Aanwijzing DAEB activiteiten Stichting BRBNT, provincie Noord-Brabant

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

 

Gelet op:

 

Artikel 14 en artikel 106 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna: VwEU);

 

Het besluit van de Commissie, nr. 2012/21/EU van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen, kennisgegeven onder nummer C(2011) 9380 (hierna: Vrijstellingsbesluit)

 

Artikel 158, eerste lid, aanhef en onder a, van de Provinciewet;

 

Overwegende:

 

Dat Diensten van Algemeen Economisch Belang (hierna: DAEB) hun bestaansrecht ontlenen aan de artikelen 14 en 106, tweede lid, van het VwEU. Om gebruik te kunnen maken van de bijzondere positie die een DAEB inneemt binnen de Europese mededingingsregelgeving, moet daarvoor een onderneming specifiek met het beheer van een bepaalde DAEB worden belast;

 

Dat onze provincie een groot aanbod heeft voor vrijetijdbesteding met natuurgebieden, cultuur, musea, streekproducten, aantrekkelijke steden;

 

Dat vrijetijdsbeleid benut kan worden als middel voor welzijn en welvaart: werkgelegenheid, aantrekken en behoud van talent, kwaliteit leefomgeving, natuur- en cultuurontwikkeling, behoud erfgoed en het stimuleren van trots en sociale cohesie;

 

Dat het vrijetijdsbeleid de internationale positie van Brabant versterkt (leef- en vestigingsklimaat voor (inter)nationale bedrijven, kenniswerkers en talenten) en zich daardoor terugverdient met regionale werkgelegenheid.;

 

Dat de provincie vanuit haar vrijetijds-beleid inzet op duurzame groei van de vrijetijdseconomie door versterking van de kwaliteit van het aanbod in de gehele provincie en daardoor het vergroten en verbreden van het publieksbereik en het spreiden van deze bezoekers in tijd en ruimte;

 

Dat de provincie met de versterking van het vrijetijdsaanbod diverse maatschappelijke effecten wil bereiken;

  • -

    Creëren van een positief effect op de versterking van andere sectoren zoals cultuur, natuur en de agrifood-sector en aan het “blijfklimaat” (leef- en vestigingsklimaat voor inwoners, studenten, expats en bedrijfsleven);

  • -

    Stijging van bezoekers en bestedingen heeft een positief effect op de werkgelegenheid, ook voor mensen met minder kansen op de arbeidsmarkt;

  • -

    De trots van Brabanders versterken door een positieve profilering van de provincie;

 

Dat het voor het bereiken van deze maatschappelijke effecten gewenst is de algemene marketing van Brabant als bestemming, alsook de distributie van toeristische informatie strategisch in te zetten vanuit 1 integrale visie, met behoud van de lokale en authentieke verhalen;

 

Dat deze integrale visie bestaat uit het presenteren en verbinden van vrijetijdsaanbod binnen grotere thema-lijnen of campagnes en daardoor op vergroting van het bereik en de markt;

 

Dat VisitBrabant de afgelopen 10 jaar deze visie heeft opgezet en doorontwikkeld, door partijen bij elkaar te brengen die in de reguliere markt niet samen zouden optrekken;

 

Dat zij inmiddels beschikt over een groot netwerk en het vertrouwen heeft van alle betrokken stakeholders, zoals steden/citymarketing, ondernemers, onderwijsinstellingen, brancheorganisaties en organisaties op het terrein van cultuur en natuur;

 

Dat realisering van de maatschappelijke effecten door versterking van het vrijetijdsaanbod door inzet van algemene marketing van Brabant volgens 1 visie niet kan zonder dat medewerking van de betrokken stakeholders;

 

Dat ons verhaal krachtiger wordt als deze stakeholders, groot en klein, onze visie als 1 boodschap uitdragen en met hun activiteiten aansluiten bij de strategie;

 

Dat aan de keuze voor de locatie de keuze voor de bestemming vooraf gaat, zijnde het niveau waarop onze visie strategisch het beste ingezet kan worden;

 

Dat de inzet van individuele stakeholders niet is gericht op het niveau van de bestemming;

 

Dat de toegevoegde waarde van VisitBrabant zit in het positioneren van de destinatie Brabant;

 

Dat de inzet van VisitBrabant daarbij niet is gericht op het adverteren van commerciële producten of diensten;

 

Dat de individuele ondernemers/instellingen de sales voor hun bedrijf daarna verzorgen op hun eigen niveau, zijnde het niveau van de locatie;

 

Dat het vrijetijdsaanbod in onze provincie daarom voor het brede publiek wordt ingezet vanuit belevenisthema’s waarbij aan de activiteiten op het gebied van cultuur bedrijven worden gekoppeld die het thema kunnen versterken, zonder dat de betrokken ondernemer invloed heeft op de wijze waarop de boodschap wordt geformuleerd;

 

Dat VisitBrabant daarnaast voor versterking van de boodschap inzet op ondersteuning van betrokken ondernemers in het netwerk met gastvrijheidstrainingen in brede zin;

 

Dat door deze combinatie van werkzaamheden de bezoekers van onze provincie goed gestructureerd hun weg vinden;

 

Dat deze combinatie van werkzaamheden door markt niet onder vergelijkbare condities wordt aangeboden.

 

Dat dit aanwijzingsbesluit DAEB de bestaande situatie van reeds

toegekende rechten en plichten van betrokken ondernemingen bevestigt en niet

verder uitbreidt, waardoor geen (nieuwe) specifieke voorbereidingsprocedure is gevolgd.

 

Dat een voorafgaande consultatie van andere marktdeelnemers om deze reden ook niet zinvol is geacht.

 

Besluiten:

 

  • I.

    aan te wijzen als Dienst van Algemeen Economisch Belang, de volgende diensten:

    • a.

      Promotie. Zowel geïntegreerd als separaat communiceren en distribueren van het Brabantbrede vrijetijdsaanbod (op het gebied van cultuur, toerisme en recreatie) en op de belevenisthema’s geënte arrangementen

    • b.

      Kennis en informatie. Ten behoeve van beleidskeuzes en productontwikkeling beschikbaar hebben/stellen van relevante basisdata en informatie op het vlak van cultuur, toerisme en recreatie voor de provincie, andere (samenwerkingsverbanden van) overheden, culturele en toeristische instanties en aanbieders van vrijetijdsvoorzieningen.

    • c.

      Projectmanagement/-regie. Aanjagen van de verbetering van de kwaliteit en beschikbaarheid van het aanbod. Schakelen met wat elders/door anderen al wordt opgepakt. Regievoering op innovatie door het uitdragen van de integrale visie en het ondersteunen van regionale netwerken.

 

  • II.

    aard en duur van de openbare dienstverplichtingen:

  • De openbare dienstverplichting gaat in op de dag na publicatie van onderhavig aanwijzingsbesluit en loopt totdat het project is afgerond en de subsidie is vastgesteld, doch uiterlijk tot 5 jaar na bekendmaking van dit besluit.

 

  • III.

    betrokken ondernemingen en het betrokken grondgebied:

  • VisitBrabant, t.b.v. diensten die worden uitgevoerd op het grondgebied van de provincie Noord-Brabant.

 

  • IV.

    aard van de uitsluitende of bijzondere rechten, die de ondernemingen zijn toegekend:

  • De activiteiten beschreven onder I worden ingezet voor het volgende:

  • Basistaken (marktbewerking in het klein): jaarlijks terugkerende vaste activiteiten

    • -

      Website bijhouden

    • -

      social media inzetten

    • -

      monitoring

    •  

  • Flexibele schil (marktbewerking in het groot): aanvulling op de basistaken met jaarlijks wijzigende projecten en diensten om de strategie in de markt zetten gericht op actuele belevenisthema’s

    • -

      campagnes

    • -

      thematische productontwikkeling

    • -

      content services aan ondernemers

 

  • V.

    de parameters voor de berekening, de controle en de herziening van de compensatie:

     

  • Basistaken: vergoeding van een uurtarief waarbij via een kostenverdeelstaat de directe en indirecte kosten worden toegerekend. De kostenverdeelstaat bij subsidieaanvraag en subsidieverlening kent dezelfde opbouw/indeling. Bij verlening vooraf op basis begrote kosten, bij vaststelling achteraf op basis van werkelijke kosten.

 

  • Flexibele schil: vergoeding van een uurtarief

    • -

      de opbouw van het uurtarief is gebaseerd op het rekenvoorbeeld tariefopbouw VisitBrabant als beschreven in de notitie “Financials nader toegelicht” en kent bij de subsidieaanvraag en -verlening dezelfde opbouw

    • -

      in de opbouw van het uurtarief is al rekening gehouden met de bijdrage van het project aan de basistaken

    • -

      vooraf bij subsidieverlening: op basis van begrote kosten: keuze uit flexibel tarief

    • -

      achteraf bij subsidievaststelling: Op basis van werkelijke kosten, uurtarief eigen mensen via tariefopbouw uit het rekenvoorbeeld, uurtarief inhuur via factuur.

 

  • VI.

    de regelingen om overcompensatie te vermijden en terug te betalen:

     

  • In de subsidiebeschikking welke onderdeel uitmaakt van deze aanwijzing, worden voorwaarden gesteld voor eindcontrole op de compensatie. Bij deze controle zal erop worden toegezien of de werkelijke kosten voor de activiteiten in lijn zijn met de daarvoor begrote kosten. Indien blijkt dat overcompensatie heeft plaatsgevonden, zal dit:

    • -

      voor wat betreft de basistaken terugvloeien naar de egalisatiereserve die enkel voor de provinciale bijdrage is bedoeld

    • -

      voor wat betreft de flexibele schil worden teruggevorderd

’s-Hertogenbosch, 17 december 2019

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

de voorzitter,

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk

de secretaris,

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

 

Bezwaar

 

Bent u het niet eens met dit besluit, dan kunt u schriftelijk een bezwaarschrift indienen. Zorgt u ervoor dat u het bezwaarschrift indient binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is verzonden. Daarmee voorkomt u dat wij uw bezwaarschrift niet meer mogen behandelen. Vermeld in uw bezwaarschrift in ieder geval uw naam en adres, de datum van uw bezwaarschrift, het besluit waartegen het bezwaar is gericht, de redenen van het bezwaar en voorzie het bezwaarschrift van een handtekening. U richt uw bezwaarschrift aan:

 

Het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Secretariaat van de hoor- en adviescommissie

Postbus 90151

5200 MC ’s-Hertogenbosch

 

Wij verzoeken u om op de linkerbovenhoek van de envelop het woord ‘bezwaarschrift’ te vermelden.

 

Voor meer informatie over de behandeling van bezwaarschriften verwijzen wij u naar www.brabant.nl/bezwaar. Het secretariaat van de hoor- en adviescommissie is bereikbaar op telefoonnummer (073) 680 83 04, faxnummer (073) 680 76 16 en e-mailadres bezwaar@brabant.nl.

 

Naar boven