31e wijziging Regels Ruimte voor Gelderland 2016

Bekendmaking van het besluit van 14 juli 2020- zaaknummer 2020-009223 tot wijziging van een regeling

 

Gedeputeerde Staten van Gelderland

gelet op artikel 3 lid 4 van de Algemene subsidieverordening Gelderland 2016

 

Besluiten

vast te stellen de 31e wijziging van de Regels Ruimte voor Gelderland 2016

Artikel I  

De Regels Ruimte voor Gelderland 2016 worden als volgt gewijzigd.

 

A

In artikel 4.2.8 wordt:

  • a.

    “onderdeel d en e” vervangen door: onderdeel d;

  • b.

    “21 van de Landbouwgroepsvrijstellingsverordening” vervangen door: 22 van de Landbouwgroepsvrijstellingsverordening.

B

Na paragraaf 6.38 wordt een paragraaf ingevoegd, die luidt:

 

Paragraaf 6.39

 

Paragraaf 6.39 Ondersteuningsmaatregelen voor ondernemers en organisaties COVID-19

 

Artikel 6.39.1 Begripsomschrijvingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

    dagrecreatie: het aanbieden van een product of dienst op het gebied van recreatie, educatie of cultuur dat door de consument binnen één dag kan worden afgenomen;

  • b.

    aanpassen van een bedrijf of organisatie: uitbreiden of wijzigen van de reguliere activiteit of het ontplooien van een nieuwe activiteit met als doel meer mogelijkheden bieden voor activiteiten passend binnen de anderhalvemetersamenleving.

Artikel 6.39.2 Subsidiabele activiteit

Subsidie als bedoeld in artikel 11 van de AsG kan worden verstrekt voor:

  • a.

    het ontwikkelen en uitvoeren van ideeën om een bestaand bedrijf of bestaande organisatie aan te passen; of

  • b.

    het uitvoeren van maatregelen in het bedrijf of de organisatie, in verband met de anderhalvemetersamenleving.

Artikel 6.39.3 Criteria

Subsidie voor het ontwikkelen en uitvoeren van ideeën om een bestaand bedrijf of bestaande organisatie aan te passen wordt alleen verstrekt als:

  • a.

    de activiteit heeft plaatsgevonden na 15 maart 2020; en

  • b.

    de aanpassing plaatsvindt ten behoeve van één van de sectoren als genoemd in artikel 6.39.4.

Artikel 6.39.4 Aanvrager

  • 1.

    Subsidie wordt verstrekt aan een bedrijf of organisatie in de volgende sectoren:

    • a.

      horeca;

    • b.

      dagrecreatie;

    • c.

      evenementenbranche; of

    • d.

      verblijfsrecreatie.

  • 2.

    In aanvulling op het eerste lid kan een subsidie worden verstrekt aan een samenwerkingsverband van de in het eerste lid genoemde bedrijven of organisaties.

Artikel 6.39.5 Aanvraag

In afwijking van artikel 7, eerste lid, van de AsG kan een aanvraag worden ingediend na uitvoering van de subsidiabele activiteit.

 

Artikel 6.39.6 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Voor het uitvoeren van maatregelen in het bedrijf of de organisatie, in verband met de anderhalvemetersamenleving, zijn subsidiabel:

    • a.

      materiaalkosten; en

    • b.

      kosten van werkzaamheden door derden voor het uitvoeren van de maatregelen.

  • 2.

    In afwijking van artikel 1.3.5, onder b, komen de kosten voor het uitvoeren van maatregelen in het bedrijf of de organisatie, in verband met de anderhalvemetersamenleving, die zijn gemaakt na 15 maart 2020 voor subsidie in aanmerking.

  • 3.

    In afwijking van artikel 1.3.5, onder h, komen kosten om te voldoen aan wettelijke verplichtingen voor subsidie in aanmerking.

Artikel 6.39.7 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie voor het ontwikkelen en uitvoeren van ideeën om een bestaand bedrijf of bestaande organisatie aan te passen, bedraagt € 3.500.

  • 2.

    De subsidie voor het uitvoeren van maatregelen in organisatie en bedrijfsvoering, in verband met de anderhalvemetersamenleving, bedraagt minimaal € 1.000 en maximaal € 5.000.

Artikel 6.39.8 Weigeringsgrond

  • 1.

    Subsidie wordt geweigerd voor zover voor dezelfde subsidiabele activiteit al eerder subsidie is verstrekt.

  • 2.

    Subsidie wordt geweigerd als aan een aanvrager al subsidie op grond van een andere provinciale overbruggingsregeling in verband met Covid 19 is verleend of als een aanvrager daartoe een aanvraag heeft ingediend.

Artikel 6.39.9 Verplichtingen

  • 1.

    Aanvrager is verplicht zich bij de uitvoering te houden aan de op dat moment geldende:

    • a.

      richtlijnen zoals vermeld op de website van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu;

    • b.

      noodverordening COVID-19 van de betreffende veiligheidsregio; en

    • c.

      wetgeving ten aanzien van de anderhalvemetersamenleving.

  • 2.

    De subsidiabele activiteit is binnen zes maanden na datum van de beschikking tot subsidieverlening afgerond.

C

Na de artikelsgewijze toelichting op paragraaf 7.12 wordt een paragraaf ingevoegd, die luidt:

 

Paragraaf 7.13 Tijdelijke maatregelen monumenten met een publieksfunctie en regionale musea in verband met Covid 19

 

Artikel 7.13.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

    regionaal museum: een museum dat geregistreerd is bij het Museumregister of dat lid is van de Coöperatie Erfgoed Gelderland en dat op bovenlokaal niveau cultureel erfgoed verzamelt, bewaart, bestudeert en tegen betaling aan het publiek presenteert;

  • b.

    monument met een publieksfunctie: een Rijks- of gemeentelijk monument dat vanwege haar culturele of erfgoedfunctie tegen betaling voor het publiek is opengesteld.

Artikel 7.13.2 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Subsidie als bedoeld in artikel 11 van de AsG kan worden verstrekt ten behoeve van de exploitatie over de periode van 21 maart 2020 tot en met 31 december 2020 van een regionaal museum of een monument met een publieksfunctie dat inkomsten derft als gevolg van een terugloop van het aantal betalende bezoekers door Covid 19 en de daarmee samenhangende RIVM-maatregelen.

  • 2.

    Geen subsidie wordt verstrekt aan een museum dat structureel door de Rijksoverheid gefinancierd wordt.

Artikel 7.13.3 Aanvrager

Subsidie als bedoeld in artikel 7.13.2 wordt verstrekt aan de exploitant van het regionaal museum of het monument met een publieksfunctie.

 

Artikel 7.13.4 Aanvraag en verplichtingen

Onverminderd artikel 1.2.3 bevat de aanvraag voor het verkrijgen van de subsidie:

  • a.

    een gemotiveerde verklaring van de exploitant van het regionaal museum of het monument met een publieksfunctie dat de instelling op 31 december 2019 niet in financiële moeilijkheden verkeerde en dat de instelling als gevolg van teruglopende bezoekersaantallen inkomsten derft;

  • b.

    een opgave van het aantal betalende bezoekers in het jaar 2019.

Artikel 7.13.5 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De hoogte van de subsidie aan de hand van het aantal betalende bezoekers in 2019 bedraagt:

    • a.

      bij een bezoekersaantal van minimaal 8.000 tot 25.000: € 15.000;

    • b.

      bij een bezoekersaantal van 25.000 tot 50.000: € 30.000;

    • c.

      bij een bezoekersaantal van 50.000 tot 100.000: € 50.000;

    • d.

      bij een bezoekersaantal van 100.000 of meer: € 100.000.

  • 2.

    Per museum of monument wordt slechts éénmaal subsidie verstrekt.

Artikel 7.13.6 Vaststelling van de subsidie

De subsidie wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 25 van de AsG.

 

Artikel 7.13.7 Weigeringsgrond

Geen subsidie wordt verstrekt aan een aanvrager aan wie al subsidie op grond van een andere provinciale overbruggingsregeling in verband met Covid 19 is verstrekt of die een aanvraag daartoe heeft ingediend.

 

Artikel 7.13.8 Communautair toetsingskader

Subsidie als bedoeld in artikel 7.13.2 wordt slechts verstrekt voor zover deze niet in strijd is met Hoofdstuk I en artikel 53 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening.

Artikel II  

De toelichting bij de Regels Ruimte voor Gelderland 2016 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

  • 1.

    De algemene toelichting onder het kopje staatssteun wordt als volgt gewijzigd:

     

    • 1.

      De derde alinea komt te luiden:

      Er is geen sprake van staatssteun als er geen economische activiteiten worden gesubsidieerd of als het grensoverschrijdend effect van de subsidie ontbreekt. Dit is het geval bij de paragrafen 2.4, 2.7, 2.10, 2.13, 3.6, 3.7, 3.12, 3.13, 3.17, 3.18, 4.2 (voor wat betreft artikel 4.2.1, onderdeel a en e), 4.6, 4.12, 4.15, 4.17, 5.15, 6.3 (voor wat betreft artikel 6.3.1, onderdeel b), 6.32, 6.39, 7.5, 7.6, 7.7, 7.8, 7.10, 8.1 en 8.2.

       

    • 2.

      De zevende alinea komt te luiden:

      Voor bepaalde activiteiten heeft de Europese Commissie specifieke vrijstellingsverordeningen vastgesteld. Het gaat daarbij vooral om de Algemene groepsvrijstellingsverordening, de Landbouw groepsvrijstellingsverordening en de Landbouw de-minimisverordening. Daar waar een van deze verordeningen van toepassing is, wordt niet getoetst aan de De-minimisverordening. Dit betreft de paragrafen 2.2, 2.3, 4.2 (voor wat betreft artikel 4.2.1, onderdeel b, c, en d), 4.5, 4.7, 4.16, 5.11, 6.9, 6.12a, 7.4, 7.9, 7.11, 7.13.

B

Na de artikelsgewijze toelichting op paragraaf 6.38 wordt de volgende toelichting ingevoegd:

 

Paragraaf 6.39

 

Artikel 6.39.2 Subsidiabele activiteit

Sub a

Bij deze subsidiabele activiteit gaat het om verschuivingen van het aanbod van een bestaand bedrijf of organisatie. Ook advies van derden valt hieronder. Ontwikkelen gaat altijd samen met het uitvoeren van ideeën. Alleen het ontwikkelen van ideeën, zonder uitvoeren, is dus niet subsidiabel. Het uitvoeren van ideeën kan ook zonder het ontwikkelen plaatsvinden. Alleen het uitvoeren van ideeën, zonder ontwikkelen, is dus wel subsidiabel.

Voorbeelden hiervan zijn een kasteel dat naast de reguliere activiteiten ook andere activiteiten gaat ontplooien in de tuin bij het kasteel en een ondernemer die normaliter met frietkramen op festivals staat, die nu drive-ins heeft gerealiseerd.

 

Sub b

Voorbeelden van de maatregelen zijn: een toegangssysteem voor sanitaire units op een camping, stickers of borden die een looproute aangeven, schotten die tussen tafels of zitplaatsen kunnen worden aangebracht en een desinfectiezuil.

 

Artikel 6.39.4 Aanvrager

Onder ondernemers in de evenementenbranche vallen ook kermisexploitanten. Zij kunnen dus ook gebruik maken van deze regeling. Hetzelfde geldt voor bedrijven of organisaties die bijvoorbeeld horeca of dagrecreatie als nevenactiviteit hebben.

 

Artikel 6.39.9 Verplichtingen

Eerste lid

De overheid streeft ernaar de tijdelijke maatregelen uit de noodverordeningen vast te leggen in de wet. Op het moment van totstandkoming van deze regeling werkt de overheid aan de Tijdelijke Wet Maatregelen Covid-19. Het is nog niet bekend of en wanneer deze wet inwerking treedt. Vast staat wel dat als deze wet in werking treedt, bij de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten aan deze wet moet worden voldaan.

 

C

Na de artikelsgewijze toelichting op paragraaf 7.10 wordt de volgende toelichting ingevoegd:

 

Paragraaf 7.13

 

Deze regeling beoogt regionale musea en monumenten met een publieksfunctie een financiële tegemoetkoming te geven in inkomstenderving ten gevolge van afnemende bezoekersaantallen door Covid 19 en de daarmee samenhangende beperkende maatregelen. De hoogte van de financiële tegemoetkoming is in artikel 7.13.5 vastgesteld op een vast bedrag per staffel. Deze bedragen zijn bepaald aan de hand van de hoogte van het aantal betalende bezoekers (prognose op basis van bezoekersaantallen in 2019) en de gemiddelde toegangsprijs van € 11,39 van een Gelders museum in 2018, op basis van gegevens van het CBS. Met de bedragen zoals opgenomen in artikel 7.13.5 zal de steun nooit hoger zijn dan het verlies aan inkomsten en zal er geen sprake zijn van overcompensatie.

Artikel III  

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op 4 augustus 2020.

     

Gedeputeerde Staten van Gelderland

John Berends

Commissaris van de Koning

Pieter Hilhorst

Secretaris

Gepubliceerd te Arnhem

Gedeputeerde Staten van Gelderland

J.C.G.M. Berends - Commissaris van de Koning

P.G.G. Hilhorst - secretaris

Naar boven