Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 21 april 2020 tot wijziging van de Subsidieregeling economie en innovatie Noord-Brabant 2016 in verband met de openstelling van nieuwe aanvraagtijdvakken voor de paragrafen 1 tot en met 3 van die regeling (Twaalfde wijziging Subsidieregeling economie en innovatie Noord-Brabant 2016)

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

 

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

 

Overwegende dat het wenselijk is de Subsidieregeling economie en innovatie Noord-Brabant 2016 te wijzigen in verband met de openstelling van nieuwe aanvraagtijdvakken voor de paragrafen 1 tot en met 3 van die regeling;

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel I Wijziging Subsidieregeling economie en innovatie Noord-Brabant 2016

 

De Subsidieregeling economie en innovatie Noord-Brabant 2016 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

 

Het opschrift van paragraaf 1 komt te luiden:

§ 1 Versterking innovatiekracht en verduurzaming in de regio West-Brabant

 

B.

 

Artikel 1.1. komt te luiden

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

agrofood & biobased: sector gericht op veredelen, verbouwen en verwaarden van plantaardige producten en het waardevoller maken van groene stromen en reststromen door ze te verwerken in nieuwe biobased toepassingen;

arbeidsmarkt: sector gericht op het verbeteren van het evenwicht tussen vraag naar en aanbod van arbeidskrachten op de actuele regionale arbeidsmarkt;

circulaire economie: sector gericht op een kringloopeconomie, zijnde een economisch en industrieel systeem waarin geen eindige grondstofvoorraden worden uitgeput en waarin reststoffen volledig opnieuw worden ingezet in het systeem;

creatieve dienstverlening: sector gericht op de exploitatie van kunstzinnigheid en intellectueel eigendom;

energietransitie: overgang naar een situatie waarin de energievoorziening anders van aard en vorm is dan in het huidige energiesysteem, waarbij fossiele brandstof grotendeels wordt vervangen door duurzame energiebronnen, er veel aandacht is voor energiebesparing en energieopslag en de energievoorziening meer decentraal is georganiseerd;

kennisinstelling: verzamelnaam voor alle universiteiten, hogescholen, onderzoeksinstellingen en academische ziekenhuizen;

Leven Lang Ontwikkelen: beleid van het Rijk inzake het stimuleren van de eigen regie van mensen op hun loopbaan en hun leven, zodat ze zich kunnen blijven ontwikkelen en hun eigen keuzes kunnen maken;

logistiek: sector gericht op de handelingen die verricht moeten worden om goederen van grondstof tot eindproduct te verwerken en deze zo efficiënt mogelijk bij de klant af te leveren;

maintenance: sector gericht op onderhoud, revisie, reparatie, vervanging en vernieuwing om fabrieken, productiebedrijven, installaties en transportmiddelen zo soepel mogelijk te laten draaien;

MKB-onderneming: kleine of middelgrote onderneming die voldoet aan de criteria, bedoeld in bijlage 1 van Verordening (EU) 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L 187);

regio West-Brabant: speerpuntregio innovatiekracht en verduurzaming als aangegeven op bijlage 1, behorende bij deze subsidieregeling;

samenwerkingspartner: partner waarmee de subsidieaanvrager samenwerkt in het samenwerkingsverband;

vrijetijdseconomie: sector op het gebied van toerisme, recreatie, cultuur en sport.

 

C.

 

Artikel 1.4 komt te luiden:

Artikel 1.4 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op het versterken van de innovatiekracht en verduurzaming in de regio West-Brabant:

  • a.

    binnen de deelsectoren:

    • 1°.

      maintenance;

    • 2°.

      logistiek;

    • 3°.

      agrofood & biobased;

    • 4°.

      vrijetijdseconomie;

    • 5°.

      creatieve dienstverlening;

    • 6°.

      arbeidsmarkt;

    • 7°.

      circulaire economie en energietransitie.

  • b.

    binnen andere sectoren dan de sectoren, genoemd onder a.

 

D.

In artikel 1.6 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  • 1.

    Het eerste lid, onder a, komt te luiden:

    • a.

      het project is gericht op het versterken van de innovatiekracht en verduurzaming;

  • 2.

    Na het tweede lid van artikel 1.6 worden de volgende zeven leden toegevoegd:

    • 3.

      Onverminderd het eerste en tweede lid wordt om voor subsidie als bedoeld in artikel 1.4, onderdeel a, onder 1°, in aanmerking te komen voldaan aan de volgende vereisten:

      • a.

        het project is gericht op het verslimmen en verduurzamen van productieprocessen en onderhoudsprocessen; of

      • b.

        het project is gericht op het verbinden van partijen om innovatie en crossovers te stimuleren.

    • 4.

      Onverminderd het eerste en tweede lid wordt om voor subsidie als bedoeld in artikel 1.4, onderdeel a, onder 2°, in aanmerking te komen voldaan aan de volgende vereisten:

      • a.

        het project is gericht op het verslimmen en verduurzamen van de logistieke sector;

      • b.

        het project is gericht op de multimodale bereikbaarheid van de regio West-Brabant; of

      • c.

        het project is gericht op het verbinden van partijen om innovatie en crossovers te stimuleren.

    • 5.

      Onverminderd het eerste en tweede lid wordt om voor subsidie als bedoeld in artikel 1.4, onderdeel a, onder 3°, in aanmerking te komen voldaan aan de volgende vereisten:

      • a.

        het project is gericht op het verslimmen en verduurzamen van de agrofoodketen en de biobasedketen;

      • b.

        het project is gericht op het waardevoller maken van groene stromen en reststromen door verwerking in nieuwe biobased toepassingen en voeding; of

      • c.

        het project is gericht op het verbinden van partijen om innovatie en crossovers te stimuleren.

    • 6.

      Onverminderd het eerste en tweede lid wordt om voor subsidie als bedoeld in artikel 1.4, onderdeel a, onder 4°, in aanmerking te komen voldaan aan de volgende vereisten:

      • a.

        het project draagt bij aan een onderscheidend leisure aanbod; of

      • b.

        het project is gericht op meerdaags verblijftoerisme met een internationale uitstraling.

    • 7.

      Onverminderd het eerste en tweede lid wordt om voor subsidie als bedoeld in artikel 1.4, onderdeel a, onder 5°, in aanmerking te komen voldaan aan de volgende vereisten:

      • a.

        het project is gericht op innovatie door de inzet van creatieve dienstverlening; of

      • b.

        het project is gericht op het verbinden van partijen om innovatie en crossovers te stimuleren.

    • 8.

      Onverminderd het eerste en tweede lid wordt om voor subsidie als bedoeld in artikel 1.4, onderdeel a, onder 6°, in aanmerking te komen voldaan aan de volgende vereisten:

      • a.

        het project is gericht op het voorbereiden van werknemers op de bedrijfsprocessen van de toekomst door digitalisering en robotisering;

      • b.

        het project is gericht op duurzame inzetbaarheid; of

      • c.

        het project is gericht op Leven Lang Ontwikkelen;

    • 9.

      Onverminderd het eerste en tweede lid wordt om voor subsidie als bedoeld in artikel 1.4, onderdeel a, onder 7°, in aanmerking te komen voldaan aan de volgende vereisten:

      • a.

        het project is gericht op een van de deelsectoren, bedoeld in artikel 1.4, onderdeel a, onder 1° tot en met 6°;

      • b.

        het project:

        • 1°.

          is gericht op het hergebruiken van grondstoffen;

        • 2°.

          is gericht op het sluiten van de stoffenstroom; of

        • 3°.

          draagt bij aan de energietransitie.

E.

 

Artikel 1.9 komt te luiden:

Artikel 1.9 Aanvraagtijdvak

Subsidieaanvragen worden ingediend van:

  • a.

    20 maart 2019 tot en met 31 oktober 2019;

  • b.

    mei 2020 tot en met 30 november 2020.

 

F.

 

Artikel 1.10 komt te luiden:

Artikel 1.10 Subsidieplafond

  • 1.

    Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 1.4, onder a, vast op:

    • a.

      € 274.550, voor de periode, genoemd in artikel 1.9, onder a;

    • b.

      € 305.192, voor de periode, genoemd in artikel 1.9, onder b.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 1.4, onder b, vast op:

    • a.

      € 48.450 voor de periode, genoemd in artikel 1.9, onder a;

    • b.

      € 53.857, voor de periode, genoemd in artikel 1.9, onder b.

 

G.

 

Artikel 1.12 komt te luiden:

Artikel 1.12 Verdeelcriteria

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2.

    Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie, de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3.

    Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.

  • 4.

    De loting vindt plaats middels trekking in aanwezigheid van een notaris en ten minste twee onafhankelijke waarnemers.

  • 5.

    De trekking wordt schriftelijk vastgelegd door de notaris.

  • 6.

    De eerst getrokken aanvraag wordt als hoogste gerangschikt.

  • 7.

    De hoogst gerangschikte aanvraag komt het eerst in aanmerking voor subsidie.

  • 8.

    Subsidie wordt verdeeld over opeenvolgende aanvragen die volledig gehonoreerd kunnen worden.

 

H.

 

Artikel 1.13 komt te luiden:

Artikel 1.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1.

    De subsidieontvanger:

    • a.

      werkt indien mogelijk samen met een kennisinstelling bij de uitvoering van het project;

    • b.

      rondt het project af binnen twee jaar na verlening van de subsidie;

    • c.

      maakt de bevindingen en resultaten van het project toegankelijk voor derden.

  • 2.

    Indien het project wegens onvoorziene omstandigheden niet kan worden afgerond binnen de termijn, genoemd in het eerste lid, onder b, kan de subsidieontvanger uiterlijk de dag voor het verstrijken van die termijn een gemotiveerd schriftelijk verzoek bij Gedeputeerde Staten indienen tot verlenging met maximaal zes maanden.

 

I.

In artikel 2.4 worden de aanduidingen 1° tot en met 6 ° voor de opsomming vervangen door a tot en met f.

 

J.

 

Artikel 2.9 komt te luiden:

Artikel 2.9 Aanvraagtijdvak

Subsidieaanvragen worden ingediend van:

  • a.

    20 maart 2019 tot en met 31 oktober 2019;

  • b.

    1 mei 2020 tot en met 30 november 2020.

 

K.

 

Artikel 2.10 komt te luiden:

Artikel 2.10 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 2.4 vast op:

  • a.

    € 331.000, voor de periode, genoemd in artikel 2.9, onder a;

  • b.

    € 335.078, voor de periode, genoemd in artikel 2.9, onder b.

 

L.

 

Artikel 2.12 komt te luiden:

Artikel 2.12 Verdeelcriteria

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2.

    Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie, de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3.

    Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.

  • 4.

    De loting vindt plaats middels trekking in aanwezigheid van een notaris en ten minste twee onafhankelijke waarnemers.

  • 5.

    De trekking wordt schriftelijk vastgelegd door de notaris.

  • 6.

    De eerst getrokken aanvraag wordt als hoogste gerangschikt.

  • 7.

    De hoogst gerangschikte aanvraag komt het eerst in aanmerking voor subsidie.

  • 8.

    Subsidie wordt verdeeld over opeenvolgende aanvragen die volledig gehonoreerd kunnen worden.

 

M.

 

Artikel 2.13 komt te luiden:

Artikel 2.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1.

    De subsidieontvanger:

    • a.

      werkt indien mogelijk samen met een kennisinstelling bij de uitvoering van het project;

    • b.

      overlegt, voor subsidies van € 25.000 en hoger, jaarlijks een tussentijds voortgangsverslag, indien de periode van uitvoering van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt meer dan twaalf maanden bedraagt;

    • c.

      houdt, in afwijking van artikel 21, vijfde lid, onder a, van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant, voor subsidies van € 25.000 tot € 125.000 een administratie bij van aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten als bedoeld in artikel 4:37, eerste lid, onder b, van de Awb en overlegt deze desgevraagd aan Gedeputeerde Staten;

    • d.

      rondt het project binnen twee jaar na verlening van de subsidie af;

    • e.

      maakt de bevindingen en resultaten van het project toegankelijk voor derden.

  • 2.

    Indien het project wegens onvoorziene omstandigheden niet kan worden afgerond binnen de termijn, genoemd in het eerste lid, onder d, kan de subsidieontvanger uiterlijk de dag voor het verstrijken van die termijn een gemotiveerd schriftelijk verzoek bij Gedeputeerde Staten indienen tot verlenging met maximaal zes maanden.

 

N.

 

Artikel 3.9 komt te luiden:

Artikel 3.9 Aanvraagtijdvak

Subsidieaanvragen worden ingediend van:

  • a.

    20 maart 2019 tot en met 31 oktober 2019;

  • b.

    1 mei 2020 tot en met 30 november 2020.

 

O.

 

Artikel 3.10 komt te luiden:

Artikel 3.10 Subsidieplafond

  • 1.

    Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 3.4, onder a, vast op:

    • a.

      € 458.706, voor de periode, genoemd in artikel 3.9, onder a;

    • b.

      € 429.921, voor de periode, genoemd in artikel 3.9, onder b.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 3.4, onder b, vast op:

    € 50.000, voor de periode, genoemd in artikel 3.9, onder a;

    € 50.000, voor de periode, genoemd in artikel 3.9, onder b.

 

P.

 

Artikel 3.12 komt te luiden:

Artikel 3.12 Verdeelcriteria

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2.

    Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie, de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3.

    Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.

  • 4.

    De loting vindt plaats middels trekking in aanwezigheid van een notaris en ten minste twee onafhankelijke waarnemers.

  • 5.

    De trekking wordt schriftelijk vastgelegd door de notaris.

  • 6.

    De eerst getrokken aanvraag wordt als hoogste gerangschikt.

  • 7.

    De hoogst gerangschikte aanvraag komt het eerst in aanmerking voor subsidie.

  • 8.

    Subsidie wordt verdeeld over opeenvolgende aanvragen die volledig gehonoreerd kunnen worden.

 

Q.

 

Artikel 3.13 komt te luiden:

Artikel 3.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1.

    De subsidieontvanger:

    • a.

      werkt indien mogelijk samen met een kennisinstelling bij de uitvoering van het project;

    • b.

      overlegt, voor subsidies van € 25.000 en hoger, jaarlijks een tussentijds voortgangsverslag, indien de periode van uitvoering van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt meer dan twaalf maanden bedraagt;

    • c.

      houdt, in afwijking van artikel 21, vijfde lid, onder a, van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant, voor subsidies van € 25.000 tot € 125.000 een administratie bij van aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten als bedoeld in artikel 4:37, eerste lid, onder b, van de Awb en overlegt deze desgevraagd aan Gedeputeerde Staten;

    • d.

      rondt het project binnen twee jaar na verlening van de subsidie af;

    • e.

      maakt de bevindingen en resultaten van het project toegankelijk voor derden.

  • 2.

    Indien het project wegens onvoorziene omstandigheden niet kan worden afgerond binnen de termijn, genoemd in het eerste lid, onder d, kan de subsidieontvanger uiterlijk de dag voor het verstrijken van die termijn een gemotiveerd schriftelijk verzoek bij Gedeputeerde Staten indienen tot verlenging met maximaal zes maanden.

 

R.

 

Bijlage 1 behorende bij de Subsidieregeling economie en innovatie Noord-Brabant 2016, komt te luiden:

 

Bijlage 1 behorende bij de Subsidieregeling economie en innovatie Noord-Brabant 2016

 

 

Artikel II Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

 

’s-Hertogenbosch, 21 april 2020

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk

de secretaris

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

Toelichting behorende bij de Twaalfde wijziging Subsidieregeling economie en innovatie Noord-Brabant 2016

 

I. Algemeen

 

Met deze regeling wordt de openstelling geregeld van de paragrafen 1, 2 en 3 van de Subsidieregeling economie en innovatie Noord-Brabant 2016.

 

II. Artikelsgewijs

 

Artikel I (Wijziging Subsidieregeling economie en innovatie Noord-Brabant 2016)

 

Onderdeel A (Opschrift paragraaf 1)

In verband met de verschuiving van het speerpunt in de regio West-Brabant van smart industry en logistiek naar innovatiekracht en verduurzaming is de naam van de paragraaf gewijzigd.

 

Onderdeel B (artikel 1.1 Begripsbepalingen)

Vanwege wijziging en toevoeging van een aantal deelsectoren zijn de begripsbepalingen aangevuld. In verband met de verschuiving van het speerpunt in de regio West-Brabant is de begripsbepaling smart industry geschrapt.

 

Onderdeel C (artikel 1.4 Subsidiabele activiteiten)

De deelsector biobased economy is vervangen door agrofood en biobased, de deelsector agrosector is vervangen door creatieve dienstverlening en de deelsectoren arbeidsmarkt en circulaire economie en energietransitie zijn toegevoegd.

 

Onderdeel D (artikel 1.6 Subsidievereisten)

In verband met de verschuiving van het speerpunt in de regio West-Brabant van smart industry en logistiek naar innovatiekracht en verduurzaming is het vereiste in het eerste lid, onder a, aangepast.

In verband met wijziging en toevoeging van enkele deelsectoren in paragraaf een zijn de subsidievereisten in artikel 1.6 aangevuld met de leden 3 tot en met 9.

 

Onderdelen G, L en P (artikelen 1.12, 2.12, 3.12 Verdeelcriteria)

In de artikelen 1.12, 2.12 en 3.12 zijn de bepalingen omtrent de loting nader uitgewerkt.

 

Onderdelen H, M en Q (artikelen 1.13, 2.13 en 3.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger)

Om de samenwerking met kennisinstellingen te bevorderen is het eerste lid, van de artikelen 1.13, 2.13 en 3.13, aangevuld met een nieuw onderdeel a.

 

Onderdeel R

In verband met de verschuiving van het speerpunt smart industry naar innovatiekracht en verduurzaming in de regio West-Brabant is bijlage 1 gewijzigd.

 

 

Gedeputeerde Staten van Noord Brabant,

 

de voorzitter

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk

 

de secretaris

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

 

Naar boven