Wijzigingen Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2017, september 2020

Besluit: 1 september 2020

Kenmerk: 2020/0205089

Inlichtingen bij: H. Coskun

Telefoon: 038 499 8381

E-mail: h.coskun@overijssel.nl

 

Kennisgeving

Gedeputeerde Staten van Overijssel delen mee dat het Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2017 als volgt is gewijzigd:

Artikel I

Wijzigingen

Paragraaf 2.12 Advies bij Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB)

Artikel 2.12.8 Weigeringsgronden

Sub b: vervallen

 

Paragraaf 2.14 wordt toegevoegd:

Paragraaf 2.14 Leefbaar Platteland

Algemene toelichting

Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan een toekomstbestendig en leefbaar Overijssels platteland inclusief haar kleine kernen en dorpen. De Provincie Overijssel doet dit door bestaande of startende lokale initiatieven en plannen met een extra steuntje in de rug om te zetten naar zichtbaar resultaat voor een leefbaar platteland. Om het platteland te helpen positie te bepalen (wat voor dorp willen we zijn en wat hebben we daarvoor nodig?) biedt de Provincie Overijssel ondersteuning bij het opstellen van integrale toekomstplannen of de uitvoering daarvan. Initiatieven en projecten die de leefbaarheid van het platteland versterken, zowel fysiek als sociaal, als ook het versterken van de lokale (bestuurs)kracht kunnen voor de subsidie in aanmerking komen.

Artikel 2.14.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • -

    businesscase: de afweging om een project te beginnen. In de businesscase worden de kosten tegen de baten afgewogen. Aan de hand van de businesscase wordt besloten om wel of niet te starten of verder te gaan met een project. Met een businesscase wordt de haalbaarheid en toekomstbestendigheid van het project aangetoond;

  • -

    leefbaarheid: de mate waarin de omgeving aansluit bij de eisen en wensen die door de inwoners worden gesteld op het gebied van lokaal organiserend vermogen, ruimtelijke kwaliteit, gezondheid, verbinding stad en platteland, wonen, lokale identiteit, voorzieningenniveau, lokale of regionale economie;

  • -

    platteland: buiten de steden gelegen gebied, buurtschap, dorp of een kleine kern met maximaal 15.000 inwoners;

  • -

    ruimtelijke kwaliteit: alles wat openbare ruimte geschikt maakt voor mens, plant en dier. De juiste ontwikkeling op de juiste plek, en op de juiste manier ingepast in de omgeving;

  • -

    sociale kwaliteit: de mate waarin sprake is van zelforganiserend vermogen van inwoners;

  • -

    toekomstplan: een plan voor het ontwikkelen van een bepaald gebied;

Artikel 2.14.2 Subsidiabele activiteiten

Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor:

  • a.

    onderzoek naar de haalbaarheid van een bestaand of opstartend lokaal initiatief dan wel de procesondersteuning om te komen tot een toekomstplan of een businesscase;

  • b.

    fysieke maatregelen ter uitvoering van een toekomstplan of een businesscase.

Artikel 2.14.3 Criteria

  • 1.

    Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 2.14.2 voldoet aan de volgende criteria:

    • a.

      de aanvrager is een rechtspersoon;

    • b.

      de aanvrager heeft een maatschappelijk belang, dat wil zeggen een aantoonbare relatie dan wel belang bij de leefomgeving van de plek waarvoor wordt aangevraagd;

    • c.

      er is sprake van een idee of plan die op samenhangende, toekomstbestendige wijze lokale opgaves aanpakt die bijdragen aan de leefbaarheid op het platteland.

    • d.

      het idee of plan is afgestemd met de gemeente;

    • e.

      de activiteiten zijn er op gericht om de kracht van het platteland te benutten en te versterken;

    • f.

      het projectgebied is het platteland;

    • g.

      indien de te verstrekken subsidie staatssteun oplevert in de zin van artikel 107 eerste lid van het VWEU, dan moet de subsidie voldoen aan de de-minimisverordening.

  • 2.

    In aanvulling op het eerste lid voldoet een aanvraag voor de subsidie als bedoeld in artikel 2.14.2 sub a aan de volgende criteria:

    • a.

      het onderzoek wordt gedaan of procesondersteuning wordt gegeven door een deskundige met aantoonbare ervaring;

    • b.

      de activiteiten zijn erop gericht of zijn nodig om binnen drie maanden met de uitvoering van het betreffende toekomstplan of businesscase te kunnen starten, als blijkt dat het idee of plan haalbaar is.

  • 3.

    In aanvulling op het eerste lid voldoet een aanvraag voor de subsidie als bedoeld in artikel 2.14.2 sub b aan de volgende criteria:

    • a.

      de fysieke maatregelen versterken op een samenhangende, toekomstbestendige wijze de ruimtelijke kwaliteit, sociale kwaliteit, identiteit en leefbaarheid van het platteland;

    • b.

      de activiteiten scoren ten minste 65 punten op basis van scoretabel 1, waarbij voor het eerste wegingscriterium, mate van integraliteit, minimaal 15 punten moeten worden behaald.

  • Scoretabel 1:

     

    Wegingscriteria

    Te behalen punten

    1. Mate van integraliteit

    Het project draagt bij aan minimaal twee aspecten die van invloed zijn op de leefbaarheid van het platteland:

    1. Verbinding tussen stad & platteland;

    2. Kwaliteit van de ruimte om je heen, incl. versterken biodiversiteit;

    3. Versterken lokale identiteit: waar we trots op zijn, bijvoorbeeld immaterieel erfgoed;

    4. Voldoende voorziening in de buurt;

    5. Hoe verdienen we ons geld?;

    6. Een passend woningaanbod;

    7. Blijf gezond;

    8. Lokale kracht: samen dingen regelen en doen.

     

    Een verdere toelichting op deze thema’s kan worden verkregen via de contactpersoon, zoals vermeld op www.overijssel.nl/subsidie.

     

    Maximaal te behalen punten: 40 punten

    Mate van integraliteit:

    0-1 opgaves: 0 punten

    2-3 opgaves: 15 punten

    4-5 opgaves: 30 punten

    6-8 opgaves: 40 punten

    2. Haalbaarheid project/initiatief

    De haalbaarheid van het project kan worden aangetoond met een businesscase:

     

    Haalbaarheid is matig aangetoond: 5 punten

    Haalbaarheid is voldoende aangetoond: 15 punten

    Haalbaarheid is goed aangetoond: 20 punten

    3. Inhoudelijke afstemming plan met provincie

    De aanvraag is door initiatiefnemer vooraf afgestemd met de provinciale beleidsmedewerkers leefbaar platteland: 5 punten.

    De aanvraag draagt bij aan de beleidsdoelen van de provincie: 5 punten.

    4. Mate van betrokkenheid van inwoners en gemeente

    Inwoners zijn actief betrokken bij de ideeënvorming en voorbereiding of inwoners zijn initiatiefnemer van het plan: 10 punten.

     

    Inwoners of betrokken organisaties, bedrijven, dragen bij in eigen tijd of middelen: 5 punten.

     

    De gemeente heeft schriftelijk ingestemd met de uitvoering het projectplan: 5 punten.

     

    Maximaal te behalen punten: 20 punten

    5. Locatie van het project

    Buurtschap, dorp of kleine kern met minder dan 5000 inwoners: 10 punten

     

    Buurtschap of kleine kern met 5000 of meer inwoners:

    0 punten

Artikel 2.14.4 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie als bedoeld in artikel 2.14.2 sub a bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 20.000,- per aanvraag.

  • 2.

    De subsidie als bedoeld in artikel 2.14.2 sub b bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 150.000,- per aanvraag.

Artikel 2.14.5 Subsidiabele kosten

Uitsluitend kosten van derden zoals bedoeld in artikel 1.1.5 derde lid zijn subsidiabel.

 

Toelichting: Eigen uren van de aanvrager en betrokkenen zijn niet subsidiabel. Dit is het eigen aandeel van de aanvrager.

Artikel 2.14.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening

  • 1.

    De aanvrager maakt bij de aanvraag gebruik van het aanvraagformulier Leefbaar Platteland.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 1.2.1 tweede lid overlegt de aanvrager bij de aanvraag om

    • a.

      subsidie als bedoeld in artikel 2.14.2 sub a een offerte van de procesondersteuning of van het onderzoek naar de haalbaarheid;

    • b.

      subsidie als bedoeld in artikel 2.14.2 sub b de volgende stukken:

      • i.

        een toekomstplan waar de fysieke investering onderdeel van is, waaruit blijkt dat er sprake is van een initiatief of project dat op samenhangende, toekomstbestendige wijze de leefbaarheid versterkt;

      • ii.

        een businesscase waar uit blijkt dat sprake is van een juridisch en financieel haalbaar project;

      • iii.

        een projectplan waarin de wegingscriteria als bedoeld in scoretabel 1 zijn omschreven.

Artikel 2.14.7 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.

Artikel 2.14.8 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 1.1.7 weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie indien:

  • a.

    de te verlenen subsidie lager is dan € 10.000,-;

  • b.

    in de betreffende gemeente al vier subsidies zijn verstrekt op basis van deze subsidieparagraaf;

  • c.

    de aanvraag betrekking heeft op zowel de subsidie als bedoeld in artikel 2.14.2 sub a als sub b.

Toelichting: Om een aanvraag voor de subsidie als bedoeld in artikel 2.14.2 sub b in te kunnen dienen moet een toekomstplan of een businesscase overlegd kunnen worden. Daarom is het niet mogelijk om gelijktijdig een aanvraag voor de subsidie als bedoeld in artikel 2.14.2 sub a en sub b in te dienen.

Artikel 2.14.9 Verplichtingen subsidieontvanger

In aanvulling op de artikelen 1.4.1 tot en met 1.4.4 is de subsidieontvanger verplicht:

  • a.

    de activiteiten als bedoeld in artikel 2.14.2 sub a te starten binnen drie maanden na datum van de subsidieverlening en uitgevoerd te hebben binnen zes maanden na subsidieverlening;

  • b.

    de activiteiten als bedoeld in artikel 2.14.2 sub b te starten binnen zes maanden na datum van de subsidieverlening en uitgevoerd te hebben binnen drie jaar na subsidieverlening;

  • c.

    een proactieve bijdrage te leveren aan het delen van kennis opgedaan in de uitvoering van het project binnen het netwerk Leefbaar Platteland, bijvoorbeeld tijdens netwerkbijeenkomsten;

  • d.

    mee te werken aan de evaluatie van de provincie.

Artikel 2.14.10 Looptijd

Deze paragraaf is geldig tot 1 december 2023, tenzij Gedeputeerde Staten anders besluiten.

 

Paragraaf 3.16 wordt toegevoegd:

Paragraaf 3.16 Stimuleren energie innovatie

Algemene toelichting

Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het stimuleren van energie-innovatie van Overijsselse MKB-ondernemers, en daarmee de regionale economie. De provincie wil Overijsselse ondernemers stimuleren en helpen om hun idee voor energie innovatie nader uit te werken tot een waardevol product. Op basis van deze regeling kunnen ondernemers subsidie aanvragen voor het uitwerken van hun idee zodat innovaties op het gebied van energie op gang komen. Met deze ondersteuning kan de ondernemer het idee valideren en zicht krijgen op het toekomstperspectief.

 

Deze regeling is bedoeld voor ondernemers die een idee hebben, maar ondersteuning nodig hebben voor bijvoorbeeld:

  • -

    het laten toetsen van het idee door technische experts;

  • -

    het maken van een concreet en helder projectplan;

  • -

    het maken van een financiële onderbouwing van het idee (verdienmodel, investeringsbehoefte, kosten en opbrengsten voor de klant);

  • -

    het onderzoeken of samenwerking met een (internationale) partner mogelijk is en hoe deze samenwerking juridisch vorm kan krijgen;

  • -

    patentonderzoek;

  • -

    marktverkenning.

Artikel 3.16.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • -

    energie-innovatie: een idee voor een nieuw product of productieprocessen. Het gaat hierbij om het geheel van menselijke handelingen gericht op vernieuwing van producten of productieprocessen op het gebied van energiebesparing en energieopwekking met als doel bijdragen aan vergroting van het aandeel duurzame energie of CO2 reductie;

  • -

    energiebesparing: technische, logistieke of organisatorische voorzieningen die leiden tot verminderd verbruik van energie;

  • -

    duurzame energieopwekking: energie opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen;

  • -

    duurzaam energieproject: een project waarbij energiebesparing of energieopwekking gerealiseerd wordt en dat bijdraagt aan vergroting van het aandeel duurzame energie;

  • -

    ideefase: de beginfase van het ontwikkelen van een nieuw product of productieproces. Het geeft antwoord op een vooraf gestelde hulpvraag. In deze fase wordt een idee nader onderzocht en uitgewerkt. Het doel van deze fase is om het idee uit te werken in een projectplan. Verder wordt er gekeken wie het project zou kunnen uitvoeren, welke partij(en) betrokken zouden moeten zijn bij het project en of er voldoende draagvlak is voor het project bij betrokkenen;

  • -

    startteam energie innovatie: een groep van deskundigen, met ervaring op het gebied van energie innovatie die beschikt over een netwerk, waar initiatiefnemers een beroep op kunnen doen.

Artikel 3.16.2 Subsidiabele activiteiten

Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor de volgende activiteiten in de ideefase van een energie-innovatie initiatief:

  • a.

    ondersteuning bij het uitwerken van ideeën tot energieprojectplan;

  • b.

    technisch, juridisch of financieel advies.

Artikel 3.16.3 Criteria

Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 3.16.2 voldoet aan de volgende criteria:

  • a.

    de aanvrager is MKB-onderneming met een KvK-registratie en vestiging in Overijssel;

  • b.

    het idee draagt bij aan ten minste een doelstelling en ambities van het Programma Nieuwe Energie;

  • c.

    het idee draagt bij aan ten minste een van de prioritaire thema’s van het startteam energie innovatie, te weten bestaande gebouwde omgeving of MKB;

  • d.

    het idee is naar het oordeel van het startteam energie innovatie realistisch;

  • e.

    de activiteiten worden uitgevoerd door een deskundig adviseur met aantoonbaar ervaring;

  • f.

    het beoogd resultaat is een energieprojectplan voor de energie-innovatie met zicht op eventuele vervolgstappen;

  • g.

    indien de te verstrekken subsidie staatssteun oplevert in de zin van artikel 107 eerste lid van het VWEU, dan moet de subsidie voldoen aan de de-minimisverordening.

Artikel 3.16.4 Hoogte van de subsidie

De subsidie bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 5.000,- per aanvraag.

Artikel 3.16.5 Subsidiabele kosten

Uitsluitend kosten van derden zoals bedoeld in artikel 1.1.5 derde lid zijn subsidiabel.

Artikel 3.16.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening

  • 1.

    De aanvrager maakt bij de aanvraag gebruik van het aanvraagformulier Stimuleren Energie Innovatie.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 1.2.1 tweede lid overlegt de aanvrager bij de aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 3.16.2 een offerte waaruit blijkt:

    • a.

      wat de kosten zijn;

    • b.

      in welke periode het advies of de ondersteuning wordt gegeven.

Artikel 3.16.7 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.

Artikel 3.16.8 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 1.1.7 weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie indien:

  • a.

    het project al zodanig is gevorderd, dat niet meer kan worden gesproken van een ideefase omdat de technische, juridische en financiele haalbaarheid al is onderzocht;

  • b.

    de aanvrager voor hetzelfde energieinnovatie-idee al subsidie heeft ontvangen op basis van deze paragraaf;

  • c.

    sprake is van een haalbaarheidsstudie.

    Toelichting: Voor haalbaarheidsstudies kan gebruik gemaakt worden van paragraaf 3.2.

Artikel 3.16.9 Verplichtingen subsidieontvanger

In aanvulling op de artikelen 1.4.1 en 1.4.6 is de subsidieontvanger verplicht:

  • a.

    de activiteiten uiterlijk 1 juli 2021 te hebben gerealiseerd;

  • b.

    mee te werken aan een evaluatie van de provincie.

Artikel 3.16.10 Looptijd

Deze paragraaf loopt tot 31 december 2020, tenzij Gedeputeerde Staten anders besluiten.

Paragraaf 4.8 Groene schoolpleinen

Artikel 4.8.4 Hoogte van de subsidie

Achter ‘schoollocatie’ wordt toegevoegd en € 100,- per aangeplante boom, welke op het moment van de aanplant een minimale stamomtrek, op 1 meter hoogte, van 8-10 cm heeft.

Paragraaf 5.6 Elektrische vrachtfiets- en bestelbusactie

Artikel 5.6.3 Criteria

Sub a: de laatste zin beginnend met: De aanvrager en eindigend op Deventer, vervalt

Toelichting: vervallen

Paragraaf 6.1 Kennisondersteuning agro&food in Overijssel 2020

Artikel 6.1.7 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening

Lid 2: ‘kennisinstelling’ wordt vervangen door: kennisleverancier

Paragraaf 6.29 1000 Kansen voor kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt

Vervallen

Paragraaf 7.12 Herbestemming cultureel erfgoed

Artikel 7.12.5 Indieningstermijn aanvraag

’16 september 2019’ wordt vervangen door: 12 oktober 2020

Paragraaf 10.5 Vitale en gezonde samenleving 2020

Artikel 10.5.11 Verplichtingen subsidieontvanger

Sub b komt als volgt te luiden:

  • b.

    leerervaringen binnen twaalf maanden na de datum van subsidieverlening te delen met de betrokken samenleving, via het eigen account op www.samenvoorelkaar.nl of via eigen social media kanalen en daarbij de Provincie Overijssel te taggen door middel van de hashtags #vitaalgezondoverijssel en #samenvoorelkaar.

Paragraaf 10.6 wordt toegevoegd:

Paragraaf 10.6 Sociale hypotheek Overijssel

Algemene toelichting

Vanwege het Corona virus waren multifunctionele accommodaties (Mfa’s) zoals dorpshuizen en kulturhusen landelijk verplicht hun deuren te sluiten. Hierdoor kwamen de inkomsten in de meeste gevallen volledig stil te liggen terwijl de vaste lasten (te denken aan huur, gas, water en licht) doorliepen. Hierdoor zijn veel Mfa’s in de financiële problemen geraakt.

Met deze subsidieregeling wil de provincie Mfa’s ondersteunen om uit deze financiële crisis te komen, aangevuld met subsidie voor investeringen die bijvoorbeeld een Mfa toekomstbestendig maken, de programmering verbeteren of ter uitbreiding van de activiteiten.

Mfa’s kunnen een subsidie van maximaal € 15.000,- ontvangen voor het in stand houden van de accommodatie. Als verplichting moeten Mfa’s maatschappelijke output realiseren ter waarde van het aangevraagde bedrag. Om tot een passende ‘sociale inspanning’ te komen, moeten ze afspraken met de lokale gemeente of de provincie maken. Het kan gaan om bijvoorbeeld inzet van vrijwilligers bij een lokaal evenement, groen onderhoud of een zorgvoorziening. Dit is per gemeente een maatwerk kwestie en zal begeleid kunnen worden vanuit de provincie.

Artikel 10.6.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • -

    instandhouding van een Mfa: de activiteiten die nodig zijn om een Mfa draaiende te kunnen houden met inbegrip van investeringen die een Mfa toekomstbestendig maken of het verbeteren van de programmering;

  • -

    multifunctionele accommodatie (Mfa): een samenwerkingsverband waarbij verschillende maatschappelijke organisaties die vanuit een centrale locatie hun voorzieningen, producten en diensten aanbieden. In veel gevallen zijn de organisaties gehuisvest in één gebouw. Soms betreft het een locatie met verschillende gebouwen. In dit geval wordt ook wel gesproken van een multifunctionele zone of multifunctioneel centrum.

  • -

    maatschappelijke output: extra of aanvullende sociale inspanning van een Mfa ten behoeve van het algemeen belang van de maatschappij;

  • -

    omzetverlies: omzetdaling over een aangesloten periode van drie maanden die start op 1 maart, 1 april of 1 mei 2020 (meetperiode). De 3 maanden in de meetperiode worden vergeleken met 25% van de omzet in 2019.

Artikel 10.6.2 Subsidiabele activiteiten

Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor de instandhouding van een Mfa.

Artikel 10.6.3 Criteria

Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 10.6.2 voldoet aan de volgende criteria:

  • a.

    de aanvrager is de eigenaar of exploitant van een Mfa met een vestiging in Overijssel;

  • b.

    de Mfa is getroffen door de maatregelen in het kader van de COVID-19 crisis en heeft omzetverlies;

    Toelichting: Om het omzetverlies te kunnen berekenen maakt de Mfa gebruik van de beschikbaar gestelde rekentool op www.overijssel.nl/subsidie .

  • c.

    Indien de te verstrekken subsidie staatssteun oplevert in de zin van artikel 107 eerste lid van het VWEU, dan moet de subsidie voldoen aan de de-minimisverordening.

Artikel 10.6.4 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie bedraagt maximaal 100% van de de subsidiabele kosten met een maximum van € 15.000,- per aanvraag.

  • 2.

    De subsidie bedraagt nooit meer dan het omzetverlies;

  • 3.

    De subsidie bedraagt nooit meer dan de waarde van de maatschappelijk output als bedoeld in artikel 10.6.10 sub a.

Toelichting: De minimale subsidie bedraagt € 1.000,- (artikel 1.1.7).

Artikel 10.6.5 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Uitsluitend kosten van derden als bedoeld in artikel 1.1.5 derde lid en de vrijwilligerskosten als bedoeld in artikel 1.1.5 het vierde lid zijn subsidiabel.

    Toelichting: Hierbij kan gedacht worden aan vaste lasten, out of pocket kosten van de aangepaste programmering of een investering om een Mfa toekomsbestendig te maken. Een investering kan een fysieke investering zijn, zoals het anders inrichten van de locatie, maar ook een investering in digitalisering. Kosten voor de inzet van vrijwilligers (kosten die gemaakt worden om vrijwilligers te faciliteren) zijn subsidiabel overeenkomstig artikel 1.1.5 lid 4. Uren voor vrijwilligerwerk zijn niet subsidiabel.

  • 2.

    Als sprake is van vaste lasten, die tot het moment van de aanvraag nog niet zijn betaald, dan zijn deze kosten, in afwijking van artikel 1.1.7 wel subsidiabel, mits deze kosten betrekking hebben op de periode na 1 maart 2020.

    Toelichting: Hierbij kan gedacht worden aan huurachterstand of facturen van andere vaste lasten die nog betaald moeten worden.

Artikel 10.6.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening

  • 1.

    De aanvrager maakt bij de aanvraag gebruik van het aanvraagformulier Sociale Hypotheek Overijssel.

  • 2.

    In afwijking van artikel 1.2.1 tweede lid overlegt de aanvrager bij de aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 10.6.2 de volgende stukken:

    • a.

      een overzicht van de activiteiten die uitgevoerd gaan worden om de maatschappelijke output, als bedoeld in artikel 10.6.10 sub a, te realiseren, conform beschikbaar gestelde format;

    • b.

      een ingevulde rekentool: berekening omzetverlies conform beschikbaar gestelde format.

Artikel 10.6.7 Indieningstermijn aanvraag tot subsidieverlening

In afwijking van artikel 1.2.2 geldt dat een aanvraag om subsidie kan worden ingediend vanaf 14 september 2020 vanaf 9.00 uur.

Artikel 10.6.8 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.

Artikel 10.6.9 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 1.1.7 weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie als:

  • a.

    de betreffende Mfa al subsidie verstrekt heeft gekregen op basis van deze subsidieparagraaf;

  • b.

    de opgegeven maatschappelijke output, reguliere activiteiten van de Mfa zijn.

Artikel 10.6.10 Verplichtingen subsidieontvanger

In aanvulling op de artikelen 1.4.1 tot en met 1.4.6 is de subsidieontvanger verplicht:

  • a.

    maatschappelijke output te realiseren, voor een periode van minimaal 12 maanden, ter waarde van minimaal het gevraagde subsidiebedrag. Voor het waarderen van de in kind bijdrage van de aanvrager of inzet van vrijwilligers en andere betrokkenen wordt een uurtarief van maximaal € 15,- gehanteerd;

  • b.

    de maatschappelijke output te hebben gerealiseerd uiterlijk op 31 december 2021;

  • c.

    de maatschappelijke output, als bedoeld onder sub a, middels een filmpje te delen met de betrokken samenleving, via eigen kanalen en daarbij de Provincie Overijssel te taggen door middel van de hashtags #socialehypotheek en #socialekwaliteit.

Artikel 10.6.11 Looptijd

Deze paragraaf is geldig tot 1 december 2020, tenzij Gedeputeerde Staten anders besluiten.

Artikel II

Inwerkingtreding:

Dit besluit treedt in werking 1 dag na publicatie in het provinciaal blad.

Gedeputeerde Staten voornoemd.

Naar boven