Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân houdende regels omtrent vaststelling van het openstellingsbesluit Regeling LEADER Kosten samenwerking (Regeling LEADER Kosten samenwerking; Voorbereiding en uitvoering regionale, inter-territoriale en transnationale samenwerkingsactiviteiten LAG, Provincie Fryslân 2020)

Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3)

 

Regeling LEADER Kosten samenwerking; Voorbereiding en uitvoering regionale, inter -territoriale en transnationale samenwerkingsactiviteiten LAG, Provincie Fryslân 2020

 

 

GEDEPUTEERDE STATEN VAN FRYSLÂN

 

  • -

    Gelet op de artikelen 1.3 en 3.4.1 tot en met 3.4.6 van de Subsidieregeling Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) Fryslân 2014 – 2020, hierna te noemen de Regeling;

  • -

    Overwegende dat het wenselijk is om middelen beschikbaar te stellen voor kosten van samenwerking van Lokale Actiegroepen voor de uitvoering van de LEADER Ontwikkelingsstrategieën.

 

BESLUITEN

 

Open te stellen: De regeling LEADER Kosten samenwerking; Voorbereiding en uitvoering regionale en transnationale samenwerkingsactiviteiten LAG, submaatregel 3, in het kader van LEADER, als bedoeld in artikel 3.4.1 tot en met 3.4.6 van de Regeling, voor de periode van

30 maart 2020, 09.00 uur tot en met 18 december 2020 16.00u .

 

Het subsidieplafond voor de openstellingsperiode vast te stellen op:

  • 1.

    Maximaal € 132.000,- te bestemmen voor de LEADER Actie Groep (LAG) Noordoost Fryslân;

  • 2.

    Maximaal € 144.000,- te bestemmen voor de LEADER Actie Groep (LAG) Noardwest Fryslân;

samengesteld uit een bijdrage van 50% uit het ELFPO en 50% uit middelen van de Provincie.

 

Subsidies te verlenen gedurende de gehele openstellingsperiode.

Artikel 1 Subsidiabele activiteiten

  • a.

    De voorbereiding van samenwerkingsactiviteiten met het oog op het opstellen van een samenwerkingsproject en het zoeken van geschikte partners en gebieden daarvoor;

  • b.

    De uitvoering van samenwerkingsactiviteiten;

  • c.

    Samenwerkingsactiviteiten kunnen plaatsvinden binnen Nederland (inter-territoriale samenwerking) of tussen gebieden in verschillende lidstaten of met gebieden in derde landen (transnationale samenwerking).

Artikel 2 Aanvrager

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.4.2 van de Regeling kan subsidie worden verleend aan:

  • a.

    de penvoeders van de LAG;

  • b.

    privaatrechtelijk of publiekrechtelijke rechtspersonen;

  • c.

    ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid.

  • d.

    samenwerkingsverbanden van bovenstaande partijen

Artikel 3 Subsidievereisten

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt indien het samenwerkingsproject past binnen een door Gedeputeerde Staten goedgekeurde LOS.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten dragen zorg voor de selectie van projecten op grond van de selectiecriteria voor projecten in de LOS.

Artikel 4 Subsidiabele kosten

  • a.

    Subsidie in verband met de voorbereiding van samenwerkingsactiviteiten wordt verstrekt voor:

    • i.

      de kosten van haalbaarheidsstudies voor inter-territoriale of transnationale samenwerking;

    • ii.

      de kosten voor het opstellen van een projectplan;

    • iii.

      operationele kosten voor de organisatie van een samenwerkingsproject;

    • iv.

      reis- en verblijfskosten;

    • v.

      kosten voor projectmanagement en projectadministratie.

  • b.

    Subsidie in verband met de uitvoering van samenwerkingsactiviteiten wordt verstrekt voor:

    • i.

      uitvoeringskosten;

    • ii.

      operationele kosten voor de organisatie van een samenwerkingsproject;

    • iii.

      reis- en verblijfkosten;

    • iv.

      kosten voor projectmanagement en projectadministratie.

  • c.

    De kosten kunnen bestaan uit de kostentypen genoemd in artikel 1.12, lid 1, zoals personeelskosten, kosten derden en bijdragen in natura.

Artikel 5 Hoogte subsidie

De subsidie van dit openstellingsbesluit bedraagt 100% voor de voorbereiding van samenwerkingsactiviteiten en 50% voor de uitvoering van samenwerkingsactiviteiten.

Artikel 6 Selectiecriteria

In afwijking van artikel 1.15 van de Regeling hanteren Gedeputeerde Staten van Fryslân voor de beoordeling van de aanvragen als bedoeld in artikel 1.15 de volgende criteria, zoals die voor projecten zijn vastgesteld in de LOS:

  • 1.

    De mate waarin het initiatief bijdraagt aan de hoofdoelen en de actielijnen van de LOS;

  • 2.

    De mate waarin het project past binnen de werkwijze van LEADER;

  • 3.

    De mate waarin het project haalbaar is vanuit financieel en organisatorisch oogpunt;

  • 4.

    De mate van efficiency en doelmatigheid van het project.

Artikel 7 Puntenmethodiek

De samenwerkingsprojecten worden door Gedeputeerde Staten beoordeeld op basis van de selectiecriteria uit artikel 6, waarbij per criterium het volgend aantal punten wordt toegekend.

 

  • a.

    Het maximale aantal punten voor het criterium uit:

  • Artikel 6 lid 1 bedraagt 9 punten;

  • Artikel 6 lid 2 bedraagt 12 punten;

  • Artikel 6 lid 3 bedraagt 6 punten;

  • Artikel 6 lid 4 bedraagt 6 punten.

  • b.

    Om voor subsidie in aanmerking te kunnen komen dient minimaal een volgend aantal punten te worden behaald:

  • voor het criterium als genoemd in Artikel 6 lid 1, 3 punten;

  • voor het criterium als genoemd in Artikel 6 lid 2, 4 punten;

  • voor het criterium als genoemd in Artikel 6 lid 3, 2 punten;

  • voor het criterium als genoemd in Artikel 6 lid 4, 2 punten.

  • c.

    Samenwerkingsprojecten dienen naast het minimaal benodigd aantal punten per criterium tevens in totaal minimaal 20 punten te behalen om voor subsidie in aanmerking te komen.

  • d.

    De punten worden verdeeld overeenkomstig de verdeelsleutels zoals aangegeven in de LOS

Artikel 8 Bevoorschotting

  • 1.

    In aanvulling op artikel 1.23, vierde lid van de Regeling, heeft een aanvraag om een voorschot betrekking op minimaal 25% van de subsidie of minimaal € 25.000,- aan kosten;

  • 2.

    Er kunnen maximaal twee voorschotten per jaar kunnen worden aangevraagd.

  • 3.

    Voorschotten hebben slechts betrekking op reeds gemaakte en betaalde kosten

Artikel 9 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 10 Indienen aanvraag

Aanvragen worden elektronisch ingediend bij Gedeputeerde Staten van Fryslân (GS) via de website http://www.snn.nl/pop3

Artikel 11 Citeerdeel

Dit besluit wordt aangehaald als: Regeling LEADER Kosten samenwerking; Voorbereiding en uitvoering regionale, inter-territoriale en transnationale samenwerkingsactiviteiten LAG, Provincie Fryslân 2020.

Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 17 maart 2020

, Voorzitter

drs. A.A.M. Brok

, Secretaris

Mw. R.E. Bouius-Riemersma MBA

Toelichting

Deze regeling is bedoeld voor Lokale Actiegroepen (LAG), die ingesteld zijn door Gedeputeerde Staten van Fryslân op basis van het instellingsbesluit van 5 juli 2016 in het kader van de LEADER maatregel uit het Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) voor Noardwest en Noordoost Fryslân.

Maar ook rechtspersonen zoals stichtingen/ verenigingen voor dorpsbelang en ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid, zoals maatschappen kunnen subsidie ontvangen op basis van deze regeling. Het gaat om een subsidie op grond van artikel 3.4.1 tot en met 3.4.6 van de Subsidieregeling Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) Fryslân 2014-2020 (afgekort de Regeling).

De onderhavige regeling voorziet in kosten voor het voorbereiden en uitvoeren van interregionale en transnationale samenwerking voor de realisatie van de LEADER ontwikkelingsstrategie. De subsidiabele kostensoorten staan gespecificeerd in art 3.5.4. van de Regeling. Dit zijn:

a. Voorbereiding van samenwerkingsactiviteiten

  • i.

    de kosten van haalbaarheidsstudies voor inter territoriale of transnationale samenwerking;

  • ii.

    de kosten voor het opstellen van een projectplan;

  • iii.

    operationele kosten voor de organisatie van een samenwerkingsproject;

  • iv.

    reis- en verblijfkosten;

  • v.

    kosten voor projectmanagement en projectadministratie.

b. Uitvoering van samenwerkingsactiviteiten

  • i.

    uitvoeringskosten;

  • ii.

    operationele kosten voor de organisatie van een samenwerkingsproject;

  • iii.

    reis- en verblijfkosten;

c. De bovengenoemde kostensoorten kunnen bestaan uit verschillende kostentypen. Deze worden genoemd in artikel 1.12, lid 1 van de POP3 subsidieregeling. Dit kunnen bijvoorbeeld personeelskosten , kosten derden of bijdragen in natura zijn, uiteraard alleen voor zover ze betrekking hebben op uren, die aantoonbaar voor het project zijn gemaakt.

 

Selectiecriteria, artikel 6

Met behulp van de selectiecriteria zoals opgenomen in de Lokale Ontwikkelings Strategiën voor Noardwest en Noordoost wordt beoordeeld in hoeverre het project tegemoet komt aan de doelstellingen van het LEADER programma. Deze beoordeling vindt plaats met behulp van de volgende selectiecriteria:

 

  • 1.

    De mate waarin het project bijdraagt aan de doelen van de LOS. Deze doelen zijn voor Noordoost:

     

    • a.

      Versterken van de sociale cohesie;

      • -

        Is er een aantoonbaar draagvlak voor een nieuwe of te behouden ontmoetingsplaats onder de inwoners;

      • -

        Wordt de voorziening in stand gehouden door de inwoners na realisatie;

      • -

        Worden verschillende bevolkingsgroepen (oud en jong/oud en nieuw) met elkaar verbonden;

      • -

        Wordt met het project leegstand en verpaupering tegengaan;

      • -

        Worden met het project jongeren gebonden aan de streek;

      • -

        Zorgt het initiatief voldoende voor werkgelegenheid;

      • -

        Draagt het project bij aan zorg dichtbij en aan goede regionale voorzieningen;

         

    • b.

      Het stimuleren van zelfsturing van dorpen;

      • -

        Wordt dorp zich met het initiatief bewust van de gevolgen van maatschappelijke veranderingen.

      • -

        Leert het initiatief van andere en versterken ze elkaar;

      • -

        Zetten dorpen zich gezamenlijk in voor het behouden van regionale voorzieningen.

         

    • c.

      Het stimuleren van sociaal ondernemerschap;

      • -

        Wordt het dorp door het initiatief zelfredzaam en dragen het bij aan een duurzamere samenleving.

      • -

        Zorgt het initiatief voor werkgelegenheid;

      • -

        Wordt het initiatief na afronding minder afhankelijk van subsidie

         

        Deze doelen zijn voor Noardwest:

         

    • a.

      Het stimuleren van sociale innovatie;

      • -

        Wordt de zelfsturing van dorpen gestimuleerd

      • -

        Zijn dorpen door het initiatief zelfbewuster, zelfredzaam, en financieel zelfstandiger;

      • -

        Draagt het initiatief bij aan een inclusieve en duurzame samenleving;

      • -

        Is na het initiatief het project/object minder afhankelijk van subsidie;

      • -

        Levert het initiatief werkgelegenheid op;

      • -

        Bevordert het initiatief de integratie en synergie tussen ‘oude’ en ‘nieuwe’ economie bevorderd;

      • -

        Vergroot het initiatief de veerkracht van lokale gemeenschappen in het sociale domein.

         

    • b.

      Het verbeteren van de relatie tussen stad en platteland;

      • -

        Geeft het initiatieven een impuls aan creatieve netwerken en zet het Noardwest Fryslân (ook internationaal) op de kaart;

      • -

        Hebben jongeren door het initiatief meer zelfbewustzijn en ‘Sense of Place’ ontwikkeld;

      • -

        Draagt het initiatief bij aan verbreding en versterking van de plattelandseconomie (aansluitend bij het verhaal van de streek: ‘Waddenland van overvloed’);

      • -

        Draagt het initiatief bij aan CO2 vermindering en het verkorten van voedsel-, stikstof- en fosfaatketens.

         

    • c.

      Het geven van een economische impuls aan het gebied Noardwest Fryslân;

      • -

        Levert het initiatief werkgelegenheid op;

      • -

        Worden lokale (toeristisch/recreatieve) ondernemingen zichtbaar door het project;

      • -

        Draagt het project bij aan de toeristische beleving van Noardwest Fryslân.

         

    • d.

      Het bieden van ondersteuning bij het uitwerken van onderzoeken en experimenten.

      • -

        Zorgt het onderzoek en/of experiment voor meer inzicht over specifieke ontwikkelingen, zoals benoemd in het overzicht ‘Kamers van verandering’ in de LOS;

 

  • 2.

    De mate waarin het project past binnen de werkwijze van LEADER (bottom-up, integraal, innovatief, samenwerkend, gebiedsgericht);

    • -

      Hoe bottom-up is het project; is het draagvlak duidelijk aangetoond;

    • -

      Is er sprake van samenwerking in het gebied en/of wordt er een netwerk opgebouwd;

    • -

      is het project vernieuwend/innovatief voor het gebied;

    • -

      Maakt het project gebruik van of is het gericht op gebied specifieke kwaliteiten, uitdagingen, streekidentiteit;

    • -

      In hoeverre is het project integraal van opzet, bestrijkt het meerdere (sub)doelen? Welke partijen zijn betrokken;

    • -

      Worden de projectresultaten uitgedragen;

    • -

      Is het project overdraagbaar en is daar in het communicatieplan concreet aandacht aan besteed.

 

  • 3.

    De mate waarin het project haalbaar is vanuit financieel en organisatorisch oogpunt;

    • -

      Is er sprake van een deugdelijke transparante begroting die aan regels van de subsidieverordening voldoet;

    • -

      Is er een sluitend dekkingsplan, inclusief onderbouwing/toezegging cofinanciering?

    • -

      Is er een projectleider?;

    • -

      Is er een projectteam?;

    • -

      Worden de verantwoordelijkheden beschreven in het projectplan?;

    • -

      Hoe wordt de realisatie van de projectdoelen geborgd?

    • -

      Wordt het project maatschappelijk verantwoord uitgevoerd?;

 

  • 4.

    De mate van efficiency en doelmatigheid van het project;

    • -

      Is de balans goed tussen de investeringen, tijdsinzet en te verwachten resultaten:

    • -

      Wordt er met eigen middelen of private middelen aan het project bijgedragen;

    • -

      Is er zicht op continuïteit van het project na realisatie.

Puntenmethodiek, artikel 7

In het openstellingsbesluit is een bepaalde puntenmethodiek opgenomen. Er is voor gekozen voor Noordoost Fryslân en Noardwest Fryslân de zelfde methodiek wordt aangehouden. Deze methodiek houdt in dat per selectiecriterium een maximele puntenscore kan worden behaald. Tevens wordt per criterium een minimumscore gehanteerd. Dit betekent dat voor elk criterium een minimale score moet worden behaald. Wordt bij één criterium niet aan deze eis voldaan, dan komt het project niet voor subsidie in aanmerking.

 

Bij het scores worden wegingfactoren gehanteerd op grond van het belang dat aan een criterium wordt gehecht. De basis voor de score is een schaal van 0, 1, 2 of 3. Omdat met name aan de criteria ‘1. bijdrage van het project aan de actielijnen van de LOS’ en ‘ 2. project passend bij de werkwijze van Leader’ grote waarde wordt gehecht, kunnen voor deze criteria meer punten worden toekend dan de overige twee criteria (‘ 3. haalbaarheid project’ en ‘4. efficiëntie/doelmatigheid project’). Aan de vier criteria kunnen de volgende minimale en maximale punten worden worden toegekend:

 

  • De mate waarin het initiatief bijdraagt aan de hoofddoelen en actielijnen van de LOS: maximaal 9 punten, minimaal 3 punten

  • De mate waarin het project past binnen de werkwijze van LEADER: maximaal 12 punten, minimaal 4 punten

  • De mate waarin het project haalbaar is vanuit financiëel en organisatorisch oogpunt: maximaal 6 punten, minimaal 2 punten

  • De mate van efficiëntie en doelmatigheid van het project: maximaal 6 punten, minimaal 2 punten

Om te garanderen dat ieder projectvoorstel aan een bepaalde mimimumeis voldoet is in het openstellingsbesluit opgenomen dat als totaalscore een minimum aantal punten van 20 moet worden behaald. Ook hier geldt dat, indien het minimum niet wordt behaald, het project niet voor subsidie in aanmerking komt.

 

Aanvragen moeten volledig bij Gedeputeerde Staten van Fryslân zijn ingediend tussen

25 maart 9.00u en 18 december 2020 16.00u, via de website http://www.snn.nl/pop3. De juiste en benodigde formulieren voor het indienen van een aanvraag zijn via deze webportal te vinden.

 

Voor deze aanvragen zijn tevens de algemene bepalingen uit hoofdstuk 1 van de Regeling van toepassing.

 

De Subsidieregeling Plattelandontwikkelingsprogramma (POP3) Fryslân 2014-2020 is terug te vinden via :https://www.provincie-fryslan.nl/pop3 en via www.snn.nl/pop3

 

Provinciaal blad 24 maart 2020

Naar boven