Wijzigingen Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2017, aanpak Coronacrisis 7 juli 2020

Besluit: 7 juli 2020

Kenmerk: 2020/184297

Inlichtingen bij: H. Coskun

Telefoon: 038 499 8381

E-mail: h.coskun@overijssel.nl

 

Kennisgeving

Gedeputeerde Staten van Overijssel delen mee dat het Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2017 als volgt is gewijzigd:

Artikel I

Wijzigingen

 

Paragraaf 6.37 wordt toegevoegd

Paragraaf 6.37 Digitaliseringsvoucher MKB, culturele en maatschappelijke ondernemingen

 

Toelichting: COVID-19 maakt het ondernemen moeilijker. Ondernemers, ook die in de culturele en maatschappelijke sector, moeten op zoek naar andere vormen van dienstverlening en verkoop, een vorm die past bij de 1,5 meter samenleving. Via digitalisering kunnen nieuwe manieren worden gevonden om klanten te bereiken. Daarnaast is digitalisering noodzakelijk voor een duurzame en weerbare economie. COVID-19 benadrukt de noodzaak van digitalisering en biedt tegelijkertijd de kans om dit proces te versnellen. Het doel van deze regeling is om kleinere MKB ondernemers, culturele en maatschappelijke instellingen te ondersteunen bij het digitaal bereiken en bedienen van hun klanten, maar ook om te investeren in de digitalisering van hun producten of productieprocessen. De provincie wil op deze manier een bijdrage leveren aan de digitalisering van het MKB in Overijssel in alle sectoren, waaronder de zwaar door de coronacrises getroffen gastvrijheidsector, retail en cultuursector.

Artikel 6.37.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

    micro en kleine onderneming: een onderneming tot 50 fte werknemers als bedoeld in de Aanbeveling van de Europese Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen, PbL124/36;

    Toelichting: Een kleine onderneming is een onderneming waar minder dan 50 fte personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet of het jaarlijkse balanstotaal 10 miljoen EUR niet overschrijdt. Een micro-onderneming is een onderneming waar minder dan 10 fte personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet of het jaarlijkse balanstotaal 2 miljoen EUR niet overschrijdt.

  • b.

    onderneming: een natuurlijke of rechtspersoon die tegen betaling een product of dienst op de markt brengt, ongeacht de rechtsvorm of de wijze van financiering.

    Toelichting: Dat houdt in dat bijvoorbeeld ook zzp-ers, eenmanszaken en maatschappen er onder vallen, evenals niet op winst gerichte (maatschappelijke of culturele) instellingen, zolang zij maar voldoen aan de definitie van onderneming.

Artikel 6.37.2 Subsidiabele activiteiten

Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor:

  • a.

    aanschaf van producten of diensten voor digitale dienstverlening en/of digitale verkoop die direct bijdragen aan het vergroten van omzet en/of marktbereik, niet zijnde reclame- of advertentiekosten.

    Toelichting: Onder digitale dienstverlening en - verkoop vallen bijvoorbeeld advies over digitale strategie, een verbeterde website die meer omzet helpt genereren, een webshop opzetten of webshop as a service, koppeling webshop en voorraadmanagement, online vindbaarheid, online bedienen van klanten, online leveren van diensten, datamanagement, online inchecken, content online delen, een website veiliger maken, hulp bij social media campagnes, een boekingssysteem, rendabel streamen van muziek, inschrijfmodules (online) voor lessen en activiteiten en een app.

  • b.

    onderzoek naar en ontwikkeling van nieuwe verdienmodellen, digitale diensten en processen dan wel het verbeteren van bestaande producten, diensten of (productie)processen door toepassing van digitalisering.

    Toelichting: Hierbij wordt gedacht aan onderzoek naar en/of ontwikkeling van digitale transformatie van producten en/of processen die bijdragen aan het verbeteren van de productiviteit, toepassing van nieuwe verdienmodellen en/of het verminderen van grondstoffen en energieverbruik. Denk hierbij aan:

    • -

      het verder automatiseren van productieprocessen en het integreren van productiesystemen;

    • -

      het toepassen van slimme sensoren, kunstmatige intelligentie en digital twinning;

    • -

      het toepassen of verbeteren van Enterprise Resource Planning (ERP) en/of Manufacturing Execution System (MES) software.

Artikel 6.37.3 Criteria

  • 1.

    Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 6.37.2 voldoet aan de volgende criteria:

    • a.

      de aanvrager is:

      • i.

        een micro of kleine onderneming met een vestiging in Overijssel;

      • ii.

        een samenwerkingsverband van tenminste twee onder i genoemde micro- of kleine ondernemingen;

      • iii.

        een middelgrote onderneming in de culturele of maatschappelijke sector;

      • iv.

        een samenwerkingsverband van tenminste twee middelgrote ondernemingen in de culturele of maatschappelijke sector, al of niet in combinatie met micro- of kleine ondernemingen.

        Toelichting: Een middelgrote onderneming zoals bedoeld in de Aanbeveling van de Europese Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen, PbL124/36, is een onderneming waar minder dan 250 fte personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet 50 miljoen EUR of het jaarlijkse balanstotaal 43 miljoen EUR niet overschrijdt. Micro- en kleine culturele ondernemingen vallen onder lid 1, onderdeel a, sub i.

    • b.

      de activiteiten dragen bij aan het verbeteren of versnellen van de digitale dienstverlening of (productie)processen van een micro- of kleine onderneming;

    • c.

      De in artikel 6.37.2 bedoelde activiteiten worden afgenomen bij in Overijssel gevestigde lokale of regionale ondernemingen;

      Toelichting: Met dit criterium wordt beoogd dat de in deze paragraaf bedoelde subsidie ook bijdraagt om de regionale economie in Overijssel te versterken en weerbaarder te maken. Dat beoogde effect wordt naar verwachting beter bereikt indien de producten en diensten worden afgenomen bij leveranciers en/of dienstverleners die in Overijssel een vestiging hebben.

    • d.

      Onderdeel c is niet van toepassing op de aanschaf van software en in het geval dat bestaande afspraken met leveranciers worden doorkruist.

  • 2.

    Indien de te verstrekken subsidie staatssteun oplevert in de zin van artikel 107 eerste lid van het VWEU, dan moet de subsidie voldoen aan de algemene de-minimisverordening, de-minimisverordening landbouw of de-minimisverordening visserij.

Artikel 6.37.4 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten met een minimum van € 500,- en een maximum van:

    • a.

      € 2.500,- per aanvrager voor de subsidie als bedoeld in artikel 6.37.2 sub a;

    • b.

      € 10.000,- per aanvrager voor de subsidie als bedoeld in artikel 6.37.2 sub b.

  • 2.

    De ondergrens als bedoeld in artikel 1.1.7 tweede lid is niet van toepassing.

    Toelichting: Indien de aanvrager al subsidie heeft ontvangen op basis van de De-minimisverordening kan dit gevolgen hebben voor de hoogte van de subsidie. Die kan in dat geval lager uitvallen als met de subsidie op basis van deze paragraaf het bedrag van € 200.000,- aan financiële bijdragen van alle overheden over de laatste drie belastingjaren wordt overschreden. Het kan zijn dat een rijksregeling in het kader van de Coronamaatregelen De-minimissteun is; dat zou moeten blijken uit de beschikking van het Rijk. In dat geval telt die bijdrage van het Rijk mee.

  • 3.

    Indien sprake is van een door een samenwerkingsverband van tenminste twee ondernemingen ingediende aanvraag, gelden de in het eerste lid genoemde minimum en maxima per deelnemende aanvrager in dat samenwerkingsverband.

    Toelichting: De subsidie wordt in dit geval in één bedrag overgemaakt aan de namens het samenwerkingsverband penvoerende micro- of kleine onderneming. Die onderneming is verantwoordelijk voor het aan de andere micro- of kleine ondernemingen in dat samenwerkingsverband doorbetalen van ieders aandeel in de gebundelde subsidie.

Artikel 6.37.5 Subsidiabele kosten

Uitsluitend kosten derden zoals bedoeld in artikel 1.1.5 derde lid zijn subsidiabel.

Toelichting: Dit betekent dat bijvoorbeeld de eigen uren van de aanvrager en afschrijvingskosten van investeringen in digitalisering niet subsidiabel zijn.

Artikel 6.37.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening

  • 1.

    De aanvrager maakt bij de aanvraag gebruik van het aanvraagformulier Digitaliseringsvoucher MKB, culturele en maatschappelijke ondernemingen.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 1.2.1 tweede lid overlegt de aanvrager bij de aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 6.37.2 een door de aanvrager getekende offerte waaruit blijkt wat de kosten zijn van de te subsidiëren activiteiten.

    Toelichting: Conform artikel 1.2.1 wordt een begroting en een dekkingsplan meegestuurd bij de aanvraag voor subsidie. Het format daarvoor is te vinden op www.overijssel.nl/subsidie. Een getekende offerte met daarop een voorbehoud dat de acceptatie afhankelijk is van het ontvangen van provinciale subsidie, past ook binnen het tweede lid.

Artikel 6.37.7 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.

Artikel 6.37.8 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 1.1.7 weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie indien:

  • a.

    de aanvrager al subsidie heeft ontvangen op grond van deze paragraaf of op grond van subparagraaf 6.23.3 MKB Smart Industry;

  • b.

    de aanvrager al een financiële bijdrage heeft ontvangen op basis van het project “Boost Vouchers vitale industrie Oost-Nederland” van Oost.NL.

Artikel 6.37.9 Verplichtingen subsidieontvanger

In aanvulling op de artikelen 1.4.1, 1.4.5 en 1.4.6 is de subsidieontvanger verplicht:

  • a.

    de subsidiabele activiteit als bedoeld in artikel 6.37.2, onderdeel a, binnen 6 maanden na datum van de subsidieverlening te hebben uitgevoerd;

  • b.

    de subsidiabele activiteit als bedoeld in artikel 6.37.2, onderdeel b, binnen 12 maanden na datum van de subsidieverlening te hebben uitgevoerd;

  • c.

    deel te nemen aan een evaluatieonderzoek van de provincie Overijssel.

Artikel 6.37.10 Looptijd

Deze paragraaf is geldig tot 1 december 2021, tenzij Gedeputeerde Staten anders besluiten.

 

Paragraaf 7.14 wordt toegevoegd:

Paragraaf 7.14 Cofinanciering noodsteun culturele en creatieve sector Overijssel

 

Toelichting: Het Rijk biedt noodsteun aan bepaalde organisaties in de Nederlandse culturele en creatieve sector, die als gevolg van de uitbraak van COVID-19 en de maatregelen ter bestrijding ervan wordt geconfronteerd met inkomstenderving.

Deze subsidieparagraaf regelt de met het Rijk overeengekomen provinciale cofinanciering voor die noodsteun voor zover het Overijsselse organisaties betreft.

Artikel 7.14.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • -

    Compensatieregeling Musea: de Compensatieregeling Coronacrisis Musea meer dan 100.000 bezoekers van het Mondriaanfonds (Stcrt. 2020, 32234);

  • -

    Matchingbijdrage Filmtheaters: het Deelreglement Distributie van de Stichting Nederlands Fonds voor de Film (COVID-19) van 16 juni 2020, zoals gepubliceerd op wwww.filmfonds.nl;

  • -

    Regeling Fonds Podiumkunsten: de Regeling van het Fonds Podiumkunsten voor podia voor aanvullende ondersteuning in verband met gederfde inkomsten als gevolg van COVID-19maatregelen (Stcrt. 2020, 33038).

Artikel 7.14.2 Subsidiabele activiteiten

Gedeputeerde Staten kunnen cofinancieringssubsidie verstrekken voor aanvullende ondersteuning van de culturele en creatieve sector, die als gevolg van de uitbraak van COVID-19 en de maatregelen ter bestrijding ervan wordt geconfronteerd met inkomstenderving.

Toelichting: Deze subsidieparagraaf regelt de cofinanciering voor de noodsteun die het Rijk, provincie en de betreffende gemeenten gezamenlijk geven voor de instandhouding van vitale onderdelen in de Overijsselse culturele infrastructuur.

Artikel 7.14.3 Criteria

Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 7.14.2 voldoet aan de volgende criteria:

  • a.

    de aanvrager heeft een subsidie op basis van de Compensatieregeling Musea, de Matchingsbijdrage Filmtheaters of de Regeling Fonds Podiumkunsten ontvangen;

  • b.

    de aanvrager toont aan dat hij 50% cofinanciering van de betreffende gemeente heeft ontvangen;

  • c.

    indien de te verstrekken subsidie staatssteun oplevert in de zin van artikel 107 eerste lid van het VWEU, dan voldoet de subsidie aan artikel 53 van de AGVV.

Artikel 7.14.4 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie bedraagt 50% van de op basis van de Compensatieregeling Musea, de Matchingsbijdrage Filmtheaters of de Regeling Fonds Podiumkunsten verleende subsidie aan aanvrager.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kan voor het Filmtheater Fraterhuis in Zwolle een afwijkend subsidiebedrag op grond van deze paragraaf gelden, met als maximum het subsidiebedrag op basis van de Matchingsbijdrage Filmtheaters.

    Toelichting: Omdat ook de gemeente 50% van de fondssubsidie als cofinanciering vooraf heeft toegezegd, bedraagt de uiteindelijke, onderlinge verhouding Rijk-provincie-gemeente 50-25-25%. Dat geldt mogelijk niet voor het Filmtheater Fraterhuis te Zwolle. Voor het FilmtheaterhuisFraterhuis te Zwolle hebben wij vooraf geen provinciale cofinancieringbijdrage kunnen toezeggen. Of voor het Filmtheater Fraterhuis sprake kan zijn van een subsidie op basis van deze paragraaf en in welke omvang, zal afhangen van de besluitvorming van de betreffende fondsen en of het provinciale subsidieplafond nog niet is bereikt met subsidie aan de instellingen die met de beslissing van Gedeputeerde Staten van 2 juni 2020 wél vooraf een provinciale toezegging tot cofinanciering hebben ontvangen. De provinciale subsidie bedraagt niet meer dan het bedrag dat de provincie als cofinanciering beschikbaar zou hebben gesteld wanneer wel vooraf die provinciale cofinancieringsbijdrage had kunnen worden toegezegd.

Artikel 7.14.5 Subsidiabele kosten

De financiële bepalingen van de Compensatieregeling Musea, de Matchingsbijdrage Filmtheaters dan wel de Regeling Fonds Podiumkunsten zijn van overeenkomstige toepassing.

Toelichting: Om de administratieve lasten van deze provinciale cofinancieringssubsidie beperkt te houden sluiten we op basis van artikel 6 van de Algemene Subsidieverordening zo veel mogelijk aan bij de regelgeving en besluitvorming van de betreffende fondsen.

Artikel 7.14.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening

  • 1.

    De aanvrager maakt bij de aanvraag gebruik van het aanvraagformulier Cofinanciering noodsteun culturele en creatieve sector Overijssel.

  • 2.

    In afwijking van artikel 1.2.1. bestaat de aanvraag uit:

    • a.

      een afschrift van de subsidiebeschikking op basis van de Compensatieregeling Musea, de Matchingsbijdrage Filmtheaters of de Regeling Fonds Podiumkunsten;

    • b.

      een afschrift van de cofinancieringsbijdrage van de betreffende gemeente.

Artikel 7.14.7 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen voor de looptijd van de regeling een subsidieplafond vast.

Artikel 7.14.8 Verplichtingen subsidieontvanger

  • 1.

    In aanvulling op paragraaf 1.4 zijn de verplichtingen op basis van de Compensatieregeling Musea, de Matchingsbijdrage Filmtheaters dan wel de Regeling Fonds Podiumkunsten van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    De subsidieontvanger spant zich in om actieve ondersteuning te bieden aan collega-instellingen in de regio en in de keten tot en met het niveau van individuele makers en inzet van ZZP-ers.

Artikel 7.14.9 Indieningstermijn aanvraag tot subsidievaststelling

In afwijking van artikel 1.5.2 dan wel artikel 1.5.3 wordt een aanvraag tot vaststelling ingediend binnen 26 weken na het einde van de op basis van de Compensatieregeling Musea, de Matchingsbijdrage Filmtheaters dan wel de Regeling Fonds Podiumkunsten in de betreffende verleningsbeschikking opgenomen subsidieperiode.

Toelichting: Omdat het betreffende fonds de vaststellingsaanvraag beoordeelt en de provincie daar bij wil aansluiten, is de subsidieontvanger een extra periode van 13 weken geboden om een afschrift van de vaststellingsbeschikking van het betreffende fonds bij de provincie in te dienen als zijnde de aanvraag tot vaststelling van de provinciale cofinancieringssubsidie.

Artikel 7.14.10 Afwijkende stukken bij de aanvraag tot subsidievaststelling

In afwijking van artikel 1.5.2 dan wel artikel 1.5.3 bestaat de aanvraag tot subsidievaststelling uit:

  • a.

    een afschrift van de subsidievaststellingsbeschikking op basis van de Compensatieregeling Musea, de Matchingsbijdrage Filmtheaters of de Regeling Fonds Podiumkunsten;

  • b.

    een korte rapportage waaruit blijkt hoe de subsidieontvanger actieve ondersteuning heeft geboden aan collega-instellingen in de regio en in de keten tot en met het niveau van individuele makers en inzet van zzp-ers.

Artikel 7.14.11 Looptijd

Deze paragraaf is geldig tot 31 december 2020, tenzij Gedeputeerde Staten anders besluiten.

 

Paragraaf 10.5 wordt toegevoegd:

Paragraaf 10.5 Vitale en gezonde samenleving 2020

 

Algemene toelichting:

Gedeputeerde Staten hechten veel waarde aan maatschappelijke-, culturele- of sportinitiatieven (hierna te noemen: initiatieven) in Overijssel, omdat deze de sociale verbanden versterken, maatschappelijke deelname vergroten en de eigen burgerkracht bevorderen. Gedeputeerde Staten ondersteunen initiatieven die een collectief belang dienen, die niet gericht zijn op persoonlijke belangen en die geen winstoogmerk hebben. In 2020 willen Gedeputeerde Staten meer aandacht voor initiatieven die betrekking hebben op de gevolgen van coronacrisis en bijdragen aan een vitale en gezonde samenleving. Voorbeelden van initiatieven zijn het ontwikkelen van ontmoetingsplekken die aansluiten op in de 1,5 meter samenleving, het gezamenlijk inrichten van openbare ruimte of het organiseren van lokale maatschappelijke, culturele of sport activiteiten. Denk bijvoorbeeld aan locatietheater, bereiken van nieuwe doelgroepen voor lokale sportverenigingen of projecten die eenzaamheid voorkomen.

Ook kan een initiatief een haalbaarheidsonderzoek zijn of het inkopen van een advies over een nieuwe dienst, product of over het ontwikkelen van een nieuw of ander verdienmodel.

Als het gaat om investeringen in digitalisering, kunnen maatschappelijk organisaties zoals scholen, coöperaties, zorg- en cultuur instellingen voor zover ze ondernemer zijn ook gebruik maken van paragraaf 6.37. Stapeling van subsidie voor dezelfde activiteiten is op basis van artikel 1.1.7 derde lid niet mogelijk.

Artikel 10.5.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

    initiatief: een maatschappelijk-, cultureel of sportinitiatief dat de sociale samenhang en betrokkenheid bij een gemeenschap versterkt en een collectief belang dient;

  • b.

    vitale en gezonde samenleving: het algemene gevoel van welbevinden en/of kwaliteit van leven.

Artikel 10.5.2 Subsidiabele activiteiten

Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor:

  • a.

    een initiatief dat bijdraagt aan een vitale en gezonde samenleving en dat betrekking heeft op de gevolgen van coronacrisis;

  • b.

    advies en ondersteuning voor een nieuw of verbeterd verdienmodel voor een initiatief dat de duurzaamheid van het initiatief ten goede komt.

Artikel 10.5.3 Criteria

Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 10.5.2 voldoet aan de volgende criteria:

  • a.

    de aanvrager is:

    • i.

      volgens het register van de Kamer van Koophandel gevestigd in Overijssel;

    • ii.

      geen natuurlijk persoon; én

    • iii.

      geen medeoverheid;

      Toelichting: Organisaties of instellingen die maatschappelijk, cultureel of sport initiatieven ontplooien kunnen voor de subsidie in aanmerking komen. Het gaat hierbij vaak om stichtingen en verenigingen.

  • b.

    de activiteit vindt plaats in de provincie Overijssel en het resultaat komt ten goede aan de inwoners van Overijssel;

  • c.

    er is aantoonbaar een behoefte of vraag vanuit de inwoners;

    Toelichting: In het aanvraagformulier wordt ingegaan op hoe het initiatief inspeelt op een bestaande behoefte in de gemeenschap en voor wie het initiatief bedoeld is.

  • d.

    er is draagvlak voor het initiatief;

    Toelichting: De uitvoering van het initiatief is hiermee geborgd; er doen voldoende mensen mee aan de uitvoering.

  • e.

    de activiteit is een zelfstandig uit te voeren activiteit. Indien de activiteit onderdeel is van een groter project, dan mag het niet gaan om een activiteit welke onlosmakelijk verbonden is aan de overige activiteiten;

  • f.

    de resultaten zijn tastbaar of zichtbaar;

    Toelichting: Voorbeelden zijn fysieke aanpassingen, een rapportage of een filmpje.

  • g.

    er is sprake van noaberschap;

    Toelichting: Noaberschap is te zien aan de inzet van vrijwilligers, lokale initiatieven voor de eigen leefomgeving of het ontstaan van nieuwe samenwerkingsverbanden op het gebied van leefbaarheid (inclusief sport en cultuur).

Artikel 10.5.4 Hoogte van de subsidie

  • a.

    De subsidie bedraagt minimaal € 500,- en maximaal € 2.500,- per aanvraag.

  • b.

    De ondergrens als bedoeld in artikel 1.1.7 tweede lid is niet van toepassing.

Artikel 10.5.5 Subsidiabele kosten

Uitsluitend kosten derden zoals bedoeld in artikel 1.1.5 derde lid zijn subsidiabel.

Toelichting: Dit betekent dat bijvoorbeeld de eigen uren van de aanvrager niet subsidiabel zijn.

Artikel 10.5.6 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.

Artikel 10.5.7 Verdelingswijze

  • a.

    Als het subsidieplafond op enige dag dreigt te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting, in aanwezigheid van een notaris en ten minste twee onafhankelijke waarnemers.

  • b.

    De trekking wordt schriftelijk vastgelegd door de notaris, waarbij de aanvragen van hoog naar laag worden gerangschikt in volgorde van trekking.

  • c.

    Subsidie wordt verdeeld over opeenvolgende aanvragen in de rangschikking voor zover deze volledig gehonoreerd kunnen worden.

Artikel 10.5.8 Indieningstermijn aanvraag tot subsidieverlening

In afwijking van artikel 1.2.2 geldt dat een aanvraag om subsidie kan worden ingediend vanaf 3 augustus 2020 vanaf 9.00 uur;

Artikel 10.5.9 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening

De aanvrager maakt bij de aanvraag gebruik van het digitale aanvraagformulier Vitale en gezonde samenleving 2020.

Artikel 10.5.10 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 1.1.7 weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie indien;

  • a.

    de subsidiabele activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd behoort tot de reguliere activiteiten van een organisatie gevestigd in Overijssel;

  • b.

    voor de subsidiabele activiteit al subsidie is verleend op grond van deze paragraaf;

  • c.

    de subsidiabele activiteit betrekking heeft op een individu;

  • d.

    het initiatief een persoonlijk belang dient of winstoogmerk heeft.

Artikel 10.5.11 Verplichtingen subsidieontvanger

In aanvulling op de artikelen 1.4.1, 1.4.5 en 1.4.6 is de subsidieontvanger verplicht:

  • a.

    de activiteit als bedoeld in artikel 10.5.2 uiterlijk drie maanden na de datum van verlening van de subsidie te starten en binnen twaalf maanden te hebben afgerond;

  • b.

    leerervaringen binnen twaalf maanden na de datum van verlening van de subsidie te delen op een platform dat beschikbaar is gesteld via www.samenvoorelkaar.nl.

    Toelichting: Om bij te dragen aan kennisdeling deelt de aanvrager de eigen leerervaringen van het proces rondom het maatschappelijke initiatief.

Artikel II

Inwerkingtreding:

Dit besluit treedt in werking 1 dag na publicatie in het provinciaal blad.

Gedeputeerde Staten voornoemd.

Naar boven