De provincies Zuid-Holland en Utrecht hebben het projectplan Waterwet ‘Vervanging Oeverconstructies Merwedekanaal’ vastgesteld. Het plan ligt vanaf 21 juli tot en met 1 september ter inzage. Gedurende deze termijn kunnen belanghebbenden bezwaar maken tegen het plan.
Beschrijving project
Het projectplan gaat in op de noodzakelijke vervanging van ongeveer vijf kilometer van de oeverbescherming van het Merwedekanaal, gelegen in de gemeenten Molenlanden en Gorinchem (provincie Zuid-Holland) en Vijfheerenlanden (provincie Utrecht).
De provincie Zuid-Holland is uitvoerend (vaarweg)beheerder van het Merwedekanaal.
Stukken inzien
“Het projectplan Waterwet ‘Vervanging Oeverconstructies Merwedekanaal’, ligt vanaf 21 juli gedurende zes weken ter inzage bij de provincies Zuid-Holland en Utrecht. Vanwege de maatregelen in verband met het coronavirus zijn de provinciehuizen vooralsnog gesloten en is er geen fysieke terinzagelegging mogelijk. De stukken zijn te raadplegen op de websites.
Voor provincie Zuid-Holland via: www.zuid-holland.nl/loket/ter-inzage/
Voor provincie Utrecht: www.provincie-utrecht.nl/loket/ter-inzage
M.e.r.-beoordelingsbesluit
Op 17 maart 2020 hebben Gedeputeerde Staten van zowel Provincie Utrecht als Provincie Zuid-Holland, op basis van een aanmeldingsnotitie, besloten dat dit project niet m.e.r.-plichtig is. Van dit besluit is reeds een kennisgeving gedaan in de Staatscourant (2020, 15305) en het Provinciaal blad (2020, 1499). Op grond van artikel 6.3 van de Algemene wet bestuursrecht wordt de m.e.r.-beoordeling beschouwd als een voorbereidingsbesluit voor de vaststelling van het projectplan. Tegen het m.e.r.-beoordelingsbesluit zelf is geen bezwaar of beroep mogelijk. Wel kan tegen het vastgestelde projectplan, inclusief m.e.r.-beoordelingsbesluit bezwaar worden ingediend.
Bezwaar
Tegen dit vastgestelde projectplan kunnen belanghebbenden ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht bij de provincie, waarop het bezwaar van toepassing is, een gemotiveerd bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet binnen zes weken na de dag van kennisgeving van het besluit worden toegezonden, onder vermelding van "Awb-bezwaar" in de linkerbovenhoek van enveloppe. Als het een bezwaar betreft, dat van toepassing is op de provincie Zuid-Holland, moet dit worden gericht aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, ter attentie van het Awb-secretariaat, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag. Als het bezwaar de provincie Utrecht betreft, moet het bezwaarschrift worden gericht aan: Provincie Utrecht t.a.v. de secretaris van de Awb-adviescommissie, Postbus 80300, 3508 TH Utrecht.
Krachtens artikel 6:16 van de Awb schorst het bezwaar de werking van dit besluit niet. Gelet hierop kan - als tegen dit besluit bezwaar wordt aangetekend - ingevolge artikel 8:81 van de Awb bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage, sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag (bezoekadres: Prins Clauslaan 60 te Den Haag) een verzoek worden ingediend tot het treffen van een voorlopige voorziening. Van een verzoek om een voorlopige voorziening dient een kopie te worden gezonden aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.
Informatie
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met dhr. M.M. Van Vilsteren van de provincie Zuid-Holland, via het e-mailadres oeververvangingmerwedekanaal@pzh.nl, of het telefoonnummer 070 441 6148.