Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 7 juli 2020 tot wijziging van de Subsidieregeling energie Noord-Brabant in verband met de openstelling van een nieuw aanvraagtijdvak voor subsidie op grond van paragraaf 1 van die regeling (Zevende wijziging Subsidieregeling energie Noord-Brabant)

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

 

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

 

Overwegende dat het wenselijk is de Subsidieregeling energie Noord-Brabant te wijzigen in verband met de openstelling van een nieuw aanvraagtijdvak voor subsidie op grond van paragraaf 1 van die regeling, te weten projecten gericht op het versnellen van de energietransitie;

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel I Wijziging Subsidieregeling energie Noord-Brabant

De Subsidieregeling energie Noord-Brabant wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

 

Artikel 1.1, onder b, komt te luiden:

  • b.

    de-minimis verordening: Verordening (EU) 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU 2013, L 352);.

B.

 

Artikel 1.6 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In onderdeel h wordt “tenminste” vervangen door: ten minste.

  • 2.

    Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel i door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

    • j.

      de subsidieaanvrager raadpleegt de Stichting Brabant geeft Energie voor een inschatting van de kansen en risico’s van het project en het opstellen van het projectplan, bedoeld onder i.

C.

 

Artikel 1.7, tweede lid, komt te luiden:

  • 2.

    Voor de berekening van subsidiabele uurtarieven van interne loonkosten van de subsidieaanvrager past de subsidieaanvrager een van de berekeningswijzen, genoemd in artikel 2, eerste lid, onder a of c, van de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen subsidies Noord-Brabant 2017 toe.

D.

 

Artikel 1.8 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Onderdeel a komt te luiden:

    • a.

      kosten voor de aanschaf en het plaatsen van algemeen economisch beschikbare technieken voor het opwekken, terugwinnen en besparen van energie;.

  • 2.

    Onderdeel b vervalt onder verlettering van de onderdelen c tot en met e tot b tot en met d.

  • 3.

    In onderdeel b (nieuw) wordt “gemeente” vervangen door: gemeenten.

E.

 

De artikelen 1.9 en 1.10 komen te luiden:

Artikel 1.9 Aanvraagtijdvak

Subsidieaanvragen worden ingediend van 15 oktober 2020 tot en met 1 december 2021.

 

Artikel 1.10 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor de periode, genoemd in artikel 1.9, vast op € 500.000.

 

F.

 

Artikel 1.11, eerste lid, komt te luiden:

  • 1.

    De hoogte van de subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 24.999.

G.

 

Artikel 1.12 komt te luiden:

 

Artikel 1.12 Verdelingswijzen

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2.

    Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3.

    Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting, in aanwezigheid van een notaris en ten minste twee onafhankelijke waarnemers.

  • 4.

    De trekking wordt schriftelijk vastgelegd door de notaris, waarbij de aanvragen van hoog naar laag worden gerangschikt in volgorde van trekking.

  • 5.

    De subsidie wordt verdeeld over opeenvolgende aanvragen in de rangschikking die volledig gehonoreerd kunnen worden.

H.

 

De artikelen 1.14 en 1.15 komen te luiden:

 

Artikel 1.14 Verantwoording

De subsidieontvanger toont desgevraagd aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van de volgende bewijsstukken:

  • a.

    een activiteitenverslag;

  • b.

    foto- of videomateriaal van de situatie voor en na het project.

Artikel 1.15 Vaststelling 

Gedeputeerde staten stellen de subsidie ambtshalve vast als bedoeld in artikel 20, eerste lid, onder b, van de Asv.

Artikel II Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

 

’s-Hertogenbosch, 7 juli 2020

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk

de secretaris

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

Toelichting behorende bij de Zevende wijziging Subsidieregeling energie Noord-Brabant  

I. Algemeen

 

Met deze regeling wordt een nieuw aanvraagtijdvak opengesteld voor subsidie op grond van paragraaf 1 van de Subsidieregeling energie Noord-Brabant, te weten projecten gericht op het versnellen van de energietransitie. Paragraaf 1 heeft als titel ‘Brabant geeft energie’ en geeft mede invulling aan de strategische lijnen uit de Energieagenda 2030, het Uitvoeringsprogramma Energie 2020-2023 ‘Energie verbindt’ (UP) en het Bestuursakkoord 2020-2023 ‘Samen, Slagvaardig en Slim: Ons Brabant’.

 

De belangrijkste wijzigingen zijn ingegeven vanuit de provinciale inzet om de samenleving te mobiliseren voor de energietransitie. We hebben immers de energie, initiatieven en inzet van alle Brabanders nodig om de energietransitie te laten slagen.

 

Met ondersteuning van deze initiatieven tot doel, is een eerste belangrijke wijziging dat raadpleging van de Stichting Brabant geeft Energie een verplicht onderdeel vormt van het aanvraagproces. De inbreng vanuit de Stichting Brabant geeft Energie is gericht op het vergroten van de impact van initiatieven op de versnelling van de energietransitie en is ondersteunend aan de beoordeling van aanvragen door de provincie Noord-Brabant.

 

Een tweede belangrijke wijziging is dat het maximale subsidiebedrag per project naar beneden is bijgesteld vanuit de wens om bij een lager beschikbaar subsidieplafond toch meerdere (soorten) initiatieven een duwtje in de rug te kunnen geven. Het kan gaan om initiatieven vanuit de dwarsdoorsnijdende thema’s - sociale en/of technische innovatie, regionale samenwerking, arbeidsmarkt & scholing, digitalisering - en/of om initiatieven met betrekking tot één of meer transitiepaden: Elektriciteit, Industrie/(MKB)bedrijfsleven, Gebouwde Omgeving, Mobiliteit of Landbouw.

 

Een derde belangrijke wijziging ziet op de verdeling van de subsidie. De tendersystematiek is vervangen door een beoordeling op volgorde van binnenkomst.

 

De wijzigingen worden nader toegelicht in het artikelsgewijze gedeelte van deze toelichting.

 

II. Artikelsgewijs

 

Artikel I Wijziging Subsidieregeling energie Noord-Brabant

 

Onderdeel B (artikel 1.6)

Er is een subsidievereiste toegevoegd dat bepaalt dat de subsidieontvanger de Stichting Brabant geeft Energie dient te raadplegen voor een inschatting van de kansen en risico’s van het project en het opstellen van het projectplan. Genoemde stichting is op initiatief en met financiering van de provincie Noord-Brabant opgericht om de energietransitie in Brabant te versnellen en de beweging eromheen goed zichtbaar te maken. De stichting kan projecten met potentie helpen opwerken tot goede projecten zodat deze voldoen aan de subsidievereisten. De raadpleging van de stichting dient voorafgaand aan het indienen van de subsidieaanvraag plaats te vinden en, gelet op het feit dat de raadpleging ook ziet op het opstellen van het projectplan, in een tijdig stadium.

 

Onderdeel C (artikel 1.7)

Deze wijziging maakt het mogelijk dat subsidieaanvragers bij de berekening van subsidiabele uurtarieven van interne loonkosten in plaats van een berekening op basis van integrale kosten kiezen voor een berekening op basis van een forfaitair vastgesteld uurtarief. Ingevolge artikel 5, eerste lid, van de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen subsidies Noord-Brabant 2017 bedraagt het te hanteren forfaitair vastgestelde uurtarief € 50. Dit sluit aan bij de in praktijk in het kader van deze subsidieparagraaf gehanteerde uurtarieven.

 

Onderdeel D (artikel 1.8, onder a)

Artikel 1.8 regelt welke kosten niet voor subsidie in aanmerking komen. Artikel 1.8, onder a en b, zijn vervangen door een algemenere uitsluiting van niet voor subsidie in aanmerking komende kosten. Geregeld is dat kosten voor de aanschaf en het plaatsen van algemeen economisch beschikbare technieken voor het opwekken, terugwinnen en besparen van energie niet voor subsidie in aanmerking komen. Hieronder vallen niet alleen de aanschaf en het plaatsen van zonnepanelen en windmolens, maar ook de aanschaf en het plaatsen van andere materialen zoals warmtepompen en HR++ isolatieglas.

 

Onderdeel G (artikel 1.12)

De verdelingswijze van subsidie is gewijzigd van een “tendersysteem” naar “op volgorde van binnenkomst”. Dit om te voorkomen dat er een piekbelasting ontstaat vanwege de sluitingstermijn waardoor subsidieaanvragers en de Stichting Brabant geeft Energie snelheid boven kwaliteit moeten verkiezen.

 

 

Onderdelen F en H (artikelen 1.11, 1.14 en 1.15)

De maximale subsidiehoogte is in artikel 1.11, eerste lid, vastgesteld op € 24.999. In verband daarmee is artikel 1.14 gewijzigd. De subsidieontvanger wordt steekproefsgewijs gevraagd verantwoording af te leggen over de prestatie. Het tweede lid van artikel 1.14 is geschrapt, aangezien niet langer sprake is van subsidies van € 25.000 of meer. In artikel 1.15 is geregeld dat Gedeputeerde Staten de subsidie ambtshalve vaststellen, dat wil zeggen zonder dat de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling indient. Artikel 23, tweede lid, Asv bepaalt dat in een dergelijk geval 100% wordt bevoorschot. Op grond van artikel 23, derde lid, Asv wordt het voorschot in een keer betaald.

 

Gedeputeerde Staten van Noord Brabant,

 

de voorzitter

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk

 

de secretaris

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

 

Naar boven