Provinciaal blad van Overijssel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Provinciaal blad 2019, 8316 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Provinciaal blad 2019, 8316 | Verordeningen |
Wijzigingen Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2017, december 2019
Paragraaf 2.10 Stimuleren wooninitiatieven
‘1 december 2019’ wordt vervangen door: 1 april 2020
Paragraaf 2.11 Impuls Circulair Bouwen
‘1 december 2019’ wordt vervangen door: 1 april 2020
Paragraaf 3.1 Hernieuwbare energie en energiebesparing
Artikel 3.1.8 lid 1 komt als volgt te luiden:
Artikel 3.1.8 Indieningstermijn aanvraag tot subsidieverlening
In afwijking van artikel 1.2.2 geldt dat een aanvraag om subsidie kan worden ingediend vanaf 1 augustus 2020 en moet uiterlijk 16 september 2020 vóór 17.00 uur ontvangen zijn.
Paragraaf 3.6 wordt geheel herzien en komt als volgt te luiden:
Paragraaf 3.6 Lokale energie-initiatieven 2.0
Artikel 3.6.1 Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
energiebesparing: technische, logistieke of organisatorische voorzieningen die leiden tot verminderd verbruik van energie, zoals gedefinieerd in het Protocol Monitoring Energiebesparing 2001;
Toelichting: Het protocol Monitoring energiebesparing 2001 is te vinden op de website http://www.ecn.nl/ (publicatienummer: ECN-C-01-129).
https://repository.tudelft.nl/view/tno/uuid%3A92effc75-707f-4641-a037-e1cf0858915a
energieopwekking: duurzame energie opwekkingsvoorzieningen die het geheel of gedeeltelijk gebruikmaken van energie uit hernieuwbare energiebronnen mogelijk maken, zoals gedefinieerd in het Protocol Monitoring Hernieuwbare Energie;
Toelichting: Het protocol Monitoring Hernieuwbare Energie is te vinden op de website http://www.rvo.nl.
lokaal energie-initiatief: een initiatief met als doel om een energieproject te realiseren, waarbij:
de initiatiefnemers binding hebben met de lokale gemeenschap;
Toelichting: Een lokaal energie-initiatief start vaak, maar niet uitsluitend, met vrijwilligers. Het initiatief kan verschillende rechtsvormen hebben. Sommige lokale energie-initiatieven groeien uit tot een lokale duurzame energie onderneming.
Artikel 3.6.2 Subsidiabele activiteiten
Artikel 3.6.4 Subsidiabele kosten
Artikel 3.6.5 Niet subsidiabele kosten
In aanvulling op artikel 1.1.6 zijn aanschaf- en installatiekosten voor technische voorzieningen die leiden tot energieopwekking of energiebesparing niet subsidiabel.
Toelichting: Te denken valt aan de kosten voor het aanschaffen en installeren van zonnepanelen, een windturbine en isolatiemateriaal.
Artikel 3.6.6 Hoogte van de subsidie
De subsidie bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 20.000,- per energieproject van een lokaal energie-initiatief.
Toelichting: Een lokale energie-initiatief kan een aanvraag indienen voor één of meerdere subsidiabele activiteiten als bedoeld in artikel 3.6.2. Per lokale energie-initiatief bedraagt de subsidie maximaal € 20.000,-. Dit betekent dat een lokale energie-initiatief per subsidiabele activiteit € 20.000,- kan aanvragen of een aanvraag kan indienen voor een combinatie van meerdere subsidiabele activiteiten tot maximaal € 20.000,-.
Artikel 3.6.7 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Toelichting: Indien na ontvangst van de aanvraag uit het eigen onderzoek van Gedeputeerde Staten blijkt dat sprake is van een mogelijke situatie als bedoeld in artikel 3 Wet Bibob, moet de aanvrager aanvullend het Bibob-formulier voor subsidies volledig invullen. Als sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 3 Wet Bibob, dan wordt de subsidie geweigerd. Indien het Bibob-formulier voor subsidies niet volledig is ingevuld, laten Gedeputeerde Staten de aanvraag, na het bieden van een aanvullingstermijn, buiten behandeling.
Artikel 3.6.8 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op de artikelen 1.4.1, 1.4.3, 1.4.5 en 1.4.6 is de subsidieontvanger verplicht:
Deze paragraaf is geldig tot 1 juli 2022, tenzij Gedeputeerde Staten anders besluiten.
Paragraaf 3.12 Wijkuitvoeringsplannen energietransitie gebouwde omgeving Overijssel
De algemene toelichting komt als volgt te luiden:
‘Algemene toelichting: De sturingsfilosofie van het Programma Nieuwe Energie Overijssel gaat onder meer uit van een wijkgerichte benadering. Een wijkgerichte benadering is noodzakelijk vanwege afhankelijkheid tussen collectieve en individuele oplossingen, de veelheid aan partijen en de verschillende investeringsritmes. In een wijk kunnen opgaven worden verbonden, belangen worden gebundeld, kan werk met werk worden gemaakt en kunnen geldstromen worden omgebogen. Hierom is beoogd de energieopgaven in Overijssel integraal op te pakken, met aandacht voor samenhang tussen sociale, economische en fysieke aspecten.
Op basis van deze subsidieparagraaf kunnen Overijsselse gemeenten subsidie aanvragen voor het ontwikkelen van een wijkuitvoeringsplan, aan de hand waarvan de integrale transitie van een gebied naar een aardgasvrije energievoorziening kan worden gestart.
Met deze subsidieregeling stimuleert de provincie Overijssel dat gemeenten starten met een wijkaanpak. De provincie Overijssel is niet de initiatiefnemer of mede-eigenaar van de wijkaanpak; de gemeente draagt als regievoerder verantwoordelijkheid.’
Artikel 3.12.1 Begripsbepalingen
De definitie van wijkuitvoeringsplan wordt gewijzigd komt als volgt te luiden:
'wijkuitvoeringsplan: een besluitvormingsrijp uitvoeringsplan op wijkniveau dat bepaalt wanneer en hoe de wijk van het aardgas afgaat en wat het alternatief voor aardgas is. Het wijkuitvoeringsplan biedt het kader waarbinnen gebouweigenaren, netbeheerders, warmtebedrijven, gemeenten, aanbieders van verduurzamingspakketten en andere stakeholders investeringsbeslissingen nemen. Het wijkuitvoeringsplan behandelt minimaal de volgende onderdelen:
Sub b komt als volgt te luiden:
‘het gemeentebestuur heeft de ambitie uitgesproken om de wijk binnen een door het bestuur bepaalde termijn te transformeren naar een wijk met een aardgasvrije energievoorziening;
Artikel 3.12.4 Hoogte van de subsidie
Dit artikel komt als volgt te luiden:
De subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 50.000,- per aanvraag.
Artikel 3.12.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Lid 2 sub a komt als volgt te luiden:
‘een beschrijving van de wijk, waarom voor deze wijk is gekozen en indien van toepassing het aantal woningen dat in transitie gaat;’
Artikel 3.12.8 Weigeringsgronden
Dit artikel komt als volgt te luiden:
‘In aanvulling op artikel 1.1.7 weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie indien de aanvrager op basis van deze subsidieparagraaf al twee keer een subsidie heeft ontvangen.
Artikel 3.12.9 Verplichtingen subsidieontvanger
Sub b komt als volgt te luiden:
‘de opgedane kennis en de aanpak actief te delen met het Expertiseteam Aardgasvrije Wijken Overijssel en een actieve bijdrage te leveren aan bijeenkomsten die door het Expertiseteam worden georganiseerd;
Paragraaf 3.14 wordt toegevoegd:
Paragraaf 3.14 Stimulering activiteiten energieloketten
Met deze regeling stimuleert de provincie Overijssel dat inwoners van Overijssel in hun eigen gemeente onafhankelijke informatie kunnen krijgen over het verduurzamen van hun woning via de gemeentelijke energieloketten. Iedere gemeente heeft in de periode 2016-2019 een subsidie ontvangen van € 15.000,- per jaar voor het organiseren van een digitale loketfunctie, telefonische en fysieke bereikbaarheid en het organiseren van diverse communicatie- en wijkacties. De afstemming tussen de 25 gemeenten en een benodigde Europese aanbesteding voor een centrale digitale loketfunctie kost tijd. Bovendien is het aanbod dat het Rijk ontwikkelt nog niet zo ver gevorderd dat daar goed op kan worden aangesloten. Deze regeling is bedoeld om de periode, tot de nieuwe opzet gereed is, te overbruggen.
Artikel 3.14.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
Artikel 3.14.2 Subsidiabele activiteit
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor de voorzetting van de activiteiten van het energieloket voor de periode van 1 januari 2020 tot en met 1 september 2020.
Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 3.14.2 wordt ingediend door een Overijsselse gemeente.
Artikel 3.14.4 Hoogte van de subsidie
De subsidie bedraagt een forfaitair bedrag van € 7.500,- per energieloket per gemeente.
Artikel 3.14.5 Subsidiabele kosten
In afwijking van artikel 1.1.6 derde lid, zijn kosten van activiteiten die buiten de subsidieperiode zijn uitgevoerd subsidiabel, mits deze na 1 januari 2020 zijn uitgevoerd.
Artikel 3.14.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
De aanvrager maakt bij de aanvraag gebruik van het aanvraagformulier Stimulering activiteiten energieloketten.
Toelichting: Het aanvraagformulier is te vinden op: http://www.overijssel.nl/loket/subsidies/
Artikel 3.14.7 Subsidieplafond
Gedeputeerde Staten stellen een subsidieplafond vast.
Artikel 3.14.8 Weigeringsgrond
In aanvulling op artikel 1.1.7 weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie indien:
Toelichting: Gemeenten ontvingen in de periode 2016-2019 subsidie van de provincie voor de uitvoering van activiteiten van de energie-/woonloketten. Deze regeling is bedoeld om die activiteiten voort te kunnen zetten.
Deze paragraaf loopt tot 1 april 2020, tenzij Gedeputeerde Staten anders besluiten.
Paragraaf 3.15 wordt toegevoegd:
Paragraaf 3.15 Intensivering energietoezicht
Artikel 3.15.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
Artikel 3.15.2 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor de intensivering van energietoezicht door de Omgevingsdienst IJsselland. Deze subsidie wordt uitsluitend verstrekt indien de gemeente zelf middelen inbrengt bij de Omgevingsdienst IJsselland om jaarlijks bij 5% van de energierelevante bedrijven energietoezicht uit te voeren.
Toelichting: Dit betekent dat de gemeente voor 31 december 2021 bij ten minste 10% van de inrichtingen energietoezicht moet laten uitvoeren. Hiervan betaalt de gemeente 5% zelf en voor de overige 5% kan subsidie aangevraagd worden. Zie verder Omgevingsdienst IJsselland - Uitvoeringsplan 2020-2021 Energie en Duurzaamheid versie 2.
Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 3.14.2 voldoet aan de volgende criteria:
Artikel 3.15.4 Hoogte van de subsidie
De subsidie bedraagt € 510,- per inrichting waar energietoezicht wordt gehouden, met een maximum van:
Toelichting: De hoogte van de subsidie is afhankelijk gesteld van het aantal inrichtingen die vallen onder de Informatieplicht energiebesparing, vandaar dat ook het maximum subsidie per gemeente verschillend is.
Artikel 3.15.5 Subsidiabele kosten
Uitsluitend kosten van de Omgevingsdienst overeenkomstig artikel 1.1.5 derde lid zijn subsidiabel.
Artikel 3.15.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Artikel 3.15.7 Subsidieplafond
Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.
Artikel 3.15.8 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op de artikelen 1.4.1 en 1.4.6 is de subsidieontvanger verplicht
Deze paragraaf loopt tot 31 december 2021, tenzij Gedeputeerde Staten anders besluiten.
Paragraaf 6.32 Sociale innovatie
Artikel 7.3.5 Indieningstermijn aanvraag
Datum ‘8 januari’ wordt gewijzigd in ‘6 januari’.
Paragraaf 8.5 Lokale initiatieven herdenking en viering 75 jaar vrijheid
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2019-8316.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.