Vervanging archiefbescheiden provincie Noord-Brabant

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

Gelet op artikel 7 van de Archiefwet 1995;

Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 7 april 2020 hebben besloten tot routinematige digitale vervanging van papieren archiefbescheiden door digitale reproducties vanaf 1 oktober 2010;

Overwegende dat thans overgegaan zal worden tot het daadwerkelijk vernietigen van papieren archiefbescheiden als uitvloeisel van het besluit van 7 april 2020;

Overwegende dat het om technische redenen gewenst is de documenten uit de periode van 1 oktober 2010 tot en met 30 juni 2013 opnieuw te scannen met gebruikmaking van de huidige scanconfiguratie;

Overwegende dat op grond van artikel 6, tweede lid, van het Archiefbesluit 1995 Gedeputeerde Staten verplicht zijn een besluit tot vervanging van archiefbescheiden bekend te maken;

Maken bekend:

Dat zij hebben besloten over te gaan tot vervanging van papieren archiefbescheiden door digitale reproducties van alle provinciale bestuursorganen, die van derden zijn ontvangen of door de provincie zelf zijn opgemaakt, ongeacht of ze door de provincie zijn afgedaan.

Deze vervanging wordt uitgevoerd volgens de specificaties die zijn vastgelegd in het Handboek Vervanging Archiefbescheiden provincie Noord-Brabant en zijn daarmee in overeenstemming met de eisen, zoals beschreven in artikel 26b van de Archiefregeling en met inachtneming van de waarde van het belang, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder c en d, van het Archiefbesluit 1995, met dien verstande dat voor de periode:

• a. van 1 oktober 2010 tot en met 30 juni 2013 gebruik wordt gemaakt van versie 3.0, vastgesteld op 7 april 2020;

• b. van 1 juli 2013 tot en met 31 maart 2017 gebruik wordt gemaakt van versie 2.0, vastgesteld op 18 juni 2013;

• c. vanaf 1 april 2017 gebruik wordt gemaakt van versie 1.0, vastgesteld op 20 februari 2017;

• d. vanaf 1 april 2020 gebruik wordt gemaakt van versie 3.0 of een latere versie.

’s-Hertogenbosch, 7 april 2020

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

de voorzitter,

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk

de secretaris,

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

Bezwaar

Bezwaren tegen dit besluit kunnen binnen zes weken na de bekendmaking van dit besluit worden ingediend bij:

Het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Secretariaat van de hoor- en adviescommissie

Postbus 90151

5200 MC te ‘S‑HERTOGENBOSCH

Wij vragen u om op de linkerbovenhoek van de envelop het woord "bezwaarschrift" te vermelden.

Het bezwaarschrift moet zijn voorzien van een handtekening, naam en adres van de indiener, de dagtekening en ons kenmerk van het besluit. Ook dient u een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar gericht is en de gronden van het bezwaar hierin op te nemen.

Daarnaast vragen wij u vriendelijk om een kopie van dit besluit bij te voegen. Kunt u ons ook uw telefoonnummer geven? De provincie kan dan, mocht dit nodig zijn, u bellen om samen de beste aanpak van behandeling van uw bezwaarschrift te bespreken.

Meer informatie over de behandeling van bezwaarschriften vindt u op www.brabant.nl/bezwaar.

U kunt het secretariaat van de Hoor- en adviescommissie bereiken via telefoonnummer (073) 680 83 04, faxnummer (073) 680 76 80 en e mailadres bezwaar@brabant.nl.

Voorlopige voorziening

Bovenstaand besluit treedt in werking, ook al wordt een bezwaarschrift ingediend. Het is daarom mogelijk om gelijktijdig met of na het indienen van een bezwaarschrift een zogenaamde “voorlopige voorziening” te vragen bij: de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant, sector Bestuursrecht, Postbus 70584, 5201 CZ 's‑Hertogenbosch.

Een voorlopige voorziening is in feite het nemen van een tijdelijke maatregel, bijvoorbeeld het schorsen van het besluit gedurende de tijd die nodig is om de bezwaren te behandelen en daarop een besluit te nemen. Voorwaarde om zo’n voorlopige voorziening te vragen is, dat er sprake is van spoedeisend belang.

Voor het vragen van een voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd.