Provinciaal blad van Drenthe
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Drenthe | Provinciaal blad 2020, 8802 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Drenthe | Provinciaal blad 2020, 8802 | Verordeningen |
Belastingverordening Drenthe 2021
Besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 12 november 2020, kenmerk FPC/2020002207, team Financiën, Planning en Control, tot bekendmaking van het besluit van Provinciale Staten tot vaststelling van de Belastingverordening Drenthe 2021
Gedeputeerde Staten van Drenthe maken bekend dat Provinciale Staten in hun vergadering van 11 november 2020 het volgende hebben besloten.
Provinciale Staten van Drenthe;
gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 22 september 2020, kenmerk 39/5.3/2020001807;
gelet op de volgende wetgeving behorende bij:
mevrouw drs. J. Klijnsma, voorzitter
mevrouw mr. drs. S. Buissink, griffier
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2021.
Gedeputeerde Staten voornoemd,
HOOFDSTUK 2, GRONDWATERHEFFING
Artikel 2.1, Aard van de heffing
Onder de naam "grondwaterheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 7.7 van de Waterwet, overeenkomstig de navolgende bepalingen.
Belastingplichtig is de houder van een inrichting die meldingplichtig dan wel vergunningplichtig is.
Artikel 2.4, Aanmeldingsplicht
De belastingplichtige, bedoeld in artikel 2.3, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gebruikmaakt van een inrichting als bedoeld in artikel 2.2, dit te melden aan de door het college van Gedeputeerde Staten aangewezen provincie-ambtenaar, bedoeld in artikel 227a, tweede lid, onderdeel b, van de Provinciewet.
Artikel 2.5, Wijze van heffing
De belastingen en rechten worden geheven bij wege van voldoening op aangifte.
Artikel 2.6, Maatstaf van heffing
Het tarief bedraagt € 1,115 per 100 m3 onttrokken hoeveelheid grondwater, zoals vastgesteld op grond van artikel 2.6.
Artikel 2.8, Ontstaan van de belastingschuld
De heffing wordt verschuldigd op het moment waarop het grondwater wordt onttrokken.
HOOFDSTUK 3, HEFFING LIJST DER GELDELIJKE REGELINGEN
Artikel 3.1, Aard van de heffing
Onder de naam ‘heffing Lijst der Geldelijke Regelingen' wordt een directe provinciale belasting geheven als bedoeld in de artikelen 89 tot en met 91 van de Wet inrichting landelijk gebied, ter afrekening van de omgeslagen kosten van landinrichting uit hoofde van de Wet inrichting landelijk gebied.
De heffing Lijst der Geldelijke Regelingen wordt geheven van iedere eigenaar die schuldplichtig is voor de over hem omgeslagen kosten zoals bepaald in de Lijst der Geldelijke Regelingen.
Artikel 3.5, Maatstaf van heffing
De hoogte van de schuldplichtigheid van de eigenaren volgt uit de Lijst der Geldelijke Regelingen, waarop door Gedeputeerde Staten een correctiefactor is toegepast als bedoeld in artikel 90, vierde lid, van de Wet inrichting landelijk gebied.
Indien de over een eigenaar omgeslagen kosten lager zijn dan € 25,--, vindt daartoe geen invordering plaats.
Indien uit de Lijst der Geldelijke Regelingen volgt dat een eigenaar niet schuldplichtig is, maar een vordering uit de landinrichting heeft, wordt dit bedrag, door de door Gedeputeerde Staten aangewezen provincieambtenaar bedoeld in artikel 227a, tweede lid, onderdeel b, van de Provinciewet, aan deze eigenaar uitbetaald binnen twaalf weken nadat Gedeputeerde Staten de correctiefactor als bedoeld in artikel 90, vierde lid, van de Wet inrichting landelijk gebied hebben vastgesteld.
HOOFDSTUK 4, ONTGRONDINGENHEFFING
Artikel 4.1, Aard van de heffing
Onder de naam "ontgrondingenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 21f van de Ontgrondingenwet ter bestrijding van kosten met betrekking tot schadevergoedingen ingevolge artikel 26 van die wet.
Artikel 4.5, Maatstaf van heffing
De ontgrondingenheffing wordt geheven over de hoeveelheid stoffen waarvoor vergunning of machtiging dan wel een wijziging van een vergunning of machtiging is verleend.
Het tarief bedraagt € 0,45 per 100 m3 hoeveelheid stoffen voor de in artikel 4.1 bedoelde bestemming.
Artikel 4.8, Ontstaan van de belastingschuld
De belastingschuld ontstaat op het tijdstip waarop de vergunning of machtiging is verleend.
Artikel 4.9, Termijnen van betaling
Indien de verschuldigde heffing meer bedraagt dan € 113.000,--, staat de door Gedeputeerde Staten aangewezen provincieambtenaar bedoeld in artikel 227a, tweede lid, onderdeel c, van de Provinciewet, op verzoek van de belastingplichtige toe dat het meerdere in een of meerdere termijnen wordt betaald na het verstrijken van de termijn als bedoeld in het eerste lid. Genoemde invorderingsambtenaar stelt in dat geval het aantal termijnen en het tijdstip waarop deze moeten worden voldaan, vast.
Artikel 5.1, Aard van de heffing
Onder de naam "nazorgheffing" wordt bij wijze van een directe provinciale belasting, een heffing geheven als bedoeld in artikelen 8.49, 15.42 en 15.44 tot en met 15.49 van de Wet milieubeheer.
Artikel 5.5, Maatstaf van heffing
De nazorgheffing wordt geheven per stortplaats. De hoogte van de jaarlijkse heffing is afgeleid van het berekende doelvermogen per stortplaats.
De nazorgheffing wordt geheven naar de tarieven opgenomen in de als bijlage 1 bij deze verordening opgenomen tarieventabel.
Artikel 6.1, Begripsomschrijving
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder in behandeling nemen:
indien met betrekking tot de gevraagde dienst advies moet worden ingewonnen van daartoe aangewezen bestuursorganen: de cluster van activiteiten die aanvangt met de schriftelijke bekendmaking dat de aanvraag is ontvangen en met het verzoek om advies is doorgezonden naar de aangewezen bestuursorganen;
Onder de naam leges worden rechten geheven, als bedoeld in artikel 223, lid 1, sub b, van de
Provinciewet, ter zake van het door of vanwege de provincie verlenen van diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel. De leges worden geheven voor het in behandeling nemen van de aanvraag, waarbij de kosten van behandeling van de aanvraag mede in aanmerking worden genomen.
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst wordt aangevraagd.
Leges worden niet geheven voor diensten of stukken aangevraagd door of ten behoeve van partijen in een bezwaar- of beroepsprocedure tot telkens:
Artikel 6.5, Maatstaven van heffing en tarieven
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
Artikel 6.6, Wijze van heffing
De leges worden geheven door een mondelinge dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.
Indien de aanvrager een aanvraag om vergunning, ontheffing of beoordeling binnen 8 weken na het indienen daarvan, maar voordat op het verzoek is beschikt, geheel of gedeeltelijk voor bepaalde activiteiten (als bedoeld in de tarieventabel) intrekt, dan wordt voor de met toepassing van de tarieventabel berekende bedragen voor die activiteiten een teruggaaf van 50% verleend.
Indien ingevolge artikel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht wordt besloten om een aanvraag om vergunning, ontheffing of beoordeling geheel of gedeeltelijk voor bepaalde activiteiten (als bedoeld in de tarieventabel) niet verder te behandelen, dan wordt voor de met de toepassing van de tarieventabel berekende bedragen voor die activiteiten een teruggaaf van 50% verleend.
HOOFDSTUK 7, INTREKKEN VAN DE OUDE VERORDENINGEN EN OVERGANGSRECHT
De Belastingverordening provincie Drenthe 2020, zoals vastgesteld bij besluit van Provinciale Staten van 14 november 2019, kenmerk FPC/2019002502, Provinciaal blad 2019-7981, wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor 1 januari 2021 hebben voorgedaan.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2020-8802.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.