Eerste wijziging nadere regels voucherregling Ondernemerschap Flevoland 2017-2020

Gedeputeerde Staten maken gelet op het bepaalde in artikel 136, eerste lid van de Provinciewet bekend dat zij in hun vergadering van 30 juni 2020 onder nummer 2625436 het volgende besluit hebben genomen:

 

Gedeputeerde Staten van Flevoland,

 

Overwegende dat:

 

Gedeputeerde Staten bij besluit van 21 juli 2017, nummer 2096765 de ‘Nadere regels Voucherregeling Ondernemerschap Flevoland 2017-2020’ definitief hebben vastgesteld;

 

Gedeputeerde Staten daarbij hebben bepaald dat deze Nadere regels in werking treden op een nader door de portefeuillehouder namens hen vast te stellen tijdstip;

 

de portefeuillehouder de datum van inwerkingtreding van deze Nadere regels namens Gedeputeerde Staten heeft vastgesteld op 18 juni 2018;

 

dit door Gedeputeerde Staten bekend is gemaakt in het provinciaal blad met kenmerk 2242009;

 

begin 2019 een tussentijdse evaluatie heeft plaatsgevonden van deze Nadere regels;

 

deze tussentijdse evaluatie aanleiding geven om deze Nadere regels op een aantal punten te wijzigen;

 

Gedeputeerde Staten bij besluit van 14 mei 2019 , met kenmerk 2414340, het besluit hebben genomen dat in de Nadere regels voor de mkb-ondernemer ook de mogelijkheid moet worden opgenomen om een voucher internationaal ondernemen aan te vragen;

dit kan worden gerealiseerd door het wijzigen van de Nadere regels;

 

gelet op het bepaalde in artikel 2, tweede lid van de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2012;

 

BESLUITEN:

 

de volgende ‘Eerste wijziging Nadere regels Voucherregeling Ondernemerschap Flevoland 2017-2020’ vast te stellen.

Artikel 1. Wijziging Nadere regels

  • A.

    Onder het kopje BESLUITEN wordt bij de aanduiding van de nadere regels de datum ‘2020’ vervangen door ‘2021’

     

  • B.

    Aan artikel 1 ‘Begripsbepalingen’ wordt een onderdeel j toegevoegd dat als volgt luidt:

    medewerker: werknemer of uitzendkracht of partner of vennoot.

     

  • C.

    Artikel 4 ‘Doelgroep’ komt als volgt te luiden:

    Een voucher kan worden aangevraagd door een MKB-ondernemer in Flevoland met kansrijke ambities om het bedrijf te laten versterken en/of groeien. Criteria hiervoor zijn omzet en/of werk.

     

  • D.

    Artikel 6 ‘Doel van de voucher’ wordt als volgt gewijzigd:

    • a.

      bij sub a ‘Voucher kennis & expertise’ wordt achter het woord ‘bedrijfsactiviteiten’ het volgende toegevoegd ‘of het ontwikkelen van nieuwe groeistrategieën’;

    • b.

      toegevoegd wordt sub d dat als volgt luidt:

      Voucher internationaal ondernemen: inhuur van kennis, kunde en of faciliteiten die vergroting van het internationaal verdienvermogen van de onderneming tot doel heeft.

  • E.

    Artikel 7 ‘Subsidieplafond’ wordt als volgt gewijzigd:

    • a.

      In lid 1 wordt ‘2020’ vervangen door ‘2021’ en € 2.200.000’ door ‘€ 2.500.000;

    • b.

      Aan lid 2 wordt een sub c toegevoegd dat als volgt luidt:

      € 300.000 als subsidieplafond beschikbaar gesteld voor de uitvoering van de voucher internationaal ondernemen

    • c.

      Toegevoegd wordt een nieuw lid 3 dat als volgt luidt:

      De mogelijkheid om een voucher internationaal ondernemen aan te vragen, treedt in werking met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van deze eerste wijziging.

    • d.

      Het huidige lid 3 wordt hernummerd tot lid 4.

  • F.

    Aan artikel 8 ‘Weigeringsgronden’ worden sub j tot en met n toegevoegd die als volgt luiden:

    • j.

      de voucher wordt aangevraagd voor het volgen van extra scholing om de vakbekwaamheid of het kennisniveau op peil te houden;

    • k.

      de voucher wordt aangevraagd voor activiteiten die behoren tot het primaire proces van de onderneming;

    • l.

      de aanvraag is bedoeld voor scholing van medewerkers;

    • m.

      de voucher wordt aangevraagd voor het inschakelen van de ondernemer zelf, familieleden of aan hun gelieerde rechtspersonen;

    • n.

      kosten niet voldoende inzichtelijk kunnen worden gemaakt.

  • G.

    Aan artikel 9 ‘Criteria’ wordt de leden 3 tot en met 5 toegevoegd die als volgt luiden:

    • 3.

      De onderneming bestaat ten minste 2 jaar, heeft minimaal 3 medewerkers en realiseert een jaaromzet meer dan € 50.000.

    • 4.

      De groeiambitie is ten minste 3x de omvang van de investering waarvoor de voucher wordt aangevraagd.

    • 5.

      Voor het inschakelen van externe deskundigheid geldt een marktconform tarief.

  • H.

    Aan artikel 12 ‘Niet-subsidiabele kosten’ worden 5 en 6 toegevoegd die als volgt luiden:

    • 5.

      Buitenlandse reis-en verblijfskosten incl. verzekeringen en consumpties;

    • 6.

      Kosten voor materialen

  • I.

    Aan artikel 13 ‘Hoogte van de voucher’ wordt een lid 4 toegevoegd dat als volgt luidt;

    • 4.

      Voor de voucher internationaal ondernemen: 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van €15.000 per aanvraag. Een voucher voor deelname aan handelsmissies en beurzen bedraagt maximaal €5.000.

  • J.

    De in artikel 15 ‘Verplichtingen voucherontvanger, start uitvoering’ genoemde datum van ’31-12-2021’wordt vervangen door ’31-12-2022’.

     

  • K.

    De in artikel 18 ‘Citeertitel’ genoemde datum van ‘2020’wordt gewijzigd in ‘2021’

Artikel II. Inwerkingtreding.

Dit besluit treedt een dag na publicatie in het provinciaal blad in werking.

Besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Flevoland van 30 juni 2020

Gedeputeerde Staten van Flevoland

de secretaris de voorzitter

Secretaris van Gedeputeerde Staten van Flevoland

TOELICHTING.  

Provinciale Staten van Flevoland hebben bij de vaststelling van het Economische Programma Flevoland: ecosysteem voor ondernemerschap op 21 september 2016 financiële middelen beschikbaar gesteld voor het versterken van Flevolandse bedrijven met een stabiele basis en potentie en ambitie om te groeien.

 

De regeling is ontworpen in nauwe samenwerking met de Flevolandse bedrijfskringen en VNO-NCW. Deze nieuwe aanpak heeft ertoe geleid dat vanuit het perspectief van het georganiseerde bedrijfsleven een regeling is gemaakt die laagdrempelig is, doelmatig kan worden ingezet en daarmee een steun in de rug is voor het Flevolandse bedrijfsleven. Het georganiseerde bedrijfsleven heeft aangegeven hun bijdrage te willen leveren in het bekendmaken en stimuleren van het gebruik van de regeling.

 

Bij de regeling is overeengekomen deze in 2019 te evalueren.

Uit deze evaluatie blijkt dat de doelgroep in de regeling onvoldoende is afgebakend en onbedoeld toestaat dat de regeling aangevraagd wordt door ondernemers, die buiten de doelgroep zoals omschreven in het economisch programma. Dit leidt tot een onnodig beroep op de uitvoeringscapaciteit van de uitvoerder van de regeling. De weigeringsgronden bieden onvoldoende houvast om alleen de beoogde doelgroep te bedienen.

 

In de wijziging van de regeling worden de doelgroep en de weigeringsgronden daarom nader aangescherpt

 

Provinciale Staten hebben op 27 september 2017 ingestemd met de reservering van middelen in de bestemmingsreserve Economisch programma, te oormerken als International Ondernemerschap.

 

Omdat internationalisering een strategie kan zijn om de onderneming verder te versterken is op 14 mei 2019 besloten de voucherregeling uit te breiden met een voucher internationaal ondernemerschap.

 

ALGEMEEN

 

Met de voucherregeling Ondernemerschap Flevoland 2017-2020 (hierna: voucherregeling) stimuleert de provincie ondernemerschap bij het Flevolandse mkb. Een voucher stelt de ondernemer in staat om tegen lagere kosten externe deskundigheid in te schakelen bij het vertalen van de groeiambitie in een goede strategie en/of het managen van de transformatie die leidt tot meer omzet en/of meer werk.

 

Doelgroep

 

  • 1.

    De ondernemer die doelbewust wil veranderen en de ambitie heeft om te starten met de verbetering van de bedrijfsvoering of (nieuwe) bedrijfsactiviteiten die commercieel en financieel levensvatbaar zijn en leiden tot meer omzet en/of meer werk;

  • 2.

    De ondernemer waarop één van onderstaande situaties van toepassing is:

     

    • de benodigde specifieke kennis, expertise en/of faciliteiten ontbreken in de onderneming;

    • de ondernemer moet nieuwe en andere vaardigheden ontwikkelen voor de (volgende) fase waarin de onderneming zich bevindt;

    • de sc

      an van arbeidsvitaliteit van de medewerkers is noodzakelijk om gericht scholing in te kunnen zetten ten behoeve van de onderneming.

De voucherregeling

 

De Voucher biedt de ondernemer een financiële tegemoetkoming bij het inschakelen van externe deskundigheid bij het vertalen van de groeiambitie in een goede strategie en/of het managen van de transformatie die leidt tot meer omzet en/of werk. De ondersteuning betreft de volgende type vouchers:

 

  • a.

    Voucher kennis & expertise: inhuur van kennis, kunde en/of faciliteiten gericht op haalbaarheid, business development, investment readiness of versnelling van (nieuwe) bedrijfsactiviteiten.

  • b.

    Voucher persoonlijke ontwikkeling: coaching en scholing gericht op de persoonlijke ontwikkeling van de ondernemer

  • c.

    Voucher bedrijfsscholingsscan: uitvoering van een scan gericht op het behoud van arbeidsvitaliteit van medewerkers in relatie tot de ambitie van de onderneming.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

 

Artikel 1. Wijziging Nadere regels

 

Onder het kopje BESLUITEN wordt bij de aanduiding van de nadere regels de datum ‘2020’ vervangen door ‘2021’

De voucherregeling Ondernemerschap Flevoland wordt uitgebreid met de voucher Internationaal Ondernemerschap, waarvoor maximaal €300.000 gereserveerd wordt voor de periode 2019-2021.

De voucherregeling Ondernemerschap Flevoland 2017-2020 is pas opengesteld per 1-7-2018.

De einddatum van de hele regeling wordt gelijkgesteld aan de voucher Internationaal Ondernemerschap. Gelijkstelling verschaft duidelijkheid aan de ondernemer die voor een voucher in aanmerking wil komen.

 

Aan artikel 1 ‘Begripsbepalingen’ wordt een onderdeel j toegevoegd dat als volgt luidt:

Medewerker: werknemer of partner of vennoot.

Uit de valuatie blijkt dat de voucher veelvuldig door één- pitters wordt aangevraagd, terwijl deze niet tot de doelgroep van de regeling behoren. De definitie van medewerker kon zo worden uitgelegd dat ook externe dienstverleners aangemerkt kunnen worden als medewerker. De definitie van medewerker wordt nader aangescherpt, zodat het de aanvrager duidelijker wordt of hij tot de doelgroep behoort.

 

Artikel 6 ‘Doel van de voucher’ wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    bij sub a ‘Voucher kennis & expertise’ wordt achter het woord ‘bedrijfsactiviteiten’ het volgende toegevoegd ‘of het ontwikkelen van nieuwe groeistrategieën;’

  • b.

    toegevoegd wordt sub d dat als volgt luidt:

    Voucher internationaal ondernemen: inhuur van kennis, kunde en of faciliteiten die vergroting van het internationaal verdienvermogen van de onderneming tot doel heeft.

     

  • a.

    Met de toevoeging aan het doel waarvoor de voucher kennis & expertise aangevraagd wordt uitputtend gespecificeerd waarvoor de voucher aangevraagd kan worden

  • b.

    Met de toevoeging wordt gedefinieerd waarvoor de voucher Internationaal Ondernemen voor kan worden aangevraagd.

Artikel 7 ‘Subsidieplafond’ wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    In lid 1 wordt ‘2020’ vervangen door ‘2021’ en € 2.200.000’ door ‘€ 2.500.000;

  • b.

    Aan lid 2 wordt een sub c toegevoegd dat als volgt luidt:

    € 300.000 als subsidieplafond beschikbaar gesteld voor de uitvoering van de voucher internationaal ondernemen

  • c.

    Toegevoegd wordt een nieuw lid 3 dat als volgt luidt:

    De mogelijkheid om een voucher internationaal ondernemen aan te vragen, treedt in werking met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van deze eerste wijziging.

  • d.

    Het huidige lid 3 wordt hernummerd tot lid 4.

De looptijd van de regeling sluit aan op de periode van de voucher Internationaal Ondernemerschap, waarmee de looptijd eenduidig is voor de aanvrager. Dit geldt eveneens voor de toevoeging dat de ingangsdatum van de voucher Internationaal Ondernemen samenvalt met de ingangsdatum van de wijzigingen van de voucherregeling Bedrijfsleven Flevoland.

Het bedrag van €300.000, dat gereserveerd is voor de voucher Internationaal Ondernemen, wordt toegevoegd aan het bestaande subsidieplafond van de overige vouchers.

 

Aan artikel 8 ‘Weigeringsgronden’ worden sub j tot en met n toegevoegd die als volgt luiden:

  • j.

    de voucher wordt aangevraagd voor het volgen van extra scholing om de vakbekwaamheid of het kennisniveau op peil te houden;

  • k.

    de voucher wordt aangevraagd voor activiteiten die behoren tot het primaire proces van de onderneming;

  • l.

    de aanvraag is bedoeld voor scholing van medewerkers;

  • m.

    de voucher wordt aangevraagd voor het inschakelen van de ondernemer zelf, familieleden of aan hun gelieerde rechtspersonen;

  • n.

    kosten niet voldoende inzichtelijk kunnen worden gemaakt.

Uit de evaluatie blijkt dat de voucher aangevraagd werd voor reguliere bedrijfsactiviteiten die niet groei beogen, maar met name het op peil houden van kennisniveau, wettelijk vereiste vakbekwaamheid of onderdeel zijn van het primaire bedrijfsproces. De wijziging is bedoeld om deze specifieke activiteiten uit te sluiten van de voucherregeling.

Om te voorkomen dat de voucher ingezet wordt om de ondernemer zelf, familieleden of aan hun gelieerde rechtspersonen financieel te bevoordelen is hiervoor een extra weigeringsgrond toegevoegd.

Het is van belang dat de aanvrager duidelijk kan aantonen voor welke kosten hij de voucher wil verzilveren. Niet inzichtelijk maken van deze kosten is als weigeringsgrond toegevoegd.

 

Aan artikel 9 ‘Criteria’ wordt de leden 3 tot en met 5 toegevoegd die als volgt luiden:

  • 3.

    De onderneming bestaat ten minste 2 jaar, heeft minimaal 3 medewerkers en realiseert een jaaromzet meer dan € 50.000.

  • 4.

    De groeiambitie is ten minste 3x de omvang van de investering waarvoor de voucher wordt aangevraagd.

  • 5.

    Voor het inschakelen van externe deskundigheid geldt een marktconform tarief.

Het inzetten van de voucher heeft als doel een relevante bijdrage te leveren aan de groeiambitie van de aanvrager. Van de aanvrager moet vastgesteld kunnen worden dat deze meerdere medewerkers heeft, ervaring heeft, financieel gezond is dan het bedrag proportioneel is aan de hoogte van het toegekende voucherbedrag. Om deze reden zijn aanvullende criteria toegevoegd.

 

Aan artikel 12 ‘Niet-subsidiabele kosten’ worden 5 en 6 toegevoegd die als volgt luiden:

  • 5.

    Buitenlandse reis-en verblijfskosten incl. verzekeringen en consumpties;

  • 6.

    Kosten voor materialen

Uit de evaluatie blijkt dat aanvragen worden ingediend om reiskosten gedeeltelijk te dekken.Naar verwachting zal dit ook gebeuren bij de aanvraag van een voucher Internationaal Ondernemen, voor zover dit een handelsmissie of beursbezoek betreft. Dit strookt niet met de bedoeling van de voucher. Dit geldt eveneens voor het verzilveren van de voucher voor aangeschafte materialen.

Aan artikel 13 ‘Hoogte van de voucher’ wordt een lid 4 toegevoegd dat als volgt luidt;

  • 4.

    Voor de voucher Internationaal Ondernemen: 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van €15.000 per aanvraag. Een voucher voor deelname aan handelsmissies en beurzen bedraagt maximaal €5.000.

Deze toevoeging ziet toe op de maximale hoogte van de voucher Internationaal Ondernemen.

 

 

De in artikel 15 ‘Verplichtingen voucherontvanger, start uitvoering’ genoemde datum van ’31-12-2021’wordt vervangen door ’31-12-2022’.

De ontvanger van de voucher heeft een jaar om de voucher te verzilveren. Dat betekent dat de laatste voucher in de regeling uiterlijk verzilverd moet zijn op ‘31-12-2021’. Door de wijziging in de openstelling zal dit ’31-12-2022’ worden.

 

K. De in artikel 18 ‘Citeertitel’ genoemde datum van ‘2020’wordt gewijzigd in ‘2021’

De citeertitel sluit hiermee aan bij de looptijd.

Naar boven