Provinciaal blad van Noord-Brabant
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2020, 10027 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2020, 10027 | Overige besluiten van algemene strekking |
Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 8 december 2020, houdende regels voor kostenbegrippen en de berekeningswijzen van subsidiabele uurtarieven van arbeids- en personeelsuren (Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen uurtarieven subsidies Noord-Brabant)
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Gelet op artikel 10 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
Overwegende dat het gezien het aantal wijzigingen wenselijk is de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen subsidies Noord-Brabant 2017 in te trekken en een nieuwe regeling vast te stellen voor kostenbegrippen alsmede de berekeningswijzen die de subsidieaanvrager bij het berekenen van de subsidiabele uurtarieven van arbeids- en personeelsuren hanteert;
In deze regeling wordt verstaan onder:
Asv: Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
begrotingssubsidie naar aard exploitatiesubsidie: subsidie als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder c, van de Asv;
begrotingssubsidie naar aard projectsubsidie: subsidie als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder d, van de Asv;
buitenwettelijke subsidie: subsidie in de vorm van een begrotingssubsidie of een incidentele subsidie;
subsidieregeling: subsidieregeling als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Asv.
Artikel 2 Te hanteren kostenbegrippen
De subsidieaanvrager hanteert bij het berekenen van de subsidiabele kosten de volgende kostenbegrippen:
loonkosten: optelsom van de bruto loonkosten, niet winst afhankelijke emolumenten, dan wel extra verdiensten naast het loon, werkgeverslasten, kosten van secundaire arbeidsvoorwaarden en, indien van toepassing, een evenredig deel van de begrote kosten voor een eventuele wachtgelduitkering na ontslag, voor personeel dat werkzaamheden verricht ten behoeve van subsidiabele activiteiten;
Artikel 4 Uurtarief op basis van integrale kosten
Bij de berekeningswijze, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a:
De Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen subsidies Noord-Brabant 2017 wordt ingetrokken.
’s-Hertogenbosch, 8 december 2020
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter,
mr. I.R. Adema
de secretaris,
drs. M.J.A. van Bijnen MBA
Toelichting behorende bij de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen uurtarieven subsidies Noord-Brabant
Artikel 10 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant (hierna: Asv) bevat de grondslag voor Gedeputeerde Staten om regels te stellen met betrekking tot de door de subsidieaanvrager bij het berekenen van de subsidiabele kosten te hanteren uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen. Deze regels zijn momenteel opgenomen in de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen subsidies Noord-Brabant 2017. De recente wijziging van de Asv met ingang van 24 juli 2020 1 en de evaluatie van de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen subsidies Noord-Brabant 2017, hebben aanleiding gevormd voor de onderhavige regeling. Met deze regeling wordt de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen subsidies Noord-Brabant 2017 ingetrokken. Dit ligt voor de hand gelet op het aantal wijzigingen (in verhouding tot het beperkt aantal artikelen). Inhoudelijk zijn echter geen grote wijzigingen aangebracht ten opzichte van de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen subsidies Noord-Brabant 2017. Het gaat voornamelijk om technische wijzigingen alsmede wijzigingen in de opbouw.
Onderhavige regeling sluit aan bij aanwijzing 19 van de Aanwijzingen voor subsidieverstrekking, zoals opgenomen in de bijlage bij de Regeling van de Minister-President, Minister van Algemene Zaken, van 15 december 2009, nr. 3086451, houdende vaststelling van Aanwijzingen voor subsidieverstrekking (ook wel bekend als het “Uniform subsidiekader” (USK)).
Met deze regeling worden forfaitaire elementen geïntroduceerd die een hulpmiddel zijn om de bepaling van de subsidiabele kosten, en daarmee van het subsidiebedrag, te vereenvoudigen en te uniformeren. Artikel 2 bevat de kostenbegrippen die de subsidieaanvrager bij de berekening van de subsidiabele kosten dient te hanteren. Hiermee wordt een verschillende uitleg van begrippen voorkomen. In de artikelsgewijze toelichting is een nadere toelichting opgenomen ten aanzien van enkele begrippen.
Artikel 2 Te hanteren kostenbegrippen
De in dit artikel opgenomen begrippen sluiten aan bij de begrippen zoals opgenomen in aanwijzing 19 van het USK.
Onder a (aantal direct productieve uren per jaar)
Dit begrip vormt de basis voor de berekening van het uurtarief bij de integrale kostenberekeningswijze. Het aantal uren per dag is bijvoorbeeld 7,2 uren bij een 36-urige werkweek.
Opgemerkt zij dat de subsidieaanvrager voor de berekening van de hoogte van de afschrijvingskosten de afschrijvingsmethode kan hanteren die binnen de organisatie gangbaar is, mits algemeen geaccepteerd (bijvoorbeeld lineair afschrijven of afschrijven met een vast percentage van de boekwaarde). Voor de uiteindelijke toerekening van afschrijvingskosten zal rekening moeten worden gehouden met de subsidieperiode en de mate van gebruik van het actief ten behoeve de subsidiabele activiteiten.
Onder c (arbeids- en personeelsuren)
In het begrip “arbeids- en personeelsuren” is opgenomen dat het gaat om uren van personeel van de subsidieaanvrager. Gedeputeerde Staten kunnen bepalen dat subsidie ook kan worden aangevraagd door een samenwerkingsverband. Het kan daarbij gaan om een samenwerkingsverband van rechtspersonen, een samenwerkingsverband van rechtspersonen en natuurlijke personen of een samenwerkingsverband van alleen natuurlijke personen. Onder het begrip “arbeids- en personeelsuren” vallen derhalve de uren van alle deelnemers van het samenwerkingsverband. Bij uren van personeel dat niet in loondienst is, gaat het bijvoorbeeld om uitzendkrachten en interimpersoneel. De inzet van een eigenaar (al dan niet in loondienst) kan eveneens worden meegenomen bij de “arbeids- en personeelsuren”.
Uitgangspunt is dat de te verstrekken subsidie niet meer kan bedragen dan de subsidiabele kosten minus de bijdrage in natura. Het voornemen is om dit bij een toekomstige wijziging in de Asv te verankeren.
Bij directe kosten kan het gaan om kosten van een kostendrager en kosten derden.
Onder f (economische levensduur)
De eventuele restwaarde na de economische levensduur hoort niet tot de subsidiabele kosten en dient dus in mindering te worden gebracht.
Indirecte kosten worden via toerekening van een kostendrager aan de subsidiabele activiteit toegerekend.
Het gaat hierbij bijvoorbeeld om kosten van gehele of gedeeltelijke uitbesteding door de subsidieaanvrager van een deel van de subsidiabele activiteit of kosten van voor de subsidiabele activiteit geleverde goederen en diensten. Zoals opgemerkt bij de artikelsgewijze toelichting op onderdeel c (arbeids- en personeelsuren) kan een subsidieaanvrager ook een samenwerkingsverband zijn. Onderlinge leveringen tussen deelnemers van een samenwerkingsverband vallen dan ook niet onder het begrip “kosten derden”.
Onder o (out-of-pocket kosten)
Bij dergelijke kosten kan het bijvoorbeeld gaan om parkeer- of lunchkosten van relatief geringe omvang die door de subsidieaanvrager worden vergoed aan personen of ondernemingen die werk voor hen verrichten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2020-10027.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.