Provincie Gelderland - 32e wijziging Regels Ruimte voor Gelderland 2016

Bekendmaking van het besluit van 25 augustus 2020- zaaknummer 2020-011238 tot wijziging van een regeling

 

Gedeputeerde Staten van Gelderland

gelet op artikel 3, vierde lid, van de Algemene subsidieverordening Gelderland 2016

 

Besluiten

vast te stellen de 32e wijziging van de Regels Ruimte voor Gelderland 2016

Artikel I

De Regels Ruimte voor Gelderland 2016 worden als volgt gewijzigd:

 

A

Na paragraaf 6.39 wordt een paragraaf ingevoegd, die luidt:

 

Paragraaf 6.40 Stimulering arbeidsmarktregio’s COVID-19

 

Artikel 6.40.1 Begripsomschrijvingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

    arbeidsmarktregio: regionaal samenwerkingsverband bestaand uit gemeenten en het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen;

  • b.

    praktijksimulaties: het leren en werken in een virtual reality-omgeving;

  • c.

    snel omscholingstraject: traject dat erop is gericht om een werknemer, zelfstandige zonder personeel of werkzoekende in staat te stellen een algemene opleiding te volgen die benodigd is om een ander beroep uit te oefenen;

  • d.

    stagebegeleiding: ondersteuning van scholieren, studenten, werkzoekenden of werkenden bij begeleiding op de werkvloer;

  • e.

    werk-naar-werk-traject: traject dat erop is gericht om een branche of sector te kunnen verlaten en werk te vinden in een ander beroep of hetzelfde beroep in een andere branche of sector.

Artikel 6.40.2 Subsidiabele activiteiten

Subsidie als bedoeld in artikel 3 van de AsG kan worden verstrekt voor:

  • a.

    activiteiten die bijdragen aan het tegengaan van een toename van het aantal werklozen, zoals uitvoering van werk-naar-werk-trajecten of snelle omscholingstrajecten;

  • b.

    activiteiten bestaande uit het beschikbaar maken en behouden van stages en leerbanen, zoals praktijksimulaties of stagebegeleiding;

  • c.

    activiteiten gericht op versterking van de bestaande structuur van de arbeidsmarktregio of het toevoegen van instrumentarium.

Artikel 6.40.3 Criteria

Subsidie wordt slechts verstrekt indien de activiteiten gericht zijn op de instroom en het behoud van talent voor de Gelderse arbeidsmarkt.

 

Artikel 6.40.4 Weigeringsgrond

Geen subsidie wordt verstrekt indien voor de betreffende activiteit subsidie kan worden verstrekt op grond van de Europese subsidieregeling INTERREG.

 

Artikel 6.40.5 Aanvrager

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt aan:

    • a.

      Arbeidsmarktregio Achterhoek;

    • b.

      Arbeidsmarktregio FoodValley;

    • c.

      Arbeidsmarktregio Midden-Gelderland;

    • d.

      Arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen;

    • e.

      Arbeidsmarktregio Rivierenland;

    • f.

      Arbeidsmarktregio Stedendriehoek en Noordwest-Veluwe .

  • 2.

    Subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt verstrekt aan de gemeente die blijkens de aanvraag optreedt als penvoerder van de arbeidsmarktregio.

Artikel 6.40.6 Niet subsidiabele kosten

  • 1.

    Geen subsidie wordt verstrekt voor kosten die uit anderen hoofde worden gesubsidieerd.

  • 2.

    In afwijking van artikel 1.3.5, onderdeel b, kan subsidie worden verstrekt voor kosten die zijn gemaakt vanaf 1 juli 2020.

Artikel 6.40.7 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Voor activiteiten als bedoeld in artikel 6.40.2, onderdeel c, bedraagt de subsidie maximaal 20% van het in het tweede lid genoemde bedrag.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, bedraagt de subsidie als bedoeld in artikel 6.40.2 voor de aanvrager genoemd in artikel 6.40.5 maximaal:

    • a.

      Arbeidsmarktregio Achterhoek: € 524.000;

    • b.

      Arbeidsmarktregio Foodvalley: € 616.000;

    • c.

      Arbeidsmarktregio Midden-Gelderland: € 712.000;

    • d.

      Arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen: € 580.000;

    • e.

      Arbeidsmarktregio Rivierenland: € 436.000;

    • f.

      Arbeidsmarktregio Stedendriehoek en Noordwest-Veluwe: € 1.132.000.

Artikel 6.40.8 Aanvraag

  • 1.

    Onverminderd artikel 1.2.3, wordt bij de aanvraag voor het verkrijgen van subsidie als bedoeld in artikel 6.40.2 in elk geval een door alle deelnemende partijen ondertekende samenwerkingsovereenkomst verstrekt, waaruit de gezamenlijke aanpak blijkt voor het verrichten van de activiteiten, de verdeling van de middelen en waarin een van de partijen als penvoerder wordt aangewezen.

  • 2.

    In de aanvraag geven de betrokken partijen aan op welke wijze zij hun kennis en bevindingen delen.

B

 

Na paragraaf 7.13 wordt een nieuwe paragraaf 7.14 toegevoegd, die luidt:

 

Paragraaf 7.14 Tijdelijke maatregelen theaters en podia in verband met Covid 19

 

Artikel 7.14.1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze paragraaf wordt verstaan onder:

    • a.

      theater: een gebouw waarin een podium en tenminste 300 zitplaatsen aanwezig zijn en waar publiek tegen betaling een gevarieerd aanbod van tenminste 50 live-voorstellingen per jaar op diverse gebieden zoals muziek, muziektheater, toneel, dans, opera, kleinkunst en cabaret kan bezoeken;

    • b.

      eigen inkomsten: de volgende baten, welke terug te vinden zijn in de jaarrekening aan de batenkant van de exploitatierekening:

      • 1.

        publieksinkomsten;

      • 2.

        overige inkomsten zijnde directe opbrengsten in de vorm van sponsorinkomsten en overige inkomsten;

      • 3.

        indirecte opbrengsten;

      • 4.

        overige bijdragen.

  • 2.

    Onder eigen inkomsten worden in ieder geval niet begrepen de volgende baten:

    • a.

      subsidies die zijn verstrekt door bestuursorganen;

    • b.

      overige bijdragen uit publieke middelen;

    • c.

      rentebaten;

    • d.

      bijdragen in natura;

    • e.

      kapitalisatie van vrijwilligers;

    • f.

      waardering vrijkaarten;

    • g.

      overige baten die geen relatie hebben met cultureel ondernemerschap.

Artikel 7.14.2 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Subsidie als bedoeld in artikel 3 van de AsG kan worden verstrekt aan podia die subsidie ontvangen op grond van de “Regeling van het Fonds podiumkunsten voor podia voor aanvullende ondersteuning in verband met gederfde inkomsten als gevolg van COVID-19-maatregelen” (Staatscourant 25 juni 2020, nr. 33305).

  • 2.

    Subsidie als bedoeld in artikel 3 van de AsG kan worden verstrekt aan filmhuizen die subsidie ontvangen op grond van artikel 30 e.v. van het Deelreglement Distributie van de Stichting Nederlands Fonds voor de film (Staatscourant 25 juni 2020, nr. 34747).

  • 3.

    Subsidie als bedoeld in artikel 3 van de AsG kan worden verstrekt aan theaters die geen subsidie als bedoeld in het eerste lid ontvangen en die in de periode van 21 maart 2020 tot en met 31 december 2020 inkomsten derven als gevolg van Covid-19 en de daarmee samenhangende RIVM-maatregelen.

Artikel 7.14.3 Aanvraag

  • 1.

    Aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikel 7.14.2, eerste en tweede lid, gaan vergezeld van een opgave van het bedrag dat de aanvrager heeft ontvangen van het Fonds voor Podiumkunsten respectievelijk het Nederlands Filmfonds.

  • 2.

    Aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikel 7.14.2, derde lid, gaan vergezeld van een berekening van de te ontvangen subsidie conform het rekenmodel van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten.

Artikel 7.14.4 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 7.14.2, eerste lid, bedraagt 50 % van het in het vorige artikel bedoelde bedrag dat de aanvrager van het Fonds voor podiumkunsten heeft ontvangen, met dien verstande dat per aanvrager maximaal een bedrag van € 325.000,- wordt verleend.

  • 2.

    De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 7.14.2, tweede lid, bedraagt 50% van het in het vorige artikel bedoelde bedrag dat de aanvrager van het Nederlands Filmfonds heeft ontvangen, met dien verstande dat per aanvrager maximaal een bedrag van € 200.000,- wordt verleend.

  • 3.

    De hoogte van de subsidie als bedoeld in artikel 7.14.2, derde lid, bedraagt 75% van 22,5% van de gemiddeld over de jaren 2017 en 2018 behaalde eigen inkomsten van de instelling onder aftrek van een bedrag dat gelijk is aan 25% van de reserves van de instelling per ultimo 2018, met dien verstande dat per aanvrager maximaal een bedrag van € 100.000,- wordt verleend.

Artikel 7.14.5 Weigeringsgrond

Geen subsidie wordt verleend aan een aanvrager aan wie al subsidie op grond van een andere provinciale overbruggingsregeling in verband met Covid 19 is verleend of die een aanvraag daartoe heeft ingediend.

 

Artikel 7.14.6 Vaststelling van de subsidie

De subsidie wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 25 van de AsG.

 

Artikel 7.14.7 Communautair toetsingskader

Subsidie als bedoeld in artikel 7.14.2 wordt slechts verstrekt voor zover deze niet in strijd is met Hoofdstuk I en artikel 53 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening.

Artikel II

De toelichting bij de Regels Ruimte voor Gelderland 2016 wordt als volgt gewijzigd.

 

A

De algemene toelichting onder het kopje “staatssteun” wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In de derde alinea wordt na 6.39, ingevoegd: 6.40,

  • 2.

    De zevende alinea komt te luiden:

  • Voor bepaalde activiteiten heeft de Europese Commissie specifieke vrijstellingsverordeningen vastgesteld. Het gaat daarbij vooral om de Algemene groepsvrijstellingsverordening, de Landbouw groepsvrijstellingsverordening en de Landbouw de-minimisverordening. Daar waar een van deze verordeningen van toepassing is, wordt niet getoetst aan de De-minimisverordening. Dit betreft de paragrafen 2.2, 2.3, 4.2 (voor wat betreft artikel 4.2.1, onderdeel b, c, en d), 4.5, 4.7, 4.16, 5.11, 6.9, 6.12a, 7.4, 7.9, 7.11, 7.13, 7.14.

B

Na de artikelsgewijze toelichting op artikel 6.39.9 wordt een toelichting ingevoegd, die luidt:

 

Paragraaf 6.40 Stimulering arbeidsmarktregio’s COVID-19

De provincie Gelderland onderneemt verschillende acties op het gebied van Onderwijs en Arbeidsmarkt om de gevolgen van de COVID-19 crisis te beperken. In dit verband investeren Gedeputeerde Staten €4 miljoen ter ondersteuning van de Gelderse beroepsbevolking om aan het werk te kunnen blijven en de problemen rondom stages een leerwerkbanen aan te kunnen pakken. Hierbij geldt dat de COVID-19 crisis zal leiden tot een vraag naar diensten van de arbeidsmarktregio’s door een groep mensen die voor de crisis geen ondersteuning nodig had. De arbeidsmarktregio’s geven de dienstverlening aan werkenden, werkzoekenden, studenten en scholieren vorm. Om ook deze nieuwe groep goed te kunnen helpen, subsidiëren Gedeputeerde Staten niet alleen activiteiten als werk-naar-werktrajecten en stagebegeleiding. Zij stimuleren de arbeidsmarktregio’s ook om nieuwe instrumenten te ontwikkelen. Een voorbeelden van zo’n instrument is het mobiliteitscentrum.

 

Artikel 6.40.2

Gedeputeerde Staten willen de arbeidsmarktregio’s de vrijheid laten om die oplossingen te kiezen die in de specifieke arbeidsmarktregio het wenselijkst zijn. Zij hebben daarom niet gekozen voor een systematiek met een gelimiteerd aantal activiteiten en een daarbij horend subsidiebedrag, maar laten de mogelijkheid open van andersoortige oplossingen dan de in de regeling genoemde voorbeelden.

Bij de activiteiten genoemd in de onderdelen a en b gaat het om activiteiten die tot trajecten leiden waarmee individuele scholieren, studenten, werkzoekenden of werkenden worden ondersteund. Bij de activiteiten genoemd in onderdeel c gaat het om activiteiten die niet direct leiden tot ondersteuning van scholieren, studenten, werkzoekenden of werkenden.

 

Artikel 6.40.7

De verstrekking van subsidies onder deze paragraaf is niet aan te merken als staatssteun. Hierbij geldt voor de activiteiten in artikel 6.40.2, onderdeel a, dat de activiteiten zuiver lokaal zijn. De activiteiten zijn gericht op de Gelderse arbeidsmarkt en het Gelderse bedrijfsleven. De inzet is nodig om mensen aan het werk te houden en om ze naar andere bedrijven te krijgen- bedrijven die mede hierdoor kunnen blijven draaien. Werkzoekenden komen aan werk, werkgevers aan arbeidskrachten.

Voor de activiteiten in artikel 6.40.2, onderdeel b, geldt eveneens dat de activiteiten zuiver lokaal zijn: ze zijn gericht op scholieren aan Gelderse onderwijsinstellingen, op werkzoekenden met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt en op het Gelderse bedrijfsleven. De inzet is nodig om scholieren/ werkzoekenden aan het werk te helpen door ze aan ervaring te helpen. Zij komen aan ervaring en daardoor aan werk, werkgevers daardoor aan arbeidskrachten.

 

In beide gevallen geldt dat de arbeidsmarktregio’s een makel- en schakelfunctie vervullen. Bij die functie gaat het om niet-economische activiteiten.

 

Voor de activiteiten in artikel 6.40.2, onderdeel c, geldt dat het om niet-economische activiteiten zal gaan (zoals opbouw van makelen & schakelen in een mobiliteitsplatform, of ondersteuning voor (opzet van) activiteiten die normaliter vanuit ROC’s plaatsvinden, zoals stagebegeleiding).

Artikel III

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2.

    Onverminderd het eerste lid werken artikel I, onder A en artikel II, onder A, onderdeel 1, en onder B, terug tot 1 juli 2020.

Gedeputeerde Staten van Gelderland

John Berends

Commissaris van de Koning

Pieter Hilhorst

Secretaris

Gepubliceerd te Arnhem

Gedeputeerde Staten van Gelderland

J.C.G.M. Berends - Commissaris van de Koning

P.G.G. Hilhorst - secretaris

Naar boven