Verordening op de instelling en invordering van de nazorgheffing stortplaatsen provincie Groningen - wijziging

Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat Provinciale Staten op 18 december 2019, nr. 4c , afdeling OM, dossiernummer K337, hebben besloten tot vaststelling van de wijziging van de Verordening op de instelling en invordering van de nazorgheffing stortplaatsen provincie Groningen. Het besluit luidt als volgt:

PROVINCIALE STATEN van Groningen:

Gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten van 5 november 2019, nr. 2019-083813, OM;

Gelet op de Verordening op de instelling en invordering van de nazorgheffing stortplaatsen provincie Groningen;

BESLUITEN:

het volgende vast te stellen:

ARTIKEL I

De Verordening op de instelling en invordering van de nazorgheffing stortplaatsen provincie Groningen wordt gewijzigd als volgt:

• A. Artikel 7, eerste lid, komt te luiden als volgt:

  • 1. De nazorgheffing voor niet-bedrijfsgebonden stortplaatsen wordt geheven naar de tarieven opgenomen in de hieronder geplaatste tarieventabel.

    heffingsjaar	heffing in € per ton gestort afval
    2002	4,35
    2003	4,43
    2004	4,52
    2005	4,61
    2006	0,00
    2007	0,00
    2008	0,00
    2009	0,00
    2010	0,00
    2011	0,00
    2012	0,00
    2013	0,00
    2014	0,00
    2015	0,00
    2016	0,00
    2017	0,00
    2018	0,00
    2019	0,00
    2020	0,00

 

• B. Artikel 7, tweede lid, komt te luiden als volgt:

  • 1. De nazorgheffing voor baggerspeciestortplaatsen wordt geheven naar de tarieven opgenomen in de hieronder geplaatste tarieventabel.

    	Heveskeslaan	Oterdumerwarven	Heveskes Oost	Driebondsweg
    Start nazorg	2020	2030	2030	2021
    Heffing/doelvermogen	1.405.151	1.511.975	1.905.554	412.581

    	Dorkwerd	Warvenweg	Zuidbroek
    Start nazorg	2021	2019	2022
    Heffing/doelvermogen	108.321	585.727	112.459

ARTIKEL II

Artikel I treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.

Groningen,18 december 2019

Provinciale Staten voornoemd:

F.J. Paas, voorzitter.

H. Engels - van Nijen, griffier.

Bijlagen bij het besluit

Geen