Beschikking Wet natuurbescherming, Zuid-Holland

Onderwerp

Omgevingsdienst Haaglanden maakt namens Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland bekend dat besloten is om de ontheffing gedeeltelijk:

I  te weigeren voor wat betreft het opzettelijk verstoren van dieren, het opzettelijk rapen of vernielen van eieren van dieren, het beschadigen of vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van dieren;

II te verlenen voor wat betreft het opzettelijk plukken en verzamelen, afsnijden, ontwortelen, vernielen van planten en het onder zich hebben en vervoeren van planten en dieren

in verband met het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek in Zuid-Holland.

Bezwaar

De beschikking is op 4 december 2020 verzonden. Een belanghebbende kan tot en met 18 januari 2021 een bezwaarschrift indienen bij Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, t.a.v. het Awb secretariaat, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag, onder vermelding van het zaaknummer 00570252. Aan de behandeling van het bezwaarschrift zijn voor de indiener geen kosten verbonden.

Bij een spoedeisend belang kunt u een verzoek om een voorlopige voorziening indienen bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag. Voor de behandeling van het verzoekschrift is griffierecht verschuldigd.

Het is ook mogelijk om een verzoek om voorlopige voorziening digitaal in te dienen via het Digitaal loket (https://loket.rechtspraak.nl).

Inlichtingen

Voor nadere inlichtingen kunt u zich wenden tot de afdeling Toetsing & Vergunningverlening Milieu, e-mailadres: vergunningen@odh.nl.

Naar boven