Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Overeenkomstig artikel 34, eerste lid, van de Wegenwet hebben burgemeester en wethouders van de gemeente Eersel op 13 augustus 2019 een ontwerp-wegenlegger opgemaakt, ter vervanging van de vigerende wegenlegger van 2005.
De ontwerp-wegenlegger heeft van 22 augustus 2019 tot en met 3 oktober 2019 ter inzage gelegen. Belanghebbenden konden een schriftelijke zienswijze indienen. Een belanghebbende heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt.
Bij brief van 3 december 2019, kenmerk 19.21180, hebben burgemeester en wethouders van de gemeente Eersel verzocht de ontwerp-wegenlegger vast te stellen. Naar aanleiding van dat verzoek hebben wij op 1 april 2020 ontbrekende gegevens opgevraagd. Deze gegevens zijn op 15 mei 2020 bij ons binnengekomen.
Wij hebben de ontwerp-wegenlegger beoordeeld en geconstateerd dat deze voldoet aan de vereisten als bedoeld in de artikelen 1 en 2 van het Wegenleggerbesluit.
Ingebrachte zienswijze
De ingebrachte zienswijze hebben betrekking op het opnemen in de ontwerp-wegenlegger van een gedeelte van De Wetering (wegnummer 105). Het betreft het gedeelte van De Wetering, gelegen buiten de bebouwde kom, dat ligt op eigendom van belanghebbende. Belanghebbende is van mening dat het betreffende gedeelte van De Wetering niet openbaar is en dat het daarom niet mag worden opgenomen in de ontwerp-wegenlegger.
Reactie Gedeputeerde Staten
De ingebrachte zienswijze zijn door de gemeente Eersel voldoende weerlegd in hun ‘Nota beoordeling zienswijzen “ontwerp-wegenlegger” van oktober 2019’. Met de gemeente Eersel zijn wij van mening dat De Wetering (wegnummer 105), inclusief het gedeelte van deze weg op eigendom van belanghebbende, openbaar is en daarom terecht is opgenomen in de ontwerp-wegenlegger.
Conclusie
De gemeente Eersel heeft de ingebrachte zienswijze van belanghebbende terecht ongegrond verklaard. De wegenlegger kan daarom ongewijzigd worden vastgesteld.
Gelet op artikel 35, eerste lid, van de Wegenwet en gelet op het Wegenleggerbesluit;
Besluiten: