Beleidsregel salderen stikstof provincie Groningen 2019 - wijziging

[Deze publicatie betreft een aanvulling op de publicatie van 23 november 2020 in Provinciaal Blad 2020, 8630 waarin de wijziging op de Beleidsregel salderen stikstof provincie Groningen 2019 is bekendgemaakt. In de oorspronkelijke publicatie ontbrak per abuis de toelichting op het besluit.]

 

Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat zij op 10 november 2020 , nr. A. 21, afdeling LGW, dossiernummer K 18586 het volgende besluit hebben genomen:

 

Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen:

 

Overwegende dat:

  • Gedeputeerde Staten op 10 december 2019 de Beleidsregel salderen stikstof provincie Groningen 2019 hebben vastgesteld;

  • Gedeputeerde Staten de mogelijkheden tot extern salderen willen reguleren;

  • Ontwikkelingen in de praktijk aanleiding geven de beleidsregel aan te passen;

Gelet op:

  • artikel 4:81, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht;

  • artikel 2.2 en 2.7 van de Wet natuurbescherming;

Besluiten de Beleidsregel salderen stikstof provincie Groningen 2019 als volgt te wijzigen:

Artikel I  

 

A.

 

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Onder verlettering van de onderdelen l tot en met o tot m tot en met p wordt een onderdeel ingevoegd luidende:

    • l.

      RSRS: regionaal stikstofregistratiesysteem waarin Gedeputeerde Staten depositieruimte kunnen vastleggen die vrijgemaakt is uit mitigerende maatregelen dan wel vrijvalt tijdens extern salderen, en ten behoeve van saldering kan worden gebruikt bij het verlenen van natuurvergunningen.

  • 2.

    Onderdeel m (nieuw) komt als volgt te luiden:

    • m.

      SSRS: stikstofregistratiesysteem als bedoeld in paragraaf 2.1.2 van de Regeling natuurbescherming.

  • 3.

    Onder verlettering van de onderdelen o (nieuw) en p (nieuw) tot p en q wordt een nieuw onderdeel ingevoegd luidende:

    • o.

      verleasen: extern salderen waarbij de feitelijk gerealiseerde capaciteit van de saldogevende activiteit tijdelijk geheel of gedeeltelijk aantoonbaar buiten gebruik wordt gesteld, ten behoeve van de verlening van een natuurvergunning voor een tijdelijke depositie gedurende een beperkte vooraf afgebakende periode.

 

B. 

 

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het twaalfde lid vervalt.

  • 2.

    Onder vernummering van het zesde tot en met het elfde lid tot het zevende tot en met twaalfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

    • 6.

      Gedeputeerde Staten ontvangen van het voornemen tot extern salderen van de saldo-ontvanger voorafgaand aan de aanvraag een melding met de gegevens van de saldo-ontvangende activiteit en saldogevende activiteit.

  • 3.

    In het achtste lid wordt "zesde lid" gewijzigd in: zevende lid.

     

C.

Na artikel 6 wordt een artikel ingevoegd luidende:

 

Artikel 6a Verleasen

 

  • 1.

    Artikel 6 is van overeenkomstige toepassing op verleasen, met uitzondering van het eerste en negende lid.

  • 2.

    Voor tijdelijke deposities van ten hoogste twee jaar kunnen Gedeputeerde Staten een natuurvergunning verlenen met gebruikmaking van verleasen.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten kunnen de termijn, bedoeld in het tweede lid, verlengen indien zij dat voor het project noodzakelijk achten.

  • 4.

    Er bestaat een directe samenhang tussen de tijdelijke buitengebruikstelling van de toestemming voor de saldogevende activiteit en de verlening van de natuurvergunning voor de tijdelijke saldo-ontvangende activiteit.

  • 5.

    Een aanvraag waarbij gebruik wordt gemaakt van verleasen, gaat vergezeld van een afschrift van een getekende overeenkomst tussen saldogever en saldo-ontvanger waarin:

    • a.

      de tijdelijke buitengebruikstelling van de saldogevende activiteit wordt gewaarborgd gedu-rende de looptijd van de natuurvergunning voor de tijdelijke saldo-ontvangende activiteit; en

    • b.

      saldogever verklaart in te stemmen met een tijdelijke beperking van zijn toestemming.

  • 6.

    Gedeputeerde Staten nemen het voorschrift op dat de saldo-ontvangende activiteit slechts mag plaatsvinden binnen de looptijd van de natuurvergunning en dat de start- en gereedmelding van deze periode door de saldo-ontvanger moet worden gemeld aan het bevoegd gezag.

  • 7.

    Gedeputeerde Staten nemen het voorschrift op dat de natuurvergunning niet eerder in gebruik mag worden genomen dan nadat de saldo-ontvanger bij het bevoegd gezag heeft gemeld dat de saldogevende activiteit is gestaakt.

D.

 

In artikel 9 wordt ‘stikstofregistratiesysteem’ steeds vervangen door ‘SSRS’.

 

E.

 

Onder vernummering van de artikelen 10 tot en met 12 tot 11 tot en met 13 wordt een nieuw artikel 10 ingevoegd, luidende:

 

Artikel 10 RSRS

  • 1.

    Gedeputeerde Staten dragen zorg voor de inrichting van het RSRS.

  • 2.

    Het RSRS wordt onderhouden en beheerd onder verantwoordelijkheid van Gedeputeerde Staten.

Artikel II  

 

A.

 

In de algemene toelichting wordt deze tekst verwijderd:

‘Overigens leidt extern salderen in de meeste gevallen tot een extra daling, omdat saldogever en saldo-ontvanger zich niet op exact dezelfde locatie bevinden ten opzichte van stikstofgevoelige gebieden. Op geen enkel relevant hexagoon mag de depositie toenemen.

Daarvoor zijn één of enkele hexagonen bepalend. Dit betekent dat op andere hexagonen sprake is van een extra daling.’

 

en vervangen door:

 

‘Daarnaast valt bij extern salderen altijd ruimte vrij, omdat saldogever en saldo-ontvanger zich niet op exact dezelfde locatie bevinden ten opzichte van stikstofgevoelige Natura 2000- gebieden. Met het instellen van het regionaal stikstofregistratiesysteem (RSRS) komt deze vrijvallende ruimte bij extern salderen niet ten goede aan de depositiedaling. Deze vrijvallende ruimte wordt vastgelegd in het RSRS en kan worden ingezet om in de nabije toekomst nieuwe ontwikkelingen mogelijk te maken door vergunningverlening. Depositiedaling wordt met name bereikt door generieke bronmaatregelen (zie onder meer de Kamerbrief van 24 april 2020, kenmerk BPZ 20120075).’

 

B.

 

  • 1.

    Bij de artikelsgewijze toelichting wordt bij artikel 1 onder verlettering van sub l (toestemming) naar sub n (toestemming) toegevoegd luidende:

    sub l (nieuw) RSRS:

    Het RSRS is een depositiebank met als functie het salderen met stikstofruimte mogelijk te maken. In het regionaal stikstofregistratiesysteem kunnen Gedeputeerde Staten zowel vrijgemaakte als vrijgevallen ruimte opnemen.

    • -

      Vrijgemaakte ruimte is de ruimte afkomstig uit mitigerende maatregelen, bijvoorbeeld een bedrijf dat in het kader van de gebiedsgerichte aanpak door de provincie wordt opgekocht (en waarvan duidelijk is dat dit bedrijf niet bij hoeft te dragen aan de reductiedoelstelling). Deze ruimte kan worden gebruikt voor het mogelijk maken van maatschappelijke en economische ontwikkelingen.

    • -

      Vrijgevallen ruimte is de ruimte die ‘vrijvalt’ tijdens extern salderen: omdat saldogever en saldo-ontvanger zich niet op exact dezelfde locatie bevinden ten opzichte van stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden, leidt extern salderen ertoe dat op bepaalde hexagonen meer gesaldeerd wordt dan nodig is. Dit meerdere komt ten goede aan het RSRS.

       

  • 2.

    Bij de toelichting op artikel 1 wordt een onderdeel toegevoegd luidende:

    Sub o (verleasen)

    Verleasen is alleen mogelijk bij een tijdelijke stikstofdepositie. Daarin onderscheidt verleasen zich van regulier extern salderen.

C.

 

In de artikelsgewijze toelichting wordt bij de toelichting op artikel 5 derde lid de tekst verwijderd:

"Inrichtingen die in het kader van de bronmaatregelen voor het terugdringen van stikstofdepositie worden uitgekocht, vallen hier niet onder."

 

D.

 

  • 1.

    In de artikelsgewijze toelichting vervalt de toelichting op artikel 6 lid 12.

  • 2.

    In de artikelsgewijze toelichting wordt onder vernummering van de leden 6 tot en met 11 tot 7 tot en met 12 een onderdeel ingevoegd luidende:

    Lid 6:

    Om zicht te houden op de aanvragen die ingediend gaan worden met gebruikmaking van extern salderen willen Gedeputeerde Staten vooraf een melding ontvangen van de voorgenomen saldering. Deze melding dient de gegevens te bevatten van zowel de saldogever, de saldo-ontvanger en de N-emissies en N-deposities die bij de voorgenomen externe saldering zijn betrokken.

E.

 

In de artikelsgewijze toelichting wordt na de toelichting op artikel 6 een onderdeel ingevoegd luidende:

Artikel 6a Verleasen

Lid 1

Het eerste en negende lid gaan uit van het definitief onmogelijk maken van de saldogevende activiteit door middel van het intrekken van de daarvoor verleende vergunning. Aangezien verleasen ziet op een tijdelijke depositie en het tijdelijk buiten gebruik stellen van een saldogevende activiteit is intrekking van de vergunning niet aan de orde.

 

Lid 2 en 3

Van verleasen kan alleen gebruik gemaakt worden voor projecten die een tijdelijke depositie hebben van maximaal 2 jaar. Hier valt bijvoorbeeld een project onder met een aanlegfase van maximaal 2 jaar. Denk aan de aanleg van een windmolenpark, reconstructie van een weg of het bouwrijp maken vaneen bedrijventerrein. Op basis van het derde lid hebben Gedeputeerde Staten de bevoegdheid om deze termijn (eventueel onder voorwaarden) te verlengen. Deze bevoegdheid kan worden gebruikt indiende initiatiefnemer naar het oordeel van Gedeputeerde Staten genoegzaam aantoont dat verlenging noodzakelijk is. Bijvoorbeeld een duurzaamheidproject waarbij de aanlegfase langer duurt dan 2 jaar.

 

Lid 4 en 5

Aangezien verleasen een tijdelijke constructie is, wordt niet overgegaan tot intrekking van de toestemming voor de saldogevende activiteit. Artikel 6, eerste lid, is daarom niet van overeenkomstige toepassing op verleasen. Met het vierde lid is beoogd te benadrukken dat er toch een rechtstreekse relatie moet bestaan tussen het project met een tijdelijke depositie en het tijdelijk buiten gebruik stellen van de saldogevende activiteit. Het is aan de initiatiefnemer om dit in de aanvraag genoegzaam aan te tonen.

De tijdelijke buitengebruikstelling van de toestemming voor de saldogevende activiteit wordt geregeld met een tijdelijke beperking van de toestemming. In de overeenkomst tussen saldogever en saldonemer stemt de saldogever hiermee in. Deze tijdelijk in te perken toestemming kan een natuurvergunning betreffen, maar het kan ook gaan om bijvoorbeeld een omgevingsvergunning, onderdeel milieu of natuur of melding Activiteitenbesluit.

In het geval de saldogever alleen beschikt over een melding Activiteitenbesluit en geen andere in de Beleidsregel salderen stikstof genoemde toestemmingen, is een tijdelijke beperking van deze toestemming alleen mogelijk met een nieuwe (ingeperkte) melding. De voordelen die gepaard gaan met de constructie van verleasen (het tijdelijk ter beschikking stellen van ruimte aan een ander om deze vervolgens weer volledig zelf te gebruiken) kunnen hiermee vervallen. Namelijk wanneer op een later moment een nieuwe melding zou moeten worden ingediend om weer van de volledige ruimte gebruik te kunnen maken, waarbij de ingeperkte melding als referentiesituatie zal gelden. Deze vorm van verleasen met N-emissie van een saldogever met alleen een melding Activiteitenbesluit is om die reden niet in iedere situatie aan te raden, omdat het kan leiden tot een beperking van bestaande rechten.

Lid 6 en 7

Het bevoegd gezag als bedoeld in deze bepalingen kan de gemeente of de provincie zijn. In de vergunningwordt opgenomen bij welk bevoegd gezag de saldo-ontvanger de meldingen moet doen.

 

F.

 

Onder vernummering van de toelichting op artikel 9 tot 11 wordt een onderdeel toegevoegd luidende:

Artikel 10 RSRS

In dit artikel is vastgelegd dat Gedeputeerde Staten het RSRS inrichten, onderhouden en beheren. Dit betekent onder meer dat Gedeputeerde Staten de vrijgemaakte en vrijgevallen ruimte die bestemd is voor opname in het RSRS, vastleggen in het RSRS. Dit biedt Gedeputeerde Staten de mogelijkheid om deze ruimte later weer uit te geven op basis van nog vast te stellen verdelingsregels.

Artikel III Overgangsbepaling

Deze regeling is niet van toepassing op voorafgaande aan de inwerkingtreding daarvan ingediende aanvragen om een vergunning ingevolge artikel 2.7, tweede lid van de Wet natuurbescherming dan wel een vergunning ingevolge artikel 2.1, eerste lid aanhef en onder i Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in combinatie met de artikelen 6.10a en 2.2aa Besluit omgevingsrecht, voor zover de regeling beperkingen stelt aan extern salderen.

Artikel IV Inwerkingtreding

 

Groningen, 10 november 2020

Gedeputeerde Staten voornoemd:

F.J. Paas, voorzitter.

J. Schrikkema, secretaris.

Toelichting behorende bij de wijziging Beleidsregel salderen stikstof provincie Groningen 2019  

Met deze wijziging van de beleidsregels kunnen initiatiefnemers bij het extern salderen nu ook gebruik maken van stikstofrechten van bedrijven die beschikken over dier- en/of fosfaatrechten. Daarnaast wordt het extern salderen ook verder gereguleerd door regels te stellen voor het tijdelijk gebruik van stikstofrechten in de vorm van verleasen.

 

Verder wordt met deze wijziging de basis gelegd voor het RSRS.

Het instellen van het RSRS is namelijk nodig om te borgen dat stikstofdepositieruimte kan worden vastgelegd om later weer uit te geven in natuurvergunningen. Om die reden wordt alleen stikstofdepositieruimte in het RSRS vastgelegd die is vrijgemaakt of vrijgevallen ná instelling van het RSRS.

Naar boven