Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland houdende regels omtrent reglement Fonds nazorg gesloten stortplaatsen (Reglement Fonds nazorg gesloten stortplaatsen Noord-Holland 2019)

Gedeputeerde staten van Noord-Holland, optredende als bestuur van het Fonds nazorg gesloten stortplaatsen Noord-Holland;

 

Overwegende dat het gewenst is het Reglement Fonds nazorg gesloten stortplaatsen Noord-Holland 2013 te actualiseren;

 

Gelet op de Wet Milieubeheer;

 

Besluiten vast te stellen:

 

Reglement Fonds nazorg gesloten stortplaatsen Noord-Holland 2019

Artikel 1 Algemene bepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Wet milieubeheer;

  • b.

    storten van afvalstoffen, stortplaats, gesloten stortplaats en bedrijfsgebonden stortplaats: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 8.47, eerste en tweede lid, van de wet, doch met uitsluiting van stortplaatsen zoals omschreven in artikel 15.43 van de wet en van het storten op zulke stortplaatsen, geopende stortplaats;

  • c.

    geopende stortplaats: stortplaats waarvoor geen verklaring is afgegeven zoals bedoeld in artikel 8.47, derde lid, van de wet;

  • d.

    nazorg: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 8.49, eerste lid, van de wet;

  • e.

    de gedeputeerden: de gedeputeerde belast met de provinciale Financiën en de gedeputeerde belast met Milieu, dan wel, in het geval deze portefeuilles bij één persoon berusten, een door Gedeputeerde Staten aan te wijzen tweede gedeputeerde;

  • f.

    nazorgheffing: de heffing, genoemd in artikel 2 van de Verordening nazorgheffing stortplaatsen provincie Noord-Holland 1999;

  • g.

    het fonds: het provinciaal fonds nazorg gesloten stortplaatsen Noord-Holland, het Nazorgfonds Noord-Holland.

Artikel 2 Plaats van vestiging

Het fonds is gevestigd te Haarlem, ten kantore van de provincie Noord-Holland.

Artikel 3 Doel

  • 1.

    Het fonds is bestemd voor de in artikel 8.49 van de wet bedoelde zorg voor gesloten stortplaatsen.

  • 2.

    Het fonds wordt gevoed met de baten als genoemd in artikel 15.47, vijfde en zesde lid, van de wet.

  • 3.

    Uit het fonds worden bestreden de kosten als genoemd in artikel 15.47, zevende lid, van de wet.

Artikel 4 Beheer en vertegenwoordiging

  • 1.

    Gedeputeerde Staten van Noord-Holland besturen het fonds.

  • 2.

    De gedeputeerde belast met de provinciale financiën voert samen met de gedeputeerde belast met milieu in het college van Gedeputeerde Staten het dagelijkse bestuur van het fonds.

  • 3.

    De commissaris van de Koning in de provincie Noord-Holland vertegenwoordigt het fonds in en buiten rechte.

  • 4.

    Gedeputeerde Staten stellen een beleggingsstatuut op waarin wordt geregeld op welke wijze de middelen in het fonds worden belegd.

  • 5.

    Voor zover niet in strijd met het beleggingsstatuut van het fonds is het Financieringsstatuut van de provincie Noord-Holland van toepassing.

Artikel 5 Jaarrekening en jaarverslag

  • 1.

    De jaarrekening en het jaarverslag van het Nazorgfonds Noord-Holland wordt op basis van eigen grondslagen opgesteld. Het Nazorgfonds Noord-Holland is een apart publiekrechtelijke rechtspersoon en valt niet onder het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV).

  • 2.

    In principe wordt het stelsel van baten en lasten gehanteerd. De op de balans opgenomen activa en passiva worden tegen nominale waarde opgenomen, behoudens de fondsen en obligaties. Deze worden tegen marktwaarde gewaardeerd. De doelvermogens worden op het moment van definitieve berekening in de jaarrekening als reserve nazorg gesloten stortplaatsen opgenomen.

Artikel 6 Begroting en rekening

  • 1.

    Het boekjaar van het fonds is gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Gedeputeerde staten stellen jaarlijks in de maand oktober de begroting van het fonds vast voor het komende jaar, alsmede een meerjarenbegroting voor de daarop volgende drie jaren.

  • 3.

    De begroting bevat in ieder geval een raming van de kosten die zijn verbonden aan de werkzaamheden van het fonds.

  • 4.

    Gedeputeerde staten stellen jaarlijks in de maand mei de jaarrekening van het fonds vast over het voorafgaande jaar. De jaarrekening gaat vergezeld van een accountantsverklaring.

  • 5.

    Gedeputeerde staten zenden de begroting, de meerjarenbegroting en de jaarrekening binnen vier weken na vaststelling ter informatie aan Provinciale Staten.

  • 6.

    De vastgestelde jaarrekening wordt toegezonden aan degenen aan wie de nazorgheffing is opgelegd.

Artikel 7 Onderverdeling in reserves en verrekeningsregels bij tekorten en overschotten

  • 1.

    De passivazijde van de balans van het fonds is onderverdeeld in:

    • a.

      een reserve per geopende stortplaats;

    • b.

      een reserve gesloten stortplaatsen;

  • 2.

    Het beleggingsresultaat dat met het kapitaal van het nazorgfonds wordt behaald, wordt onderscheiden naar het toepasselijke risicoprofiel en vervolgens verdeeld over de in het eerste lid genoemde reserves van de stortplaatsen waarop het betreffende profiel van toepassing is, naar rato van de omvang van deze reserves.

  • 3.

    Elke reserve geopende stortplaats ontvangt jaarlijks de opbrengst van de objectgebonden heffing van deze stortplaats.

  • 4.

    De reserve gesloten stortplaatsen ontvangt bij het sluiten van een stortplaats het saldo van de betreffende reserve geopende stortplaats.

  • 5.

    Een overschot in een reserve geopende stortplaats leidt tot een lager tarief voor die stortplaats en eventueel zelfs tot een teruggave.

Artikel 8 Slotbepalingen

  • 1.

    Het Reglement Fonds nazorg gesloten stortplaatsen Noord-Holland 2013 wordt ingetrokken.

  • 2.

    Dit reglement treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin deze is geplaatst.

  • 3.

    Dit reglement wordt aangehaald als: Reglement Fonds nazorg gesloten stortplaatsen Noord-Holland 2019

Haarlem, 5 november 2019

Gedeputeerde staten van Noord-Holland,

A.Th.H. van Dijk , voorzitter.

R.M. Bergkamp, provinciesecretaris.

Naar boven