Subsidieregeling tot het verstrekken van subsidie ten behoeve van organisatie-innovatie (VIA 2020 organisatie-innovatie)

Besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 31 maart 2020, kenmerk 4.1/2020000629, team Economie, tot bekendmaking van hun besluit tot vaststelling van de Subsidieregeling Versneller Innovatieve Ambities 2020 organisatie-innovatie (VIA 2020 organisatie-innovatie)

 

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

 

gelet op de Algemene Subsidieregeling van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland 2019 (ASR SNN 2019);

 

gelet op artikel 25 van Verordening nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 (gewijzigd bij Verordening van 14 juni 2017 (EG) nr. 1084/2017), waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (de Algemene Groepsvrijstellingsverordening);

 

gelet op de Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU, L352);

 

gelezen de Gemeenschappelijke regeling SNN;

 

gelet op het Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland 2014-2020;

 

 

BESLUITEN:

 

1. de Subsidieregeling Versneller Innovatieve Ambities 2020 organisatie-innovatie vast te stellen;

2. de Subsidieregeling Versneller Innovatieve Ambities 2019 organisatie-innovatie in te trekken.

 

 

Dit besluit treedt in werking op 4 mei 2020.

 

 

Gedeputeerde Staten voornoemd,

 

mevrouw drs. J. Klijnsma, voorzitter

W.F. Brenkman MSc, secretaris

 

 

 

Uitgegeven: 7 april 2020

 

 

 

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Mkb-onderneming: kleine onderneming, middelgrote of micro onderneming in de zin van bijlage I van de algemene groepsvrijstellingsverordening;

  • b.

    deskundige: iemand die op basis van opleiding of ervaring gekwalificeerd moet worden geacht om een opdracht uit te voeren in het kader van een op grond van deze regeling gesubsidieerde activiteit;

  • c.

    ASR SNN 2019: Algemene subsidieregeling SNN 2019;

  • d.

    SNN: het Samenwerkingsverband Noord-Nederland;

  • e.

    Algemene groepsvrijstellingsverordening: verordening nr. 651/2014 van de commissie van 17 juni 2014, publicatieblad EU L187/1, waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard, gewijzigd bij verordening (EU) 2017/1084 van de commissie van 14 juni 2017;

  • f.

    De-minimisverordening: Verordening (EU) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU, L352);

  • g.

    Gedeputeerde staten: onder gedeputeerde staten in deze regeling wordt verstaan de gedeputeerde staten van de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen.

 

Artikel 2 Doel van de regeling

De subsidieregeling heeft als doel dat het midden- en kleinbedrijf in de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen meer toekomstgericht gaat ondernemen.

 

Artikel 3 Aanvraagperiode

Gedeputeerde staten stellen gezamenlijk de aanvraagperiode vast op 4 mei 2020 tot en met 31 december 2021.

 

Artikel 4 Subsidieaanvraag

  • 1.

    Een aanvraag kan worden ingediend bij het SNN via een daarvoor ontwikkeld webportal dat bereikbaar is via www.snn.nl.

  • 2.

    De aanvraag gaat in ieder geval vergezeld van een projectplan conform het door het SNN beschikbaar gestelde format.

  • 3.

    De aanvrager voegt bij de aanvraag voor subsidie in ieder geval een beknopte samenvatting van het project waarvoor de subsidie wordt aangevraagd die kan worden gebruikt in voor een ieder toegankelijke publicaties.

 

Artikel 5 Doelgroep

Subsidie wordt verstrekt aan een mkb-onderneming die op het moment van aanvragen een vestiging heeft in de provincies Drenthe, Fryslân of Groningen en daar ondernemingsactiviteiten uitvoert.

 

Artikel 6 Subsidiabele activiteit

Subsidie wordt verstrekt voor een project dat inspeelt op nieuwe externe ontwikkelingen zoals digitalisering en verduurzaming of marktomstandigheden door (1) het vernieuwen van de interne organisatie, (2) het vernieuwen van het verdienmodel of (3) het ontwikkelen van nieuwe strategische samenwerkingen, inclusief de implementatie hiervan.

 

Artikel 7 Subsidiabele kosten

Als subsidiabele kosten voor een project komen in aanmerking de kosten voor het inschakelen van een onafhankelijke deskundige, die is ingeschreven in het handelsregister, voor een advies en voor begeleiding of coaching.

 

Artikel 8 Niet-subsidiabele kosten

In aanvulling op artikel 2.4 van de ASR zijn de volgende kosten niet subsidiabel:

  • a.

    buitenlandse reis- en verblijfkosten;

  • b.

    verrekenbare belasting toegevoegde waarde (BTW).

 

Artikel 9 Weigeringsgronden

De subsidie wordt, onverminderd het bepaalde in artikel 2.3 van de ASR SNN 2019, in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    ter zake van de subsidiabele kosten vóór ontvangst van de aanvraag verplichtingen zijn aangegaan of de werkzaamheden in het subsidieproject zijn aangevangen vóór de ontvangst van de aanvraag;

  • b.

    het project niet voldoet aan het bepaalde in deze regeling;

  • c.

    het project niet in overeenstemming is met het doel van deze regeling;

  • d.

    de aanvrager een onderneming in moeilijkheden is als bedoeld in artikel 1, vierde lid, onderdeel c, van de algemene groepsvrijstellingsverordening;

  • e.

    één onderneming reeds tweemaal subsidie in de aanvraagperiode heeft gekregen op grond van deze regeling. Meerdere rechtspersonen kunnen in dit verband als één onderneming worden gezien. Voor het begrip onderneming wordt gekeken hoe de onderneming economisch opereert. Indien meerdere rechtspersonen nauw met elkaar verweven zijn, worden deze gezien als één onderneming. Daarbij kan gedacht worden aan het opereren op dezelfde of aanverwante economische markt en het hebben van stemrechten dan wel aandelen in elkaar;

  • f.

    niet wordt voldaan aan de voorwaarden van de de-minimisverordening.

 

Artikel 10 Subsidieplafond

  • 1.

    Gedeputeerde staten stellen een gezamenlijk subsidieplafond vast op € 1.000.000.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur SNN verdeelt de in het vorige lid bedoelde bedrag op volgorde van ontvangst van de aanvragen.

  • 3.

    Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen als bedoeld in het eerste lid, die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.

 

Artikel 11 Subsidiehoogte

  • 1.

    Het subsidiepercentage voor een project bedraagt 50.

  • 2.

    Het bedrag aan subsidiabele kosten bedraagt minimaal € 10.000,00.

  • 3.

    De subsidie bedraagt maximaal € 12.500,00.

  • 4.

    Het bedrag van de subsidie wordt verlaagd indien de normen van de Europese Commissie daartoe nopen.

 

Artikel 12 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Bij de subsidieverlening worden in elk geval de volgende verplichtingen opgelegd:

  • a.

    de kosten van de uitvoering van het project worden op een eenduidige wijze in de administratie van de subsidieontvanger weergegeven;

  • b.

    het project wordt binnen een termijn van maximaal 18 maanden vanaf de datum van de subsidieverlening gerealiseerd. Het project dient voor 1 januari 2023 te zijn afgerond;

  • c.

    het plaatsen van een korte beschrijving van het project op de website van de aanvrager, met het embleem van de Europese Unie, en vermelding van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO);

  • d.

    het plaatsen van ten minste één affiche met informatie over het project (minimaal in A3-formaat) met vermelding van de steun door de Europese Unie op een voor het publiek goed zichtbare plaats. Het format hiervoor wordt beschikbaar gesteld door het SNN;

  • e.

    wijzigingen in het project worden zo spoedig mogelijk gemeld aan het SNN.

 

Artikel 13 Wijzigings- of intrekkingsgronden

De subsidie kan onverminderd het bepaalde in artikel 4:48 van de Algemene wet bestuursrecht worden ingetrokken of ten nadele van de subsidieontvanger worden gewijzigd, indien:

  • a.

    het project niet wordt uitgevoerd in overeenstemming met het doel of de voorschriften van deze regeling; of

  • b.

    de aanvrager niet de minimale subsidiabele kosten in het project heeft gemaakt en betaald, die zijn vastgesteld in artikel 11 lid 2 van deze regeling.

 

Artikel 14 Voorschotten

Binnen drie weken na de verleningsbeschikking worden subsidies voor 40% van het verleende subsidiebedrag bevoorschot. Een tweede voorschot van maximaal 40% kan op aanvraag van de subsidieontvanger eenmaal worden verleend naar evenredigheid van de gemaakte en betaalde subsidiabele kosten.

 

Artikel 15 Subsidievaststelling

  • 1.

    Uiterlijk vier weken na realisatie van het project wordt een verzoek om subsidievaststelling ingediend.

  • 2.

    De subsidieontvanger dient ten minste tien jaar nadat de vaststelling van de subsidie onherroepelijk is geworden haar administratie ten aanzien van de kosten van de uitvoering van het project te bewaren en toegankelijk te houden.

 

Artikel 16 Bedrag vaststelling

Het subsidiebedrag wordt vastgesteld op basis van de subsidiabele kosten die door de subsidieontvanger zijn gemaakt en betaald ten behoeve van het project.

 

Artikel 17 Bekendmaking en inwerkingtreding

Deze subsidieregeling wordt in het Provinciaal Blad bekendgemaakt en treedt in werking op 4 mei 2020.

 

Artikel 18 Intrekking VIA 2019 organisatie-innovatie en overgangsrecht

De VIA 2019 organisatie-innovatie wordt ingetrokken op de dag dat de VIA 2020 organisatie-innovatie in werking treedt. Op aanvragen die zijn ingediend op grond van de VIA 2019 organisatie-innovatie, blijft de VIA 2019 organisatie-innovatie van toepassing.

 

Artikel 19 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: VIA 2020 organisatie-innovatie.

 

 

 

 

 

Naar boven