Provinciaal blad van Zuid-Holland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zuid-Holland | Provinciaal blad 2020, 8463 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zuid-Holland | Provinciaal blad 2020, 8463 | Verordeningen |
Besluit tot wijziging van 10 november 2020 PZH-2020-0005744 (DOS-2020-747215223) van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Zuid-Holland 2016
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,
Overwegende dat met ingang van 21 april 2015 de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Zuid-Holland 2016 van kracht is geworden;
Overwegende dat de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Zuid-Holland 2016 op een aantal punten is verouderd en het wenselijk is om een aantal technische reparaties aan te brengen en om de regeling op een aantal punten te wijzigen;
Overwegende dat het wenselijk is om wijzigingen door te voeren in de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Zuid-Holland 2016 in verband met wijzigingen in de landelijke modelsubsidieregeling
voor natuur- en landschapsbeheer;
Overwegende dat het wenselijk is om wijzigingen door te voeren in de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Zuid-Holland 2016 in verband met een risico dat de bepaling rondom chemische gewasbeschermingsmiddelen een knelpunt vormt met afspraken binnen het lopende agrarisch natuurbeheer;
De Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Zuid-Holland 2016 wordt als volgt gewijzigd:
Aan de titel Hoofdstuk wordt na “Hoofdstuk” “1” toegevoegd.
Artikel 1.1 Begripsbepalingen komt te luiden:
In deze regeling wordt verstaan onder:
Verordening (EU) nr. 640/2014: Gedelegeerde verordening van de Europese Commissie tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem en de voorwaarden voor weigering of intrekking van betalingen en voor administratieve sancties in het kader van rechtstreekse betalingen, plattelandsontwikkelingsbijstand en de randvoorwaarden;
Verordening (EU) nr. 809/2014: Uitvoeringsverordening(EU) Nr. 809/2014 van de Commissie van 17 juli 2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem plattelandsontwikkelingsmaatregelen en de randvoorwaarden (PbEU L227);
In artikel 1.5, derde lid, wordt “eerste lid” vervangen door “tweede lid”.
In artikel 2.2, tweede lid, vervalt “en in afwijking van artikel 2.3”.
In artikel 2.4 wordt “certificaat samenwerkingsverband” vervangen door “groepscertificaat”.
In artikel 2.4a wordt “toegekend krijgt” vervangen door “toegekend krijgt voor de kosten waarvoor subsidie wordt aangevraagd”.
Artikel 2.5 Weigeringsgronden wordt als volgt gewijzigd:
In Artikel 2.6 Subsidievereisten wordt “certificaat samenwerkingsverband” vervangen door “groepscertificaat”.
Artikel 2.7, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 2.8 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 2.11 wordt in het eerste lid, onder f “certificaat samenwerkingsverband” vervangen door “groepscertificaat”.
In artikel 2.11a wordt “bestrijdingsmiddelen” vervangen door “gewasbeschermingsmiddelen”.
Artikel 2.12 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 2.13, derde lid wordt “toeslagen” vervangen door: normbedragen.
Artikel 3.11a (toepassing chemische gewasbeschermingsmiddelen)
In uitzondering op het eerste lid, kunnen Gedeputeerde Staten een nadere verplichting opleggen omtrent het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen op het areaal waarop een aanvraag tot uitbreiding of vergroting van de beschikking tot subsidieverlening, als bedoeld in artikel 3.13, betrekking heeft.
Artikel 3.13 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 4.2 wordt “Provincial” vervangen door “Provinciaal”
In artikel 3.4 wordt “Natuur- en Landschapsbeheer” vervangen door “natuur- en landschapsbeheer”.
Bijlage 2, de Index Natuur en Landschap, wordt als volgt gewijzigd:
Dit natuurtype omvat vier beheertypen:
Bij alle typen wordt riet gemaaid, maar met verschillende doelstellingen. In geval van Moeras, Veenmoeras en Dynamisch moeras gebeurt dit vooral om de soortenrijkdom te bewaren, in het geval van Gemaaid rietland ligt de nadruk op de oogst van riet.
N05.03 Veenmoeras (nieuw per 1 januari 2021)
Veenmoerassen komen voor op de overgang van water naar land. Ze zijn gelegen in historisch laag- en eventueel hoogveengebieden. Kenmerkend voor deze moerassen is dat ze in de huidige situatie zeer nat zijn, maar een geringe waterdynamiek kennen. Soms is er zelfs sprake van een omgekeerd peil. Hierdoor neemt de snelheid van verbossing en verzuring toe. Om het moeras in stand te houden is daarom intensief beheer nodig.
Typische moerasplanten zijn hoge grassen als riet en rietgras, grote zeggen, biezen en galigaan. Veenmoeras is van groot belang voor vogels, libellen, vissen, amfibieën en enkele zoogdieren als otter, noordse woelmuis en waterspitsmuis. Goed ontwikkelde moerassen behoren tot de soortenrijkste levensgemeenschappen in Nederland, en zijn daarom van groot belang voor de Nederlandse natuur.
Veenmoeras omvat open begroeiingen van riet, lisdodde en biezen in water; rietlanden en rietruigten. Hierin weerspiegelt zich de overgang van water naar land. Aan de waterkant vormen losgeslagen planten drijftillen met waterscheerling, zeggen, galigaan en slangenwortel. Het rietland kan vrij open zijn met poeltjes waarin waterplanten groeien, kruidenrijk met diverse orchideeën en blauwe knoop of mosrijk met blad- en levermossen of al ouder met hoog opgaand riet die geleidelijk overgaan in ruigten met moerasspirea of poelruit. Door de grote stapeling van organisch materiaal in oude rietlanden en ruigten kunnen deze vegetaties (tijdelijk) overgaan in een grasrijke vegetatie. De kruidenrijke of mosrijke fase met vrij open riet kan duiden op een wat lagere voedselrijkdom in combinatie met matig zure omstandigheden. In dit milieu kunnen veenmossen zich vestigen. Een deel van de rietlanden wordt gemaaid, maar niet jaarlijks (overjarig riet).
De Nederlandse moerassen zijn vrijwel volledig ontgonnen of verveend geweest; de grote menselijke invloed is in de laagveenmoerassen te herkennen aan het verveningspatroon. Een groot deel wordt bedreigd door vermesting, verdroging en verbossing.
Voor een goede kwaliteit en duurzame instandhouding is een fluctuerend waterpeil en een goede waterkwaliteit essentieel. Doordat deze factoren vaak ontbreken is veelal sprake van gebrek aan nieuwvorming en successie waardoor extra beheer nodig is om voldoende oppervlak en kwaliteit te behouden.
Veenmoeras kan een voorstadium vormen voor Veenmosrietland en moerasheide en uiteindelijk overgaan in Hoogveen. Ruigte en bosvorming (afhankelijk van peilregime en aanwezigheid van grote herbivoren en beheer) kunnen na verloop van tijd de overhand nemen.
Voor natuurbeheerders geldt een algemene beheerverplichting. Dit betekent dat de beheerder het beheertype in stand moet houden. De manier waarop hij deze instandhoudingsverplichting invult, is aan de beheerder zelf.
Onderdelen van Wieden, onderdelen van Weerribben, Rottige Meenthe, Naardermeer, Oostelijke vechtplassen, Botshol en delen van de Nieuwkoopse Plassen.
N05.04 Dynamisch Moeras (nieuw per 1 januari 2021)
Dynamische moerassen zijn moerassen met een hoge waterstand en een dynamisch waterpeil. Ze worden periodiek overstroomd met oppervlakte water. Hierdoor is er minder sprake van verzuring en verbossing, waardoor de beheerintensiteit in deze gebieden lager is dan in veenmoerassen.
Deze moerassen’ zijn gesitueerd langs grote wateren en rivieroevers, in oude rivierbeddingen, op (voormalige) buitendijkse gronden, en vaak ook op middels een natuurontwikkelingsproject omgevormde voormalige landbouwgronden, waar een dynamisch peilbeheer kan worden gerealiseerd.
Dynamische Moerassen komen voor op de overgang van water naar land. Het lage deel van Nederland is vrijwel volledig ontstaan als moeras. Het zwaartepunt van de verspreiding ligt in de klei- en riviergebieden van Nederland. Dynamisch moeras ontstaat in voedselrijk water achter de duinen, in overstromingsvlakten van rivieren en beken. De bodems zijn zeer nat, voedselrijk en matig zuur tot neutraal.
Typische moerasplanten zijn hoge grassen als riet en rietgras, grote zeggen en biezen. Dynamisch Moeras is van groot belang voor vogels, vissen, amfibieën en enkele zoogdieren als bever, otter, noordse woelmuis en waterspitsmuis. Moeras omvat open begroeiingen van riet, lisdodde en biezen in water; rietlanden en rietruigten. Hierin weerspiegelt zich de overgang van water naar land. Het rietland kan vrij open zijn met poeltjes waarin waterplanten groeien of al ouder met hoog opgaand riet die geleidelijk overgaan in ruigten met moerasspirea of poelruit. Een deel van de rietlanden wordt gemaaid, maar niet jaarlijks (overjarig riet).
De Nederlandse moerassen zijn vrijwel volledig ontgonnen of verveend; het resterende deel wordt bedreigd door vermesting, verdroging en verbossing. Daarnaast zijn er ook recent moerassen aangelegd. Veel van deze moerassen komen slechts geïsoleerd op een kleine oppervlakte voor en staan onder grote menselijke invloed. Hierdoor zijn er toch beperkingen aan de voor dit type noodzakelijke dynamiek. Ze kunnen daarom geen onderdeel vormen van Grootschalig Rivier en Moeraslandschap (N01.03). In voedselrijke gebieden kunnen ruigte en bosvorming (afhankelijk van peilregime en aanwezigheid van grote herbivoren en beheer) na verloop van tijd de overhand nemen.
Voor een goede kwaliteit en duurzame instandhouding is een natuurlijk fluctuerend waterpeil en een goede waterkwaliteit essentieel. Thans is er veelal sprake van gebrek aan nieuwvorming en versnelde successie waardoor extra beheer nodig is om voldoende oppervlak en kwaliteit te behouden.
Voor natuurbeheerders geldt een algemene beheerverplichting. Dit betekent dat de beheerder het beheertype in stand moet houden. De manier waarop hij deze instandhoudingsverplichting invult, is aan de beheerder zelf.
Moeraslocaties in de Oude Rijnstrangen/Oevers van het Zwarte Meer, het Lauwersmeer, Harderbroek, De Groene Jonker (Nieuwkoopse Plassen), de Onlanden in Noord-Drenthe.
Toelichting bij het besluit tot wijziging
De tekst van de regeling is op bepaalde punten aangepast of ingekort ten behoeve van de leesbaarheid. Verder zijn omschrijvingen verduidelijkt en zijn verouderde onderdelen uit de regeling geschrapt.
In artikel 3.11a, waarin wordt bepaald dat in het agrarisch natuurbeheer voor nieuwe aanvragen geldt dat chemische gewasbeschermingsmiddelen niet zijn toegestaan, is de wijziging opgenomen dat dit geldt voor aanvragen vanaf 1 januari 2023. Dit was 1 januari 2020. Op deze manier wordt het risico weggenomen dat onbedoeld tussentijdse wijzigingen of verlengingen van lopende beschikkingen al onder deze bepaling komen te vallen. Dit om te voorkomen dat lopende uitvoeringsafspraken tussen agrarische collectieven en deelnemers aan agrarisch natuurbeheer in de knel komen. Op deze manier is er tijd om met partijen nadere afspraken te maken over het terugdringen van het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen in de toekomst. Voor eventuele tussentijdse uitbreidingsaanvragen op lopende beschikkingen kunnen Gedeputeerde Staten voor het areaal waarop de uitbreiding betrekking heeft een nadere verplichting opleggen omtrent het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen.
Aan het bestaande derde lid van artikel 3.13 is toegevoegd dat een provincie een uitbreidingsaanvraag slechts kan goedkeuren voor zover de uitbreiding maximaal 20 procent bedraagt ten opzichte van de som van de max van de leefgebieden die in de (her)beschikking zijn opgenomen.
In bijlage 2, de Index Natuur en Landschap, zijn de nieuwe natuurbeheertypen N05.03 Veenmoeras en N05.04 Dynamisch moeras toegevoegd. N05.01 Moeras komt per 1 januari 2021 te vervallen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2020-8463.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.