Nadere subsidieregels Bibliotheek, Maatschappij en Laaggeletterdheid 2020-2023

Gedeputeerde Staten van Limburg

maken ter voldoening aan het bepaalde in de Provinciewet en de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v. bekend dat zij in hun vergadering van 12 mei 2020 hebben vastgesteld:

 

NADERE SUBSIDIEREGELS BIBLIOTHEEK, MAATSCHAPPIJ EN LAAGGELETTERDHEID 2020-2023

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    Bibliotheekvernieuwing: het aanbod van een bibliotheek/bibliotheken sluit meer aan op (lokale) maatschappelijke behoeften, richt zich meer op specifieke doelgroepen en heeft een aantoonbaar duurzamer maatschappelijk rendement.

  • 2.

    Geletterdheid: het gebruiken van gedrukte en geschreven informatie om volwaardig te kunnen functioneren in de maatschappij, om de eigen doelen te bereiken en om de eigen kennis en mogelijkheden te ontwikkelen.

  • 3.

    Laaggeletterdheid: term voor mensen die grote moeite hebben met het gebruiken van gedrukte en geschreven informatie om volwaardig te kunnen functioneren in de maatschappij, om de eigen doelen te bereiken en om de eigen kennis en mogelijkheden te ontwikkelen.

  • 4.

    Leesbevordering: het stimuleren van het lezen bij kinderen en volwassenen, met als doel dat zij lezen niet als verplichting ervaren, maar beschouwen als een leuke en zinvolle tijdsbesteding, waardoor via leesplezier en leesmotivatie de leesvaardigheid wordt vergroot.

  • 5.

    Project: een in tijd afgebakend samenhangend geheel van activiteiten.

  • 6.

    Standaardnederlands: de variant van het Nederlands die vroeger Algemeen Beschaafd Nederlands (ABN) werd genoemd. Nederlandse dialecten vallen derhalve niet onder de definitie.

  • 7.

    Wsob: Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen.

Artikel 2 Doelstelling/doel van de regeling

Het doel van deze regeling is het voorkomen en verminderen van laaggeletterdheid en taalachterstanden in de Nederlandse provincie Limburg door het stimuleren van (activiteiten in het kader van) verbetering van taalvaardigheid en de aanpak van leesbevordering in preventieve en curatieve zin, waardoor ook wordt bijgedragen aan het vergroten van maatschappelijke participatie van specifieke doelgroepen in de samenleving.

Binnen het proces van bibliotheekvernieuwing is een bibliotheek uitvoerend projectpartner of betrokken bij het schrijven van de aanvraag om voor subsidie in aanmerking te komen binnen deze regeling, tenzij de aanvrager een Nederlands Limburgse gemeente betreft.

Artikel 3 Aanvrager

Voor subsidie kunnen in aanmerking komen:

  • a.

    Nederlands Limburgse bibliotheken conform de Wsob;

  • b.

    Nederlands Limburgse gemeenten;

  • c.

    Overige rechtspersonen die in de Nederlandse provincie Limburg zijn gevestigd;

  • d.

    Overige rechtspersonen die weliswaar in Nederland maar buiten de Nederlandse provincie Limburg zijn gevestigd, maar waar een officiële Nederlands Limburgse afdeling (blijkend uit de statuten of anderszins ter beoordeling van Gedeputeerde Staten) onderdeel van uitmaakt.

Hoofdstuk 2 Criteria

Artikel 4 Subsidiecriteria

Om voor een subsidie in aanmerking te komen:

  • a.

    dient het project in de Nederlandse provincie Limburg plaats te vinden;

  • b.

    dient het project gericht te zijn op het voorkomen en verminderen van laaggeletterdheid en taalachterstanden in de Nederlandse provincie Limburg door het stimuleren van (activiteiten in het kader van) verbetering van taalvaardigheid en de aanpak van leesbevordering in preventieve en curatieve zin;

  • c.

    dient het project in het Standaardnederlands te worden uitgevoerd om de geletterdheid in het Standaardnederlands te bevorderen;

  • d.

    dient een Nederlands Limburgse bibliotheek conform de Wsob (één van) de uitvoerende projectpartner(s) te zijn en/of betrokken te zijn bij het schrijven van de aanvraag om voor subsidie in aanmerking te komen binnen deze regeling, hetgeen dient te blijken uit de onderschrijving van de subsidieaanvraag, tenzij de aanvrager een Nederlands Limburgse gemeente betreft; en

  • e.

    dient gebruik te worden gemaakt van ondersteuningsmiddelen afgestemd op de behoefte van de betreffende doelgroep.

Artikel 5 Verplichtingen subsidieontvanger

De subsidieontvanger dient:

  • a.

    ervoor te zorgen dat de activiteiten ook na de ‘projectfase’ uitvoerbaar zijn en worden gewaarborgd (financieel en inhoudelijk), met uitzondering van projecten die een experimenteel karakter hebben of van tijdelijke aard zijn. Van deze experimentele projecten moet het leereffect breed gedeeld worden met (andere) partners in het veld; en

  • b.

    met het project te starten binnen een half jaar nadat de subsidie is verstrekt.

Artikel 6 Afwijzingsgronden

In aanvulling op artikel 15 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v., wordt de subsidieaanvraag afgewezen, indien:

  • a.

    het project niet aansluit bij de doelstelling van deze nadere subsidieregels zoals gesteld in artikel 2;

  • b.

    de subsidieaanvraag niet is ingediend door een aanvrager zoals gesteld in artikel 3;

  • c.

    niet wordt voldaan aan (één van) de criteria in artikel 4;

  • d.

    de subsidie wordt aangewend voor activiteiten binnen het reguliere onderwijsaanbod;

  • e.

    de Provincie Limburg dezelfde activiteiten al op een andere wijze subsidieert en/of financiert;

  • f.

    het te verstrekken subsidiebedrag minder dan € 1.000,00 bedraagt;

  • g.

    de subsidieaanvraag betrekking heeft op activiteiten die gericht zijn op de continuïteit van een onderneming/instelling;

  • h.

    de subsidieaanvraag is ontvangen buiten de periode zoals vermeld in artikel 11; en/of

  • i.

    het activiteiten betreft die een winstoogmerk hebben.

Hoofdstuk 3 Financiële aspecten

Artikel 7 Subsidieplafond

  • 1.

    Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond van deze Nadere subsidieregels jaarlijks vast.

  • 2.

    De wijze van verdeling van de subsidieplafonds kunt u raadplegen op www.limburg.nl/subsidies > subsidieplafonds.

Artikel 8 Subsidiebedrag

  • 1.

    Het subsidiebedrag bedraagt niet meer dan 75% van de totale subsidiabele projectkosten.

  • 2.

    Het subsidiebedrag bedraagt maximaal € 60.000,00.

  • 3.

    Subsidies kleiner dan € 1.000,00 worden niet verstrekt.

Artikel 9 Niet subsidiabele kosten

Aanvullend op artikel 15, eerste lid, van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v. zijn de volgende kosten niet subsidiabel:

  • a.

    onvoorziene uitgaven;

  • b.

    alle vormen van exploitatiekosten (zoals exploitatiekosten voor gebouw, bedrijf, systemen, reguliere salariskosten van het personeel etc.);

  • c.

    kosten van nieuw- en/of verbouw van gebouwen.

Hoofdstuk 4 Aanvraagprocedure

Artikel 10 Indienen aanvraag

  • 1.

    Een subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend bij Gedeputeerde Staten met gebruikmaking van het standaard (digitaal) aanvraagformulier dat geplaatst is op de website van de Provincie Limburg: www.limburg.nl/subsidies > actuele subsidieregelingen.

  • 2.

    Het standaard (digitaal) aanvraagformulier dient volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend te worden en te zijn voorzien van alle bijlagen zoals aangegeven op het formulier en dient te worden verzonden naar het op het aanvraagformulier aangegeven adres (Gedeputeerde Staten van Limburg, Cluster Subsidies, Postbus 5700, 6202 MA Maastricht), dan wel digitaal middels eHerkenning (aanvragen van organisaties) te worden ingediend. Een aanvraag per e-mail is niet mogelijk.

Artikel 11 Termijn voor indienen aanvraag

  • 1.

    De subsidieaanvraag dient ten minste 12 weken voor de aanvang van het project te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten. Deze indieningstermijn geldt niet voor subsidieaanvragen die betrekking hebben op een project dat start in mei, juni, juli of augustus 2020 met dien verstande dat de subsidieaanvraag wel vóór de start van het project door Gedeputeerde Staten dient te zijn ontvangen.

  • 2.

    Voor de datum van ontvangst is de datum van de ontvangststempel van de Provincie Limburg bepalend en bij digitale aanvragen de datum van digitale ontvangst.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 12 Hardheidsclausule

  • 1.

    In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslissen Gedeputeerde Staten.

  • 2.

    Indien toepassing van het bepaalde in deze regeling, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten, tot kennelijke onbillijkheden leidt, dan kunnen Gedeputeerde Staten van enige bepaling afwijken.

Artikel 13 Inwerkingtreding, beëindiging en citeertitel

  • 1.

    Deze Nadere subsidieregels treden in werking met ingang van de dag na de dag van publicatie in het Provinciaal Blad.

  • 2.

    Deze Nadere subsidieregels vervallen met ingang van 1 januari 2024, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op subsidieaanvragen die vóór die datum zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten en subsidiebesluiten die vóór die datum zijn genomen, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.

  • 3.

    Deze regeling kan worden aangehaald als “Nadere subsidieregels Bibliotheek, Maatschappij en Laaggeletterdheid 2020-2023”.

Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten, gehouden op 12 mei 2020.

Gedeputeerde Staten voornoemd

de voorzitter,

dhr. drs. Th.J.F.M. Bovens

secretaris

dhr. drs. G.H.E. Derks, MPA

Toelichting

 

Laaggeletterden hebben grote moeite met lezen, schrijven en/of rekenen en het begrijpen en toepassen van informatie. Ze zijn vaak minder zelfredzaam en daardoor vaker sociaal geïsoleerd, ziek, ongelukkig, werkloos of bevinden zich in een armoedesituatie. Kinderen van laaggeletterde ouders lopen meer risico op een taalachterstand. Landelijk worden de maatschappelijk kosten van laaggeletterdheid ingeschat op bijna 1 miljard euro per jaar, met name gerelateerd aan productiviteitsverlies, maar ook aan gezondheidszorg en sociale zekerheid.

 

In de Nederlandse provincie Limburg is 12.8% van de beroepsbevolking laaggeletterd (bron: UM ROA, 2016). Dit komt neer op ruim 92.000 laaggeletterde Limburgers in de leeftijd van 16 – 65 jaar. In met name een aantal Limburgse steden ligt dit percentage boven de 16%. Onder de 65-plussers is ruim 21% van de Limburgers laaggeletterd.

 

Provinciaal, regionaal en lokaal staat het thema bij o.a. gemeenten, welzijnsorganisaties, onderwijs, zorg, ggd- en wijkteams, bibliotheken, ondersteuningsinstellingen, werkgevers en uitkeringsinstanties in toenemende mate op de agenda. Er bestaan wijkgerichte, lokale of regionale, kleine en grote projecten voor laaggeletterden en hun omgeving (zoals taalhuizen, taalcafés, cursussen, lessen en voorlichting) en op samenhang en samenwerking gerichte regionale taalnetwerken voor organisaties.

 

Met deze regeling ‘Bibliotheek, Maatschappij en Laaggeletterdheid 2020-2023’, willen wij naast Limburgse bibliotheken en gemeenten ook andere Limburgse organisaties die een rol kunnen spelen in een project, de mogelijkheid bieden om voor subsidie in aanmerking te komen zodat nog breder en adequater kan worden ingezet op de aanpak en bestrijding van laaggeletterdheid.

Naar boven