Provinciaal blad van Overijssel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Provinciaal blad 2020, 3083 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Provinciaal blad 2020, 3083 | Verordeningen |
Wijzigingen Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2017
Paragraaf 1.1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1.1. Begripsomschrijvingen
In de toelichting van algemene de-minimisverordening wordt ‘verleningsbeschikking’ vervangen door ‘subsidiebeschikking’.
Het begrip ‘Mede-overheden’ wordt vervangen door ‘Medeoverheden’.
Artikel 1.1.4 Wijze van verlening
Dit artikel komt als volgt te luiden:
Artikel 1.1.4 Wijze van verlening en vaststelling
In de toelichting, tweede alinea, bij dit artikel wordt ‘activteiten’ vervangen door ‘activiteiten’.
In lid 1 wordt ‘verlenen’ vervangen door ‘verstrekken’.
Artikel 1.1.5. Subsidiabele kosten
Het eerste lid komt als volgt te luiden: Loonkosten van medewerkers zijn subsidiabel als deze rechtstreeks aan de subsidiabele activiteit toe te rekenen zijn, doelmatig en aantoonbaar zijn én de berekening ervan gebaseerd is op één van de volgende systematieken:
Volgens de loonkosten plus opslag voor medewerkers in dienst van de aanvrager. Voor de berekening van de loonkosten op deze wijze wordt de volgende formule gehanteerd: directe loonkosten per jaar delen door 1.600 uren per fulltime medewerker, vermeerderd met maximaal 40% als vergoeding voor de indirecte kosten;
Toelichting: Hierbij vormen de loonstaten per medewerker die deelneemt aan het project de basis voor de berekening van de subsidiabele loonkosten. Het aantal productieve uren en percentage indirecte kosten (overhead) opslag waarmee het uurtarief mag worden berekend is maximaal 40%.
Het hanteren van een vast uurtarief van € 35,- voor medewerkers in dienst van de aanvrager of voor natuurlijke personen die een onderneming drijven.
Toelichting: Bij natuurlijke personen die een onderneming drijven kan het bijvoorbeeld gaan om een eenmanszaak, vof, cv of maatschap. Ook het loon van een directeur-grootaandeelhouder kan hier worden ondergebracht voor zover deze niet op de loonlijst staat. De inzet van ingehuurde ondernemers valt hier niet onder, maar kan onder kosten derden worden gebracht.
Het derde lid komt als volgt te luiden:
Kosten van derden zijn subsidiabel indien deze kosten aantoonbaar aan een derde verschuldigd zijn, rechtstreeks aan de subsidiabele activiteit zijn toe te rekenen zijn, doelmatig zijn en betrekking hebben op activiteiten die binnen de subsidieperiode uitgevoerd zijn. Het maximaal subsidiabele uurtarief van derden is € 130,- exclusief btw. Het tweede en derde lid van dit artikel sluiten elkaar uit voor zover het gaat om machines en apparatuur. Dit betekent dat indien kosten voor aanschaf van machines en apparatuur subsidiabel zijn onder dit lid, de afschrijvingskosten voor dezelfde machines en apparatuur niet subsidiabel zijn onder het tweede lid.
Toelichting: Het gaat om kosten die direct voor de subsidiabele activiteit worden gemaakt en doelmatig zijn, bijvoorbeeld door uitbesteding van een deel van de subsidiabele activiteit of in de vorm van kosten van voor de subsidiabele activiteit geleverde materialen, diensten en inhuur personeel. Doelmatig betekent onder andere dat het resultaat geleverd wordt tegen zo min mogelijke kosten. Het aantoonbaar maken van kosten kan bijvoorbeeld door middel van een factuur, kwitantie of ingeval medeoverheden een subsidiebesluit. Het tweede en het derde lid van dit artikel sluiten elkaar uit voor zover het gaat om machines en apparatuur. Het is aan de aanvrager om aan te geven voor welke kosten hij subsidie wenst.
Het vierde lid komt als volgt te luiden:
Toelichting: Het gaat hier om kosten als verzekeringspremies voor vrijwilligersinzet, lunches en andere kosten die door de aanvrager gemaakt worden om inzet van vrijwilligers te faciliteren. Vergoedingen die vrijwilligers ontvangen voor de inzet van uren zijn conform artikel 1.1.6 eerste lid niet subsidiabel.
Artikel 1.1.6 Niet subsidiabele kosten
‘Voor de inzet in uren’ wordt vervangen door ‘voor de inzet van uren’.
Het tweede lid komt als volgt te luiden:
Btw is niet subsidiabel, tenzij door de subsidieaanvrager in de aanvraag kan worden aangetoond dat de btw over de subsidiabele kosten niet met de fiscus of via het Btw-compensatiefonds kan worden verrekend.
Na artikel 1.1.8 wordt artikel 1.1.9 toegevoegd:
Artikel 1.1.9 Afronding bedragen
Bij subsidieverstrekking gehanteerde bedragen worden naar boven afgerond op ééntallen.
Toelichting: Hierbij gaat het om alle aan de subsidie gerelateerde besluiten, zoals een subsidieverlening, voorschotverlening en een subsidievaststelling.
Artikel 1.2.1. Bij aanvraag in te dienen gegevens
Het tweede lid onder b komt als volgt te luiden ‘de doelen en resultaten die met de uitvoering van de activiteiten worden nagestreefd, en hoe de activiteiten daaraan bijdragen;
Paragraaf 1.3 Verlening van de subsidie wordt vervangen door
‘Paragraaf 1.3 verlening en vaststelling van de subsidie’
De toelichting komt als volgt te luiden:
Toelichting: Het subsidiesysteem gaat uit van een drietal arrangementen:
Bij deze arrangementen hangt de zwaarte van de verantwoordingseisen af van het subsidiebedrag. Gedeputeerde Staten bepalen op basis van het geldende arrangement of er verantwoording moet plaatsvinden en de zwaarte van de verantwoording. Uitgangspunt is de hoogte van het subsidiebedrag. Ook hogere regelgeving, aanvullende verplichtingen of extra beheersmaatregelen kunnen tot een zwaardere verantwoording leiden. Doordat in de subsidiebeschikking wordt aangegeven welke verantwoordingseisen van toepassing zijn, weet de subsidieontvanger tijdig wat van hem wordt verwacht.
Artikel 1.3.1 Verlening subsidie
Dit koptekst van dit artikel komt als volgt te luiden:
Artikel 1.3.1 Verlening en directe vaststelling subsidie
Het tweede lid komt als volgt te luiden:
Bij het besluit tot verlening of directe vaststelling van subsidie geven Gedeputeerde Staten de datum aan waarop de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht en indien van toepassing op welke wijze de verantwoording van de te ontvangen subsidie plaatsvindt.
In de toelichting wordt ‘Bij het niet voldoen aan deze informatieplicht kan, indien dat achteraf mocht blijken, met toepassing van artikel 4:49 Awb alsnog de subsidievaststelling worden ingetrokken, omdat de ontvanger wist en behoorde te weten dat de vaststelling onjuist was.’
vervangen door: Bij het niet voldoen aan deze informatieplicht kan de subsidieverlening of subsidievaststelling worden gewijzigd of ingetrokken.’
Artikel 1.4.2 Bestuursverklaring
Dit artikel komt als volgt te luiden:
Artikel 1.4.2. Digitale financiële verantwoording
Indien de subsidie meer dan € 125.000,- bedraagt is de subsidieontvanger verplicht een digitale financiële verantwoording in te vullen en deze te overleggen bij de aanvraag tot vaststelling. In de aanvraag tot subsidievaststelling geeft de subsidieontvanger aan of de subsidiabele activiteiten zijn verricht en welke subsidiabele kosten werkelijk zijn gemaakt. De subsidieontvanger maakt hierbij gebruik van het beschikbaar gestelde format.
Toelichting: Het aanvraagformulier tot vaststelling is te vinden op " http://www.overijssel.nl/subsidie " www.overijssel.nl/subsidie . De financiële verantwoording dient ingevuld te worden in de daarvoor bestemde velden die onderdeel uitmaken van het digitale aanvraagformulier.
In het eerste lid wordt ‘verleningsbeschikking’ vervangen door ‘subsidiebeschikking’
1.4.6 Deugdelijke administratie
In het eerste lid komt ‘en vastgestelde’ te vervallen.
Het tweede lid komt als volgt te luiden: De administratie van de gemaakte subsidiabele kosten dienen te worden bewaard gedurende 12 maanden na subsidievaststelling of bij een directe vaststelling, gedurende 12 maanden na afloop van de subsidieperiode.
Toelichting: Het gaat hierbij om de gehele administratie, zowel de urenadministratie als de financiële administratie. Financiële administratie bestaat uit bijvoorbeeld facturen, kwitanties en afgegeven subsidiebeschikkingen.
Artikel 1.5.2. Subsidies vanaf € 25.000 tot € 125.000
Het eerste lid komt als volgt te luiden: Indien de subsidieverlening € 25.000,– of meer bedraagt, maar minder dan € 125.000,–, dient de subsidieontvanger uiterlijk 13 weken na het realiseren van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, of binnen een in de regeling of verleningsbeschikking op te nemen afwijkende termijn, een aanvraag tot vaststelling in bij Gedeputeerde Staten via het daarvoor beschikbaar gestelde digitale formulier.
Het tweede lid onder c komt als volgt te luiden: indien sprake is van staatssteun overlegt de aanvrager een digitale financiële verantwoording zoals bedoeld in artikel 1.4.2.
Het derde lid komt als volgt te luiden: Indien de activiteiten zijn gerealiseerd en aan de subsidieverplichtingen is voldaan, wordt de subsidie vastgesteld op het verleende bedrag, tenzij bij de verlening is bepaald dat een digitale financiële verantwoording als bedoeld in artikel 1.4.2 moet worden overlegd. In dat geval wordt de subsidie vastgesteld overeenkomstig de in de subsidiebeschikking genoemde wijze, met als maximum het verleende bedrag.
Artikel 1.5.3. Subsidies vanaf € 125.000
Het tweede lid komt als volgt te luiden: De aanvraag tot vaststelling bevat een inhoudelijk verslag, een financiële verantwoording en, indien in de subsidieparagraaf of de verleningsbeschikking als zodanig verplicht, een accountantsverklaring conform het controleprotocol.
Het vierde lid komt als volgt te luiden:
Uit de financiële verantwoording als bedoeld in het tweede lid blijkt wat het totale bedrag is van de gerealiseerde subsidiabele kosten van de activiteiten en de dekking daarvan, voor zover van toepassing gespecificeerd naar:
In de toelichting bij het vijfde lid wordt ‘Is in de verleningsbeschikking bijvoorbeeld opgenomen dat de subsidie 40% van de begrote kosten bedraagt, dan geldt dat percentage ook bij de vaststelling van de subsidie.’ vervangen door ‘Is in de verleningsbeschikking bijvoorbeeld opgenomen dat de subsidie 40% van de begrote subsidiabele kosten bedraagt, dan geldt dat percentage ook voor de werkelijke subsidiabele kosten bij de vaststelling van de subsidie.’
Paragraaf 2.10 Stimuleren wooninitiatieven
‘1 april 2020’ wordt vervangen door: 1 december 2020
Paragraaf 2.11 Impuls circulair bouwen
‘1 april 2020’ wordt vervangen door: 1 september 2021
Paragraaf 2.13 wordt toegevoegd:
Paragraaf 2.13 Zoetwatervoorziening Overijssel 2020 t/m 2021
Op 7 september 2015 is de bestuursovereenkomst Zoetwatervoorziening Hoge Zandgronden 2016-2021 regio Oost getekend door de minister van I&M. De regionale partijen hebben de bestuursovereenkomst individueel ondertekend in de periode juni – november 2015. Het doel van deze bestuursovereenkomst is om over voldoende zoetwater te beschikken en nadelige effecten van droogte tegen te gaan in de regio Oost -Nederland . Gedeputeerde Staten van Overijssel is één van de vele ondertekenaars.
Ter uitwerking van de bestuursovereenkomst is het werkprogramma Zoetwatervoorziening Hoge Zandgronden 2016-2021 met als titel “Wel goed water geven!” op 27 mei 2015 vastgesteld door het Regionaal bestuurlijk Overleg Rijn-Oost (RBO). De regionale partijen hebben daarna individueel met het werkprogramma ingestemd. De maatregelen en projecten, waarvan verwacht wordt dat ze bijdragen aan het doel van de bestuursovereenkomst, zijn vooraf aangedragen door de regionale partners en opgenomen in het werkprogramma. In dit werkprogramma is op hoofdlijnen beschreven welke maatregelen een initiatiefnemer of groep van initiatiefnemers gaat uitvoeren, waar de uitvoering(globaal) plaatsvindt en welke investeringen het betreft. Het Rijk heeft via deelname aan de bestuursovereenkomst aangegeven te zullen bijdragen aan de uitvoering van het werkprogramma. De provincie geeft deze gelden via een subsidieregeling door aan initiatiefnemers, die maatregelen en projecten uitvoeren.
In 2019 is extra geld van het Rijk beschikbaar gekomen voor zoetwatermaatregelen in Oost-Nederland voor die gebieden waar in 2018 de gevolgen van de droogte het grootst waren. Voor Overijssel gaat het over de regio Twente. In het Regionaal Bestuurlijk Overleg Rijn-Oost van december 2019 zijn bestuurlijke afspraken gemaakt over de verdeling van dit extra Rijksgeld. Op basis van deze afspraken verstrekken Gedeputeerde Staten subsidie aan 1 waterschap en 8 gemeenten voor activiteiten of projecten die bijdragen aan het behouden van voldoende zoetwater en die zijn gericht op het tegengaan van effecten van droogte in de provincie Overijssel.
Artikel 2.13.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
werkprogramma: het door het RBO op 27 mei 2015 vastgestelde werkprogramma Zoetwatervoorziening Hoge zandgronden 2016-2021 “Wel goed water geven!”, waarin beschreven is welke maatregelen een initiatiefnemer of groep van initiatiefnemers gaat uitvoeren, waar de uitvoering globaal plaatsvindt en welke investeringen het betreft.
Artikel 2.13.2. Subsidiabele activiteit
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor activiteiten die bijdragen aan het behouden van voldoende zoetwater en die zijn gericht op het tegengaan van effecten van droogte én die opgenomen zijn in bijlage 2 van het werkprogramma.
Toelichting: Het werkprogramma is te vinden op www.overijssel.nl/subsidie
Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 2.13.2 voldoet aan de volgende criteria:
Artikel 2.13.4 Niet subsidiabele kosten
Artikel 2.13.5 Hoogte van de subsidie
De subsidie bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 115.925,- per gemeente en een maximum van € 119.750,- voor Waterschap Vechtstromen.
Artikel 2.13.6. Subsidieplafond
Gedeputeerde Staten stellen een meerjarensubsidieplafond vast voor 2020 en 2021, onder voorbehoud van vaststelling van de begroting 2021 door Provinciale Staten.
Artikel 2.13.7 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Artikel 2.13.8 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op artikel 1.4.1 en artikel 1.4.2 is de subsidieontvanger verplicht:
Deze regeling is geldig tot 1 december 2021, tenzij Gedeputeerde Staten anders besluiten.
Paragraaf 4.2 wordt geheel herzien en komt als volgt te luiden:
Paragraaf 4.2 Subsidieregeling opruiming drugsafval Overijssel 2020
Artikel 4.2.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
Artikel 4.2.2 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor projecten gericht op herstel van bodem of oppervlaktewater in geval van dumping van drugsafval, in de vorm van:
Artikel 4.2.4 Hoogte van de subsidie
ingeval de grond of het water waar het project betrekking op heeft eigendom is van een natuurlijke persoon, privaatrechtelijke rechtspersoon of Staatsbosbeheer, dan wel de subsidieaanvrager een natuurlijke persoon of privaatrechtelijke rechtspersoon is die de grond in erfpacht heeft: 100% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 24.999;
Artikel 4.2.5 Subsidiabele kosten
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen, in afwijking van artikel 1.1.5 en artikel 1.1.6 voor subsidie in aanmerking de daadwerkelijk gemaakte kosten derden met betrekking tot:
Artikel 4.2.6 Indieningstermijn aanvraag
Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend van 2 juni 2020 tot en met 1 december 2020.
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor de periode, genoemd in artikel 4.2.6, vast.
De aanvrager maakt bij de aanvraag gebruik van het beschikbaar gestelde digitale aanvraagformulier Opruiming drugsafval 2020.
Toelichting: Het aanvraagformulier is te vinden op https://www.brabant.nl/loket/subsidies.aspx
Artikel 4.2.10 Weigeringsgronden
In aanvulling op artikel 1.1.7 wordt de subsidie geweigerd indien:
Paragraaf 4.3 Natuur en Samenleving 2.0
Artikel 4.3.1 Begripsbepalingen
‘Groene leermodules’: vervallen
‘integraal vergroeningproject’: vervallen
Artikel 4.3.2 Subsidiabele activiteiten
Sub b komt als volgt te luiden:
Lid 6 sub b komt als volgt te luiden:
Artikel 4.3.4 Hoogte van de subsidie
Lid 1 komt als volgt te luiden:
Lid 3 komt als volgt te luiden:
De subsidie als bedoeld in artikel 4.3.2 sub e bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 20.000,- per aanvraag voor de doorontwikkeling van bestaande Groene Lopers. Dit zijn aanvragers die al eerder een subsidie van de provincie hebben ontvangen. Voor nieuwe Groene Lopers die voor het eerst subsidie aanvragen bedraagt de subsidie maximaal 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 30.000,- per aanvraag.
Artikel 4.3.5 Subsidiabele kosten
‘uurtarief’ wordt vervangen door: tarief
‘groene lopers’ wordt vervangen door: Groene Lopers
Artikel 4.3.5a Niet subsidiabele kosten
Achter ‘subsidiabel’ wordt een komma geplaatst en toegevoegd: tenzij sprake is van nazorg, zoals inboet, in het eerste jaar.
Artikel 4.3.8 Weigeringsgronden
Achter de derde zin wordt toegevoegd: Half verharding kan als dat bijdraagt aan de natuurbeleving wel in aanmerking komen voor subsidie.
Achter ‘Tot boerderijdieren’ wordt toegevoegd: worden
Artikel 4.3.9 Verplichtingen subsidieontvanger
Lid 1 sub a: ‘en de integrale vergroeningsprojecten als bedoeld in artikel 4.3.2 sub b onder (i)’ vervalt en er wordt een punt geplaatst. De volgende zin begint met ‘Voor’.
Paragraaf 4.8 Groene schoolpleinen
‘1 april 2020’ wordt vervangen door: 1 juli 2020
Paragraaf 5.1 Mobiliteit Overijssel
Artikel 5.1.9 Vaststelling subsidie vanaf € 25.000 tot € 125.000
In de toelichting bij dit artikel wordt ‘bestuursverklaring’ vervangen door ‘digitale financiële verantwoording’
Subparagraaf 6.7.3 MIT-R&D-samenwerkingsprojecten
Artikel 6.7.3.1 Subsidiabele activiteiten
‘innovatiestimuleringsplannen’ wordt vervangen door: innovatieagenda
Sub c wordt sub b en ‘of Gelderland’ komt te vervallen
Artikel 6.7.3.5 Indieningstermijn aanvraag tot subsidieverlening
Lid 1: ‘11 juni 2019’ wordt vervangen door: 11 juni 2020 en ‘10 september 2019’ wordt vervangen door: 10 september 2020
Artikel 6.7.3.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Lid 1: Achter ‘samenwerkingsprojecten’ wordt toegevoegd: Overijssel
Lid 2: voor ‘model’ wordt toegevoegd: Overijsselse
Toelichting: voor ‘model’ wordt toegevoegd: Overijsselse
Achter de link wordt toegevoegd: of op de website van de RVO
Paragraaf 6.21 Voucherregeling startende ondernemers - De Startversneller
Artikel 6.21.1 Begripsbepalingen
Paragraaf 6.31 Snel groeiende bedrijven
Artikel 6.31.7 Indieningstermijn aanvraag tot subsidieverlening
‘1 mei 2020’ wordt vervangen door: 1 september 2020.
artikel 6.31.10 wordt toegevoegd:
Deze regeling is geldig tot 1 september 2021, tenzij Gedeputeerde Staten anders besluiten.
Paragraaf 6.33 Ketensamenwerking Circulaire Kunststoffen
‘1 mei 2020’ wordt vervangen door ‘1 december 2020’.
Paragraaf 6.34 wordt toegevoegd:
Paragraaf 6.34 Arbeidsmarkt Overijssel 2020
Deze regeling is een uitwerking van het statenvoorstel Samen naar een inclusieve, wendbare en toekomstgerichte arbeidsmarkt 2020-2023 (hierna Statenvoorstel).
De prioritaire thema’s inclusiviteit, tegengaan krapte en mismatch en leren en werken met nieuwe technologieën vormen de basis voor deze regeling. Binnen deze thema’s kan subsidie verstrekt worden voor de volgende projecten, die als actie genoemd zijn in het Statenvoorstel:
1. Cross-overs arbeidsmarkt met provinciale kernopgaven
Hierbij gaat het om arbeidsmarktprojecten die tevens bijdragen aan de uitvoering van andere provinciale kernopgaven. Enkele voorbeelden uit het Statenvoorstel zijn:
2. Publiek-private samenwerkingsverbanden en vernieuwende opleidingsconcepten
Publiek- private samenwerkingsverbanden van werkgevers en ondernemers dragen bij aan een betere aansluiting tussen arbeidsmarkt en onderwijs. Met deze subsidieregeling wil de provincie vernieuwende manieren van opleiden en werken, voor jongeren dan wel voor werkenden, ondersteunen die bijdragen aan het realiseren van de provinciale kernopgaven. We richten ons op de beroepen op MBO en/of HBO niveau en het MKB, waarbij de focus ligt op innovaties en excellentie in het MBO en HBO. Kennis van nieuwe technologieën en digitale vaardigheden zien wij hierbij als een noodzakelijke basis voor het opleiden voor de toekomstige arbeidsmarkt.
3. Talent behouden en aantrekken
De provincie wil met haar partners blijven investeren om talent te behouden en aan te trekken voor de regio.
In de afgelopen periode heeft de provincie geïnvesteerd in concrete projecten. Met deze subsidieparagraaf wordt hierop voortgebouwd door in te zetten op de randvoorwaarden, zoals een aantrekkelijk woon-, werk-, en leefklimaat, employer branding door werkgevers en het organiseren van samenwerkingen en platforms waar vraag en aanbod samenkomen. Projecten op het gebied van huisvesting zijn uitgesloten.
4. Eén grensoverschrijdende arbeidsmarkt
De provincie wil bijdragen aan één goed werkende grensoverschrijdende arbeidsmarkt waar de grens niet als belemmering wordt ervaren. Projecten die voor subsidie in aanmerking kunnen komen zijn o.a.:
Artikel 6.34.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
Artikel 6.34.2 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor:
Artikel 6.34.4 Hoogte van de subsidie
De subsidie bedraagt maximaal 70% van de subsidiabele kosten met een maximum van:
Artikel 6.34.5 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Artikel 6.34.6 Subsidieplafond
Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.
Artikel 6.34.7 Weigeringsgronden
In aanvulling op artikel 1.1.7 weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie indien:
Artikel 6.34.8 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op de artikelen 1.4.1 en 1.4.6 is de subsdieontvanger verplicht
Deze regeling is geldig tot 1 december 2020, tenzij Gedeputeerde Staten anders besluiten.
Paragraaf 6.35 wordt toegevoegd
Paragraaf 6.35 Wetenschap en Techniek Primair onderwijs
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het stimuleren van wetenschap en techniek (inclusief digitale vaardigheden) in het basisonderwijs.
De subsidie is bedoeld voor de implementatie van het W&T Kompas Het W&T Kompas geeft scholen inzicht in hoeverre wetenschap en techniek is ingebed in hun school. Ook helpt het W&T Kompas om ontwikkeldoelen te formuleren die aansluiten bij de visie van de school.
Artikel 6.35.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
Artikel 6.35.2 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor begeleiding door een W&T expert bij implementatie van het W&T Kompas.
Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 6.35.2 voldoet aan de volgende criteria:
Artikel 6.35.4 Hoogte van de subsidie
Artikel 6.35.5 Subsidiabele kosten
Artikel 6.35.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
De aanvrager maakt bij de aanvraag gebruik van het aanvraagformulier Wetenschap en Techniek Primair onderwijs.
Artikel 6.35.7 Subsidieplafond
Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.
Artikel 6.35.8 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op de artikelen 1.4.1 en 1.4.6 is de subsidieontvanger verplicht:
Artikel 6.35.9 Weigeringsgrond
In aanvulling op artikel 1.1.7, eerste en derde tot en met zesde lid, wordt de subsidie geweigerd als de betreffende school al gebruik heeft gemaakt van deze subsidieparagraaf.
Deze regeling is geldig tot 1 december 2023, tenzij Gedeputeerde Staten anders besluiten.
Paragraaf 8.4 Impuls aan sociale acceptatie en veiligheid (regenboogprovincie)
In de titel wordt achter (regenboogprovincie) toegevoegd: 2020 t/m 2023
Artikel 8.4.5 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Achter ‘(regenboogprovincie)’ wordt toegevoegd: 2020 t/m 2023.
Artikel 8.4.7 Weigeringsgronden
Sub c: achter ‘de aanvrager’ wordt toegevoegd: in het betreffende kalenderjaar
Artikel 8.4.8 Verplichtingen subsidieontvanger
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2020-3083.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.