Provinciaal blad van Noord-Holland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Holland | Provinciaal blad 2019, 8334 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Holland | Provinciaal blad 2019, 8334 | Beleidsregels |
Beleidsregel van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland houdende regels omtrent wadlopen (Beleidsregels Wadloopverordening 2019)
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;
dat Provinciale Staten van Noord-Holland op 4 maart 2019 de Wadloopverordening 2019 hebben vastgesteld,
dat Provinciale Staten van Groningen op 13 maart 2019 de Wadloopverordening provincie Groningen 2019 hebben vastgesteld,
dat Provinciale Staten van Fryslân op 27 februari 2019 de Wadloopverordening 2019 hebben vastgesteld,
dat Gedeputeerde Staten van Fryslân bevoegd zijn tot verlening van vergunningen als bedoeld in artikel 4, en tot verlening van vrijstelling als bedoeld in artikel 5 van de Wadloopverordeningen,
dat Gedeputeerde Staten van Fryslân een Veiligheidsadviescommissie Wadlopen moeten instellen op grond van artikel 3 lid 1 van de door Provinciale Staten van Fryslân vastgestelde Wadloopverordening,
Gezien de artikelen 4, 5, 6, 7 en 8 van de Wadloopverordeningen, artikel 3 van de door Provinciale Staten van Noord-Holland vastgestelde Wadloopverordening 2019 en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht,
Hoofdstuk 1 – Vergunningverlening
Artikel 2. Vrijstelling voor tochten op droogvallende platen
Voor tochten op droogvallende platen geldt een vrijstelling van de vergunningplicht indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Artikel 3. Indienen aanvraag vergunningen
Artikel 5. Looptijd vergunning
Vergunningen worden per periode van zes jaar verleend, waarbij de eerste periode loopt van 1 maart 2020 tot en met 1 maart 2026. De looptijd van de vergunning is afhankelijk van het moment van vergunningverlening, maar bedraagt maximaal zes jaar. Alle vergunningen binnen een periode lopen op dezelfde dag af, namelijk op de laatste dag van de vergunningperiode.
Haarlem, 17 december 2019
Gedeputeerde staten van Noord-Holland,
A.Th.H. van Dijk,
voorzitter
R.M. Bergkamp,
provinciesecretaris
Bijlage A: Voorschriften behorende bij de vergunning voor een rechtspersoon voor het mogen organiseren en begeleiden van wadlooptochten met grote groepen (o.g.v. artikel 4, lid 1 van de Wadloopverordening 2019)
De vergunninghouder draagt er zorg voor, dat de tochten worden geleid door voldoende gidsen en begeleiders.
Een tocht mag bestaan uit maximaal 60 deelnemers.
Een groep van maximaal 12 deelnemers moet begeleid worden door tenminste 1 gids. De gids dient vóór aanvang van een wadlooptocht (indien er geen extra begeleider aanwezig is die in het bezit is van een begeleiderspas) een deelnemer aan te wijzen hoe te handelen bij een calamiteit/incident als er iets met hem/haar gebeurt.
De wadlooptocht wordt niet gehouden als er geen begeleider is of een deelnemer zich bereid heeft verklaard te handelen bij een calamiteit.
Indien de groep uit maximaal 12 deelnemers bestaat en naast 1 gids geen extra begeleider/gids aanwezig is, dient de gids vóór aanvang van een wadlooptocht een deelnemer aan te wijzen die hem/haar kan vervangen bij een calamiteit/incident als er iets met hem/haar (de gids) gebeurt. De wadlooptocht mag niet worden gehouden als er geen deelnemer zich bereid heeft verklaard te handelen bij een calamiteit/incident.
Daarbij geldt dat er geen tocht mag worden gehouden indien:
aangenomen moet worden dat de aankomst later dan 2 uren na het ter plaatse optredende laagwater zal plaatsvinden. Dit voorschrift geldt niet voor de tochten die noodzakelijkerwijs een tijdstip van aankomst meebrengen, dat later valt dan 2 uren na het ter plaatse optredend de laagwater (tochten naar Schiermonnikoog);
De vergunninghouder dient bij een incident/calamiteit* de provincie binnen twee werkdagen telefonisch (tel: 058-2925925) op de hoogte te stellen en stuurt de rapportage binnen een week na het/de incident/calamiteit op naar de provincie Fryslân, team Groene Regelgeving, Postbus 20120, 8900 HM Leeuwarden.
* Bij een calamiteit is er sprake van inzet van buitenaf (KNRM/reddingshelikopter) en bij een incident is dat niet het geval.
Bijlage B: Voorschriften behorende bij de vergunning voor het organiseren en houden van een wadlooptocht (o.g.v. artikel 4 van de Wadloopverordening 2019) zonder deelnemers (solo-vergunning)
Daarbij geldt, dat er geen tocht mag worden gehouden indien:
aangenomen moet worden dat de aankomst later dan 2 uren na het ter plaatse optredende laagwater zal plaatsvinden. Dit voorschrift geldt niet voor de tochten die noodzakelijkerwijs een tijdstip van aankomst meebrengen, dat later valt dan 2 uren na het ter plaatse optredende laagwater (tochten naar Schiermonnikoog);
* Op basis van de Telecommunicatiewet bent u verplicht in het bezit te zijn van een zgn. PORTO SEC-vergunning voor “bijzonder gebruik” van maritieme frequenties (gebruik marifoonkanalen voor wadlopen). U kunt een vergunning aanvragen bij Agentschap Telecom-Klantcontactcentrum (telefoon: 050-5877444). U dient er rekening mee te houden dat deze PORTO SEC-vergunning pas aangevraagd kan worden als u in het bezit bent van een geldig bedieningscertificaat (minimaal Basiscertificaat Marifonie).
** Bij een calamiteit is er sprake van inzet van buitenaf (KNRM/reddingshelikopter) en bij een incident is dat niet het geval.
Bijlage C: Voorschriften behorende bij de vergunning voor het mogen organiseren en begeleiden van wadlooptochten met maximaal 12 deelnemers (o.g.v. artikel 4, lid 1 van de Wadloopverordening 2019)
De vergunninghouder dient vóór aanvang van een wadlooptocht een deelnemer aan te wijzen die hem/haar kan vervangen bij een calamiteit/incident. Hij/zij instrueert deze deelnemer hoe te handelen als er iets met hem/haar (de gids) gebeurt. De wadlooptocht mag niet worden gehouden als er geen deelnemer zich bereid heeft verklaard te handelen bij een calamiteit/incident.
Daarbij geldt, dat er geen tocht mag worden gehouden indien:
aangenomen moet worden, dat de aankomst later dan 2 uren na het ter plaatse optredende laagwater zal plaatsvinden. Dit voorschrift geldt niet voor de tochten die noodzakelijkerwijs een tijdstip van aankomst meebrengen, dat later valt dan 2 uren na het ter plaatse optredende laagwater (tochten naar Schiermonnikoog);
Op basis van de Telecommunicatiewet bent u verplicht in het bezit te zijn van een zgn. PORTO SEC-vergunning voor “bijzonder gebruik” van maritieme frequenties (gebruik marifoonkanalen voor wadlopen). U kunt een vergunning aanvragen bij Agentschap Telecom-Klantcontactcentrum (telefoon: 050-5877444). U dient er rekening mee te houden dat deze PORTO SEC-vergunning pas aangevraagd kan worden als u in het bezit bent van een geldig bedieningscertificaat (minimaal Basiscertificaat Marifonie).
Bij een calamiteit is er sprake van inzet van buitenaf (KNRM/reddingshelikopter) en bij een incident is dat niet het geval.
Bijlage D: Voorschriften behorende bij de vergunning met een beperking in tijd en plaats (o.g.v. artikel 4, lid 2 van de Wadloopverordening 2019) op droogvallende platen
De vergunninghouder/begeleider(s) heeft/hebben een zorgplicht ten aanzien van de opvarenden en dient er, uit het oogpunt van veiligheid, op toe te zien dat de deelnemers binnen een straal van 500 meter van het vaartuig op de plaat blijven en bij elkaar blijven (dus niet in meerdere groepen verdeeld wordt) en er mag geen geul worden overgestoken.
De vergunninghouder dient bij een incident/calamiteit* de provincie binnen twee werkdagen telefonisch (tel: 058-2925925) op de hoogte te stellen en stuurt de rapportage binnen een week na het incident/calamiteit op naar de provincie Fryslân, team Groene Regelgeving, Postbus 20120, 8900 HM Leeuwarden.
* Bij een calamiteit is er sprake van inzet van buitenaf (KNRM/reddingshelikopter) en bij een incident is dat niet het geval.
Bijlage E: Voorschriften behorende bij de vergunning met een beperking in tijd/plaats (o.g.v artikel 4, lid 2 van de Wadloopverordening 2019) voor het mogen houden van natuureducatieve tochten
Bij groepen met ten hoogste 12 deelnemers kan volstaan worden met één begeleider, mits deze begeleider beschikt over een goedwerkende draadloze verbinding met de wal.
Wanneer de vergunninghouder meer natuureducatieve tochten organiseert binnen eenzelfde gebied en de groepen onderling eenvoudig kunnen communiceren, kan volstaan worden met één draadloze verbinding.
De vergunninghouder/begeleider dient kennis te hebben van de actuele weersverwachting.
Een tocht mag niet worden gehouden, indien te verwachten is dat de weersomstandigheden zich zodanig zullen ontwikkelen, dat de veiligheid van de deelnemers in gevaar kan komen.
Als richtlijn geldt dat er geen tocht mag worden gehouden indien:
Tips: buiten de EHBO-doos evt. duct-sporttape; erg handig.
En voetbalkousen om aan te trekken over kapotte of te grote wadloopschoenen.
Bijlage F: Eindtermen/opleiding tot Wadloopgids
Aan wadloopgidsen worden eisen gesteld ten aanzien van ervaring met en kennis van het wad, als wel eisen ten aanzien van de veiligheidsmaterialen, die tijdens een wadlooptocht moeten worden meegevoerd.
Om inhoud te geven aan de in de verordening opgenomen kennis- en ervaringseisen, zijn de zgn. “Eindtermen wadloopgids” door de provincie opgesteld. De wadlooporganisaties hebben deze Eindtermen in hun opleiding tot gids opgenomen.
De kennis en ervaring van de aanvrager zal getoetst worden aan de hand van deze Eindtermen. Daarbij zal de aanvrager, d.m.v. een puntensysteem, moeten voldoen aan de vermelde eisen ten aanzien van:
Van een gids wordt verwacht dat deze zelfstandig een wadlooptocht kan voorbereiden en begeleiden. Tevens wordt verwacht, dat de gids op doeltreffende wijze kan handelen op momenten waarop calamiteiten zich voordoen. Hij/zij kan in dat geval beschikken over de actuele informatie voor het inschakelen van de hulpdiensten.
De gids met een vergunning voor het gehele Nederlandse Waddengebied moet in staat zijn zelfstandig nieuwe, door hem/haar nooit eerder gelopen routes, wadlooptochten voor te bereiden en te verkennen.
Na het behalen van het wadloopbewijs dient een gids minimaal 1x 6 jaar deel te nemen aan een jaarlijks door een organisatie/instantie in samenwerking met de Veiligheidsregio georganiseerde redding oefening op de Waddenzee.
De opleiding tot wadloopgids dient te worden gevolgd bij de door de gezamenlijke wadlooporganisaties georganiseerde opleiding of daaraan gelijkwaardige opleiding en dient te worden afgerond met een praktijk- en theorietoets. De theorietoets wordt afgenomen door een uit de wadlooporganisaties gevormde examencommissie.
Het reglement voor de examencommissie is in overleg met de Veiligheid adviescommissie Wadlopen opgesteld. De gezamenlijke wadlooporganisaties zal het reglement vaststellen.
Aan de hand van het door de examencommissie ingevulde eindtermenformulier kan een persoon die minimaal een score van 30 punten heeft behaald voor een bepaalde route(s) met dit bewijs een erkenning tot wadgids aanvragen bij Gedeputeerde Staten van Fryslân.
Indien men niet geslaagd is, kan men een begeleiderspas (voor zover nog niet in bezit) aanvragen via de organisatie waarbij hij /zij aangesloten is om tochten te begeleiden en om verder ervaring op te doen. Dit geldt ook voor gidsen in opleiding en voor personen die goed zijn in omgang met deelnemers en geen opleiding tot gids willen volgen maar wel als begeleider wil/kan fungeren.
De gids die niet verbonden is aan een wadlooporganisatie (zelfstandige gids) stuurt het wadloopbewijs samen met het verzoek tot erkenning tot wadloopgids en het aanvraagformulier voor een vergunning voor het organiseren en begeleiden van wadlooptochten met maximaal 12 deelnemers, op naar de provincie Fryslân.
EINDTERMEN BEOORDELINGSFORMULIER
Voor het welslagen van een wadlooptocht is het voor de gids belangrijk om over een goede uitrusting te beschikken. Onderstaande zaken dienen tijdens een wadlooptocht meegevoerd te worden.
een door het Agentschap Telecom goedgekeurde maritieme portofoon** (niet verplicht voor een solo-loper en een gids die een verkenningstocht houdt) en een goedwerkende telefoon met voldoende bereik voor de te lopen tocht - voldoende proviand voor de tocht - een bijgewerkte routekaart waarop de positie van de groep permanent kan worden afgelezen - een uitgewerkt tijdschema
Op basis van de Telecommunicatiewet bent u verplicht in het bezit te zijn van een zgn. PORTO SEC-vergunning voor “bijzonder gebruik” van maritieme frequenties (gebruik marifoonkanalen voor wadlopen). U kunt een vergunning aanvragen bij Agentschap Telecom-Klantcontactcentrum (telefoon: 050-5877444). U dient er rekening mee te houden dat deze PORTO SEC-vergunning pas aangevraagd kan worden als u in het bezit bent van een geldig bedieningscertificaat (minimaal Basiscertificaat Marifonie).
De gids dient een gedegen terreinkennis te hebben van het gebied waarin gelopen gaat worden.
De gids moet op de hoogte zijn van de ter plaatse te verwachten slikvelden, zandplaten en de ligging en diepte van geulen en prielen. Daarbij dient de gids gebruik te maken van een routekaart waarop de te lopen koersen op het wad staan vermeld evenals de laagste en hoogste punten in de route en de punten waar koersveranderingen (met de daarbij behorende coördinaten) moeten worden gemaakt. Daarnaast moeten ook de afgesloten gebieden (art. 20 Natuurbeschermingswet) op de kaart vermeld staan. De gids moet kunnen motiveren waarom en op welk punt op de route een koersverandering moet worden gemaakt. Op de routekaart moet de positie van de groep permanent afgelezen kunnen worden. Bij een allround vergunning dient de gids zich geheel zelfstandig terreinkennis op nieuw te lopen routes eigen te kunnen maken.
De gids dient een gedegen kennis te hebben van de werking van kompas (en moet zelfstandig een positiepeiling kunnen uitvoeren) en moet goede vaardigheden hebben voor wat betreft het kaartlezen. De gids moet in staat zijn op een van de voren uitgezette route te lopen met daarin de 'knikpunten' van koersverandering.
De gids moet in het bezit zijn van een uitgewerkt tijdschema voor de tocht. Duidelijk is dat in de beperkte periode waarin een wadlooptocht mogelijk is het bewaken van de tijd van levensbelang is. De route moet in redelijkheid zodanig worden gekozen dat deze kan worden gelopen binnen de beschikbare tijd. De gids dient een planning te maken van de posities waar men op een bepaald tijdstip dient te zijn (b.v. op welk tijdstip dient een geul in de route te worden genomen). Uiteraard is het in dit verband belangrijk zich aan het vertrektijden schema te houden. Bij een allround vergunning dient de gids in staat te zijn een tijdschema te maken voor een tocht op een willekeurige plaats binnen het Nederlandse Waddengebied.
Een gids dient zich voorafgaand aan een te lopen tocht altijd op de hoogte te stellen van de actuele weersverwachtingen ter plekke en moet daarbij in staat zijn om dit op een juiste wijze te interpreteren (met de daaraan gekoppelde afweging: wel of niet lopen). Er is hier sprake van een grote mate van individuele verantwoordelijkheid van de wadloop- gids.
Zo moet een gids een inschatting kunnen maken van de kans op onweer, gebaseerd op meteorologische gegevens. De gids moet in staat zijn informatie met betrekking tot de windrichting en -sterkte op een juiste wijze te interpreteren in verband met de daaruit voortvloeiende gevolgen voor de waterstanden.
De gids moet daarnaast in staat zijn de kans op regen en daarmee samenhangende temperatuurverschillente kunnen inschatten (in dit verband is het van belang te letten op de gevoelstemperatuur en het gevaar van onderkoeling).
Voorwaarde daarvoor is dat de gids goed op de hoogte is van de bestaande weerkundige informatiebronnen.
Een gids dient zich voorafgaand aan een te lopen tocht altijd op de hoogte te stellenvan de actuele hydrologische omstandigheden ter plekke en moet daarbij in staat zijn om dit op een juiste wijze te interpreteren (met de daaraan gekoppelde afweging: wel of niet lopen). Ook hier is sprake van een grote mate van individuele verantwoordelijkheid van de wadloopgids.
Zo moet een gids op de hoogte zijn van de te verwachten verhogingen, dan wel verlagingen van de waterstand als gevolg van de meteorologische omstandigheden (bijvoorbeeld windrichting en -sterkte).
Voorwaarde daarvoor is dat de gids goed op de hoogte is van de bestaande infor- matiebronnen voor de actuele waterstanden. Geen tocht mag worden gehouden, indien daarbij een geul zal worden overgestoken wanneer op dat moment een hogere laagwaterstand (laagwater) te Harlingen wordt verwacht van 45 cm of meer minus NAP (Normaal Amsterdams Peil). (Afgeleid van het gemiddeld tij bij laagwater te Harlingen (-95 cm NAP) vermeerderd met een verhoging van 50 cm).
Een gids moet in staat zijn stroomrichting, stroomsnelheid en de waterhoogte in de geulen op de route in te schatten.
Een gids moet een goede kennis hebben van de astronomische getijgegevens, zoals tijdstip van hoog en laag water, de aard van het getij, (springtij, doodtij, de dagelijkse ongelijkheid, apogeum, perigeum) en de actuele getijtabel. Een gids dient algemene kennis te hebben van de hydrologische omstandigheden binnen het gehele Nederlandse Waddengebied.
NB: De in het 'vertrektijdenschema' vermelde tijden blijven overigens onverkort van kracht.
In het algemeen is tijdens wadlooptochten de 'gedragscode' t.a.v. wadlooptochten en zwerftochten' van toepassing zoals die is opgenomen in het natuurbeheerplan Waddenzee. De gids dient de deelnemers aan een tocht van tevoren te informeren over de juiste kleding, de fysieke eisen, de risico's en van het belang op tijd aanwezig te zijn op de afgesproken locatie e.d., zie voorschriften vergunningverlening. Een gids moet voorafgaand aan en tijdens een wadlooptocht een inschatting van de fysieke toestand van de deelnemers kunnen maken en moet weten hoe hiermee om te gaan. Bijvoorbeeld door te besluiten deelnemers niet mee te nemen, dan wel terug te sturen of door meer rustpunten in de route op te nemen.
De gids ziet erop toe, dat de door de deelnemers aan een wadlooptocht meegebrachte kleding, gelet op de aard van de tocht, voldoende is. Van belang daarbij is te letten op voldoende warme kleding, zodat onderkoelingproblemen kunnen worden voorkomen.
De gids dient een gedegen kennis te hebben van E.H.B.O. en moet in staat zijn wanneer dat nodig is zelfstandig een reanimatie uit te voeren. De gids moet in staat zijn preventieve maatregelen te nemen ter voorkoming van letsel, maar moet bij optredend letsel in staat zijn een eerste behandeling uit te voeren.
De gids moet weten hoe om te gaan met onervaren deelnemers op het wad bij de passage van geulen, slikvelden en bij slecht weer en mist.
De gids moet in staat zijn de meegevoerde verbindingsapparatuur te bedienen en moet in het bezit zijn van een geldig bedieningscertificaat voor maritieme zendapparatuur.
De gids moet in staat zijn om, onder alle omstandigheden op adequate wijze leiding te geven aan de groep en moet, wanneer de omstandigheden dit vereisen (bijvoorbeeld bij mist of onweer), tussentijds routecorrecties kunnen uitvoeren of de route verkorten. De gids moet tijdig het besluit kunnen nemen een reddingsactie aan te vragen en de gids dient daarvoor op de hoogte te zijn van de juiste procedures.
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Geslaagd/niet geslaagd voor de route(s): …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
Bijlage G: aangewezen gebieden voor het mogen houden van natuureducatieve tochten m.i.v. 2020
NB De Feugelpôle is o.g.v. art. 2.5 Wet natuurbescherming aangewezen als gesloten gebied.
Het broedseizoen loopt van 15 maart-15 augustus. Voor het houden van natuureducatieve tochten zijn afspraken gemaakt ten aanzien van de oostelijke begrenzing. Staatsbosbeheer zal elk jaar in overleg met de vergunninghouders de borden in opdracht van het Ministerie van LNV plaatsen/weghalen.
Ontheffingsroute ipv gebied. Ivm aanwezigheid van klein zeegras tussen de route en de vaste wal.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2019-8334.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.