Provinciaal blad van Noord-Brabant
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2020, 879 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2020, 879 | Beleidsregels |
Beleidsregel van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant omtrent de aankoop, het in erfpacht geven en de verkoop van landbouwgrond buiten het Natuur Netwerk Brabant ten behoeve van natuurinclusieve landbouw (Beleidsregel grond voor natuurinclusieve landbouw Noord-Brabant)
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 10 oktober 2017 het Uitvoeringsprogramma Ondersteunende Maatregelen Transitie Veehouderij hebben vastgesteld, dat gericht is op een verdere ontwikkeling van de veehouderij naar een duurzame en rendabele sector;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten daartoe onder meer een paragraaf hebben opgenomen in de Subsidieregeling transitie veehouderijen Noord-Brabant om de doorontwikkeling naar natuurinclusieve landbouw te stimuleren, door veehouders in staat te stellen realistische businessplannen op te stellen om een meer natuurinclusieve manier van ondernemen mogelijk te maken;
Overwegende dat natuurinclusieve landbouw vaak alleen mogelijk is met behulp van extensivering en het doen van investeringen; dat om die reden een veehouder dient te beschikken over voldoende middelen om de doorontwikkeling of omschakeling naar een natuurinclusieve onderneming mogelijk te maken en Gedeputeerde Staten het daartoe wenselijk achten een beleidsregel vast te stellen omtrent de aankoop, het in erfpacht geven en de verkoop van landbouwgrond door de provincie Noord-Brabant;
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
aankoop: in eigendom verwerven van gronden door de provincie, met inbegrip van de levering door middel van een notariële akte en de inschrijving daarvan in de openbare registers;
businessplan: plan waarin de natuurinclusieve bedrijfsvoering uiteen is gezet als bedoeld in bijlage 1 bij deze beleidsregel;
erfpacht: overeenkomst als bedoeld in artikel 311 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, waarbij de provincie zich verbindt om aan een veehouder grond in gebruik te verstrekken ter uitoefening van de landbouw en de veehouder zich verbindt tot een tegenprestatie;
grond: grasland dat in gebruik is als landbouwgrond;
kruidenrijk grasland: grasland waarop ten minste vier verschillende indicatorsoorten aanwezig zijn tijdens het groeiseizoen, voorkomend op de indicatorsoortenlijst als bedoeld in bijlage 3 van de Subsidieregeling Natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant;
natuurinclusieve landbouw: economisch rendabel en grondgebonden landbouwsysteem dat voedsel en gewassen produceert, in balans is met de natuurlijke omgeving, natuurlijke hulpbronnen integreert in de bedrijfsvoering en zorgdraagt voor de biodiversiteit op en rond het bedrijf;
Natuur Netwerk Brabant: samenhangend netwerk van natuurgebieden, dat van nationaal en internationaal belang is en het veiligstellen van ecosystemen als doel heeft, en is opgenomen en begrensd in de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant;
veehouder: agrarische onderneming gericht op het fokken, mesten en houden van landbouwhuisdieren;
verkoop: het in eigendom van een derde doen overgaan van gronden die in eigendom toebehoren aan de provincie, met inbegrip van de levering door middel van een notariële akte en de inschrijving daarvan in de openbare registers.
Artikel 3 Voorwaarden grondtransactie
In geval de provincie overgaat tot aankoop van grond, verbindt zij aan de aankoop in ieder geval de volgende voorwaarden:
Artikel 5 Voorwaarden erfpacht
De provincie verbindt aan de erfpacht de voorwaarden uit de model-erfpachtovereenkomst, opgenomen in bijlage 2 bij deze beleidsregel.
De provincie verkoopt eerder van de veehouder gekochte grond terug aan deze veehouder onder de volgende voorwaarden:
Artikel 8 Aanvragen grondtransactie
Een verzoek als bedoeld in het eerste lid, gaat vergezeld van een projectplan, waarin minimaal is opgenomen:
een beschrijving van risico's en beperkingen die verband houden met de kwaliteit van de grond en het gebruik dat van de grond kan worden gemaakt, waaronder de bodemkwaliteit, bodemverontreiniging, eventuele zakenrechtelijke beperkingen, kettingbedingen, kwalitatieve verplichtingen, en de aanwezigheid van kabels en leidingen.
’s-Hertogenbosch, 4 februari 2020
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter,
prof. dr. W.B.H.J. van de Donk MBA
de secretaris,
drs. M.J.A. van Bijnen
Bijlage 1 als bedoeld in de artikelen 3, eerste lid, onder c, 4, onder b, 8, tweede lid, onder a, en derde lid, van de Beleidsregel grond voor natuurinclusieve landbouw Noord-Brabant
In het businessplan geeft de veehouder een concrete uitwerking van de volgende thema’s:
Bijlage 2 als bedoeld in artikel 5 van de Beleidsregel grond voor natuurinclusieve landbouw Noord-Brabant
OVEREENKOMST TOT VESTIGING RECHT VAN ERFPACHT
De publiekrechtelijke rechtspersoon, de provincie Noord-Brabant, ten deze op grond van het Besluit Catalogus operationele bevoegdheden en mandaatlijsten personele aangelegenheden d.d. 18 juni 2018, in werking getreden per 1 juli 2018, rechtsgeldig vertegenwoordigd door ir. M.C. Visser, domicilie kiezende op het Provinciehuis, Brabantlaan 1, (5216 TV) 's‑Hertogenbosch, ten deze handelende voor en namens de provincie Noord-Brabant: "(de) Provincie”
De ondergetekenden onder 1 en 2 hierna tezamen te noemen: “(de) Partijen”
VERKLAREN HET NAVOLGENDE OVEREEN TE KOMEN:
Partijen verklaren een overeenkomst aan te gaan, op grond waarvan de Provincie in erfpacht aan de Erfpachter uitgeeft, die zulks aanvaardt, het/de registergoed(eren), zoals hieronder nader omschreven en met arcering aangegeven op de door Partijen gewaarmerkte situatietekening, die als bijlage 1 is aangehecht, betreffende (een) perce(e)l(en) cultuurgrond, gelegen aan de …….. te …….., hierna (tezamen) te noemen: “het Terrein”.
De Provincie verklaart, voor zover nodig, onherroepelijk volmacht te geven aan de notaris, alwaar de uitgifte in erfpacht van het Terrein plaats zal vinden, om ten behoeve van de akte van uitgifte in erfpacht van het Terrein, een splitsingsverzoek middels de Splitsapplicatie bij het Kadaster in te dienen in het kader van het vormen van nieuwe percelen met een voorlopige kadastrale grens en oppervlakte. Deze volmacht geschiedt met de macht van substitutie. Alle kosten die het Kadaster in rekening brengt, waaronder mede begrepen de kosten voor het splitsingsverzoek en de verificatiemeting, komen voor rekening van de provincie.
Het recht van erfpacht wordt gevestigd voor een aaneengesloten periode van 26 jaren, ingaande op [*] en mitsdien eindigende op [*].
De canon die de Erfpachter aan de Provincie verschuldigd is wegens de erfpacht van het Terrein bedraagt € ……. (zegge: …………………euro) per hectare per jaar, derhalve in totaal € …………… (zegge: ……………………. euro) te voldoen bij vooruitbetaling in jaarlijkse termijnen, vervallende per 1 januari van ieder jaar.
Indien betaling van een canontermijn niet op de vervaldag als bedoeld in lid 1 van dit artikel heeft plaatsgehad is de Erfpachter zonder nadere ingebrekestelling, aanmaning, bevel of soortgelijke daad van rechtsopvolging in verzuim en wordt het verschuldigde verhoogd met de wettelijke rente voor niet-handelstransacties naar rato van de tijdsduur van het verzuim.
De canon wordt 1 januari van ieder jaar aangepast aan de hand van de ontwikkeling van de consumentenprijsindexcijfer (CPI) alle huishoudens, zoals door het Centraal Bureau voor de Statistiek vastgesteld, of indien deze index niet meer bestaat, door middel van/aan de hand van de index die de oude index het meest benadert. Deze aanpassing geschiedt op basis van de formule:
A: de CPI van het kalenderjaar voorafgaand aan de ingangsdatum van de canonaanpassing;
B: de CPI van het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar bedoeld onder A;
Artikel 5. Periodieke canonherziening
Onverminderd het bepaalde in artikel 4 kan de canon op verzoek van de Provincie telkens na verloop van vijf erfpachtsjaren, voor het eerst op [*], worden herzien in verband met fluctuaties in de waarde van onroerende zaken. Hierbij zal rekening worden gehouden met de marktconformiteit van de canon, mede in het licht van het opbrengend vermogen van het Terrein.
Wanneer uit de brief, als bedoeld in lid 4, blijkt dat de Erfpachter niet instemt met het voorstel, of wanneer de Erfpachter die brief niet of niet bijtijds verzendt, zal de herziene canon worden vastgesteld door drie onafhankelijke deskundigen. Elk van de Partijen benoemt een deskundige en deze twee benoemen samen de derde, die als voorzitter zal fungeren. Als over deze derde deskundige geen overeenstemming wordt verkregen, benoemt een rechter van de Rechtbank van het arrondissement waarin het Terrein is gelegen, op verzoek van de meest gerede partij, de derde deskundige.
Tot uiterlijk één jaar voor afloop van de overeengekomen duur van het erfpacht, als bedoeld in artikel 2 van deze overeenkomst, kunnen Partijen met elkaar in overleg treden omtrent een eventuele verlenging en de daarbij te stellen voorwaarden. Aan het gestelde in dit artikel kan door geen van de Partijen een recht van continuatie van het erfpachtrecht worden ontleend. Zowel de Erfpachter als de Provincie kan zonder opgaaf van redenen weigeren medewerking te verlenen aan een door de wederpartij gewenste verlenging.
De erfpacht eindigt door het verstrijken van de duur, als overeengekomen in artikel 2 van deze overeenkomst. Wanneer de Erfpachter het Terrein niet op dat tijdstip heeft ontruimd, blijft het recht van erfpacht doorlopen, tenzij de Provincie uiterlijk zes maanden na dat tijdstip doet blijken, dat zij het recht van erfpacht als geëindigd beschouwt. De Provincie en de Erfpachter kunnen het aldus verlengde recht van erfpacht opzeggen bij exploot, tenminste één jaar voor het tijdstip waartegen wordt opgezegd.
Ingevolge het in artikel 5:87 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek bepaalde, kan het erfpachtrecht door de Provincie worden opgezegd indien de Erfpachter in verzuim is de canon over twee achtereenvolgende jaren te betalen of in ernstige mate tekortschiet in de nakoming van zijn andere verplichtingen. Onder ‘in ernstige mate tekortschieten in de nakoming van zijn andere verplichtingen’ zoals hiervoor vermeld dient in ieder geval te worden begrepen: het niet voldoen aan de in artikel 12 en 13 van deze overeenkomst omschreven verplichtingen, die gelijktijdig met de notariële akte tot uitgifte in erfpacht als kwalitatieve verplichting/kettingbeding zullen worden vastgelegd. De opzegging geschiedt bij exploot en tenminste een maand voor het tijdstip waartegen wordt opgezegd. Deze opzegging moet tevens op straffe van nietigheid binnen acht dagen worden betekend aan degenen die als beperkt gerechtigde of beslaglegger op de erfpacht in de openbare registers staan ingeschreven.
Ingevolge het in artikel 5:97 van het Burgerlijk Wetboek bepaalde, kan de rechter, indien 25 jaren na de vestiging van de erfpacht zijn verlopen, op vordering van de Provincie of Erfpachter de erfpacht wijzigen of opheffen op grond van onvoorziene omstandigheden, die van dien aard zijn dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de akte van vestiging niet van de Provincie of de Erfpachter kan worden gevergd.
Artikel 8. Bodemverontreiniging
De Provincie verklaart niet bekend te zijn met feiten, onder meer op grond van eigen deskundigheid en het gebezigde gebruik van het Terrein, die erop wijzen dat het Terrein enige bodemverontreiniging bevat die kan leiden tot een verplichting tot sanering van het Terrein dan wel tot het (laten) nemen van andere maatregelen.
Partijen komen overeen dat geen opdracht wordt gegeven tot het uit laten voeren van een verkennend bodemonderzoek gebaseerd op de NEN 5740, inclusief een vooronderzoek NEN 5725 en asbestonderzoek, gebaseerd op de NEN 5707, van het Terrein en gaan ervan uit dat de grond en/of het grondwater van het Terrein niet verontreinigd is. De Erfpachter vrijwaart de Provincie na de vestiging van het recht van erfpacht voor alle hiermee samenhangende gevolgen, hoe dan ook genaamd. Het risico van verontreiniging die de beoogde gebruiksfunctie van het Terrein beperkt, is alsdan voor de Erfpachter.
Bij gelegenheid van het einde van het recht van erfpacht, als bedoeld in artikel 7 van deze overeenkomst, is de Provincie gerechtigd om voor haar rekening een verkennend bodemonderzoek gebaseerd op de NEN 5740, inclusief een vooronderzoek NEN 5725 en asbestonderzoek, gebaseerd op de NEN 5707, uit te laten voeren. Indien uit het verkennend bodemonderzoek blijkt dat er sprake is of kan zijn van bodem- en/of asbestverontreiniging, dan is de Provincie gerechtigd om voor haar rekening een nader onderzoek in te stellen.
Van bodem- en/of asbestverontreiniging is sprake indien zich op en/of in de grond en/of het grondwater van het Terrein hogere concentraties van schadelijke stoffen bevinden dan de streefwaarde van de bij de Wet bodembescherming behorende uitvoeringsregelingen dan wel daarvoor in de plaats tredende algemeen gangbare kwaliteitseisen of op grond van natuurlijk voorkomen is te verwachten.
Artikel 9. Wijziging, vervreemding en verhuur
Het is de Erfpachter niet geoorloofd, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming, welke de Provincie kan onthouden en waaraan de Provincie (financiële) voorwaarden kan verbinden, van de Provincie:
Artikel 10. Voorkeursrecht tot koop
De Provincie verleent aan de Erfpachter een voorkeursrecht tot koop van het blote eigendom van het Terrein. Indien de Provincie het blote eigendom van het Terrein geheel of gedeeltelijk wenst te vervreemden, dient zij de Erfpachter daarvan in kennis te stellen door middel van een aangetekend schrijven. Voormeld voorkeursrecht is niet van toepassing ingeval de Provincie het blote eigendom van het Terrein geheel of gedeeltelijk wenst te vervreemden aan een ander publiekrechtelijk lichaam dan wel ………………………….. die de intenties van de verduurzaming van de landbouw zoals opgenomen in de ‘beleidsregel grond voor natuurinclusieve landbouw’ op het Terrein nastreeft.
Het voorkeursrecht van de Erfpachter, zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel, eindigt op het moment dat de erfpachtovereenkomst eindigt. Indien de Provincie besluit tot verkoop over te gaan dan dient zij de Erfpachter daarvan binnen 6 maanden voor het einde van onderhavige erfpachtovereenkomst in kennis te stellen.
Indien de Provincie het voorkeursrecht van de Erfpachter, zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel, passeert, verbeurt de Provincie ten behoeve van de Erfpachter een direct opeisbare boete van € ……. (zegge: ……. euro), zonder dat daartoe enige ingebrekestelling nodig is. Deze boete laat onverlet het recht van de Erfpachter op vergoeding van de door haar geleden en/of te lijden schade en interesten. De boete zal jaarlijks worden geïndexeerd, conform de wijziging van het Consumentenprijsindexcijfer, CPI, alle huishoudens (2015 = 100), zoals door het Centraal Bureau voor de Statistiek maandelijks wordt gepubliceerd, of indien deze index niet meer bestaat, middels de index welke de oude index het meest benadert.
Indien de Erfpachter van zijn voorkeursrecht gebruik wil maken, wordt de koopsom getaxeerd door de door de Provincie aangewezen onafhankelijke erkende taxateur. Indien Partijen over de hoogte van de koopsom geen overeenstemming bereiken, zal de waarde van het blote eigendom tegen de alsdan geldende marktwaarde door maximaal drie onafhankelijke erkende taxateurs (deskundige) worden vastgesteld. Elk van de Partijen benoemt een deskundige en deze twee benoemen samen de derde, die als voorzitter zal fungeren. Als over deze derde deskundige geen overeenstemming wordt verkregen, benoemt een rechter van de Rechtbank van het arrondissement waarin het Terrein is gelegen, op verzoek van de meest gerede partij, de derde deskundige. Het waardeoordeel van deze commissie is voor Partijen bindend. De kosten van deze deskundigen komen evenredig voor rekening van Partijen. Het als zodanig uitgebrachte rapport dient door de deskundigen ten spoedigste aan de betrokken Partijen ter hand te worden gesteld door middel van een aangetekend schrijven met bericht van ontvangst. Na ontvangst daarvan hebben zowel de Erfpachter als de Provincie één maand bedenktijd. Zowel de Erfpachter als de Provincie dienen binnen deze maand bedenktijd aan de wederpartij, door middel van een aangetekend schrijven met bericht van ontvangst, te kennen te geven of zij willen verkopen respectievelijk kopen voor de door de deskundigen vastgestelde prijs.
Indien erfpachter overgaat tot aankoop zijn Partijen gebonden aan de hierna onder a tot en met f gemelde bepalingen:
zodra er overeenstemming is, dienen de Erfpachter en de Provincie de gemaakte afspraken schriftelijk vast te leggen in een koopovereenkomst en dient het verlijden van de notariële akte van levering binnen een maand daarna te geschieden, dan wel op een later, in onderling overleg te bepalen, tijdstip, doch uiterlijk voor één december van het kalenderjaar waarin de wilsovereenstemming tot stand is gekomen;
Indien de Provincie aan de Erfpachter te kennen geeft, dat zij niet wil verkopen voor de door de deskundigen vastgestelde prijs en de Erfpachter geeft aan de Provincie te kennen, dat hij wel wil kopen voor de door de deskundigen vastgestelde prijs, dan blijft het voorkeursrecht van kracht en is de Provincie niet vrij om aan derden te vervreemden.
Indien de Provincie aan de Erfpachter te kennen geeft, dat zij wil verkopen voor de door de deskundigen vastgestelde prijs en de Erfpachter geeft aan de Provincie te kennen, dat hij niet wil kopen voor de door de deskundigen vastgestelde prijs, dan eindigt het voorkeursrecht per de datum waarop de in lid 4 van dit artikel bedoelde maand bedenktijd verstrijkt en is de Provincie vrij om aan derden te vervreemden.
Artikel 11. Staat van het Terrein
Het Terrein wordt door de Erfpachter aanvaard in de staat waarin het zich bij het tot stand komen van deze overeenkomst bevindt, met alle daarbij behorende rechten en aanspraken, zichtbare en onzichtbare gebreken, daaraan verbonden heersende en lijdende erfdienstbaarheden en alle andere (kwalitatieve) rechten, lasten en verplichtingen als daaraan zijn verbonden, doch vrij van hypotheken, beslagen en inschrijvingen daarvan.
Het Terrein zal op het moment van de notariële akte van vestiging, zoals omschreven in artikel 29 van deze overeenkomst, de feitelijke eigenschappen bezitten die nodig zijn voor het huidige gebruik als bedoeld in artikel 12 van deze overeenkomst. De Erfpachter is bevoegd het Terrein voor de notariële akte van vestiging te inspecteren.
De Erfpachter verplicht zich het Terrein uitsluitend te gebruiken als landbouwgrond in overeenstemming met hetgeen is opgenomen in de beleidsregel grond voor natuurinclusieve landbouw, meer specifiek de in deze beleidsregel opgenomen verplichting om op de in erfpacht gegeven grond minimaal de volgende maatregelen te treffen: - geen gebruik van kunstmest;
De Erfpachter draagt er zorg voor dat nooit enige situatie ontstaat, waarbij het Terrein wordt gebruikt in strijd met het gebruik als bedoeld in lid 1 van dit artikel of in strijd met de eventueel overeengekomen herziening van het gebruik, overeenkomstig het bepaalde daarover in lid 2 van dit artikel.
De Erfpachter is verantwoordelijk voor het tijdig aanvragen en verkrijgen van alle vergunningen, ontheffingen en andere beschikkingen die benodigd zijn voor het in lid 1 van dit artikel bedoelde gebruik, voor de correcte nakoming van alle daaruit voortvloeiende verplichtingen en voor de correcte naleving van alle daarbij gestelde voorwaarden en voorschriften. Erfpachter is bekend met de voorzieningen die in het kader van de eventuele milieuvergunning voor rekening en risico van de Erfpachter dienen te worden getroffen.
Artikel 13. Beheer en onderhoud
Artikel 14. Kwalitatieve verplichtingen/kettingbedingen
De in artikel 12 en artikel 13 omschreven verplichtingen en de daarmee samenhangende boetes, zoals opgenomen in artikel 25, zullen, voor zover mogelijk, als kwalitatieve verplichtingen als bedoeld in artikel 6:252 BW bij notariële akte worden vastgelegd en worden ingeschreven in de daartoe bestemde openbare registers.
Indien en voor zover de verplichtingen zoals omschreven in artikel 12 en artikel 13 niet kunnen worden aangemerkt als kwalitatieve verplichtingen, in de zin van artikel 6:252 BW, zullen de verplichtingen zoals bedoeld in artikel 12 en artikel 13 en de daarmee samenhangende boetes, zoals opgenomen in artikel 25, door de Erfpachter worden aangemerkt als “kettingbedingen” en als zodanig uitdrukkelijk aanvaard. De Erfpachter verplicht zich in dat geval derhalve, om de verplichtingen zoals bedoeld in artikel 12 en artikel 13 en de daarmee samenhangende boetes, zoals opgenomen in artikel 25, aan zijn rechtsopvolger(s) en de gebruiker(s) van het Terrein op te leggen. De Erfpachter verplicht zich in dat geval tevens jegens de Provincie om zijn rechtsopvolger(s) onder bijzondere titel te verplichten, de verplichtingen, zoals omschreven in artikel 12 en artikel 13 en de daarmede samenhangende boetes, zoals opgenomen in artikel 25, alsmede hetgeen in dit lid is bepaald, weer aan hun rechtsopvolgers op te leggen.
Wanneer de Erfpachter zich niet houdt aan zijn verplichting, zoals bedoeld in lid 3 van dit artikel, verbeurt de Erfpachter ten behoeve van de Provincie een eenmalige direct-opeisbare boete van € …… (zegge: …… euro). Een en ander onverminderd het recht van de Provincie om alsnog nakoming en aanvullende schadevergoeding te vorderen. De boete zal jaarlijks worden geïndexeerd, conform de wijziging van het Consumentenprijsindexcijfer, CPI, alle huishoudens (2015 = 100), zoals door het Centraal Bureau voor de Statistiek maandelijks wordt gepubliceerd, of indien deze index niet meer bestaat, middels de index welke de oude index het meest benadert.
De Erfpachter is ermee bekend dat de Provincie het Terrein nooit zelf heeft gebruikt en dat de Provincie mitsdien niet op de hoogte is van eigenschappen en/of gebreken waarvan zij wel op de hoogte zou zijn geweest als zij het Terrein zelf feitelijk had gebruikt. Dergelijke eigenschappen en/of gebreken komen voor rekening en risico van de Erfpachter.
Artikel 16. Oplevering en vergoeding na einde recht van erfpacht
De Erfpachter is verplicht om het Terrein bij het einde van de erfpacht, zoals omschreven in artikel 7, onmiddellijk te ontruimen en vrij van hypotheken, beslagen, pacht, huur, ondererfpacht en/of gebruik of aanspraken daarop, geheel leeg, ontruimd en voor het overige in de staat waarin het zich bevond op het moment van de notariële akte van vestiging, ter vrije beschikking te stellen aan de Provincie.
Artikel 17. Onder- of overmaat
Een verschil tussen de in deze overeenkomst genoemde oppervlakte van het Terrein, als bedoeld in artikel 1 lid 1, en de op grond van de mogelijke kadastrale meting vast te stellen daadwerkelijke oppervlakte, verleent Partijen geen recht op verrekening/herberekening van de canon.
Alle betalingen door de Erfpachter aan de Provincie in verband met de uitgifte van het recht van erfpacht op grond van onderhavige overeenkomst, zullen moeten geschieden zonder enige korting, inhouding of schuldverrekening aan de Provincie, op IBAN-nummer ……….., ten name van de Provincie onder vermelding van “…………………………..”.
Artikel 19. Betreding door de Provincie
De Provincie, de in dienst van de Provincie zijnde ambtenaren, door de Provincie aange¬wezen derden, alsmede zij die in opdracht van alle bovengenoemde functionarissen werkzaamheden verrich¬ten, hebben ten behoeve van de hun opgedragen taak, na voorafgaande kennisgeving, toegang tot het Terrein.
Alle zakelijke lasten, die ter zake van het Terrein worden geheven of zullen worden geheven, komen vanaf 1 januari volgend op de datum van ondertekening van de notariële akte die naar aanleiding van de onderhavige overeenkomst zal worden opgesteld, als bedoeld in artikel 29 van deze overeenkomst, voor de tijd gedurende welke het recht van erfpacht opstal zal bestaan, voor rekening van de Erfpachter.
Artikel 21. Gevolgen regelgeving overheid
De gevolgen van de naleving en handhaving van publiekrechtelijke regelgeving, met name op het gebied van het milieu en de ruimtelijke ordening, zijn geen reden tot beëindiging of wijziging van het recht van erfpacht. Mogelijke nadelige gevolgen van verplichtingen of verboden ter zake zijn voor rekening en risico van de Erfpachter en zullen nimmer aanleiding geven tot een recht op enige vergoeding voor de Erfpachter ten opzichte van de Provincie, noch op vermindering van de canon.
Vanaf het tijdstip van de notariële akte van vestiging, die naar aanleiding van deze overeenkomst zal worden opgesteld, komen de baten van het Terrein de Erfpachter ten goede, zijn de lasten voor zijn risico en draagt hij het risico van het Terrein.
Indien een partij nalatig is in de nakoming van een uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichting, dient de wederpartij hem schriftelijk in gebreke te stellen. In de ingebrekestelling zal een termijn van acht werkdagen worden gesteld, waarbinnen de nalatige partij zijn gebrek alsnog kan herstellen, zonder dat hij in verzuim is. Indien de nalatige partij, na schriftelijk in gebreke te zijn gesteld, gedurende acht werkdagen nalatig blijft in de nakoming van een uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichting, is hij in verzuim jegens de wederpartij.
Indien de nalatige partij, na door de wederpartij in gebreke te zijn gesteld, binnen de in lid 1 genoemde termijn van acht werkdagen alsnog zijn uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichting nakomt, is deze partij niettemin gehouden aan de wederpartij diens schade ten gevolge van de niet tijdige nakoming te vergoeden, tenzij de niet of niet tijdige nakoming van de overeenkomst niet aan hem kan worden toegerekend.
Indien de nalatige partij in verzuim is, is deze partij gehouden aan de wederpartij diens schade ten gevolge van de niet tijdige nakoming te vergoeden, tenzij de niet of niet tijdige nakoming van de overeenkomst niet aan hem kan worden toegerekend. De nalatige partij is tevens verplicht zijn verzuim zo spoedig mogelijk te herstellen en zijn verplichtingen uit de overeenkomst alsnog na te leven.
Artikel 24. Toepassing wet Bibob
De Provincie kan ten aanzien van deze erfpachtovereenkomst een onderzoek op grond van de Wet Bibob uitvoeren indien sprake is van één of meer van de volgende omstandigheden:
een bestuursorgaan of een andere rechtspersoon met overheidstaak past de Wet Bibob toe of heeft de Wet Bibob toegepast in een andere procedure, waarbij sprake was van dezelfde Erfpachter of dezelfde natuurlijk persoon of rechtspersoon die in relatie staat tot de Erfpachter als bedoeld in artikel 3, lid 4, van de Wet Bibob;
de Erfpachter dan wel een natuurlijk persoon of rechtspersoon die in relatie staat tot de Erfpachter als bedoeld in artikel 3, vierde lid van de Wet Bibob, staat vermeld in het onregelmatighedenregister, bedoeld in artikel 1, onder e, van de Beleidsregel misbruik en oneigenlijk gebruik subsidies Noord-Brabant 2017;
De Erfpachter is verplicht ten behoeve van een onderzoek als bedoeld in lid 1 door de Provincie gevraagde gegevens en bescheiden als bedoeld in artikel 30, lid 3, van de Wet Bibob te verstrekken. Tevens is de Erfpachter verplicht ten behoeve van het advies als bedoeld in lid 3 door het Landelijk Bureau Bibob gevraagde gegevens en bescheiden als bedoeld in artikel 12, lid 4, van de Wet Bibob te verstrekken.
Ingeval van niet naleving van enige in deze overeenkomst genoemde verplichting van Erfpachter, is de Erfpachter aan de Provincie, na schriftelijke ingebrekestelling met inachtneming van een termijn van acht dagen waarin de Erfpachter alsnog aan zijn verplichtingen kan voldoen, een direct opeisbare en niet voor matiging vatbare boete verschuldigd van € 250,00 (zegge: tweehonderdvijftig euro) voor iedere dag dat nakoming uitblijft, zulks onverkort het aan de Provincie van rechtswege toekomend recht aanvullende schadevergoeding te vorderen. De boete zal jaarlijks worden geïndexeerd, conform de wijziging van het Consumentenprijsindexcijfer, CPI, alle huishoudens (2015 = 100), zoals door het Centraal Bureau voor de Statistiek maandelijks wordt gepubliceerd, of indien deze index niet meer bestaat, middels de index welke de oude index het meest benadert.
De Erfpachter vrijwaart de Provincie tegen alle aanspraken van derden tot vergoeding van schade die als direct of indirect gevolg van het recht van erfpacht of de bedrijfsvoering van de Erfpachter ontstaat. Daarbij is uitdrukkelijk inbegrepen schade die veroorzaakt is door of met personeel of andere bezoekers van het Terrein.
Artikel 27. Geschillenregeling
Een geschil wordt geacht te bestaan, indien één der Partijen aan de andere partij(en) schriftelijk te kennen geeft, dat er over een aan (de ten uitvoerlegging van) deze overeenkomst gelieerd essentieel onderwerp een zodanig verschil van mening aanwezig is, dat dit als een geschil moet worden aangemerkt. Deze kennisgeving wordt ‘aangetekend’ verzonden.
Met de ondertekening van deze overeenkomst vervallen alle (eventueel) eerder tussen Partijen mondeling of schriftelijk gemaakte afspraken ter zake de in deze overeenkomst vastgelegde vestiging van het recht van erfpacht.
Artikel 30. Totstandkomingsvoorwaarden
Deze overeenkomst komt tot stand:
Artikel 31. Overige bepalingen
Artikel 32. Inhoud overeenkomst
Partijen verklaren dat zij, voordat zij deze overeenkomst hebben ondertekend, kennis hebben genomen van de bepalingen en zij zodanige informatie hebben ontvangen, dat zij zich bewust zijn van de inhoud en de gevolgen van deze overeenkomst. De bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van deze overeenkomst. Bij een eventuele discrepantie tussen de bijlagen en de bepalingen uit deze overeenkomst prevaleren de bepalingen uit deze overeenkomst.
Aldus overeengekomen en in drievoud ondertekend
Toelichting behorende bij de Beleidsregel grond voor natuurinclusieve landbouw Noord-Brabant
Deze beleidsregel vormt onderdeel van een breder pakket aan maatregelen die Gedeputeerde Staten hebben getroffen in het kader van hun uitvoeringsprogramma ‘Ondersteunende maatregelen transitie veehouderij’. 1 Een van die maatregelen is het stimuleren van de omschakeling naar of doorontwikkeling van natuurinclusieve landbouw. In dat kader is reeds een subsidieregeling in werking getreden met behulp waarvan veehouders een ‘businessplan natuurinclusieve landbouw’ kunnen bekostigen. 2 Uit deze businessplannen blijkt in veel gevallen dat voor een robuuste verankering van natuurinclusieve bedrijfsvoering onvoldoende middelen beschikbaar zijn. Gedeputeerde Staten is om die reden bereid om onder bepaalde voorwaarden een ‘sale and lease back’ transactie aan te gaan met betrekking tot grond van veehouders. Deze beleidsregel beoogt duidelijkheid te scheppen onder welke voorwaarden de provincie bereid is om een dergelijke transactie aan te gaan.
In deze bepaling is onder andere de doelgroep van deze beleidsregel gedefinieerd: agrarische ondernemingen die landbouwhuisdieren fokken, mesten en houden. Daarbij is niet van belang of dit hun hoofdactiviteit is. Ook bedrijven die naast hun veehouderij andere activiteiten ontplooien (opvang, zorg, toerisme) vallen onder de beleidsregel.
Ook is via de definitie van ‘grond’ duidelijk gemaakt dat deze beleidsregel uitsluitend ziet op grasland dat op het moment van aankoop in gebruik is als landbouwgrond.
De grondtransactie die de provincie bereid is om aan te gaan, betreft steeds drie onderdelen: aankoop, erfpacht en eventueel verkoop. De voorwaarden waaronder de provincie deze transacties aan wil gaan, staan vermeld in de artikelen 3 tot en met 8.
In dit artikel is aangegeven welke voorwaarden er gelden alvorens de provincie een transactie kan aangaan.
Belangrijke voorwaarde is dat er op de grond die de provincie in erfpacht geeft natuurinclusieve landbouw zal plaatsvinden. In het eerste lid, onder d, is aangegeven wat daar minimaal onder verstaan wordt.
In het eerste lid, onder e, is bepaald dat de grondprijs die de provincie betaalt bij aankoop van de grond door de veehouder uitsluitend ingezet mag worden voor de natuurinclusieve bedrijfsvoering. Dit zal in het merendeel van de gevallen betekenen dat deze ingezet wordt voor de aankoop van nieuwe grond.
In het tweede lid, onder f, is als voorwaarde opgenomen dat het om grond moet gaan die op de een of andere manier ontsloten is. Dit kan zijn doordat de grond aan een openbaar toegankelijke weg ligt, maar de ontsluiting kan ook gerealiseerd zijn door middel van een erfdienstbaarheid (recht op overpad).
Bij aankoop van de grond door de provincie moet al duidelijk zijn dat de veehouder de grond in erfpacht zal nemen en dat hij op die grond natuurinclusieve landbouw zal toepassen gedurende de gehele periode van de erfpacht. Indien de provincie de grond zou wensen te verkopen, heeft de veehouder het eerste recht op koop.
Dit artikel verwijst naar de model-erfpachtovereenkomst die als bijlage is opgenomen. Onder de daarin opgenomen bepalingen is de provincie bereid de erfpacht aan te gaan.
Onder onderdeel b is duidelijk gemaakt dat de provincie uitsluitend dezelfde grond die zij aankocht ook weer terugverkoopt aan de veehouder.
De prijs die de provincie betaalt voor de grond wordt door een erkend taxateur voorafgaand aan de koop vastgesteld. Op deze wijze wordt voorkomen dat de provincie een financieel voordeel verstrekt aan de veehouder dat tot onrechtmatige staatssteun zou kunnen leiden. Hetzelfde geldt voor de vaststelling van de hoogte van de erfpachtcanon en de verkoopprijs van de grond.
De vraag of de provincie een transactie wil aangaan, wordt in hoge mate bepaald door de kwaliteit van het businessplan dat ingediend moet worden. De eisen die daaraan gesteld worden, zijn in bijlage 1 opgenomen.
Daarnaast moet bij het verzoek tot het aangaan van een transactie worden aangegeven welke risico’s en beperkingen er aan de grond verbonden zijn of zouden kunnen zijn. Voorkomen moet worden dat de provincie een financieel risico loopt dan wel dat een natuurinclusieve bedrijfsvoering niet uitgeoefend kan worden.
Bij de beoordeling laat de provincie zich adviseren door een adviescommissie. Deze beoordeelt de inhoud van de businessplannen en toetst of deze financieel haalbaar zijn en voldoende ecologisch rendement opleveren. De adviescommissie is zodanig samengesteld dat zowel kennis van agrarische bedrijfsvoering, kennis van natuurinclusieve landbouw als bedrijfseconomische kennis voldoende voorhanden zijn.
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2020-879.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.