Provinciaal blad van Noord-Brabant
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2019, 8194 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2019, 8194 | Verordeningen |
Zestiende wijzigingsregeling Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
Overwegende dat het wenselijk is de Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant te wijzigen in verband met de openstelling van nieuwe aanvraagtijdvakken voor subsidie op grond van de paragrafen 6 tot en met 12, alsmede het aanbrengen van diverse technische wijzigingen;
Artikel I Wijziging Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant
De Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant wordt als volgt gewijzigd:
De aanhef van artikel 1.11, eerste lid, komt te luiden:
Artikel 6.1 wordt als volgt gewijzigd:
algemene groepsvrijstellingsverordening: Verordening (EU) 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L 187), dan wel later daarvoor in de plaats tredende Europese regelgeving;.
Artikel 6.5 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 6.6 wordt als volgt gewijzigd:
Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma worden aan artikel 6.9 drie onderdelen toegevoegd, luidende:
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 6.4 vast op:
In artikel 6.11 wordt “50 %” vervangen door: 50%.
In artikel 6.12, zesde lid, wordt na “over” ingevoegd: opeenvolgende.
In artikel 6.13 wordt “adviescommissie Impulsgelden” vervangen door: Adviescommissie impulsgelden.
Artikel 6.14 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 6.15 Prestatieverantwoording
Artikel 6.16 wordt als volgt gewijzigd:
In paragraaf 6 wordt na artikel 6.16 een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 7.1 wordt als volgt gewijzigd:
algemene groepsvrijstellingsverordening: Verordening (EU) 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L 187), dan wel later daarvoor in de plaats tredende Europese regelgeving;.
Artikel 7.5 wordt als volgt gewijzigd:
Aan het slot van artikel 7.6, onder b, wordt de punt vervangen door een puntkomma.
De artikelen 7.9 en 7.10 komen te luiden:
Artikel 7.9 Vereisten subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend van:
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 7.4 vast op:
In artikel 7.12, zesde lid, wordt na “over” ingevoegd: opeenvolgende.
Artikel 7.14 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 7.15 Prestatieverantwoording
Artikel 7.16 wordt als volgt gewijzigd:
In paragraaf 7 wordt na artikel 7.16 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 8.1 wordt als volgt gewijzigd:
Onder vernummering van onderdeel f (nieuw) tot onderdeel g wordt na onderdeel e (nieuw) een onderdeel ingevoegd, luidende:
de-minimis verordening: Verordening (EU) 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU 2013, L 352), dan wel later daarvoor in de plaats tredende Europese regelgeving;.
In artikel 8.4 wordt “de ontwikkeling” vervangen door: de duurzame ontwikkeling.
Subsidie wordt geweigerd indien de startdatum van het project ligt binnen twee weken na indiening van de subsidieaanvraag.
Artikel 8.6 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 8.7, tweede lid, wordt “de subsidieaanvrager / past” vervangen door: de subsidieaanvrager, past.
De artikelen 8.9 en 8.10 komen te luiden:
Artikel 8.9 Vereisten subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend van:
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 8.4 vast op:
In artikel 8.11, eerste lid, wordt “bedoeld in artikel 8.4” vervangen door: bedoeld in artikel 8.4,.
In artikel 8.12, zesde lid, wordt na “over” ingevoegd: opeenvolgende.
In artikel 8.15 wordt “Bij subsidies tot €25.000 leggen Gedeputeerde Staten” vervangen door: Gedeputeerde Staten leggen.
Artikel 8.16 wordt als volgt gewijzigd:
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
Asv: Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
Brabantse cultuursysteem: gehele infrastructuur van betrokken partijen bij kunst- en cultuurproductie, kunstbeoefening en kunstbeleving, in hun onderlinge samenhang;
Code Diversiteit & Inclusie: gedragscode om culturele diversiteit structureel in de instelling te verankeren, te raadplegen via www.codeculturelediversiteit.com;
Fair Practice Code: gedragscode voor ondernemen en werken in kunst, cultuur en creatieve industrie, te raadplegen via www.fairpracticecode.nl;
Governance Code Cultuur: normatief kader voor goed bestuur en toezicht in culturele organisaties, te raadplegen via https://bij.cultuur-ondernemen.nl/governance-code-cultuur/principe/introductie;
talent: persoon die gescout is om aan een talentontwikkelprogramma deel te nemen;
Talenthub Brabant: Brabants programma voor talentontwikkeling in de professionele kunsten als genoemd in het door Gedeputeerde Staten op 19 april 2016 vastgestelde uitvoeringsprogramma Cultuur 2016-2020 “Werk in Uitvoering”;
talentontwikkelprogramma: programma gericht op het selecteren en verder ontwikkelen van talentvolle makers binnen een netwerk van voor die discipline relevante producerende, presenterende en ondersteunende partijen.
Onder vernummering van het tweede tot het derde lid wordt in artikel 9.2 een lid ingevoegd, luidende:
In artikel 9.4, onder d, wordt “, of;” vervangen door: ; of.
Artikel 9.6 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 9.7 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 9.8 wordt als volgt gewijzigd:
De artikelen 9.9 en 9.10 komen te luiden:
Artikel 9.9 Vereisten subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend van 1 maart 2020 tot en met 30 maart 2022.
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor de periode, genoemd in artikel 9.9, vast op:
Artikel 9.11 wordt als volgt gewijzigd:
Aan artikel 9.12 wordt een lid toegevoegd, luidende:
Artikel 9.13 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 9.14 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 9.15, eerste lid, komt te luiden:
Artikel 10.1 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 10.6 wordt als volgt gewijzigd:
De artikelen 10.8 en 10.9 komen te luiden:
Artikel 10.8 Vereisten subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend van:
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 10.4 vast op:
In artikel 10.12, onder b en c, wordt de punt aan het slot vervangen door een puntkomma.
Artikel 10.14 Bevoorschotting en betaling
Gedeputeerde Staten verstrekken een voorschot van 100% van het verleende subsidiebedrag. Het voorschot wordt in een keer betaald.
Artikel 11.1 wordt als volgt gewijzigd:
algemene groepsvrijstellingsverordening: Verordening (EU) 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L 187), dan wel later daarvoor in de plaats tredende Europese regelgeving;.
In artikel 11.3, tweede lid, onder b, wordt “, of;” vervangen door: ; of.
Artikel 11.5, onder e en f, komt te luiden:
In artikel 11.6, onder g, wordt “adviescommissie” vervangen door: Adviescommissie cultuurprojecten Brabant C.
In artikel 11.8, onder a, wordt “artikel 11.7, tweede lid” vervangen door: artikel 11.7, vierde lid.
De artikelen 11.9 en 11.10 komen te luiden:
Artikel 11.9 Vereisten subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend van:
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 11.4 vast op:
In artikel 11.11, eerste lid, onder b, wordt “artikel 11.3, onder c” vervangen door: artikel 11.3, tweede lid, onder c.
Artikel 11.14 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 11.15 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 11.16 wordt als volgt gewijzigd:
Na artikel 11.17 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 11.17a Vaststelling subsidies tot € 125.000
Ingevolge artikel 7, eerste lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening stellen Gedeputeerde Staten subsidies tot € 125.000, in afwijking van artikel 13, tweede lid, van de Asv, vast op basis van prestaties en gerealiseerde kosten.
Artikel 12.1 wordt als volgt gewijzigd:
algemene groepsvrijstellingsverordening: Verordening (EU) 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L 187), dan wel later daarvoor in de plaats tredende Europese regelgeving;.
Artikel 12.5, onderdeel f en g, komt te luiden:
Artikel 12.6 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 12.8, onder a, wordt “artikel 12.7, tweede lid” vervangen door: artikel 12.7, vierde lid.
De artikelen 12.9 en 12.10 komen te luiden:
Artikel 12.9 Vereisten subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend van:
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 12.4 vast op:
Artikel 12.14 wordt als volgt gewijzigd:
Aan artikel 12.15 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
In artikel 12.16, tweede lid, wordt “het eerst lid” vervangen door: het eerste lid.
Na artikel 12.16 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 12.16a Vaststelling subsidie
Gedeputeerde Staten stellen de subsidie ingevolge artikel 7, eerste lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening vast op basis van prestaties en gerealiseerde kosten.
Op subsidieaanvragen als bedoeld in paragraaf 9 van de Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant, die zijn ingediend voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling, blijft paragraaf 9 van de Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant, zoals die luidde op de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling, van toepassing.
’s-Hertogenbosch, 11 december 2019
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter
prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
de secretaris
drs. M.J.A. van Bijnen MBA
Toelichting behorende bij de Zestiende wijzigingsregeling Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant
Met deze regeling wordt de openstelling geregeld van nieuwe aanvraagtijdvakken voor subsidie op grond van de paragrafen 6 tot en met 12 van de Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant. Daarnaast worden diverse artikelen technisch gewijzigd. Dit is, waar nodig, toegelicht in de artikelsgewijze toelichting.
Onderdeel A (artikel 1.11, eerste lid)
Op 30 november 2019 is de Vijftiende wijzigingsregeling Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant in werking getreden. De tenderperiode voor subsidie op grond van paragraaf 1 van de Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant loopt van 3 december 2019 tot en met 30 januari 2020. Met dit onderdeel wordt de maximale subsidiehoogte voor subsidie, bedoeld in artikel 1.4, onderdeel a, onder 10° (het ontwikkelen van de discipline dans) opgehoogd van 30% van de subsidiabele kosten tot 70% van de subsidiabele kosten.
Onderdeel C (artikel 6.5, onder e)
De weigeringsgrond in artikel 6.5, onder e, is zodanig gewijzigd dat subsidie op grond van paragraaf 6 kan worden verkregen indien subsidie is verstrekt op grond van paragraaf 7 of 8 van de Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant. Op grond van paragraaf 7 kan subsidie worden verkregen voor projecten die een impuls geven aan de duurzame ontwikkeling van het Brabantse cultuursysteem door het opdoen van kennis op het gebied van cultureel ondernemerschap. Paragraaf 8 ziet op projecten die een impuls geven aan de ontwikkeling van de Brabantse cultuursector door middel van crowdfunding. Dergelijke projecten kunnen worden uitgevoerd voorafgaand aan projecten op grond van paragraaf 6.
Onderdelen J tot en met M (artikelen 6.14 tot en met 6.17), T tot en met V (artikelen 7.15 tot en met 7.17), FFF tot en met HHH (artikelen 11.15, 11.16 en 11.17a), en NNN, OOO en QQQ (artikelen 12.14, 12.15 en 12.16a)
Gelet op artikel 7, eerste lid, van Verordening (EU) 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L 187) (hierna: algemene groepsvrijstellingsverordening) worden subsidies verstrekt op basis van prestaties en gerealiseerde kosten, ook indien het gaat om subsidies tot € 125.000. Dit laatste wijkt af van de artikelen 13, eerste en tweede lid, 20 en 21, vijfde lid, onder a en b, Asv. De artikelen omtrent de verplichtingen van de subsidieontvanger en de prestatieverantwoording zijn hierop aangepast. De subsidieontvanger dient in alle gevallen een administratie bij te houden van aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten als bedoeld in artikel 4:37, eerste lid, onder b, Awb en dient deze desgevraagd aan Gedeputeerde Staten te overleggen.
De subsidieontvanger dient bij subsidies tot € 125.000 bij de aanvraag tot subsidievaststelling bewijsstukken te overleggen waaruit de gerealiseerde kosten blijken. Ook zijn artikelen toegevoegd die zien op de vaststelling van subsidies tot € 125.000. De vaststelling geschiedt in dat geval overeenkomstig artikel 21, eerste tot en met vierde en achtste lid, Asv.
Onderdeel O (artikel 7.5, onder d)
In artikel 7.5, onder d, is momenteel opgenomen dat subsidie op grond van paragraaf 7 niet geweigerd wordt indien reeds subsidie is verstrekt op grond van paragraaf 11 of 12 van de subsidieregeling. Dit gaat uit van de veronderstelling dat een subsidieaanvrager voor een project eerst een aanvraag voor paragraaf 11 of 12 zal indienen en vervolgens voor paragraaf 7. Dit is echter niet juist. Enkel de omgekeerde route van het aanvragen van subsidie zal in praktijk voorkomen en wordt wenselijk geacht, namelijk dat eerst op grond van paragraaf 7 subsidie wordt aangevraagd voor de “kennisvouchers impulsgelden” en vervolgens op grond van paragraaf 11 of 12 een aanvraag wordt ingediend voor de (ontwikkeling en innovatie van) cultuurprojecten. Dit is aangepast.
Onderdelen GG (artikel 9.1), JJ (artikel 9.6, onder l) en PP (artikel 9.13, eerste lid, onder h)
In artikel 9.1 zijn de begrippen “Code Diversiteit & Inclusie”, “Fair Practice Code” en “Governance Code Cultuur” gedefinieerd. In artikel 9.6, onderdeel l, is geregeld dat de subsidieaanvrager bij de aanvraag dient te verklaren dat hij genoemde codes onderschrijft. In artikel 9.13, eerste lid, onder h, is als verplichting opgenomen dat de subsidieontvanger de codes dient toe te passen.
Onderdeel JJ (artikel 9.6, onder q (nieuw))
In artikel 9.6, onder q (nieuw), is opgenomen dat, indien het project betrekking heeft op beeldende kunst, dans of muziek, de subsidieaanvrager dient te vermelden of binnen het project aandacht wordt besteed aan urban. Urban is een stroming waarbij de artistieke inhoudelijkheid voortkomt uit of beïnvloed wordt door een grootstedelijke context. Het is geen vereiste dat het project ook daadwerkelijk ziet op urban, maar van belang is dat subsidieaanvragers zich bewust zijn van de aanwezigheid van urban.
In artikel 9.8, onder b, is opgenomen dat genoemd bedrag van € 100 per uur exclusief btw is. Daarnaast is in artikel 9.8, onder c, geregeld dat geen subsidie wordt verstrekt voor kosten waarvoor reeds subsidie is aangevraagd of verstrekt op grond van de Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant.
Aan artikel 9.12 is toegevoegd dat subsidie wordt verdeeld over opeenvolgende aanvragen die volledig gehonoreerd kunnen worden. Indien het subsidieplafond bijna bereikt is waardoor nog slechts een gedeelte van een aanvraag gehonoreerd zou kunnen worden, dan wordt dat gedeelte van het subsidieplafond niet meer verstrekt, ook niet aan een project waarvan de aanvraag later is binnengekomen en waarvoor het subsidieplafond nog wel toereikend zou zijn geweest.
Onderdeel TT (artikel 10.6, onderdeel b, onder 1°)
Artikel 10.6, onderdeel b, onder 1°, is zodanig gewijzigd dat een gemeente eveneens aan dit vereiste voldoet wanneer zij een subsidieregeling heeft vastgesteld die mede dient ter stimulering van de professionele ontwikkeling van makers, maar daarnaast nog een ander doel dient. De subsidieregeling van de gemeente hoeft dus niet opgesteld te zijn met het enkele doel om de professionele ontwikkeling van makers te stimuleren.
Gedeputeerde Staten van Noord Brabant,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2019-8194.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.