Provinciaal blad van Drenthe
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Drenthe | Provinciaal blad 2020, 3497 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Drenthe | Provinciaal blad 2020, 3497 | Verordeningen |
Verordening vergoeding Statenfracties 2020
Besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 21 mei 2020, kenmerk BC/2020001158, team Bestuur en Concernzaken, tot bekendmaking van het besluit van Provinciale Staten inzake Verordening vergoeding Statenfracties 2020
Gedeputeerde Staten maken bekend dat Provinciale Staten in hun vergadering van 20 mei 2020 het volgende hebben besloten.
Provinciale Staten van Drenthe;
gelezen het voorstel van het Presidium van Provinciale Staten van Drenthe van 9 maart 2020, kenmerk 11/SG/2020000762;
mevrouw drs. J. Klijnsma, voorzitter
mevrouw mr. drs. S. Buissink, griffier
Gedeputeerde Staten voornoemd,
mevrouw drs. C.J.Q.C. de Keijzer,
teammanager Bestuur en Concernzaken
VERORDENING VERGOEDING STATENFRACTIES 2020
De Statenfracties ontvangen een tegemoetkoming in de kosten die worden gemaakt om de fractie goed te laten functioneren, alsmede in de kosten die fracties maken in verband met administratieve en/of beleidsondersteuning door een derde, niet zijnde een fractielid.
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder een Statenfractie verstaan een fractie als bedoeld in artikel 7 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van Provinciale Staten (PS).
De reserve bedoeld in het eerste lid is op 1 januari niet groter dan 50% van de bijdrage die de fractie in het voorgaande kalenderjaar toekwam ingevolge artikel 3, eerste lid, met dien verstande dat de reserve aan het einde van het laatste volle kalenderjaar van een zittingsperiode niet groter is dan 30% van genoemde bijdrage.
Indien een fractie na verkiezingen niet meer terugkeert in PS wordt het batig saldo van de uitbetaalde voorschotten zo spoedig mogelijk teruggestort in de provinciale kas.
Deze gewijzigde verordening, die kan worden aangehaald als Verordening vergoeding Statenfracties 2020, treedt na de bekendmaking in werking, onder gelijktijdige intrekking van het besluit van 27 mei 2019 met betrekking tot de Verordening vergoeding Statenfracties 2019.
TOELICHTING OP VERORDENING VERGOEDING STATENFRACTIES 2020
Op grond van het artikel 33 van de Provinciewet is voorgeschreven dat "de in provinciale staten vertegenwoordigde groeperingen recht hebben op ondersteuning" (tweede lid) en dat "provinciale staten met betrekking tot deze ondersteuning een verordening vaststellen" (derde lid). Deze bepalingen vormen de grondslag van de Verordening vergoeding Statenfracties 2020.
De vergoeding is bedoeld voor ondersteuning van de staten- en fractiewerkzaamheden in de breedste zin, dus:
Dit onderdeel sluit onder andere de mogelijkheid uit dat de bijdrage voor fractieondersteuning wordt ingezet voor bekostiging van verkiezingscampagnes.
De laatste zinsnede van dit artikelonderdeel regelt dat de vergoeding voor fractieondersteuning uitsluitend kan worden besteed als er sprake is van een concrete opdracht en facturering, dan wel van een overeenkomst tot arbeid of tot levering van regulier terugkerende diensten.
Uitgaven die bij de provincie kunnen worden gedeclareerd of door de provincie worden betaald, en dus niet uit de fractievergoeding dienen te worden bestreden, zijn:
Uitgaven die uit de onkostenvergoeding voor statenleden dienen te worden bestreden, en dus niet uit de fractievergoeding, zijn:
Hiermee wordt beoogd te voorkomen dat via de fractievergoedingen een aanvulling op de wettelijke vergoeding of op presentiegelden wordt verstrekt. Artikel 96, eerste lid, van de Provinciewet sluit een dergelijke aanvulling expliciet uit.
De elektronische apparatuur die hier wordt bedoeld, is bijvoorbeeld een tablet of computer, maar geen (mobiele) telefoon. Wat betreft de levensduur van deze elektronische apparatuur is deze gelijkgesteld aan de zittingsduur. Dit betekent dat apparatuur ouder dan 4 jaar in eigendom kan blijven van de fractiemedewerker.
De bijdrage bestaat uit een vast en een variabel deel per fractie. Het variabele deel is aan een maximum gebonden van 15 zetels, om exponentieel hogere bijdragen aan nog grotere fracties enigszins te dempen. Uit de bijdrage dienen conform artikel 1 zowel de reguliere fractiekosten als de kosten van fractieassistentie en beleidsondersteuning te worden bekostigd. Als richtlijn geldt voor fractieassistentie een niveau van 87% van het maximum van de provinciale schaal 5. Voor beleidsondersteuning geldt als richtlijn 85% van het maximum van provinciale schaal 10.
De bijdrage zoals bedoeld in de onderdelen a en b van her eerste lid wordt als voorschot verstrekt in 4 termijnen. Indien blijkt dat het geld onrechtmatig is besteed, kunnen PS besluiten dit terug te vorderen dan wel te verrekenen met volgende voorschotten (zie ook artikel 6).
Dit artikel regelt wat er met de tegemoetkomingen aan een fractie moet gebeuren, indien er sprake is van splitsing dan wel samenvoeging van fracties. Dit zal voor de provincie geen extra kosten met zich mee mogen brengen. Het bedrag dat voor splitsing naar de "oude" fractie ging, zal naar evenredigheid moeten worden verdeeld over de 2 nieuw ontstane fracties. Het vijfde lid laat de mogelijkheid open om een overgangsregeling te treffen, indien de "oude" fractie verplichtingen heeft lopen jegens een fractieondersteuner, die de draagkracht van de nieuwe fractie te boven gaan. De betrokken "oude" fractie dient er zo spoedig mogelijk zorg voor te dragen, dat deze verplichtingen worden beëindigd, dan wel worden herzien.
De penningmeester van de fractie zendt het verslag over de besteding van de fractievergoeding, voorzien van een balans en staat van baten en lasten en onder overlegging van bewijsstukken, aan PS. De accountant van de provincie zal vervolgens in een verklaring een oordeel geven over de rechtmatigheid en getrouwheid van de verslaglegging en de daarin aangeduide uitgaven. De accountant rapporteert over zijn bevindingen aan PS, die daarna al of niet instemmen met de bevindingen van de accountant. In het uiterste geval, bij constatering van onrechtmatige besteding, kunnen PS besluiten (een deel van) de fractievergoeding terug te vorderen, dan wel te verrekenen met nog te betalen voorschotten.
De reserve bestaat uit het overschot van voorgaande jaren. Dit bedrag zal niet ongelimiteerd mogen groeien (oppotten van gemeenschapsgeld). De reserve is dan ook aan een maximum gebonden. Dit maximum wordt gerelateerd aan de onderdelen a en b van artikel 3, eerste lid. Met de woorden "het in enig jaar niet gebruikte gedeelte", wordt gedoeld op het gedeelte van de bijdrage dat niet reeds is besteed, aangegane verplichtingen daaronder niet begrepen.
Ook met betrekking tot de reserve is het van belang dat goed wordt omgegaan met de splitsing van een fractie. Uit de verordening vloeit voort dat de reserve naar evenredigheid verdeeld wordt over de nieuw ontstane fracties. Indien een splitsing kort na de verkiezingen plaatsvindt, zou een conflict kunnen ontstaan over de verdeling van de reserve. De verordening laat er echter geen twijfel over bestaan dat ook in dat geval de reserve evenredig verdeeld moet worden.
Dit artikel geeft helder aan wat er met een eventueel positief saldo aan tegemoetkomingen voor een Statenfractie dient te gebeuren, indien deze fractie na de verkiezingen niet meer terugkeert in de staten. Provinciaal geld dient dan niet in de partijkas of anderszins te verdwijnen.
De gewijzigde Verordening vergoeding Statenfracties 2020 treedt na de bekendmaking in werking.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2020-3497.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.