Subsidieregeling Archeologie en Publiek

 

Besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 27 oktober 2020, kenmerk 4.3/2020002001, team Cultuur, Maatschappij en Vrijetijdseconomie, tot vaststelling van de Subsidieregeling Archeologie en Publiek

 

 

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

 

gelet op de Algemene subsidieverordening Drenthe 2017 en de Algemene wet bestuursrecht;

 

 

BESLUITEN:

 

de Subsidieregeling Archeologie en Publiek vast te stellen.

 

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2021 en vervalt van rechtswege op 31 december 2024.

 

 

Gedeputeerde Staten voornoemd,

 

mevrouw drs. J. Klijnsma, voorzitter

W.F. Brenkman MSc, secretaris

 

 

Uitgegeven: 2 november 2020

 

 

 

Subsidieregeling Archeologie en Publiek

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    archeologisch erfgoed: sporen en vondsten die duiden op menselijke aanwezigheid in het verleden, van de prehistorie tot de moderne tijd;

  • b.

    archeologische site: een locatie die of terrein dat is opgenomen of opgenomen gaat worden op een van de verschillende gemeentelijke archeologische waardenkaarten en/of de kaart Provinciale Kernkwaliteit Archeologie in de meest actuele versie van de provinciale Omgevingsvisie en Omgevingsverordening;

  • c.

    herstel: werkzaamheden die leiden tot het opheffen van gebreken en die noodzakelijk zijn voor het behoud van de archeologische waarde van het erfgoed. Na het herstel is alleen nog regulier onderhoud nodig om het archeologische erfgoed intact te houden;

  • d.

    professionele archeoloog: archeoloog die op grond van opleiding en ervaring (KNA- archeoloog) gekwalificeerd moet worden geacht een opdracht uit te voeren in het kader van een op grond van deze regeling gesubsidieerde activiteit;

  • e.

    regulier onderhoud: werkzaamheden die zijn gericht op het sober en doelmatig in stand houden van archeologisch erfgoed.

 

Artikel 2 Doel

De subsidie heeft tot doel een breder publiek te betrekken bij het rijke archeologische erfgoed van de provincie Drenthe. Dit kan zowel passief zijn (bezoeker of toeschouwer) als actief (beheer, onderzoek, inspiratiebron voor ruimtelijk ontwerp of verwerking in kunst- en cultuuruitingen).

 

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verleend voor de volgende activiteiten:

  • 1.

    Archeologie en participatie. Projecten die breed publiek interesseren en/of motiveren tot archeologieparticipatie in Drenthe. Hieronder vallen ook projecten die de beleving en het toegankelijk maken van archeologisch erfgoed voor het publiek tot onderwerp hebben (bijvoorbeeld archeologische beleefpunten).

  • 2.

    Archeologie en instandhouding. Projecten die de instandhouding van waardevol Drents archeologisch erfgoed ten goede komen. Subsidiabel zijn: eenmalige, fysieke projecten waarbij herstel gepleegd wordt en het erfgoed klaargemaakt wordt voor regulier onderhoud.

  • 3.

    Ook subsidiabel onder deze categorie is het opleiden van vrijwilligers voor het plegen van onderhoud.

  • 4.

    Archeologie en educatie. Projecten die de educatie over en het onderzoek naar de Drentse archeologie ten goede komen. Hieronder valt onder andere het ontwikkelen van lespakketten en het publiceren van boeken over de Drentse/Noord-Nederlandse archeologie.

  • 5.

    Archeologie en inspiratie. Projecten op het gebied van beeldende kunst, ruimtelijke vormgeving en landschapsarchitectuur, waarbij Drentse archeologische sites en/of vondsten als inspiratiebron dienen.

 

Artikel 4 Doelgroep

Subsidie wordt verstrekt aan alle partijen, dus zowel rechtspersonen als natuurlijke personen.

 

Artikel 5 Aanvraagperiode

Een subsidieaanvraag kan worden ingediend vanaf 1 januari 2021 tot en met 31 december 2024.

 

Artikel 6 Aanvraag

Een aanvraag voor subsidie wordt digitaal of schriftelijk en ondertekend ingediend met behulp van een door Gedeputeerde Staten vastgesteld aanvraagformulier en de in het aanvraagformulier gevraagde bijlagen.

 

Artikel 7 Weigeringsgronden

Een subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    de aanvrager niet aannemelijk kan maken dat er publiek bij het project betrokken wordt;

  • b.

    niet alle voor het project benodigde vergunningen zijn verleend;

  • c.

    de voorgenomen activiteiten tot het/de reguliere werk/taken van een door de provincie gesubsidieerde instelling behoren;

  • d.

    uit de subsidieaanvraag blijkt dat subsidie voor de uitvoering van de activiteit(en) waarvoor subsidie wordt gevraagd niet nodig is.

 

Artikel 8 Toetsingscriteria

  • 1.

    Aanvragen zoals bedoeld in artikel 3, lid 1, komen voor subsidie in aanmerking als een breed publiek wordt bereikt.

  • 2.

    Aanvragen die vallen onder de activiteiten zoals bedoeld in artikel 3, lid 2, worden getoetst op grond van de volgende criteria:

    • a.

      de doelmatigheid en kwaliteit van het project. Indien twijfel bestaat over de doelmatigheid en kwaliteit van het project, zal de provincie contact opnemen met de aanvrager over de voorgestelde wijze van herstel;

    • b.

      een professioneel archeoloog wordt ingezet of begeleidt het project.

  • 3.

    Aanvragen die vallen onder de activiteiten zoals bedoeld in artikel 3, lid 3, worden getoetst op grond van de volgende criteria:

    • a.

      de inhoudelijke kwaliteit. Dit wordt getoetst op basis van een samenvatting van het onderzoek of boek;

    • b.

      ingeval het om een boek of digitale publicatie gaat, dient een uitgever en minimaal één boekhandel betrokken te zijn. Het gebruik maken van digitale uitgevers en ‘publishing on demand’ zijn hierbij toegestaan, mits deze uitgevers zijn gespecialiseerd in archeologie;

    • c.

      bij een boek heeft minstens een derde van de tekst direct betrekking op de archeologie van Drenthe.

  • 4.

    Aanvragen die vallen onder de activiteiten zoals bedoeld in artikel 3, lid 4, komen voor subsidie in aanmerking als:

    • a.

      het ontwerp aantoonbaar is geïnspireerd door Drents archeologisch erfgoed;

    • b.

      de provinciaal archeologen in een vroegtijdig stadium inhoudelijk betrokken zijn.

 

Artikel 9 Subsidiabele kosten

De volgende kosten komen voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    de voor het project noodzakelijke kosten die aantoonbaar rechtstreeks zijn toe te rekenen aan het uit te voeren project;

  • b.

    voorbereidingskosten zijn subsidiabel tot een maximum van 15% van de totale subsidiabele kosten.

 

Artikel 10 Niet-subsidiabele kosten

De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    structurele organisatiekosten van de aanvrager;

  • b.

    voor projecten ingediend onder artikel 3, lid 2: reguliere, terugkerende werkzaamheden;

  • c.

    de aanschaf van materieel is in beginsel niet subsidiabel.

 

Artikel 11 Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal 75% van de totale projectkosten tot een maximum van € 5.000,-- voor projecten uitgevoerd door professionals en een maximum van € 2.500,-- voor projecten uitgevoerd door vrijwilligers.

 

Artikel 12 Subsidieplafond

Voor deze regeling geldt een subsidieplafond van € 25.000,-- per kalenderjaar.

 

Artikel 13 Verdeelsystematiek

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2.

    Subsidieaanvragers mogen voor maximaal één project per kalenderjaar subsidie aanvragen.

  • 3.

    Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen, die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.

 

Artikel 14 Staatssteun

De subsidie wordt slechts verleend met inachtneming van de Europese regels inzake staatssteun.

 

Artikel 15 Inwerkingtreding en openstelling

Deze subsidieregeling treedt op 1 januari 2021 in werking en vervalt van rechtswege op 31 december 2024.

 

 

Toelichting op de subsidieregeling

 

Artikel 10, sub e

In zeldzame gevallen kan het voorkomen dat de aanschaf van materieel toch noodzakelijk is voor de uitvoering van een project en dat niet kan worden volstaan met huren of dat huren niet efficiënt is. In een dergelijk geval kan in overleg met de provinciaal archeologen toch besloten worden de aanschaf van materieel te subsidiëren.

 

Artikel 11

Het maximaal te verlenen subsidiebedrag is hoger als het project (deels) uitgevoerd wordt door professionals. Omdat professionals beroepsmatig betrokken zijn bij het project en een loonsom betaald krijgen voor hun werkzaamheden, zijn de projectkosten hoger.

Naar boven