Wijzigingsbesluit Nadere subsidieregels aanplant bomen in Limburg

Gedeputeerde Staten van Limburg

 

maken ter voldoening aan het bepaalde in de Provinciewet en de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v. bekend dat zij in hun vergadering van 19 mei 2020 hebben vastgesteld:

WIJZIGINGSBESLUIT NADERE SUBSIDIEREGELS AANPLANT BOMEN IN LIMBURG 2020

Artikel I Wijziging Nadere subsidieregels aanplant bomen in Limburg 2020 (Pb. 17 januari 2020, nr. 317)

De Nadere subsidieregels aanplant bomen in Limburg 2020 (Pb. 17 januari 2020, nr. 317) worden als volgt gewijzigd:

  • A.

    Artikel 1 Begripsomschrijvingen, luidende:

     

    ‘In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      Actieplan 1 miljoen bomen: Plan vastgesteld door Provinciale Staten van Limburg in hun vergadering d.d. 13 december 2019. Zie Actieplan in Bijlage 1.

    • b.

      Afwaardering: De waardedaling van de grond. De financiële waarde van natuurgrond is over het algemeen aanzienlijk lager dan landbouwgrond.

    • c.

      Boom: Een houtachtig gewas dat duidelijk een hoofdstam heeft of ontwikkelt met wortels en takken en groter is dan 3 meter, dan wel een jonge boom betreft die de potentie heeft om groter te worden dan 3 meter. Onder een boom wordt ook verstaan: hoogstamfruitbomen, heesters, graften en heggen. Voor heggen en heesters geldt specifiek dat deze niet meer dan 20% van de aan te planten bomen in het totale projectplan in beslag mogen nemen.

    • d.

      Graft: een steile aarden wal in een veelal hellend terrein en vaak begroeid met struikgewas.’

  • wordt in zijn volledigheid vervangen door:

     

    Artikel 1 Begripsomschrijvingen, luidende:

     

    ‘In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      Actieplan 1 miljoen bomen: plan vastgesteld door Provinciale Staten van Limburg in hun vergadering d.d. 13 december 2019. Zie Actieplan in Bijlage 1.

    • b.

      Afwaardering: de waardedaling van de grond. De financiële waarde van natuurgrond is over het algemeen aanzienlijk lager dan landbouwgrond.

    • c.

      Boom: een houtachtig gewas dat duidelijk een recht opgaande takvrije hoofdstam heeft of ontwikkelt met wortels en takken én groter is dan 3 meter, dan wel de potentie heeft om groter te worden dan 3 meter. Onder een boom wordt in deze regeling ook verstaan: inheemse heesters, struweelheggen en graften. Voor struweelheggen en inheemse heesters geldt specifiek dat deze niet meer dan 20% van de aan te planten bomen in het totale projectplan in beslag mogen nemen, waarbij wordt uitgegaan van de omrekenfactor 5; dat verhoudingsgewijs 5 stuks struweelheggen/inheemse heesters tellen voor 1 houtachtig gewas dat duidelijk een recht opgaande takvrije hoofdstam heeft of ontwikkelt met wortels en takken én groter is dan 3 meter, dan wel de potentie heeft om groter te worden dan 3 meter.

    • d.

      Inheemse heester: een houtachtig gewas dat al vanaf de grond vertakt en waarbij dus geen hoofdstam wordt gevormd. Alleen inheemse heesters komen in aanmerking voor deze regeling, bijvoorbeeld meidoorn, kornoelje, sleedoorn, wilde roos en/of hazelaar.

    • e.

      Struweelheg: een heg die groot kan worden (minimaal 4 meter) en om de 5 á 6 jaar wordt teruggesnoeid in zijn basisvorm (hoogte minimaal 1,5 meter) of juist niet wordt teruggesnoeid. Knip- en scheerhagen vallen niet onder de regeling, aangezien deze heggen nauwelijks tot een verhoging van de biodiversiteit leiden vanwege het frequent terugsnoeien.

    • f.

      Graft: een steile (terrasvormende) aarden wal in een veelal hellend terrein en vaak begroeid met struweel of struikgewas.

    • g.

      Invasief: soorten die zorgen voor veel schade en overlast omdat ze sterk woekeren en moeilijk te bestrijden zijn, bijvoorbeeld de hemelboom en Amerikaanse vogelkers.’

  • B.

    Artikel 2 Doelstelling van de regeling, luidende:

     

    ‘Het doel van de regeling is, op een duurzame en technisch verantwoorde wijze, de aanplant te stimuleren van zo veel mogelijk bomen op het grondgebied van de provincie Nederlands Limburg binnen een periode van 8 jaar ten behoeve van de bevordering van biodiversiteit, leefbaarheid en CO2-reductie.’

     

    wordt vervangen door:

     

    ‘Het doel van de regeling is, op een duurzame en technisch verantwoorde wijze, de aanplant te stimuleren van zo veel mogelijk bomen op het grondgebied van de Nederlandse provincie Limburg binnen een periode van 8 jaar ten behoeve van de bevordering van biodiversiteit, leefbaarheid en CO2-reductie.’

     

  • C.

    In artikel 4 Subsidiecriteria worden de volgende nieuwe leden toegevoegd:

    • ‘7.

      De bomen in het project dienen te beschikken over een gecertificeerd kwaliteitskeurmerk van de Stichting Nederlandse Algemene Kwaliteitsdienst Tuinbouw.

    • 8.

      De bomen in het project die worden aangeplant mogen niet invasief van aard zijn.

    • 9.

      Er wordt op het moment van de aanplant een maximale boommaat gehanteerd van 10-12 cm in omtrek, gerekend vanaf 1.00 m. boven maaiveld. Binnen de bebouwde kom mag van het totaal aantal bomen dat wordt aangeplant in het kader van het project, maximaal 20% van de aan te planten bomen in het totale projectplan in beslag worden genomen door bomen met een maximale boommaat van 20-25 cm in omtrek, gerekend vanaf 1.00 m. boven maaiveld.’

  • D.

    Artikel 5 Verplichtingen subsidieontvanger, luidende:

    ‘Subsidieontvanger is verplicht om:

    • 1.

      de aangeplante bomen in stand te houden voor een periode van minimaal 30 jaar.’

  • wordt vervangen door:

     

    ‘De subsidieontvanger is verplicht om de aangeplante bomen in stand te houden voor een periode van minimaal 30 jaar.’

     

  • E.

    In artikel 6 Afwijzingsgronden, wordt het volgende nieuwe onderdeel toegevoegd:

    • ‘h.

      de aangeplante bomen (mede) worden gebruikt om (op termijn) economische activiteiten te verrichten.’

  • F.

    Artikel 9 Subsidiabele/niet-subsidiabele kosten luidende:

    • ‘1.

      Subsidiabel zijn:

      • -

        alle direct met de aanschaf en aanplant van de bomen gerelateerde kosten.

      • -

        maximaal 4000 bomen per hectare.

      • -

        maximaal 20% van de totale subsidiabele kosten mag bestaan uit interne kosten (overhead).

    • 2.

      Aanvullend op artikel 15 van de Algemene Subsidieverordening 2017 e.v. zijn de volgende kosten niet subsidiabel:

      • -

        regulier bosbouwkundig onderhoud.

      • -

        ter uitvoering van wettelijke herplant verplichtingen.

      • -

        de aanschaf van gereedschap en machines.

      • -

        monoculturen (is een aanplant van één soort of één variëteit van bomen).

      • -

        kosten van de afwaardering van grond en het beheer na aanplant van de bomen.’

  • Wordt in zijn geheel vervangen door:

    • ‘1.

      Subsidiabel zijn:

      • -

        alle direct met de aanschaf en aanplant van de bomen gerelateerde kosten.

      • -

        maximaal 4000 bomen per hectare.

      • -

        maximaal 20% van de totale subsidiabele kosten mag bestaan uit interne kosten (overhead).

      • -

        maximaal 10% van de totale subsidiabele kosten mag bestaan uit nazorgkosten voor een periode van maximaal 2 jaar.

    • 2.

      Aanvullend op artikel 15 van de Algemene Subsidieverordening 2017 e.v. zijn de volgende kosten niet-subsidiabel:

      • -

        regulier bosbouwkundig onderhoud.

      • -

        ter uitvoering van wettelijke herplant verplichtingen.

      • -

        de aanschaf van gereedschap en machines.

      • -

        monoculturen (is een aanplant van één soort of één variëteit van bomen).

      • -

        de aanplant van invasieve soorten.

      • -

        kosten van de afwaardering van grond en het beheer na de aanplant van de bomen, met uitzondering van de nazorgkosten voor maximaal 10% van de totale subsidiabele kosten.

      • -

        in stedelijk gebied de voorbereidings- en instandhoudingskosten, waaronder limitatief wordt verstaan het weghalen van verhardingen, plantgat verbeteringsmaatregelen, het verwijderen van (vervuilde) grond, het aanbrengen van verkeersbescherming en/of beluchting.’

  • G.

    In de Toelichting wordt als laatste alinea de volgende nieuwe passage toegevoegd:

     

    ‘Om de ingediende begroting en kostenberekening te kunnen beoordelen en te objectiveren wordt o.a. gebruik gemaakt van het Normenboek Natuur, Bos en Landschap van de W.U.R.). https://www.normenboek.nl/indexbestellen.html

Artikel II Overgangsrecht

  • 1.

    Voor besluiten die zijn genomen vóór de inwerkingtreding van deze wijzigingen blijven de bepalingen van de Nadere subsidieregels aanplant bomen in Limburg 2020 (PB. 17 januari 2020, nr. 317) van kracht zoals die golden vóór de inwerkingtreding van deze wijzigingen, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.

  • 2.

    Aanvragen die zijn ingediend vóór de inwerkingtreding en waarover bij inwerkingtreding van deze wijziging nog niet is beslist, worden geacht op basis van de gewijzigde Nadere subsidieregels aanplant bomen in Limburg 2020 te zijn ingediend, tenzij Gedeputeerde Staten van oordeel zijn dat de aanvrager in zijn belangen wordt geschaad. In dat laatste geval handelen Gedeputeerde Staten overeenkomstig de Nadere subsidieregels aanplant bomen in Limburg 2020 (PB. 17 januari 2020, nr. 317).

Artikel III Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na de dag van publicatie in het Provinciaal Blad.

 

Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten, gehouden op 19 mei 2020.

Gedeputeerde Staten voornoemd

de voorzitter,

dhr. drs. Th.J.F.M. Bovens

secretaris

dhr. drs. G.H.E. Derks MPA

Naar boven