De algemeen directeur van de provincie Noord-Brabant;
Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;
Overwegende dat het IPO bij besluit van 9 januari 2020 heeft ingestemd met de inrichting van een compensatieregeling drugsdumpingen voor het overgangsjaar 2020;
Overwegende dat de colleges van Gedeputeerde Staten van de provincies Drenthe, Flevoland, Friesland, Groningen, Limburg, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht, Zeeland en Zuid-Holland aan de algemeen directeur van de provincie Noord-Brabant mandaat hebben verleend tot het namens hen nemen van besluiten betreffende de verstrekking van subsidie op grond van de door hen vastgestelde respectievelijke subsidieregelingen inzake het opruimen van drugsafval;
Overwegende dat aan de algemeen directeur daarbij de bevoegdheid is verleend ten aanzien van de uitoefening van de aan hem gemandateerde bevoegdheden schriftelijk ondermandaat te verlenen aan onder hem ressorterende programmamanagers;
Overwegende dat de algemeen directeur van deze bevoegdheid gebruik wenst te maken;
Besluit:
Artikel 1 Begripsbepalingen
In dit besluit wordt verstaan onder:
algemeen directeur: algemeen directeur van de provincie Noord-Brabant;
Awb: Algemene wet bestuursrecht;
Gedeputeerde Staten: Gedeputeerde Staten van de provincie Drenthe, Flevoland, Friesland, Groningen, Limburg, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht, Zeeland respectievelijk Zuid-Holland voor wat betreft de voor die provincie vastgestelde subsidieregeling;
mandaatbesluit: door Gedeputeerde Staten vastgesteld besluit inzake de verlening van mandaat aan de algemeen directeur van de provincie Noord-Brabant inzake de subsidieregeling, te weten;
- a.
Besluit mandaat algemeen directeur van de provincie Noord-Brabant inzake de Subsidieregeling opruiming drugsafval Drenthe 2020;
- b.
Besluit mandaat algemeen directeur van de provincie Noord-Brabant inzake de Subsidieregeling opruiming drugsafval Flevoland 2020;
- c.
Besluit mandaat algemeen directeur van de provincie Noord-Brabant inzake de Subsidieregeling opruiming drugsafval Friesland 2020;
- d.
Besluit mandaat algemeen directeur van de provincie Noord-Brabant inzake de Subsidieregeling opruiming drugsafval Groningen 2020;
- e.
Besluit mandaat algemeen directeur van de provincie Noord-Brabant inzake de Subsidieregeling opruiming drugsafval Limburg 2020;
- f.
Besluit mandaat algemeen directeur van de provincie Noord-Brabant inzake de Subsidieregeling opruiming drugsafval Noord-Holland 2020;
- g.
Besluit mandaat algemeen directeur van de provincie Noord-Brabant inzake de Subsidieregeling opruiming drugsafval Overijssel 2020;
- h.
Besluit mandaat algemeen directeur van de provincie Noord-Brabant inzake de Subsidieregeling opruiming drugsafval Utrecht 2020;
- i.
Besluit mandaat algemeen directeur van de provincie Noord-Brabant inzake de Subsidieregeling opruiming drugsafval Zeeland 2020;
- j.
Besluit mandaat algemeen directeur van de provincie Noord-Brabant inzake de Subsidieregeling opruiming drugsafval Zuid-Holland 2020;
mandaatregister: openbaar register als bedoeld in artikel 11 van de Regeling mandaat Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant 2018;
programmamanager: onder de algemeen directeur ressorterende programmamanager die verantwoordelijk is voor de kwaliteit van het openbaar bestuur;
projectleider: onder de programmamanager ressorterende projectleider;
subsidieregeling: door Gedeputeerde Staten vastgestelde subsidieregeling, te weten:
- a.
Subsidieregeling opruiming drugsafval Drenthe 2020;
- b.
Subsidieregeling opruiming drugsafval Flevoland 2020;
- c.
Subsidieregeling opruiming drugsafval Friesland 2020;
- d.
Subsidieregeling opruiming drugsafval Groningen 2020;
- e.
Subsidieregeling opruiming drugsafval Limburg 2020;
- f.
Subsidieregeling opruiming drugsafval Noord-Holland 2020;
- g.
Subsidieregeling opruiming drugsafval Overijssel 2020;
- h.
Subsidieregeling opruiming drugsafval Utrecht 2020;
- i.
Subsidieregeling opruiming drugsafval Zeeland 2020;
- j.
Subsidieregeling opruiming drugsafval Zuid-Holland 2020.
Artikel 2 Mandaatverlening
- 1.
De algemeen directeur verleent ondermandaat aan de programmamanager voor het nemen van besluiten als bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid, van het mandaatbesluit. Artikel 2, derde lid, van het mandaatbesluit is van overeenkomstige toepassing.
- 2.
De programmamanager kan ter uitoefening van de krachtens het eerste lid aan hem gemandateerde bevoegdheid schriftelijk ondermandaat verlenen aan onder hem ressorterende projectleiders.
Artikel 3 Ondertekening
De programmamanager brengt in de door hem te nemen besluiten tot uitdrukking dat sprake is van een in mandaat namens Gedeputeerde Staten genomen besluit en van een door de desbetreffende provincie beschikbaar gestelde subsidie.
Artikel 4 Rechtsmiddelenverwijzing
Onder de besluiten, bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt de rechtsmiddelenverwijzing, bedoeld in artikel 4 van het mandaatbesluit, opgenomen.
Artikel 5 Instructies
De programmamanager neemt bij de uitoefening van de aan hem gemandateerde bevoegdheden algemene instructies en instructies per geval van de algemeen directeur en Gedeputeerde Staten als bedoeld in artikel 10:6, eerste lid, van de Awb in acht.
Artikel 6 Informatieplicht
- 1.
De programmamanager stelt Gedeputeerde Staten tijdig in kennis van krachtens mandaat te nemen of reeds genomen besluiten waarvan hij redelijkerwijs moet aannemen dat kennisneming door hen gewenst is.
- 2.
Kennisgeving als bedoeld in het eerste lid vindt in ieder geval plaats indien:
- a.
de maatschappelijke, beleidsmatige, politieke, juridische of financiële omstandigheden daartoe aanleiding geven;
- b.
het besluit ertoe kan leiden dat de desbetreffende provincie aansprakelijk wordt gesteld.
- 3.
Onverminderd het eerste en tweede lid deelt de programmamanager deze informatie met de algemeen directeur indien hij redelijkerwijs moet aannemen dat kennisneming door de algemeen directeur eveneens gewenst is.
- 4.
Gedeputeerde Staten kunnen op grond van de kennisgeving, bedoeld in het eerste lid, ten aanzien van een voorgenomen besluit bepalen dat van het bij of krachtens dit besluit verleende mandaat geen gebruik mag worden gemaakt.
- 5.
Gedeputeerde Staten voorzien de programmamanager, al dan niet door tussenkomst van de algemeen directeur, tijdig van alle benodigde informatie ten behoeve van de invulling van zijn mandaat.
Artikel 7 Verantwoording
- 1.
De programmamanager brengt jaarlijks aan Gedeputeerde Staten verslag uit over de bij of krachtens het mandaatbesluit genomen besluiten.
- 2.
Het verslag, bedoeld in het eerste lid, bevat in ieder geval:
- a.
een overzicht van de besteding van het beschikbare budget voor te verlenen subsidies;
- b.
een uiteenzetting van de bij de besteding opgedane ervaringen en de daaruit te trekken conclusies;
- c.
een opgave van alle in de voorafgaande periode in mandaat genomen besluiten.
- 3.
Onverminderd het eerste en tweede lid, verschaft de programmamanager, al dan niet door tussenkomst van de algemeen directeur, desgevraagd alle informatie aan Gedeputeerde Staten ter zake van de uitoefening van de ingevolge dit besluit aan hem gemandateerde bevoegdheden.
Artikel 8 Toepasselijke wet- en regelgeving
De programmamanager neemt bij de uitoefening van de aan hem gemandateerde bevoegdheden het ter zake geldende recht in acht, in het bijzonder de Awb, de van toepassing zijnde algemene subsidieverordening en de subsidieregeling.
Artikel 9 Registratie en inwerkingtreding
- 1.
Dit besluit wordt gevoegd in het mandaatregister.
- 2.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 2 juni 2020.
Artikel 10 Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit ondermandaat programmamanager inzake subsidieregelingen opruiming drugsafval 2020.
Authentieke versie (PDF)
Informatie
Printen
Delen