Provinciaal blad van Noord-Brabant
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2020, 2302 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2020, 2302 | Verordeningen |
Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 7 april 2020 tot wijziging van de Subsidieregeling cultureel erfgoed Noord-Brabant 2016 in verband met de openstelling van nieuwe aanvraagtijdvakken voor de paragrafen 1 tot en met 4 van die regeling (Zevende wijzigingsregeling Subsidieregeling cultureel erfgoed Noord-Brabant 2016)
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
Overwegende dat het wenselijk is de Subsidieregeling cultureel erfgoed Noord-Brabant 2016 te wijzigen in verband met de openstelling van nieuwe aanvraagtijdvakken voor de paragrafen 1 tot en met 4 van die regeling;
Artikel I Wijziging Subsidieregeling cultureel erfgoed Noord-Brabant 2016
De Subsidieregeling cultureel erfgoed Noord-Brabant 2016 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1.3, eerste lid, wordt “projectsubsidie” vervangen door: projectsubsidies.
De aanhef van artikel 1.4 komt te luiden:
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op de restauratie van rijksmonumenten in de vorm van:.
Artikel 1.5 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1.6 wordt als volgt gewijzigd:
In de artikelen 1.7 en 1.8 vervalt “2013” en: van het Rijk.
De artikelen 1.9 en 1.10 komen te luiden:
Artikel 1.9 Vereisten subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen worden ingediend van:
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 1.4 vast op:
In artikel 1.11, tweede lid, wordt “1e lid” vervangen door: eerste lid.
Artikel 1.13 wordt als volgt gewijzigd:
Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
Indien het project wegens onvoorziene omstandigheden niet kan worden afgerond binnen de termijn, genoemd in het eerste lid, onder c, kan de subsidieontvanger schriftelijk een gemotiveerd verzoek bij Gedeputeerde Staten indienen tot verlenging met maximaal een jaar ten opzichte van de in het eerste lid, onder c, genoemde termijn. Verzoeken tot verlenging worden uiterlijk de dag voor het verstrijken van de projecttermijn ingediend.
In artikel 2.1, onder g, wordt “project;” vervangen door: project:.
In artikel 2.4, onder a, wordt “specialistische” vervangen door: specialistisch.
Aan het slot van artikel 2.5, onder c, wordt de puntkomma vervangen door een punt.
Artikel 2.6, eerste lid, onder a, komt te luiden:
De artikelen 2.8 tot en met 2.10 komen te luiden:
Artikel 2.8 Vereisten subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen worden ingediend van:
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 2.4 vast op:
De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 2.4, bedraagt 100% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 24.500.
Artikel 2.11 wordt als volgt gewijzigd:
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
Asv: Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
de- minimis verordening: Verordening (EU) 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU 2013, L 352);
de-minimissteun: steun die voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van aanmelding als opgenomen in de de-minimis verordening;
inspectierapport: rapport met overzichts- en detailfoto’s, waaruit de technische staat van de molen nauwkeurig blijkt en waarmee de noodzaak van de ingrepen voldoende wordt onderbouwd;
instandhouding: noodzakelijke reguliere werkzaamheden die gericht zijn op het behoud van monumentale waarde;
molen: al dan niet meer voor de oorspronkelijke functie in bedrijf zijnde wind- of watermolen of molenrestant;
rijksmonument: onroerende zaak die deel uitmaakt van het erfgoed en is ingeschreven in het rijksmonumentenregister, bedoeld in artikel 3.3 van de Erfgoedwet;
Sim: Subsidieregeling instandhouding monumenten.
In artikel 3.6, onder d, aanhef, wordt “de periode 2018-2023” vervangen door: de periode 2020-2025.
De artikelen 3.8 en 3.9 komen te luiden:
Artikel 3.8 Vereisten subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen worden ingediend van:
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 3.4 vast op:
Artikel 3.10 wordt als volgt gewijzigd:
Aan het slot van artikel 3.11, vierde tot en met achtste lid, wordt een punt geplaatst.
Artikel 3.13 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 4.1 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 4.5 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 4.6 wordt als volgt gewijzigd:
Na artikel 4.6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 4.6a Subsidiabele kosten
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen alle kosten voor de uitvoering van het project, zoals opgenomen in de offerte, bedoeld in artikel 4.6, onderdeel f, onder 2°, voor subsidie in aanmerking.
De artikelen 4.7 en 4.8 komen te luiden:
Artikel 4.7 Vereisten subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen worden ingediend van:
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 4.4 vast op:
Artikel 4.9 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 4.10 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 4.13 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 4.14 wordt “2020” vervangen door: 2021.
In bijlage 1 behorende bij § 4 van de Subsidieregeling cultureel erfgoed Noord-Brabant 2016 wordt “Deze fase houdt het doen van een verkenning gericht op de mogelijkheden van de herbestemming, op de volgende terreinen:” vervangen door: Deze fase betreft het doen van een verkenning gericht op de mogelijkheden van de herbestemming en omvat in ieder geval:.
’s-Hertogenbosch, 7 april 2020
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter
prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
de secretaris
drs. M.J.A. van Bijnen MBA
Toelichting behorende bij de Zevende wijzigingsregeling Subsidieregeling cultureel erfgoed Noord-Brabant 2016
Met deze regeling wordt de openstelling geregeld van nieuwe aanvraagtijdvakken voor subsidie op grond van de paragrafen 1 tot en met 4 van de Subsidieregeling cultureel erfgoed Noord-Brabant 2016.
Artikel I Wijziging Subsidieregeling cultureel erfgoed Noord-Brabant 2016
De begripsomschrijving van “rijksmonument” is gewijzigd, in die zin dat niet langer verwezen wordt naar de ingetrokken Monumentenwet 1988, maar naar de Erfgoedwet. De begripsbepaling “Awb” is geschrapt, aangezien dat begrip gelet op artikel 1, onder a, van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant reeds geldt voor de Subsidieregeling cultureel erfgoed Noord-Brabant 2016.
Onderdeel I (artikel 1.13) en artikel II Inwerkingtreding
In artikel 1.13, eerste lid, onder a, is een nadere duiding opgenomen van het Restauratie Opleidingsproject Zuid van de Stichting Behoud Monumenten Brabant. Artikel 1.13, eerste lid, onder c, bepaalt dat het project afgerond dient te worden voor 1 juli 2022. In artikel 1.13, tweede lid, is een verlengingsmogelijkheid van deze termijn opgenomen. Het tweede lid bepaalt dat indien het project wegens onvoorziene omstandigheden niet kan worden afgerond binnen de termijn, genoemd in het eerste lid, onder c, de subsidieontvanger bij Gedeputeerde Staten schriftelijk een gemotiveerd verzoek kan indienen tot verlenging. De termijn kan met maximaal een jaar verlengd worden ten opzichte van de termijn, bedoeld in artikel 1.13, eerste lid, onder c. Artikel II regelt dat deze wijziging terugwerkende kracht heeft, zodat de verlengingsmogelijkheid ook geldt voor subsidies die in het kader van het vorige aanvraagtijdvak (1 oktober 2019 tot en met 12 december 2019) zijn verstrekt.
Onderdeel M (artikel 2.6, eerste lid, onder a)
Artikel 2.6, eerste lid, onder a, is technisch aangepast waarbij het karakter van de opsomming is verduidelijkt. Een project kan gericht zijn op hetgeen beschreven onder 1°, onder 2°, dan wel onder 1°en 2°.
Artikel 3.1 is opnieuw vastgesteld, waarbij een begripsomschrijving van “Asv”, “de-minimis verordening”, “de-minimisssteun” en “rijksmonument” is opgenomen.
Artikel 4.5, tweede lid, is nader geconcretiseerd. In het lid is nu expliciet opgenomen om welke rijkssubsidieregeling het gaat, namelijk hoofdstuk 2 van de Subsidieregeling stimulering herbestemming monumenten.
In artikel 4.6, onderdeel f, onder 2°, is verduidelijkt dat de offerte, die onderdeel uitmaakt van de projectbeschrijving, specifiek dient te zien op de desbetreffende onderzoeksfase waarvoor subsidie wordt aangevraagd en bijvoorbeeld niet op het gehele onderzoek of meerdere fases. Daarnaast is als subsidievereiste opgenomen dat de subsidieaanvrager Erfgoedlab Brabant dient te raadplegen voorafgaand aan het indienen van de subsidieaanvraag. Erfgoedlab Brabant is een initiatief van Monumenten Beheer Brabant en geeft potentiele aanvragers door middel van een intake advies over het indienen van een subsidieaanvraag. De rol van Erfgoedlab Brabant is niet nieuw en werd ook vervuld in het kader van de vorige openstelling van de subsidieparagraaf.
Onderdelen Y en AA (artikelen 4.6a en 4.9)
Artikel 4.6a bepaalt dat alle kosten voor de uitvoering van de onderzoeksfase, zoals opgenomen in de offerte van deskundige derde, voor subsidie in aanmerking komen. Op grond van artikel 4.9, eerste lid, geldt daarbij een maximum van € 5.000.
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2020-2302.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.