Provinciaal blad van Overijssel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Provinciaal blad 2020, 6602 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Provinciaal blad 2020, 6602 | Verordeningen |
Herplaatsing Wijzigingen Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2017, september 2020
Paragraaf 4.14 wordt toegevoegd:
Paragraaf 4.14 Vrijwillige kavelruil
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan de verbetering van de verkavelingsstructuur in het landelijk gebied. Via vrijwillige planmatige kavelruilprojecten kan gewerkt worden aan betere landbouwstructuur en betere grondgebondenheid – wat belangrijk is om duurzaamheid van de sector te bevorderen. Het helpt ook om de andere functies op de juiste plek te krijgen, denk aan natuur, water en minder transportbewegingen.
Artikel 4.14.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
de provinciale doelen: de doelen die zijn beschreven in de Omgevingsvisie van de Provincie Overijssel (september 2020)
Toelichting: De omgevingsvisie is te vinden op: ( https://overijssel.tercera-ro.nl/MapViewer/Default.aspx?id=NLIMRO9923Omgevingsvisie2017-GV06 )
Artikel 4.14.2 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor:
In aanvulling op het eerste lid voldoet een aanvraag voor de subsidie als bedoeld in artikel 4.14.2 sub a aan het criterium dat de activiteiten op basis van scoretabel 1 ten minste twee punten scoren op de wegingscriterium, effectiviteit en mate van integraliteit en ten minste één punt scoren voor haalbaarheid en efficiëntie.
Artikel 4.14.4 Hoogte van de subsidie
Artikel 4.14.5 Subsidiabele kosten
Voor de subsidie als bedoeld in artikel 4.14.2 sub b geldt dat de kosten die betrekking hebben op het optimaliseren van kavels en de algemene kosten die hiermee in verband staan, overeenkomstig artikel 14 lid 6 sub a en c van de LVV subsidiabel zijn, met uitzondering van kosten voor het saneren van de bodem.
Toelichting: Kosten die in verband staan met de verbetering van onroerende goederen kunnen zijn kosten voor architecten, ingenieurs en adviseurs en haalbaarheidsstudies.
Artikel 4.14.6 Indieningstermijn aanvraag tot subsidieverlening
Een onvolledige aanvraag voor subsidie kan na sluitingsdatum alleen volledig worden gemaakt voor zover het geen inhoudelijke aanvulling of wijziging van de aanvraag betreft.
Toelichting: Doordat het een tenderregeling is, is het voor de gelijktijdige beoordeling nodig dat alle stukken voor de sluiting van de aanvraagtermijn ingediend zijn. Na de sluitingsdatum is er alleen ruimte voor het herstel van kleinigheden die niet inhoudelijk van aard zijn, zoals een handtekening of een bankrekeningnummer.
Artikel 4.14.7 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Artikel 4.14.8 Subsidieplafond
Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.
Artikel 4.14.9 Volgorde van behandeling
In afwijking van artikel 1.1.4 plaatsen Gedeputeerde Staten de subsidieaanvragen, die voldoen aan de in artikel 4.14.3 gestelde criteria, in een prioriteitsvolgorde. Gedeputeerde Staten verstrekken de subsidie in de volgorde van de vastgestelde prioriteit op basis van scoretabel 1, voor zover het subsidieplafond dit toelaat.
Bij een gelijke score wordt prioriteit gegeven aan een aanvraag die het beste scoort respectievelijk op effectiviteit en integraliteit als bedoeld onder 1 en 2 van scoretabel 1.
De effectiviteit van de herverkaveling blijkt uit: - een duidelijke motivatie van de gebiedsindicatie waar het plan betrekking op heeft; - het aantal deelnemers uit het betreffende gebied dat bij het opstellen van het verkavelingsplan betrokken zal gaan worden. Het gaat hier om een inschatting van het aantal deelnemers dat bij de planvorming betrokken wordt en het aantal deelnemers dat daadwerkelijk gaat ruilen; - een duidelijke onderbouwing van de verbetering in verkavelingsstructuur die bereikt kan gaan worden, te meten door het verschil in ‘uitgangskwaliteit’ én te beogen behalen ‘eindkwaliteit’ van het gebied waar het ruilverkavelingsproces plaats zal gaan vinden. Hierbij geldt de verkavelingsbarometer (www.verkavelenvoorgroei.nl) als uitgangspunt. De effectiviteit van herverkaveling blijkt uit de verwachte vergroting van de (huis)kavels, de kavelconcentratie, de vormverbetering van de kavels en het verkorten van de afstand tussen de bedrijfsgebouwen en de kavels. De punten toekenning is als volgt: 0: Zeer geringe bijdrage: Het project draagt slechts in zeer geringe mate bij aan het criterium 1: Geringe bijdrage van het project aan het criterium. 2: Het project draagt matig bij aan het criterium. 3: Het project draagt in voldoende mate bij aan het criterium. 4: De bijdrage van het project aan het criterium is goed. 5: Zeer goede bijdrage van het project aan het criterium. Het maximale aantal punten voor de mate van effectiviteit bedraagt 5 punten met een wegingsfactor 2. |
||
Het project draagt bij aan meerdere doelen in het landelijk gebied: 1. Landbouwstructuurversterking 4. Verduurzaming van de landbouw/ extensivering 8. Vermindering transportbewegingen De punten toekenning is als volgt: 0: Het project draagt bij aan 0 – 2 doelen. 1: Het project draagt bij aan 3 doelen. 2: Het project draagt bij aan 4 doelen. 3: Het project draagt bij aan 5 doelen. 4: Het project draag bij aan 6 doelen. 5: Het project draagt bij aan 6-8 doelen Het maximale aantal punten voor de mate van integraliteit bedraagt 5 punten met een wegingsfactor 2 |
||
De haalbaarheid van het projectplan tot opstellen en realisatie van een verkavelingsplan wordt beoordeeld door in samenhang de volgende vier aspecten te bezien: - Kwaliteit, zijnde de deskundigheid en ervaring van de projectleider / het bureau dat het projectplan tot opstellen van een verkavelingsplan heeft ingediend; - De inhoudelijke kwaliteit van het plan om te komen tot de opstelling van een projectplan verkavelingsplan te bepalen aan de hand van de volgende criteria a. Hoe realistisch is het projectplan?; b. Worden relevante partijen in voldoende mate bij de ontwikkeling en uitvoering van het verkavelingsplan betrokken?; c. Kent het project een realistische planning, opzet en begroting?; - De mate waarin er al draagvlak voor het plan bestaat, aan te tonen door bijvoorbeeld de resultaten van een draagvlakonderzoek of enquêteresultaten. Het kan ook aangetoond worden met het al aanwezig zijn van een samenwerkingsintentie van de belangrijkste partijen of door het aantonen van de betrokkenheid van met name de ondernemers en andere eigenaren/gebruikers wiens gronden deel uit maken van het te verkavelen plangebied; - De mate waarin risicofactoren zijn onderkend en beheersbaar gemaakt zijn waarbij wordt gekeken naar: a. de beschikbaarheid van noodzakelijke eigen middelen van alle betrokken partijen; b. het beschikbaar komen van de noodzakelijke vergunningen; c. de deelname van de meest relevante partijen aan het volledige traject. De punten toekenning is als volgt: 0: project scoort onvoldoende op alle genoemde aspecten. 1: project scoort onvoldoende tot matig op één of alle genoemde aspecten. 2: project scoort ten minste voldoende op alle genoemde aspecten. 3: project scoort goed op ten minste twee van genoemde aspecten, andere aspecten scoren voldoende. 4: project scoort goed op alle genoemde aspecten. 5: project scoort zeer goed op ten minste twee van genoemde aspecten, andere aspecten scoren goed. Het maximale aantal punten voor de mate van haalbaarheid bedraagt 5 punten met een wegingsfactor 1 |
||
De mate van efficiëntie wordt beoordeeld door de input (geld, kennis, kunde, overige middelen) te relateren aan de output van het project. Daarbij wordt gezien of de opgevoerde inzet en kosten passend zijn. De kosten worden vergeleken met een normbedrag. De puntentoekenning is als volgt: 0; indien de subsidiabele kosten per geruilde hectare hoger zijn dan € 3.231,-; 1; indien de subsidiabele kosten per geruilde hectare worden berekend op een bedrag tussen € 2.800,20 tot en met € 3.231,-; 2; indien de subsidiabele kosten per geruilde hectare worden berekend op een bedrag tussen € 2.369,40 tot en met € 2.800,19; 3; indien de subsidiabele kosten per geruilde hectare worden berekend op een bedrag tussen € 1.938,60 tot en met € 2.369,39; 4; indien de subsidiabele kosten per geruilde hectare worden berekend op een bedrag tussen € 1.723,20 tot en met € 1.938,59; 5; indien de subsidiabele kosten per geruilde hectare lager zijn dan € 1.723,20. Het maximale aantal punten voor de mate van efficiëntie bedraagt 5 punten met een wegingsfactor 1 |
||
Artikel 4.14.10 Weigeringsgronden
In aanvulling op artikel 1.1.7 weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie indien de gevraagde en de te verlenen subsidie € 35.000,- of minder bedraagt.
Artikel 4.14.11 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op de artikelen 1.4.1 tot en met 1.4.6 is de subsidieontvanger verplicht: de activiteiten binnen drie jaar na subsidieverlening te hebben afgerond.
Deze paragraaf is geldig tot 1 december 2023, tenzij Gedeputeerde Staten anders besluiten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2020-6602.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.