Artikel I
De Regels Ruimte voor Gelderland 2016 worden als volgt gewijzigd.
A
In artikel 1.6.3 wordt na “Gedeputeerde Staten kunnen” ingevoegd: ambtshalve of.
B
Na paragraaf 8.2 wordt een paragraaf ingevoegd, die luidt:
Paragraaf 8.3 COVID-19 Steun gemeente
Artikel 8.3.1 Begripsomschrijvingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
- a.
Covid-19 maatregelen: de door de Rijksoverheid, in verband met Covid-19, afgekondigde adviezen en maatregelen;
- b.
cruciaal beroep of vitaal proces: beroep dat door de Rijksoverheid als cruciaal is aangemerkt of onderdeel uitmaakt van de door de Rijksoverheid aangemerkte vitale processen bij vitale bedrijven;
- c.
sociale verbinding: het bij elkaar brengen van mensen, zodat ze zich verbonden voelen met de omgeving;
- d.
vitale functies: functies binnen de gemeentelijke organisatie die door de Rijksoverheid als vitaal of cruciaal zijn aangewezen.
- e.
gemeenschapsvoorziening: een bestaand gebouw of gedeelte van een bestaand gebouw dat voldoet aan de volgende criteria:
- i.
er vinden verschillende activiteiten voor gebruikers plaats op ten minste drie van de volgende terreinen: zorg, welzijn, cultuur, educatie en sport;
- ii.
het gebouw is bestemd voor brede en meerdere gebruikersgroepen;
- iii.
de gebruikers zijn als vrijwilliger actief betrokken bij de activiteiten in de gemeenschapsvoorziening;
- iv.
de gebruikers die op structurele basis gebruikmaken van de gemeenschapsvoorziening zijn in meerderheid non-profitorganisaties; en
- v.
het gebouw staat ten minste zes dagen per week, inclusief de avonden, ter beschikking van de gebruikers.
Artikel 8.3.2 Subsidiabele activiteit
Subsidie als bedoeld in artikel 11 van de AsG kan worden verstrekt voor:
- a.
het inhuren van medewerkers voor het uitvoeren van vitale functies;
- b.
het realiseren van noodopvang voor kwetsbare groepen of kinderen waarvan ouders in een cruciaal beroep of vitaal proces werkzaam zijn;
- c.
het uitvoeren van activiteiten die tot doel hebben de sociale verbinding te versterken, of
- d.
het verstrekken van een tegemoetkoming aan ondernemingen in de sectoren cultuur, sport, recreatie en toerisme en aan gemeenschapsvoorzieningen.
Artikel 8.3.3 Criteria
- 1.
Subsidie als bedoeld in artikel 8.3.2, aanhef en onder a, wordt alleen verstrekt als de beschikbare inzet van de organisatie voor het uitvoeren van vitale functies tijdelijk moet worden uitgebreid als gevolg van extra werkzaamheden door Covid-19 maatregelen.
- 2.
Subsidie als bedoeld in artikel 8.3.2, aanhef en onder b, wordt alleen verstrekt als:
- a.
De noodzaak van de noodopvang een gevolg is van de Covid-19 maatregelen, en
- b.
De inrichting van de noodopvang geschiedt met inachtneming van de Covid-19 maatregelen.
- 3.
Subsidie als bedoeld in artikel 8.3.2, aanhef en onder c, wordt alleen verstrekt als de activiteit wordt uitgevoerd in de periode waarin de Covid-19 maatregelen van kracht zijn.
- 4.
Subsidie als bedoeld in artikel 8.3.2, aanhef en onder d, wordt alleen verstrekt als de onderneming schade lijdt als gevolg van de Covid-19 maatregelen.
Artikel 8.3.4 Aanvrager
De subsidie kan worden verstrekt aan een gemeente.
Artikel 8.3.5 Hoogte van de subsidie
- 1.
De subsidie bedraagt de som van het inwoneraantal op 29 februari 2020 vermenigvuldigd met een bedrag van € 2,83.
- 2.
Het inwoneraantal wordt bepaald aan de hand van CBS-gegevens.
Artikel 8.3.6 Bevoorschotting
In afwijking van artikel 21 van de AsG wordt een voorschot uitgekeerd van 100%.
Artikel 8.3.7 Weigeringsgrond
Per aanvrager wordt slechts eenmaal subsidie verstrekt.
Artikel 8.3.8 Vaststelling
In afwijking van artikel 26 en 27 van de AsG wordt de subsidie vastgesteld conform artikel 25 van de AsG.
Artikel 8.3.9 Verplichtingen
De aanvrager is verplicht voor 1 januari 2021 een door het College van Burgemeester en Wethouders vastgesteld verslag in te dienen waarin wordt beschreven waaraan de subsidie is besteed.
Artikel II
De toelichting bij de Regels Ruimte voor Gelderland 2016 wordt als volgt gewijzigd.
A
De laatste zin van de derde alinea onder het kopje staatssteun komt te luiden:
Dit is het geval bij de paragrafen 2.4, 2.7, 2.10, 2.13, 2.15, 2.16 3.6, 3.7, 3.12, 3.13, 3.17, 3.18, 4.6, 4.12, 4.15, 4.17, 5.15, 6.3 (voor wat betreft artikel 6.3.1, onderdeel b), 6.32, 7.5, 7.6, 7.7, 7.8, 7.10, 8.1, 8.2 en 8.3.