Provinciaal blad van Zuid-Holland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zuid-Holland | Provinciaal blad 2020, 8922 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zuid-Holland | Provinciaal blad 2020, 8922 | Verordeningen |
Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland van 24 november 2020, PZH-2020-758115240, houdende regels omtrent de subsidie voor de ondersteuning van lokale en regionale journalistiek in de provincie Zuid-Holland (Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Zuid-Hollandse Journalistiek)
Gedeputeerde staten van Zuid-Holland,
Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;
Overwegende dat het wenselijk en in provinciaal belang is lokale en regionale kwaliteitsjournalistiek te stimuleren en daarmee bij te dragen aan een betrokken, goed geïnformeerde samenleving in Zuid-Holland en een goed functionerende democratie;
Besluiten vast te stellen de volgende regeling:
Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Zuid-Hollandse Journalistiek
Hoofdstuk 2 Gemeentelijke mediafondsen
Subsidie als bedoeld in artikel 3 eerste lid wordt uitsluitend verstrekt aan gemeenten of aan rechtspersonen die een gemeentelijk mediafonds beheren.
Naast de gegevens, bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Asv, gaat een aanvraag voor subsidie vergezeld van:
In aanvulling op de artikelen 11 en 12 van de Asv wordt subsidie als bedoeld in artikel 3 geweigerd indien:
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 3 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
Kosten worden vergoed voor zover deze bijdragen aan de ondersteuning van het gemeentelijk mediafonds en hebben rechtstreeks betrekking op de realisatie van de journalistieke producties.
Artikel 12 Subsidieverplichtingen
In aanvulling op de artikelen 18 en 19 van de Asv wordt aan de subsidieontvanger de verplichting opgelegd dat binnen een jaar na bekendmaking van de beschikking tot subsidieverstrekking de journalistieke producties waarop de subsidieverstrekking betrekking heeft, zijn beoordeeld en gehonoreerd.
Hoofdstuk 3 Journalistieke producties
Subsidie als bedoeld in artikel 14 wordt uitsluitend verstrekt aan een natuurlijke persoon of een mediaorganisatie.
Naast de gegevens, bedoeld in art 10, eerste lid, van de Asv, gaat een aanvraag voor subsidie vergezeld van:
In aanvulling op de artikelen 11 en 12 van de Asv wordt subsidie als bedoeld in artikel 14 geweigerd indien:
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 14 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
Artikel 20 Subsidiabele kosten
Kosten worden vergoed voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie en hebben rechtsreeks betrekking op de realisatie van de journalistieke producties.
Artikel 21 Niet subsidiabele kosten
De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:
Artikel 24 Subsidieverplichtingen
In aanvulling op de artikelen 18 en 19 van de Asv worden aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opgelegd:
Een subsidieaanvraag als bedoeld in artikel 14 wordt door gedeputeerde staten om advies over artikel 23 voorgelegd aan een door gedeputeerde staten ingestelde onafhankelijke, externe adviescommissie.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin deze regeling wordt geplaatst.
Den Haag, 24 november 2020,
Gedeputeerde staten van Zuid-Holland
drs. H.M.M. KOEK, secretaris
drs. J. SMIT, voorzitter
Toelichting behorende bij Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Zuid-Hollandse Journalistiek
Voor een goed functionerende democratie en geïnformeerde samenleving is een goed functionerende journalistiek onontbeerlijk. Journalistiek informeert inwoners, controleert het bevoegd gezag en draagt in een samenleving bij aan debat, transparantie en betrokkenheid van inwoners (sociaal-bindende functie). Nu economische wetmatigheden de lokale en regionale journalistiek steeds verder onder druk zetten, zien GS een provinciaal belang om de Zuid-Hollandse journalistiek te ondersteunen vanuit de opgave "Beter Bestuur / Sterke Samenleving".
Deze subsidieregeling doet dat op twee manieren. Ze draagt financieel bij aan de exploitatie van gemeentelijke mediafondsen in Zuid-Holland waar vanuit kwaliteitsjournalistiek in gemeenten wordt gestimuleerd. Anderzijds daagt de provincie met deze regeling rechtstreeks lokale en regionale mediaorganisaties uit om met projectvoorstellen te komen voor kwalitatief goede journalistiek in Zuid-Holland. De regeling wil verdiepende journalistiek aanmoedigen, vernieuwing en samenwerking. Voorts wil de regeling vooral de journalistiek in de kleinere gemeenten van Zuid-Holland ondersteunen waar de verschraling volgens onderzoek het hardst heeft toegeslagen.
Artikel 7 Weigeringsgronden, onderdeel a en b
De provincie hecht grote waarde aan dat de journalistieke producties in volstrekte onafhankelijkheid worden beoordeeld, zodat journalisten geheel vrij zijn in hun professionele keuze voor onderwerpen. Daarom dient die onafhankelijkheid het mediafonds bij honorering van de aanvragen volledig onafhankelijk te gebeuren. Als aanvraagvereiste hanteert de provincie daarom een toelichting hoe de onafhankelijkheid is gewaarborgd.
Daarnaast dient geen van de beoordelaars een persoonlijk belang bij de beoordeling of de verdeling van de gelden over de ingediende producties, te hebben. Het voorkomen van het insluipen van persoonlijke belangen bij de beoordeling kan verankerd worden in de reglementen van de beoordelingscommissie waarin opgenomen kan worden dat beoordelaars een verklaring ondertekenen dat zij bij de beoordeling van de te onderscheiden producties geen persoonlijk belang hebben.
Indien blijkt dat in strijd daarmee is gehandeld kan naast de terugvorderen van de subsidies een geëigend juridisch traject ingezet worden.
Artikel 8, Subsidievereisten, onderdeel c en d
De provincie wil gemeenten aanmoedigen die over een eigen mediafonds beschikken dan wel voornemens zijn er een te beginnen. Het bedrag dat de gemeente inlegt, wil de provincie aanvullen met een maximum van 100.000 euro. Op die manier ontstaat een multiplier aan middelen voor kwaliteitsjournalistiek in die bewuste gemeente. De provincie meent dat de grootste gemeenten voldoende budget hebben om dit zelf te organiseren; daarom is het maximum aantal inwoners voor gemeenten die cofinanciering wensen voor hun mediafonds gesteld op 150.000 inwoners, gemeten naar de jongste inwonercijfers van het CBS op het moment van aanvraag.
Artikel 9, Subsidiabele kosten
Met ondersteuning van het gemeentelijk mediafonds zijn die kosten bedoeld die rechtstreeks ten goede komen aan de producties en dus niet bijvoorbeeld kosten voor overhead, onderzoekskosten of vacatievergoedingen.
Artikel 13, Prestatieverantwoording
Het activiteitenverslag is een overzicht van de activiteiten waarvoor subsidie is gevraagd en de daarmee nagestreefde doelstellingen. Het vermeldt zondermeer het aantal gehonoreerde producties. Bij subsidieverlening boven de € 25.000 is een activiteitenverslag verplicht binnen een half jaar na uitvoering van de activiteiten.
De subsidieregeling is bij dit onderdeel bedoeld voor lokale en regionale mediaorganisaties die hun verspreidingsgebied of uitzendgebied in Zuid-Holland hebben. Zelfstandige journalisten, al dan niet woonachtig in Zuid-Holland, kunnen co-producties aangaan met deze media.
Artikel 17, Aanvraagvereisten, onderdeel a en b
Er moet vooraf een garantie zijn en worden uitgesproken dat de mediaorganisatie de productie ook daadwerkelijk gaat publiceren of uitzendt, en tevens dat de productie voor iedereen gratis toegankelijk is.
Artikel 18, Weigeringsgronden, onderdeel f
De regeling is niet bedoeld voor mediaorganisaties die financieel niet gezond zijn, waardoor er bijvoorbeeld een risico op surséance van betaling of faillissement bestaat. Het gesubsidieerde journalistieke project zou daarmee niet of gebrekkig tot realisatie komen. Om dit te voorkomen, kan de provincie bij de aanvraagprocedure daarom de solvabiliteit toetsen indien zij daar aanleiding toe ziet. In dit geval dient de mediaorganisatie(s) die bij de aanvraag betrokken is/zijn desgevraagd de laatste twee gepubliceerde dan wel bij de Kamer van Koophandel gedeponeerde jaarrekeningen te kunnen overleggen. Een weigering volgt als blijkt dat:
Artikel 19, Subsidievereisten, onderdeel a
Als uitgangspunt is hier in zijn algemeenheid gesteld dat de journalistiek productie moet leiden tot beter geïnformeerde inwoners van Zuid-Holland. Dit geldt al snel voor de meeste journalistieke producties. De nadere eisen aan de producties worden elders uiteengezet onder artikel 23, Rangschikking.
Artikel 20, Subsidiabele kosten
Subsidiabele kosten hebben betrekking op kosten die rechtstreeks betrekking op de vervaardiging van de journalistieke productie en het succesvol finaliseren hiervan. Veelal zal dit gaan om loonkosten maar ook reis-, verblijf- en onderzoekskosten vallen hieronder. Bij de aanvraag dient beargumenteerd te worden welke tarieven zijn gebruikt voor het journalistiek werk. De provincie hanteert bij de beoordeling van realistische kostenbegroting de tarievencalculator van de Nederlandse Vereniging van Journalisten en verzoekt aanvragers in het aanvraagformulier hier zoveel mogelijk bij aan te sluiten.
Artikel 22, Subsidiehoogte, onderdeel a
Dit onderdeel verlangt ook van de aanvragende mediaorganisatie zelf een bijdrage van tenminste één vijfde deel van de begrote kosten van de journalistieke productie.
Artikel 23, Rangschikking, lid 1
Dit onderdeel in de regeling wil ervoor zorgdragen dat journalistieke kwaliteitsproducties worden gehonoreerd die bij voorkeur in coproductie met andere mediaorganisaties tot stand komen en vernieuwend zijn in vorm en inhoud. Hieronder worden de criteria nader uiteengezet.
Criterium a: het onderwerp van de journalistieke productie betreft of speelt in een Zuid-Hollandse gemeente met ten hoogste 75.000 inwoners. Verschraling van de Zuid-Hollandse journalistiek heeft met name toegeslagen in de kleinere gemeenten van Zuid-Holland, zo blijkt uit het onderzoek van de Universiteit Leiden Regionale en Lokale Journalistiek in Zuid-Holland uit 2019. De regeling wil met name de vervaardiging van journalistieke kwaliteitsproducties aanmoedigen en stimuleren met onderwerpkeuzes uit de kleinere gemeenten in Zuid-Holland. Deze regeling definieert “kleinere gemeente” als een gemeente met ten hoogste 75.000 inwoners. Hierbij wordt het inwoneraantal bij de jongste peildatum van het CBS bij datum van aanvraag.
Criterium b: er is sprake van een coproductie tussen mediabedrijven. Een bijdrage aan de versterking van de Zuid-Hollandse journalistiek kan liggen bij het vinden van nieuwe of tijdelijke vormen van samenwerking tussen Zuid-Hollandse mediaorganisaties. Lokaal met regionaal bijvoorbeeld, print met audiovisueel. Hieruit kunnen interessante samenwerkingen ontstaan die zich ook na de productie kunnen doorontwikkelen. Bij de mate van samenwerking wordt gekeken naar een onderbouwing van de organisatie, onderlinge afspraken en effectiviteit van de samenwerking. Meer partijen leveren in potentie meer punten op.
Criterium c: mate van journalistieke vernieuwing.
Journalistiek vernieuwend heeft betrekking op producties die vernieuwend in aanpak zijn en inspirerend, leerzaam zijn voor vakgenoten. Dit kan betrekking hebben op het inzetten van wezenlijk andere, nieuwe manieren van journalistieke competenties maar ook de inzet van nieuwe technologie of software. Dit soort producties mogen experimenteel zijn in aard en omvang, maar wel uiteindelijk wel leidend tot een journalistiek product.
Criterium d: mate van kwaliteit en diepgang van de journalistiek productie.
Het project moet inhoudelijk of qua invalshoek en benadering uitstijgen boven de reguliere journalistiek en gaat verder dan het stellen van kritische journalistieke vragen. De aanvrager hanteert de normen van de journalistieke beroepsethiek en kwaliteit en werkt vanuit de journalistieke beginselen (onder andere hoor en wederhoor, onafhankelijk, betrouwbaar en deskundig in berichtgeving, analyse en opinie). Anonieme bronnen worden alleen gebruikt als het algemeen belang dat vraagt en als er meer bronnen zijn. Vraagstelling, onderzoek en resultaat moeten onderling samenhangend zijn.
Criterium e: mate van actualiteit of maatschappelijke relevantie.
Het onderwerp legt belangrijke en nieuwe feiten, samenhangen en verbanden bloot. Het geeft de inwoners van de bewuste gemeente en omgeving meer inzicht in een (nieuwe) maatschappelijke ontwikkeling of draagt bij aan de oplossing van een (nieuw) maatschappelijk probleem.
Impact zien wij als het product van bereik en aandacht. Onderwerpkeuze en aanpak kunnen op voorhand iets vertellen over de te verwachten aandacht en bereik van een productie. Het gaat dan om vragen als: wat kan deze productie teweeg brengen? In welke mate gaat dit het denken in een gemeente veranderen? Ook kan bij de aanvraag worden onderbouwd hoe de aanvrager de impact of het bereik van de productie denkt te vergroten. Denk hierbij aan social mediacampagnes of het actief betrekken van inwoners bij een productie.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2020-8922.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.