Provinciaal blad van Noord-Holland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Holland | Provinciaal blad 2019, 966 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Holland | Provinciaal blad 2019, 966 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit van gedeputeerde staten van Noord-Holland van 29 januari 2019, nr 1168768/1169608, tot vaststelling van de Uitvoeringsregeling warmtetransitie van de gebouwde omgeving 2019-2020.
Gedeputeerde staten van Noord-Holland;
het binnen het provinciale energietransitiebeleid wenselijk is om gemeenten te stimuleren om op wijkniveau verduurzaming van de warmtevoorziening te concretiseren;
haalbaarheidsstudie(s) op wijkniveau naar verduurzaming van de warmtevoorziening zonder overheidssteun niet rendabel zijn;
gemeenten kunnen leren van de ervaringen van concretiseren op wijkniveau en dit de transitie ten goede komt;
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;
Uitvoeringsregeling warmtetransitie gebouwde omgeving op wijkniveau 2019
Subsidie kan verstrekt worden voor activiteiten binnen de provincie Noord-Holland die bijdragen aan:
Gedeputeerde Staten stellen een subsidieplafond en de periode waarbinnen aanvragen worden ingediend vast.
Subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien: a.
de activiteit financieel niet haalbaar is:
Subsidie wordt niet verstrekt voor:
a. kosten die zijn gemaakt voor het moment van indienen van de subsidieaanvraag;
In de beschikking tot subsidieverlening wordt een termijn gesteld waarbinnen de activiteit moet zijn afgerond.
Haarlem, 29 januari 2019,
Gedeputeerde staten van Noord-Holland,
A.T.H. van Dijk, voorzitter.
R.M. Bergkamp, provinciesecretaris
Toelichting op de uitvoeringsregeling
Warmte, geproduceerd met fossiele brandstoffen, is één van de grote veroorzakers van CO2 uitstoot. Aardgasloze wijken in 2050 is een belangrijk thema binnen het verduurzamen van onze samenleving.
Wat de meest efficiënte of effectieve manier van de warmtetransitie is, hangt af van de plek. Warmte is beperkt verplaatsbaar en daarmee primair een lokale en regionale opgave.
In het Interbestuurlijke Programma hebben Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen afgesproken dat iedere gemeente voor eind 2021 een door de gemeenteraad goedgekeurde transitievisie warmte hebben opgesteld. In deze transitievisie wordt globaal op wijkniveau aangegeven welke duurzame warmtebron tot de laagste kosten leidt en wordt aangegeven in welke wijken in de periode tot 2030 de warmtevoorziening wordt verduurzaamd. De transitievisie warmte kent dus een duidelijke lokaal en regionaal aspect.
De provincie Noord-Holland wil met haar energietransitiebeleid onder andere een bijdrage leveren aan het verminderen van de warmtevraag en/of het gebruik van duurzame warmte. Deze regeling voorziet in een bijdrage aan het verder concretiseren van de warmtetransitie in een wijk, door het subsidiëren van het wijkplan warmtetransitie. Het doel van het wijkplan warmtetransitie is het daadwerkelijk tot uitvoering brengen van de warmtetransitie en het leren van verschillende wijkplannen.
Het wijkplan warmtetransitie bestaat minimaal uit een specifieke beschrijving en analyse van de vraagkant, de aanbodkant, de passende energie-infrastructuur of warmte-infrastructuur in een wijk. Daarbij wordt ook een kosten-batenanalyse gepresenteerd. Daarnaast wordt in het wijkplan warmtetransitie aandacht besteed aan de participatie van de inwoners, zodat de uiteindelijke uitvoering participatief aangepakt kan worden.
Stakeholders bij het opstellen van een wijkplan warmtetransitie zijn bijvoorbeeld de warmtebron, een wijkraad of de partij die energie-infrastructuur ontwikkelt of levert.
De vraag naar warmte in de bebouwde omgeving komt van bewoners en gebruikers van gebouwen. Deze vraag kan, onder andere, worden beïnvloed door investeringen in bijvoorbeeld warmte-isolatie. Veel woningen in een wijk kennen vaak een vergelijkbare warmtevraag omdat ze in dezelfde periode gebouwd zijn. Het is daarom logisch om de wijk als uitgangspunt te nemen bij het nadenken over het verduurzamen van de warmtevraag.
Aan de vraag naar warmte kan op veel verschillende manieren worden voldaan. Je kunt warmte opwekken met behulp van een warmtepomp, of, aan de andere kant van het spectrum, gebruik maken van een warmtebron uit de omgeving zoals industriële restwarmte of geothermie. Maar ook andere soorten warmte, zoals uit een naburig zwembad tot een serverpark op een industrieterrein, behoort tot de mogelijkheden.
De benodigde energie-infrastructuur is afhankelijk van de gekozen duurzame warmteoptie. Komt gebruik van lokale warmte als beste optie naar voren dan is voor het transporteren van de warmte van de ene locatie naar de andere locatie een warmte-infrastructuur nodig. Ook dienen gebouwen te worden aangepast. Blijken warmtepompen de beste wijkoptie te zijn, dan dient het elektriciteitsnet te worden verzwaard. Het is zinvol om te kijken of investeringen in de energie-infrastructuur geoptimaliseerd kunnen worden met andere activiteiten, zoals bijvoorbeeld de vervanging van het rioolstelsel.
Warmtetransitie bevindt zich ook achter de voordeur. Dat betekent dat inwoners betrokken moeten worden. Participatie en acceptatie van het wijkplan warmtetransitie per wijk isnoodzakelijk. Het wijkplan warmtetransitie voorziet in een plan om de participatie in de wijk vorm te geven.
Financiering van de investeringen
Dat een aardgasloze wijk om veel investeringen vraagt met een lange terugverdientijd is bekend. Maar welke financieringsvormen passend zijn bij welk wijkplan warmtetransitie vraagt om nader onderzoek. In het wijkplan warmtetransitie wordt een inschatting gemaakt van de totale kosten en mogelijke verschillende financieringsvormen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2019-966.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.