Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 8 december 2020 tot wijziging van de Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant in verband met het openstellen van nieuwe aanvraagtijdvakken voor subsidie op grond van de paragrafen 6, 7, 8, 11 en 12 van die regeling en de subsidieplafonds te wijzigen alsmede enkele wijzigingen door te voeren (Eenentwintigste wijziging Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant)

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

 

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

 

Overwegende dat het wenselijk is de Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant te wijzigen in verband met het openstellen van nieuwe aanvraagtijdvakken voor subsidie op grond van de paragrafen 6, 7, 8, 11 en 12 van die regeling en de subsidieplafonds te wijzigen alsmede enkele wijzigingen door te voeren;

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel I Wijziging Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant

De Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

In artikel 6.1, onder d, vervalt “betrokken”.

 

B.

Artikel 6.5 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    De onderdelen e en f komen te luiden:

    • e.

      voor het project reeds subsidie is verstrekt op grond van:

      • 1°.

        deze regeling, met uitzondering van de paragrafen 7 en 8;

        of

      • 2°.

        paragraaf 1 van de Subsidieregeling buurtfonds Noord-Brabant;

    • f.

      aan de subsidieaanvrager reeds subsidie is verstrekt voor de periode 2021-2024 op grond van paragraaf 1 van deze regeling.

  • 2.

    Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f (nieuw) door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

    • g.

      aan de subsidieaanvrager in 2021 of 2022 reeds subsidie is verstrekt op grond van deze paragraaf.

C.

Artikel 6.6 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In onderdeel f wordt “bij aanvragen tot € 50.000 liggen aan de aanvraag” vervangen door “aan de aanvraag liggen”.

  • 2.

    Onderdeel g vervalt.

D.

Artikel 6.9 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het opschrift komt te luiden:

    Artikel 6.9 Aanvraagtijdvak

  • 2.

    Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

    • g.

      6 april 2021 tot en met 11 april 2021.

E.

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 6.10, onder b, door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c.

    € 1.011.153 voor de periode, genoemd in artikel 6.9, onder g.

F.

In artikel 6.11 wordt “tot een maximum van € 124.999” vervangen door “tot een maximum van € 50.000”.

 

G.

Artikel 7.1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In onderdeel d vervalt “betrokken”.

  • 2.

    Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

    • h.

      talentontwikkelprogramma: talentontwikkelprogramma als bedoeld in paragraaf 9 van deze regeling.

H.

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 7.5, onder d, door een puntkomma worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • e.

    aan de subsidieaanvrager reeds subsidie is verstrekt voor de periode 2021-2024 op grond van paragraaf 1 van deze regeling;

  • f.

    aan de subsidieaanvrager reeds subsidie is verstrekt voor een talentontwikkelprogramma op grond van paragraaf 9 van deze regeling, en dat programma nog loopt op het moment van de subsidieaanvraag op grond van deze paragraaf.

I.

Artikel 7.9 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het opschrift komt te luiden:

    Artikel 7.9 Aanvraagtijdvak

  • 2.

    Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

    • c.

      4 januari 2021 tot en met 31 december 2021.

J.

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 7.10, onder b, door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c.

    € 75.000 voor de periode, genoemd in artikel 7.9, onder c.

K.

In artikel 7.11 wordt “tot een maximum van € 8.000” vervangen door “tot een maximum van € 6.000”.

 

L.

Artikel 8.1 komt te luiden:

 

Artikel 8.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

Adviescommissie impulsgelden: adviescommissie ingesteld op grond van artikel 82 van de Provinciewet;

Asv: Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

Brabantse cultuursysteem: gehele infrastructuur van partijen die zich bezighouden met de ontwikkeling, productie, beoefening of presentatie van kunst en cultuur;

crowdfunding: financiering door particulieren of bedrijven, verkregen via een transparant platform;

culturele instelling: organisatie die zich bezighoudt met de ontwikkeling, productie, beoefening of presentatie van kunst en cultuur;

de-minimissteun: steun die voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van aanmelding als opgenomen in de de-minimisverordening;

de-minimisverordening: Verordening (EU) 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU 2013, L 352);

maker: individuele kunstenaar die zich bezighoudt met de ontwikkeling, productie, beoefening of presentatie van kunst en cultuur.

 

M.

Artikel 8.4 komt te luiden:

Artikel 8.4 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op crowdfunding van culturele activiteiten die een impuls geven aan de duurzame ontwikkeling van de Brabantse cultuursector.

 

N.

Artikel 8.5 komt te luiden:

Artikel 8.5 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    de startdatum van het project ligt binnen twee weken na indiening van de subsidieaanvraag;

  • b.

    voor het project reeds subsidie is verstrekt op grond van paragraaf 6 van deze regeling;

  • c.

    aan de subsidieaanvrager in 2021 of 2022 reeds subsidie is verstrekt op grond van deze paragraaf.

O.

Artikel 8.6 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Onderdeel a komt te luiden:

    • a.

      het project is gericht op crowdfunding van culturele activiteiten en geeft een impuls aan de duurzame ontwikkeling van de Brabantse cultuursector;.

  • 2.

    In onderdeel c wordt “van het project is geborgd” vervangen door “van de culturele activiteiten waar de crowdfunding op betrekking heeft, is geborgd”.

  • 3.

    Onderdeel e komt te luiden:

    • e.

      de aanvrager maakt deel uit van het Brabantse cultuursysteem;.

  • 4.

    Onder vernummering van onderdeel f tot onderdeel h, worden twee onderdelen ingevoegd, luidende:

    • f.

      60% van het bedrag waarvoor crowdfunding wordt gezocht, wordt daadwerkelijk verkregen door de crowd;

    • g.

      85% van het bedrag waarvoor crowdfunding wordt gezocht, wordt behaald, exclusief de subsidie verstrekt onder deze paragraaf;.

P.

Artikel 8.9 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het opschrift komt te luiden:

    Artikel 8.9 Aanvraagtijdvak

  • 2.

    Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

    • c.

      4 januari 2021 tot en met 31 december 2021.

Q.

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 8.10, onder b, door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c.

    € 50.000 voor de periode, genoemd in artikel 8.9, onder c.

R.

In artikel 8.11, eerste lid, wordt “bedraagt 30% van de subsidiabele kosten, tot een maximum van € 20.000” vervangen door “bedraagt 15% van de subsidiabele kosten, tot een maximum van € 10.000”.

 

S.

In artikel 8.14 wordt “in artikel 8.6, onder f” vervangen door “in artikel 8.6, onder f en g”.

 

T.

In artikel 11.1, onder d, vervalt “betrokken”.

 

U.

In artikel 11.8, onder a, vervalt “, bedoeld in artikel 11.7, vierde lid,”.

 

V.

Artikel 11.9 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het opschrift komt te luiden:

    Artikel 11.9 Aanvraagtijdvak

  • 2.

    Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

    • c.

      4 januari 2021 tot en met 31 december 2021.

W.

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 11.10, onder b, door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c.

    € 3.650.000 voor de periode, genoemd in artikel 11.9, onder c.

X.

In artikel 12.6, derde lid, onder c, wordt “31 december 2020” vervangen door “31 december 2021”.

 

Y.

Artikel 12.9 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het opschrift komt te luiden:

    Artikel 12.9 Aanvraagtijdvak

  • 2.

    Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

    • c.

      4 januari 2021 tot en met 31 december 2021.

Z.

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 12.10, onder b, door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c.

    € 650.000 voor de periode, genoemd in artikel 12.9, onder c.

Artikel II Overgangsrecht

Op subsidieaanvragen als bedoeld in de paragrafen 7 en 8 van de Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant, die zijn ingediend voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling en waarop nog niet onherroepelijk is beslist, blijven de paragrafen 7 en 8 van de Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant, zoals die luidden op de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling, van toepassing.

Artikel III Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

’s-Hertogenbosch, 8 december 2020

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

de secretaris,

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

Toelichting behorende bij de Eenentwintigste wijziging Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant

I. Algemeen

 

Impulsgelden

Met ingang van 2021 worden alleen de structurele middelen die op de provinciale begroting staan, beschikbaar gesteld. Incidentele middelen zullen slechts beschikbaar komen indien Provinciale Staten hiertoe besluit bij het vaststellen van het kader voor Vrije Tijd, Cultuur en Sport. Het budget voor de impulsgelden is om die reden op dit moment gehalveerd ten opzichte van vorige jaren.

Dat betekent dat in de paragrafen 6 tot en met 8 nieuwe subsidieplafonds zijn vastgesteld voor de openstelling van 2021. Ook is in de paragrafen 6 en 7 de hoogte van de subsidies naar beneden bijgesteld. Daarnaast zijn enkele aanscherpingen doorgevoerd in de weigeringsgronden en subsidievereisten van de paragrafen 6, 7 en 8 (zie artikelsgewijze toelichting).

Tot slot is een aantal redactionele wijzigingen doorgevoerd om daarmee de tekst van de subsidieregeling inzichtelijker te maken.

 

Cultuurprojecten van ten minste nationaal belang

Voor 2021 worden de paragrafen 11 en 12 opnieuw opengesteld en worden nieuwe subsidieplafonds vastgesteld. De regeling blijft voor het overige ongewijzigd. De corona-aanpassingen waartoe Gedeputeerde Staten in juli 2020 besloten, blijven daarmee van kracht.

 

Staatssteun

De paragrafen 6, 7, 11 en 12 van de Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant zijn kennisgegeven aan de Europese Commissie, zoals vereist op grond van de Algemene groepsvrijstellingsverordening. Vanwege de nieuwe openstelling van deze paragrafen met ingang van 2021, zal een nieuwe kennisgeving worden verstuurd.

 

II. Artikelsgewijs

 

Artikel I Wijziging Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant

 

Onder B (artikel 6.5)

De onderdelen f en g van artikel 6.5 bevatten nieuwe weigeringsgronden. Onderdeel f betreft de situatie dat een aanvrager al op grond van paragraaf 1 van de Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant een exploitatiesubsidie heeft ontvangen voor de periode 2021-2024. Op grond van onderdeel g wordt een subsidie geweigerd indien de aanvrager al een subsidie heeft ontvangen op grond van paragraaf 6 zelf. Idee is dat een aanvrager met ingang van 2021 maar éénmaal in de twee jaar een subsidie kan ontvangen.

 

Onder H (artikel 7.5)

De onderdelen e en f van artikel 7.5 bevatten nieuwe weigeringsgronden. Onderdeel e betreft de situatie dat een aanvrager al op grond van paragraaf 1 van de Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant een exploitatiesubsidie heeft ontvangen voor de periode 2021-2024.

Op grond van onderdeel f wordt een subsidie geweigerd indien de aanvrager op het moment van aanvraag aan een lopend talentontwikkelprogramma deelneemt dat is gesubsidieerd door de provincie.

 

Onder M (artikel 8.4)

Inhoudelijk beoogt deze bepaling geen wijziging teweeg te brengen. Duidelijk moet echter zijn dat de provinciale subsidie betrekking heeft op de crowdfunding zelf en niet zozeer op de culturele activiteiten waarvoor de crowdfunding gezocht wordt.

 

Onder N (artikel 8.5)

Ook artikel 8.5 bevat twee nieuwe weigeringsgronden. Onderdeel b sluit aanvragers uit die reeds een subsidie hebben ontvangen op grond van paragraaf 6.

Op grond van onderdeel c wordt een subsidie geweigerd indien de aanvrager al een subsidie heeft ontvangen op grond van paragraaf 8 zelf. Idee is dat een aanvrager met ingang van 2021 maar éénmaal in de twee jaar een subsidie kan ontvangen voor een crowdfundingsproject.

 

Onder O (artikel 8.6) en onder S (artikel 8.14)

Het nieuwe onderdeel f van artikel 8.6 is erop gericht de crowdfunding zelf zo veel mogelijk te stimuleren en daarmee een duurzame ontwikkeling van de culturele activiteiten in Brabant mogelijk te maken. Om die reden stellen Gedeputeerde Staten als vereiste voor subsidiëring dat additionele bijdragen die vanuit overheden of fondsen aan crowdfundingsprojecten worden verstrekt, niet een te groot onderdeel uitmaken van het streefbedrag dat met crowdfunding moet worden opgehaald. Onderdeel f schrijft daarom voor dat minimaal 60% van het streefbedrag ook daadwerkelijk uit de crowd moet worden gehaald. Daarnaast vereist onderdeel g dat 85% van het streefbedrag ook daadwerkelijk moet zijn opgehaald. In die 85% mag de provinciale subsidie zelf die op grond van paragraaf 8 wordt verleend, niet meegerekend worden.

Artikel 8.14 verwijst vervolgens naar artikel 8.6 en bepaalt dat de subsidie slechts wordt verleend onder de voorwaarde dat aan de onderdelen f en g van artikel 8.6 is voldaan.

 

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

 

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

 

de secretaris,

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

Naar boven