Verordening Werkgeverscommissie Statengriffie Provinciale Staten van Drenthe

Besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 21 mei 2020, kenmerk BC/2020001160, team Bestuur en Concernzaken, tot bekendmaking van het besluit van Provinciale Staten inzake Actualisering Verordening Werkgeverscommissie Statengriffie Provinciale Staten van Drenthe

 

Gedeputeerde Staten maken bekend dat Provinciale Staten in hun vergadering van 20 mei 2020 het volgende hebben besloten.

 

Besluit I-4

 

Provinciale Staten van Drenthe;

 

gelezen het voorstel van het Presidium van Provinciale Staten van Drenthe van 9 maart 2020, kenmerk

11/SG/202000790;

 

gelet op de inwerkingtreding van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren per 1 januari 2020;

 

BESLUITEN:

 

  • de Verordening Werkgeverscommissie Statengriffie Provinciale Staten van Drenthe geheel herzien vast te stellen met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2020;

 

 

Assen, 20 mei 2020

 

 

 

Provinciale Staten voornoemd,

 

mevrouw drs. J. Klijnsma, voorzitter

mevrouw mr. drs. S. Buissink, griffier

 

 

Gedeputeerde Staten voornoemd,

namens dezen,

 

mevrouw drs. C. J. Q. C. de Keijzer,

teammanager Bestuur en Concernzaken

 

 

Uitgegeven: 4 juni 2020

 

 

 

Verordening Werkgeverscommissie Statengriffie Provinciale Staten van Drenthe

 

Deze verordening is vastgesteld door de commissaris van de Koning (cvdK) en Provinciale Staten, ieder voor zover daartoe bevoegd.

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In het kader van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Presidium: het Presidium als bedoeld in het Reglement van Orde;

  • b.

    Statengriffier: de griffier als bedoeld in artikel 97 juncto artikel 104 van de Provinciewet;

  • c.

    Senior statenadviseur/plaatsvervangend griffier; de plaatsvervangend griffier als bedoeld in de Verordening Provinciale Statengriffie Drenthe;

  • d.

    Griffiemedewerkers: de medewerkers van de Statengriffie, exclusief de statengriffier;

  • e.

    Statengriffie: statengriffier, senior statenadviseur/plaatsvervangend griffier en griffiemedewerkers Provincie Drenthe;

  • f.

    Arbeidsvoorwaarden: de CAO van de provinciale sector en zijn uitvoeringsregelingen; alsmede overige provinciale Drentse regelgeving, afspraken en beleid betreffende de rechtspositie van het personeel opgenomen in het personeelshandboek van P&O;

  • g.

    Werkgeverscommissie: de bestuurscommissie, zoals bedoeld in artikel 81 en 152 van de Provinciewet, die van de commissaris van de Koning en van Provinciale Staten de bevoegdheid heeft gekregen om de werkgeversrol uit te oefenen zoals beschreven in deze Verordening;

  • h.

    Mandaat: de bevoegdheid om in naam van het betreffende bestuursorgaan besluiten te nemen. Voor zover het gaat om het verrichten van privaatrechtelijke (rechts)handelingen worden onder mandaat tevens volmacht en machtiging verstaan.

 

Artikel 2. Taken en bevoegdheden van de werkgeverscommissie

  • 1.

    De Werkgeverscommissie heeft mandaat, volmacht dan wel machtiging:

    • a.

      besluiten te nemen en uit te voeren die horen bij de werkgeversrol van Provinciale Staten ten aanzien van de Statengriffier;

    • b.

      besluiten te nemen tot wijziging van het functiehuis, reorganisatie en wijziging medezeggenschap ten aanzien van de Statengriffie;

    • c.

      de overige besluiten te nemen en uit te voeren die horen bij de werkgeversrol van Provinciale Staten, voor zover niet de Statengriffier bevoegd is.

  • 2.

    Vervallen

  • 3.

    Het nemen van besluiten ter voorbereiding van het aangaan, wijzigen of beëindigen van de arbeidsovereenkomst met de Statengriffier blijft voorbehouden aan Provinciale Staten.

  • 4.

    Tot het onverwijld opzeggen op grond van dringende reden zoals bedoeld in artikel 7:677, lid 1 BW, van de arbeidsovereenkomst met de Statengriffier, zijn de voorzitter van de Werkgeverscommissie, de voorzitter van Provinciale Staten en de voorzitter van het Presidium gezamenlijk bevoegd.

  • 5.

    De Werkgeverscommissie geeft uitvoering aan de werving van de Statengriffier.

 

Artikel 3. Samenstelling werkgeverscommissie

  • 1.

    De werkgeverscommissie bestaat uit een voorzitter en daarnaast twee of vier andere leden uit de staten. Hiervoor geldt:

    • tot en met 7 fracties, totaal drie leden inclusief voorzitter;

    • vanaf 8 fracties en meer, totaal vijf leden inclusief voorzitter.

  • 2.

    Maximaal twee leden waaronder niet de voorzitter, doch minimaal één lid, maken tevens deel uit van het Presidium.

  • 3.

    Een lid van de werkgeverscommissie heeft deskundigheid en/of competenties op het gebied van HRM.

  • 4.

    Het lid heeft de zittingsduur van Provinciale Staten.

    Bij een tussentijdse vacature wordt daarin voorzien via een voordracht van het Presidium aan Provinciale Staten.

  • 5.

    De commissaris van de Koning is de vaste adviseur van de werkgeverscommissie en wordt uitgenodigd om in de vergadering van de werkgeverscommissie aanwezig te zijn.

  • 6.

    De werkgeverscommissie kan zich laten bijstaan door andere adviseurs.

 

Artikel 4. Benoeming en beëindiging lidmaatschap werkgeverscommissie

  • 1.

    De voorzitter en overige leden van de werkgeverscommissie worden door provinciale staten benoemd op voordracht van het Presidium. Bij de voordracht van de voorzitter is het profiel ‘voorzitter werkgeverscommissie’ leidend.

  • 2.

    Het lidmaatschap van de werkgeverscommissie eindigt:

    • a.

      op eigen schriftelijk verzoek aan de staten; het ontslag gaat in als de opvolger door de staten is benoemd;

    • b.

      indien de voorzitter of het lid aftreedt als lid van de staten;

    • c.

      indien de staten van oordeel zijn dat de voorzitter of het lid niet langer geschikt zijn de functie van voorzitter of lid van de werkgeverscommissie te vervullen.

 

Artikel 5. Taken voorzitter

De voorzitter draagt in ieder geval zorg voor:

  • a.

    het tijdig en periodiek bijeenroepen van de werkgeverscommissie;

  • b.

    het leiden van de vergaderingen;

  • c.

    het doen naleven van deze verordening;

  • d.

    het ondertekenen van de stukken en de besluiten die van deze commissie uitgaan, alsmede het zorg dragen voor de uitvoering van de besluiten van de werkgeverscommissie.

 

Artikel 6. Werkwijze en ondersteuning

  • a.

    De commissie bepaalt zelf haar werkwijze. Van elke vergadering wordt een besluitenlijst gemaakt.

  • b.

    De werkgeverscommissie wordt regulier ondersteund door de statengriffier en door de HRM-adviseur van de Statengriffie.

 

Artikel 7. Besluitvorming

  • 1.

    Besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen.

  • 2.

    Besluiten worden alleen genomen indien in de vergadering meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is dan wel bij een werkgeverscommissie van drie leden alle leden aanwezig zijn.

 

Artikel 8. Vergaderfrequentie

De werkgeverscommissie vergadert ten minste tweemaal per jaar en voorts zo vaak als door de voorzitter of één van de leden nodig wordt geacht.

 

Artikel 9. Beslotenheid van de vergaderingen

  • 1.

    De vergaderingen van de commissie worden, in het belang als bedoeld in artikel 10, tweede lid, onder e of f van de Wet openbaarheid van bestuur in beslotenheid gehouden.

  • 2.

    Indien een lid van Provinciale Staten de agenda, de stukken of de besluitenlijst wil inzien, kan hij daartoe een verzoek indienen bij de voorzitter. De voorzitter weigert een dergelijk verzoek slechts als er sprake is van strijd met het openbaar belang.

    De criteria van de Wet openbaarheid van bestuur zijn daarbij van toepassing.

 

Artikel 10. Verantwoording

De commissie brengt met inachtneming van het bepaalde in artikel 9, na reguliere werkgevers-commissiebijeenkomsten, verslag uit van haar werkzaamheden en bevindingen aan het Presidium.

 

Artikel 11. Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, of bij twijfel over toepassing ervan beslist de werkgeverscommissie op voorstel van de voorzitter van de werkgeverscommissie, in de geest van deze regeling.

 

Artikel 12. Randvoorwaarden

Bevoegdheden, die in beginsel onder het bereik van deze verordening vallen worden door de griffier en of werkgeverscommissie niet uitgeoefend indien er sprake is van een bestuurlijk of politiek gevoelige aangelegenheid. In dat geval leggen zij een voorstel aan Provinciale Staten dan wel het Presidium voor.

 

Artikel 13. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na datum van publicatie in het Provinciaal Blad en werkt terug tot 1 januari 2020.

 

Artikel 14. Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Verordening Werkgeverscommissie Statengriffie Provinciale Staten Drenthe’.

 

 

Toelichting op de Verordening Werkgeverscommissie Statengriffie provinciale staten van Drenthe

 

Algemeen

 

In deze verordening is uitwerking gegeven aan de opgedragen werkgeversbevoegdheid van provinciale staten aan de Werkgeverscommissie voor de Statengriffie.

De provincie is werkgever van de ambtenaren die werkzaam zijn bij deze rechtspersoon.

Provinciale Staten (PS) en Gedeputeerde Staten (GS) vullen dit werkgeverschap in.

Provinciale Staten zijn daarbij het bevoegde gezag van de Statengriffie.

 

Gelet op de publieke taken, de grootte en de samenstelling van de Staten en het Presidium is het praktischer dat zij voor de dagelijkse invulling van het werkgeverschap volmacht geven aan een bestuurscommissie, zoals verwoord in artikel 81 en 152, eerste lid, van de Provinciewet.

Een dergelijke bestuurscommissie kan zich volledig toeleggen op zijn werkgeverstaak.

Een Werkgeverscommissie ligt daarbij het meest voor de hand.

Het zoeken naar kwaliteit en het vormen van een goede afspiegeling uit de Staten zijn belangrijke uitgangspunten voor de samenstelling van de Werkgeverscommissie.

 

De bevoegdheid van de Werkgeverscommissie is gericht op de uitvoering van toepasselijke arbeidsvoorwaarden ten aanzien van de Statengriffier.

Daarnaast heeft de Werkgeverscommissie de bevoegdheid om voorbereidende besluiten te nemen over de onderwerpen reorganisatie, functiehuis en medezeggenschap voor de Statengriffie.

 

Artikelsgewijs

 

Artikel 2. Taken en bevoegdheden werkgeverscommissie

 

In verband met de invoering van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) en de Aanpassingswetgeving WNRA en de aanpassingen in de Provinciewet ( artikel 104 en 104e) is aan Provinciale Staten de bevoegdheid toegekend om besluiten te nemen ter voorbereiding van een privaatrechtelijke rechtshandeling. Die bevoegdheid is beperkt tot het aangaan, wijzigen en beëindigen van arbeidsovereenkomsten met de Statengriffier en de op de Statengriffie werkzame medewerkers.

Het toekennen van de bevoegdheid tot het nemen van deze voorbereidende besluiten brengt met zich dat Provinciale Staten exclusief en met uitsluiting van Gedeputeerde Staten, de zeggenschap heeft over de Statengriffier en de medewerkers van de Statengriffie.

Dit geldt ook voor de uit de Ambtenarenwet 2017 voortvloeiende bevoegdheden, rechten en verplichtingen van de overheidswerkgever.

 

Ten aanzien van de Statengriffier is bepaald dat het aangaan, wijzigen en beëindigen van de arbeidsovereenkomst blijft voorbehouden aan Provinciale Staten.

De bevoegdheid van de Werkgeverscommissie ten aanzien van de arbeidsovereenkomst van de Statengriffier voor de uitvoering van de arbeidsvoorwaarden liggen op het gebied van dagelijkse werkgeverszaken zoals, ouderschapsverlof, ontwikkeling ( studie), functioneren en beloning.

 

Voor toepassing van de Wet op de ondernemingsraden worden de Statengriffie en de reguliere ambtelijke organisatie onder Gedeputeerde Staten als één onderneming gezien. De provincie-secretaris als Wor-bestuurder zal voor de Statengriffie dan ook Wor-bestuurder worden beschouwd.

 

Lid 4

Werving Statengriffier

PS besluiten over de aanstelling en ontslag van de Statengriffier. De werkgeverscommissie neemt het voortouw bij voor aanstelling benodigde werving en selectie. Procesafspraak is de volgende.

 

Indien een nieuwe Statengriffier moet worden geworven worden twee commissies samengesteld: een benoemingscommissie, die de voordracht aan PS vaststelt, en een adviescommissie. De adviescommissie brengt haar advies uit aan de benoemingscommissie, voor vaststelling van de voordracht aan PS.

De voorzitter van de werkgeverscommissie is q.q. voorzitter van de benoemingscommissie. Deze commissie zal verder bestaan uit een delegatie van de WGC (naast de voorzitter een lid vanuit een coalitiefractie en een lid vanuit een oppositiefractie) en de adviseur, d.i. de commissaris van de Koning, en de plv. Statengriffier, namens de medewerkers, mede gelet op de cruciale samenwerking tussen griffier en plaatsvervanger.

De voorzitter van het presidium is q.q. voorzitter van de adviescommissie en bestaat naast deze persoon uit nog drie of vier leden van het presidium, waarbij zowel de coalitie als de oppositie is vertegenwoordigd. De provinciesecretaris is tevens lid van de adviescommissie, gelet op de samenwerking van griffier en secretaris.

 

Artikel 3. Samenstelling werkgeverscommissie

 

De samenstelling van de werkgeverscommissie heeft een oneven aantal leden.

Het zoeken naar kwaliteit en het vormen van een goede afspiegeling uit de staten zijn belangrijke uitgangspunten voor de samenstelling van de commissie.

Het verdient aanbeveling dat de leden in de werkgeverscommissie deskundigheid en/of affiniteit hebben met het onderwerp werkgeverschap.

Uit artikel 81 van de Provinciewet vloeit voort dat de commissaris van de Koning geen lid kan zijn van de werkgeverscommissie. Dit komt ook overeen met het feit dat de staten het bevoegde gezag zijn over de Statengriffie. Maar omdat de commissaris van de Koning (technisch) voorzitter is van Provinciale Staten en nauw samenwerkt met de griffier is de commissaris van de Koning een belangrijke informatiebron wanneer het functioneren van de griffier aan de orde is.

Daarom wordt de commissaris van de Koning als vaste adviseur verbonden aan de werkgeverscommissie. En zal de commissaris van de Koning aanwezig zijn bij de functionerings- en beoordelingsgesprekken van de statengriffier.

Daarnaast kunnen ook andere adviseurs worden geraadpleegd.

 

Artikel 4.

 

Voor het functioneren van de Griffie en de WGC is het van belang dat de voorzitter vanuit een onafhankelijke positie (autonomie) zijn rol kan vervullen en daarmee, indien de situatie daarom vraagt, een intermediaire rol tussen Staten en Griffie kan vervullen. Dit stelt eisen aan een voorzitter welke in het profiel voorzitter Werkgeverscommissie (zie bijlage) zijn verwoord.

 

De voorzitter van de WGC wordt voorgedragen als lid van de algemene vergadering (AV) van het IPO. Dit gelet op de werkgeverszaken die binnen het IPO en in dit gremium aan de orde komen.

 

Artikelen 5, 6, 7, 8.

 

De inhoud van deze artikelen spreken voor zich.

 

Artikel 9. Beslotenheid van de vergaderingen

 

Het ligt voor de hand dat een commissie, die over personele zaken en over personen vergadert, in beslotenheid bij elkaar komt. Statenleden moeten echter, desgewenst, wel inzage kunnen hebben in de stukken, aangezien provinciale staten van oorsprong ook het bevoegde orgaan zijn.

 

Artikel 10. Verantwoording

 

Provinciale Staten hebben er sinds de dualisering een taak bij gekregen, namelijk de invulling van het werkgeverschap. Het is belangrijk dat provinciale staten inzicht kunnen krijgen en houden hoe met de gemandateerde invulling van het werkgeverschap wordt omgegaan. Uit praktisch oogpunt wordt er voor gekozen om deze verantwoording af te leggen aan het presidium. De verslaglegging kan mondeling of schriftelijk plaatsvinden.

 

Artikelen 11, 12, 13, 14

 

De inhoud van deze artikelen spreken voor zich.

 

 

Bijlage

 

Profiel voorzitter Werkgeverscommissie

 

De voorzitter van de Werkgeverscommissie:

  • vervult zijn voorzittersrol vanuit autonomie, politieke kleur speelt geen rol;

  • heeft ruime ervaring binnen een politiek-bestuurlijke omgeving;

  • vervult, indien de situatie daarom vraagt, een intermediaire rol tussen Staten en Griffie;

  • kan als voorzitter in de hectiek van het moment, vanuit fracties/ PS-leden, relativeren en heeft inzicht in de context van het grotere geheel;

  • beschikt over kennis en vaardigheden op het terrein van HR en werkgeverschap;

  • heeft het vermogen om adequaat te acteren in netwerken als het IPO (interprovinciaal overleg).

 

Competenties

 

Onafhankelijkheid

Staat voor de Griffie én heeft oog voor de belangen van zowel de Griffie als PS.

Integriteit

Zorgvuldig omgaan met vertrouwelijke informatie en belangen van personen en organisatie.

Politieke sensitiviteit

Het kunnen inschatten van (en inspelen op) posities en belangen van verschillende partijen.

Omgevingsbewustzijn

Houdt rekening met eventuele gevolgen voor de omgeving en de impact van het eigen handelen op de verhoudingen en schakelt makkelijk tussen verschillende mensen en manieren van denken.

Conflicthantering

Is in staat om conflicten te de-escaleren door in kritieke situaties met respect voor de ander een win-win situatie voor beide partijen te creëren.

 

Bijlage overzicht van wijzigingen Verordening Werkgeverscommissie Statengriffie Provinciale Staten van Drenthe

 

  • a.

    onder Begripsbepalingen, sub f,

‘rechtspositionele regelingen: de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies (CAP) en zijn uitvoeringsregelingen; alsmede overige provinciale Drentse regelgeving en afspraken betreffende rechtspositie en personeel’

 

wordt gewijzigd in:

 

’ Arbeidsvoorwaarden: de CAO van de provinciale sector en zijn uitvoeringsregelingen; alsmede overige provinciale Drentse regelgeving, afspraken en beleid betreffende de rechtspositie van het personeel opgenomen in het personeelshandboek van P&O’

 

  • b.

    Onder begripsbepalingen, sub g

‘Werkgeverscommissie: de bestuurscommissie, zoals bedoeld in artikel 81 van de Provinciewet, die door Provinciale Staten is gemandateerd om de werkgeversrol uit te oefenen’

 

wordt gewijzigd in:

 

‘Werkgeverscommissie: de bestuurscommissie, zoals bedoeld in artikel 81 en 152 van de Provinciewet, die door de commissaris van de Koning de volmacht en machtiging hebben heeft gekregen, en van Provinciale Staten de bevoegdheid heeft opgedragen, om de werkgeversrol uit te oefenen zoals beschreven in deze Verordening’

 

  • c.

    onder Begripsbepalingen, sub h,

‘Mandaatbesluit PS: het Besluit mandaat en machtiging Provinciale Staten’

 

wordt gewijzigd in:

 

‘Mandaat: de bevoegdheid om in naam van het betreffende bestuursorgaan besluiten te nemen. Voor zover het gaat om het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen worden onder mandaat tevens volmacht verstaan’

 

  • d.

    Artikel 2, eerste lid,

‘Aan de Werkgeverscommissie zijn alle rechtspositionele handelingen gemandateerd ten aanzien van de Statengriffier, met uitzondering van de besluiten tot benoeming, aanstelling, schorsing, herplaatsing, ontslag en disciplinaire maatregelen. Deze bevoegdheden zijn voorbehouden aan Provinciale Staten’

 

wordt gewijzigd in:

 

 

‘De Werkgeverscommissie heeft mandaat, volmacht dan wel machtiging:

  • a.

    besluiten te nemen en uit te voeren die horen bij de werkgeversrol van Provinciale Staten ten aanzien van de Statengriffier;

  • b.

    besluiten te nemen tot wijziging van het functiehuis, reorganisatie en wijziging medezeggenschap ten aanzien van de Statengriffie;

  • c.

    de overige besluiten te nemen en uit te voeren die horen bij de werkgeversrol van Provinciale Staten, voor zover niet de Statengriffier bevoegd is.’

  •  

d. Artikel 2, tweede lid, komt te vervallen:

‘Aan de Statengriffier is de bevoegdheid gemandateerd tot het nemen van rechtspositionele beslissingen ten aanzien van de medewerkers van de Statengriffie. Artikel 5 van het Besluit mandaat en machtiging Provinciale Staten is van overeenkomstige toepassing’

 

en verplaatst naar artikel 3 sub g en h in het Besluit mandaat en machtiging Provinciale staten.

 

  • e.

    Artikel 2, derde lid,

‘De onderwerpen wijziging functiehuis, reorganisatie en wijziging medezeggenschap ten aanzien van de Statengriffie zijn aan de Werkgeverscommissie gemandateerd’

 

wordt gewijzigd

 

‘Het nemen van besluiten ter voorbereiding van het aangaan, wijzigen of beëindigen van de arbeidsovereenkomst met de Statengriffier blijft voorbehouden aan Provinciale Staten.’

 

  • f.

    Artikel 2, vierde lid,

‘Provinciale Staten mandateren hun werkgeversrol en werkgeversbevoegdheden aan de Werkgeverscommissie voor zover niet gemandateerd aan de Statengriffier’

 

wordt gewijzigd

 

‘Tot het onverwijld opzeggen op grond van dringende reden zoals bedoeld in artikel 7:677, lid 1 BW, van de arbeidsovereenkomst met de Statengriffier, zijn de voorzitter van de Werkgeverscommissie, de voorzitter van Provinciale Staten en de voorzitter van het Presidium gezamenlijk bevoegd.’

 

  • g.

    Artikel 3, tweede lid ,

‘Maximaal twee leden (ofwel maximaal 40% van het totaal) zijn tevens lid van het presidium van Provinciale Staten. De leden benoemen uit hun midden een voorzitter’.

 

wordt gewijzigd in:

 

‘Maximaal twee leden waaronder niet de voorzitter, doch minimaal één lid, maken tevens deel uit van het Presidium.’

 

  • h.

    Toelichting op artikel 2

Artikel 2, Taken en bevoegdheden werkgeverscommissie

Provinciale Staten mandateren hun werkgeversrol en werkgeversbevoegdheden aan de Werkgeverscommissie voor zover niet gemandateerd aan de Statengriffier.

De Werkgeverscommissie vervult alle bij het werkgeverschap behorende taken en bevoegdheden zoals dat door Provinciale Staten aan haar is gemandateerd.

Een aantal bevoegdheden kan, gelet op de aard van deze bevoegdheden, niet aan de Werkgeverscommissie worden overgedragen. Dit zijn het benoemen, overplaatsing, vervanging, schorsing, disciplinaire maatregelen en het ontslag van de Statengriffier.

De Werkgeverscommissie is bevoegd beslissingen te nemen met betrekking tot de ontwikkeling, functioneren, beoordeling, beloning ten aanzien van de Statengriffier. Verder is gemandateerd dat de onderwerpen wijziging functiehuis, reorganisatie en wijziging medezeggenschap voor de Statengriffie door de Werkgeverscommissie kunnen worden besloten.

 

wordt gewijzigd in,

 

‘In verband met de invoering van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) en de Aanpassingswetgeving WNRA en de aanpassingen in de Provinciewet ( artikel 104 en 104e) is aan Provinciale Staten de bevoegdheid toegekend om besluiten te nemen ter voorbereiding van een privaatrechtelijke rechtshandeling. Die bevoegdheid is beperkt tot het aangaan, wijzigen en beëindigen van arbeidsovereenkomsten met de Statengriffier en de op de Statengriffie werkzame medewerkers.

Het toekennen van de bevoegdheid tot het nemen van deze voorbereidende besluiten brengt met zich dat Provinciale Staten exclusief en met uitsluiting van Gedeputeerde Staten, de zeggenschap heeft over de Statengriffier en de medewerkers van de Statengriffie.

Dit geldt ook voor de uit de Ambtenarenwet 2017 voortvloeiende bevoegdheden, rechten en verplichtingen van de overheidswerkgever.

 

lid 1

Ten aanzien van de Statengriffier is bepaald dat het aangaan, wijzigen en beëindigen van de arbeidsovereenkomst blijft voorbehouden aan Provinciale Staten.

De bevoegdheid van de Werkgeverscommissie ten aanzien van de arbeidsovereenkomst van de Statengriffier voor de uitvoering van de arbeidsvoorwaarden liggen op het gebied van dagelijkse werkgeverszaken zoals, ontwikkeling ( studie), functioneren en beloning.

 

Bij artikel 2, lid 4 wordt de volgende tekst toegevoegd:

 

Werving Statengriffier

PS besluiten over de aanstelling en ontslag van de Statengriffier. De werkgeverscommissie neemt het voortouw bij voor aanstelling benodigde werving en selectie. Procesafspraak is de volgende.

 

Indien een nieuwe Statengriffier moet worden geworven worden twee commissies samengesteld: een benoemingscommissie, die de voordracht aan PS vaststelt, en een adviescommissie. De adviescommissie brengt haar advies uit aan de benoemingscommissie, voor vaststelling van de voordracht aan PS.

 

De voorzitter van de werkgeverscommissie is q.q. voorzitter van de benoemingscommissie. Deze commissie zal verder bestaan uit een delegatie van de WGC (naast de voorzitter een lid vanuit een coalitiefractie en een lid vanuit een oppositiefractie) en de adviseur, d.i. de commissaris van de Koning, en de plv. Statengriffier, namens de medewerkers, mede gelet op de cruciale samenwerking tussen griffier en plaatsvervanger.

 

De voorzitter van het presidium is q.q. voorzitter van de adviescommissie en bestaat naast deze persoon uit nog drie of vier leden van het presidium, waarbij zowel de coalitie als de oppositie is vertegenwoordigd. De provinciesecretaris is tevens lid van de adviescommissie, gelet op de samenwerking van griffier en secretaris.

 

Naar boven