ingediend tot 1 november 2023.

 

Artikel 6 Aanvraag

 

  • 1.

    Een aanvraag voor subsidie wordt schriftelijk en ondertekend ingediend met behulp van een door Gedeputeerde Staten vastgesteld aanvraagformulier en de daarop aangegeven bescheiden.

  • 2.

    Bij de aanvraag voor een startsubsidie worden in ieder geval, in aanvulling op de artikelen 2.1 en 2.3 van de Asv 2017, de volgende documenten aangeleverd:

    • a.

      de oprichtingsakte en de actuele statuten van het wooncollectief;

    • b.

      in uren gespecificeerde offerte voor procesbegeleiding.

  • 3.

    Bij de aanvraag voor een renteloze lening worden, in aanvulling op de artikelen 2.1 en 2.3 van de Asv 2017, in ieder geval de volgende documenten aangeleverd:

    • a.

      projectplan waaruit de haalbaarheid van het woningbouwproject blijkt;

    • b.

      in uren gespecificeerde offerte voor procesbegeleiding;

    • c.

      onderbouwde raming van de investeringskosten;

    • d.

      overeenkomst met de grondeigenaar of de eigenaar van het onroerende goed.

 

Artikel 7 Weigeringsgronden

 

In aanvulling op de weigeringsgronden van de Awb en de Asv 2017 wordt een subsidie in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    bij het beoogde dan wel te realiseren woningbouwproject sprake is van minder dan vijf wooneenheden;

  • b.

    gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de verkrijging van de grondpositie niet haalbaar is;

  • c.

    er sprake is van strijdigheid met provinciaal of gemeentelijk beleid;

  • d.

    gegronde reden bestaat om aan te nemen dat het woningbouwproject financieel niet haalbaar is.

 

Artikel 8 Toetsingscriteria

 

  • 1.

    Om voor een startsubsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      de procesbegeleiding wordt uitgevoerd door een onafhankelijke deskundige met ervaring in procesbegeleiding;

    • b.

      de eigenaar van de grond of het gebouw waarin het woningbouwproject wordt gerealiseerd heeft de intentie om deze aan het wooncollectief te verkopen of te verhuren en deze intentie is schriftelijk vastgelegd;

    • c.

      de desbetreffende gemeente geeft medewerking aan de realisering van het woningbouwproject op de desbetreffende locatie;

    • d.

      er is niet eerder op grond van deze regeling een startsubsidie ontvangen.

  • 2.

    Om voor een renteloze lening in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      uit het ingediende projectplan volgt dat:

      • i.

        het woningbouwproject haalbaar is;

      • ii.

        het wooncollectief een vrije keuze heeft in de opdrachtverlening aan externe partijen in het bouwproces;

      • iii.

        het wooncollectief een doorslaggevende stem heeft in het ontwerp en bouwproces van het woningbouwproject.

    • b.

      er is sprake van een overeenkomst over een concrete bouwlocatie in de provincie Drenthe;

    • c.

      de gemeente waarbinnen de bouwlocatie zich bevindt, staat aantoonbaar positief tegenover het projectplan;

    • d.

      het woningbouwproject draagt bij aan de kwaliteit van de fysieke leefomgeving;

    • e.

      het woningbouwproject houdt rekenschap met de levensloopbestendigheid en duurzaamheid van de woningvoorraad;

    • f.

      er is niet eerder een renteloze lening op grond van deze regeling ontvangen.

 

Artikel 9 Subsidiabele kosten

 

  • 1.

    De volgende kosten komen voor een startsubsidie in aanmerking:

    • a.

      toekomstige, noodzakelijke kosten van de procesbegeleiding in de planfase;

    • b.

      toekomstige, noodzakelijke kosten voor het opstellen van een projectplan, zoals omschreven in artikel 3, tweede lid, onder b.

  • 2.

    De kosten voor de in artikel 3, derde lid, onder a tot en met c, genoemde activiteiten komen voor een renteloze lening in aanmerking.

 

Artikel 10 Subsidiehoogte

 

  • 1.

    De hoogte van de startsubsidie bedraagt 100% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 5.000,--.

  • 2.

    De hoogte van de renteloze lening bedraagt 100% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 2.500,-- per wooneenheid of gemeenschappelijke leefruimte en een totaal subsidiebedrag per aanvraag van € 50.000,--.

 

Artikel 11 Subsidieplafond

 

De hoogte van het subsidieplafond bedraagt voor de looptijd van de regeling:

  • a.

    voor startsubsidies: € 150.000,--;

  • b.

    voor renteloze leningen: € 500.000,--.

 

Artikel 12 Verdeelsystematiek

 

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2.

    Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen, die op hetzelfde tijdstip zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.

 

Artikel 13 Verplichtingen van de subsidieontvanger

 

Aan de subsidieontvanger worden de volgende verplichtingen opgelegd:

  • a.

    in het geval van een startsubsidie dienen de activiteiten binnen één jaar na verlening van de subsidie te zijn voltooid;

  • b.

    in het geval van een renteloze lening dient de subsidieontvanger de in een leenovereenkomst nader uitgewerkte voorwaarden waaronder de subsidie wordt verleend binnen de gestelde termijnen na te komen.

 

Artikel 14 Staatssteun

 

Subsidie wordt slechts verstrekt met inachtneming van de Europese staatssteunregels.

 

Artikel 15 Inwerkingtreding en horizonbepaling

 

Deze regeling treedt in werking op 1 december 2021 en vervalt van rechtswege op 31 december 2023.

 

Artikel 16 Overgangsrecht

 

Deze regeling blijft van toepassing op subsidies verstrekt op grond van deze regeling en op volledige aanvragen die zijn ingediend voor 31 december 2023.

 

Artikel 17 Citeertitel

 

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling collectieve wooninitiatieven Drenthe.

Naar boven