Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 7 juli 2020 tot wijziging van de Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant in verband met ophoging van de subsidieplafonds in de paragraaf 6 inzake impulsgelden en toevoeging van extra subsidiabele kosten in paragraaf 11 en een extra subsidiabele activiteit in paragraaf 12 in verband met de coronacrisis (Twintigste wijziging Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant)

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

 

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

 

Overwegende dat het wenselijk is de Subsidieregeling hedendaagse cultuur te wijzigen in verband met de ophoging van het subsidieplafond in paragraaf 6, en om culturele instellingen meer tijd te geven voor de uitvoering van hun projecten en de extra kosten ontstaan door de corona crisis te subsidiëren, in paragraaf 11 en in paragraaf 12 een nieuwe subsidiabele activiteit toe te voegen, die projecten in de coronatijd mogelijk maken;

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

 

Artikel I Wijziging Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant

De subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

In artikel 6.10, onder b, wordt “€ 1.626.832” vervangen door: € 1.847.744.

 

B.

In artikel 11.7 wordt, onder vernummering van het tweede tot en met vierde lid tot derde tot en met vijfde lid, een tweede lid ingevoegd, luidende:

  • 2.

    Onder noodzakelijk en adequaat als bedoeld in het eerste lid, vallen ook de kosten die noodzakelijk zijn in verband met het in tijd moeten verplaatsen van activiteiten als gevolg van het verbod op het organiseren van evenementen en kosten als gevolg van te nemen corona maatregelen tot een maximum van € 83.000.

C.

Artikel 11.10 wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    In onderdeel a wordt “€2.525.000” vervangen door: €2.625.000.

  • b.

    In onderdeel b wordt € 3.610.000 vervangen door: €3.810.000.

D.

In artikel 11.15, eerste lid, onder b, wordt “maximaal twee jaar” vervangen door: maximaal drie jaar.

 

E.

In artikel 12.4, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • a.

    versterking van het cultuursysteem in het licht van corona maatregelen.

F.

Artikel 12.5 komt te luiden:

Artikel 12.5 Weigeringsgronden

  • 1.

    Subsidie wordt geweigerd indien:

    • a.

      reeds voor indiening van de aanvraag begonnen is met de uitvoering van het project;

    • b.

      voor het project reeds subsidie is verstrekt of is aangevraagd op grond van een andere paragraaf uit deze subsidieregeling, met uitzondering van paragraaf 7 en 8;

    • c.

      de aangevraagde subsidie minder bedraagt dan € 15.000;

    • d.

      de aangevraagde subsidie meer bedraagt dan € 64.999;

    • e.

      de subsidieaanvrager een onderneming in moeilijkheden is als bedoeld in artikel 2, onder 18, van de algemene groepsvrijstellingsverordening;

    • f.

      ten aanzien van de subsidieaanvrager een bevel tot terugvordering als bedoeld in artikel 1, vierde lid, onder a, van de algemene groepsvrijstellingsverordening openstaat.

  • 2.

    Onverminderd het eerst lid, wordt subsidie geweigerd voor projecten als bedoeld in artikel 12.4, onder a tot en met c, indien:

    • a.

      het project start binnen 16 weken na indiening van de subsidieaanvraag;

    • b.

      het aangevraagde subsidie minder bedraagt dan €25.000.

G.

Artikel 12.6 komt te luiden:

Artikel 12.6 Subsidievereisten

  • 1.

    Om voor subsidie als bedoeld in artikel 12.4, onder a tot en met d, in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      het project is gericht op het duurzaam versterken van het Brabantse cultuursysteem door:

      • 1°.

        activiteiten van hoge culturele kwaliteit te ondersteunen;

      • 2°.

        een divers samengesteld netwerk uit overheden, onderwijs, ondernemers, maatschappelijke organisaties en burgers sterker bij het cultuursysteem te betrekken; en

      • 3°.

        innovatieve bedrijvigheid en duurzame verbreding van financieel draagvlak in de cultuursector te bevorderen;

    • b.

      het project heeft het potentieel te gaan voldoen aan de volgende vereisten van een project als bedoeld in paragraaf 11 van deze subsidieregeling:

      • 1°.

        het project is gericht op duurzame versterking van het Brabantse cultuursysteem, in ieder geval blijkend uit de creatie van nieuw, kwalitatief hoogstaand cultureel aanbod met een blijvend karakter en blijkend uit de betekenis voor de ontwikkeling van toptalent in de provincie Noord-Brabant;

      • 2°.

        het project is gericht op het ontwikkelen en uitvoeren van cultuurprojecten van ten minste nationaal belang;

      • 3°.

        het project is van hoge culturele kwaliteit, tot uitdrukking komend in oorspronkelijkheid, zeggingskracht en vakmanschap;

      • 4°.

        het project getuigt van goed cultureel ondernemerschap;

      • 5°.

        het project heeft draagvlak in de Brabantse samenleving;

    • c.

      aan het project ligt een projectplan ten grondslag waarin in ieder geval is opgenomen:

      • 1°.

        op welke wijze wordt voldaan aan de vereisten in deze paragraaf;

      • 2°.

        een sluitende en realistische begroting.

  • 2.

    Onverminderd het eerste lid, wordt om voor subsidie als bedoeld in artikel 12.4, onder a tot en met c, in aanmerking te komen, voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      het project is gericht op:

      • 1°.

        de ontwikkeling van een nieuw cultuurproject;

      • 2°.

        de innovatie van een bestaand cultuurproject;

      • 3°.

        validatie van nieuwe culturele activiteiten of producten.

  • 3.

    Om voor subsidie als bedoeld in artikel 12.4, onder d, in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

H.

Artikel 12.11 komt te luiden:

Artikel 12.11 Subsidiehoogte

  • 1.

    De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 12.4, bedraagt 30% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 64.999.

  • 2.

    Indien toepassing van het eerste lid tot gevolg heeft dat de subsidie, bedoeld in artikel 12.4, onder a tot en met c, minder dan € 25.000 bedraagt, wordt de subsidie niet verstrekt.

  • 3.

    Indien toepassing van het eerste lid tot gevolg heeft dat de subsidie, bedoeld in artikel 12.4, onder d, minder dan € 15.000 bedraagt, wordt de subsidie niet verstrekt.

I.

In artikel 12.14 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  • a.

    In het eerste lid, onder c, wordt “maximaal twee jaar” vervangen door: maximaal drie jaar.

  • b.

    Het tweede lid vervalt.

  • c.

    Het derde lid wordt genummerd tot tweede lid.

  • d.

    Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

    • 4.

      In afwijking van het bepaalde genoemd in het eerste lid, onder c

Artikel II Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst en werkt ten aanzien van de artikelen B, C en H terug tot en met 18 december 2019.

 

 

’s-Hertogenbosch, 7 juli 2020

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk

de secretaris

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

Toelichting behorende bij de Twintigste wijziging Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant  

Algemeen

Met deze regeling wordt de Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant gewijzigd. De wijzigingen zijn vooral ingegeven uit de wens iets extra’s te doen voor de culturele sector die is getroffen door de coronapandemie.

 

De eerste belangrijke wijziging is de ophoging van het subsidieplafond voor subsidie op grond van paragraaf 6 van de Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant. Deze subsidie is voor projecten gericht op het geven van een impuls aan de duurzame ontwikkeling van het Brabantse cultuursysteem. Paragraaf 6 heeft als titel ‘Impulsgelden’.

 

Door de ophoging van het subsidieplafond kunnen meer instellingen subsidie aanvragen. Het geld komt uit reeds eerder beschikbaar gestelde, maar niet benutte middelen voor projecten in paragraaf 6. Concreet bestaat het bedrag uit restant gelden van openstellingen uit 2018 en 2019 en uit lagere vaststellingen van subsidiebeschikkingen op grond van deze paragraaf.

 

De tweede belangrijke wijziging is de wijziging van paragraaf 11, met als titel Cultuurprojecten van ten minste nationaal belang. Deze wijziging houdt in dat ook kosten die zijn ontstaan door de genomen corona maatregelen subsidiabel worden. Dit gebeurd met terugwerkende kracht.

 

Daarnaast krijgen projecten de mogelijkheid om drie in plaats van twee jaar uitstel aan te vragen voor de uitvoering van het project. Ook dit gebeurd met terugwerkende kracht.

 

De derde belangrijke wijziging is de wijziging van paragraaf 12, met als titel Ontwikkeling en innovatie van cultuurprojecten van ten minste nationaal belang. In deze paragraaf wordt een extra subsidiabele activiteit toegevoegd. Dit maakt mogelijk subsidie aan te vragen voor projecten die onderzoeken welke maatregelen genomen kunnen worden in deze corona periode zodat projecten uit de culturele sector alsnog uitgevoerd kunnen worden. Voor deze projecten wordt afgeweken van het vereiste dat projecten niet eerder dan 16 weken na indiening van de aanvraag mogen starten en het minimaal aan te vragen subsidiebedrag ligt lager voor deze projecten.

 

II. Artikelsgewijs

 

Artikel I Wijziging Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant

 

Onderdeel A (artikel 6.10)

Het subsidieplafond van paragraaf 6 wordt verhoogd met restant gelden uit eerdere openstellingen.

 

Onderdeel B (artikel 11.7)

Naast de bestaande subsidiabele kosten worden extra subsidiabele kosten toegevoegd die samenhangen met extra kosten als gevolg van de coronapandemie. Deze kosten kunnen samenhangen met het uitstel van projecten waardoor extra kosten gemaakt moeten worden, zoals bijvoorbeeld het opnieuw laten maken van drukwerk. Ook is subsidiabele geworden kosten de samenhangen de verplicht en noodzakelijk te nemen maatregelen om projecten alsnog uit te kunnen voeren.

 

Onderdeel E (artikel 12.4)

Er wordt een extra subsidiabele activiteit toegevoegd gericht op projecten die zich richten op het nemen van corona maatregelen in de cultuursector.

 

Onderdeel G (artikel 12.6)

De projecten die op basis van de extra subsidiabele activiteit subsidiabel worden, bevatten grotendeel dezelfde vereisten als de reeds opgenomen projecten. Dit blijkt uit het eerste lid van dit artikel. In het derde lid staan de aanvullende activiteiten waaruit blijkt dat het project gericht moet zijn op het kunnen voldoen aan de corona voorschriften.

 

Het vereiste genoemd onder c is opgenomen omdat deze projecten vooral op de korte termijn nut hebben en nodig zijn om te voldoen aan de corona maatregelen.

 

Gedeputeerde Staten van Noord Brabant,

 

de voorzitter

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk

 

de secretaris

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

Naar boven