Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland houdende regels omtrent verkeersveiligheid (Uitvoeringsregeling subsidie gedragsbeïnvloeding verkeersveiligheid Noord-Holland 2020)

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

 

Overwegende dat uit onderzoek van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid is gebleken dat verkeerseducatie en -voorlichting tot verkeersveiliger gedrag leiden en dat het gewenst is verkeersveilig gedrag te bevorderen door educatieve activiteiten, niet zijnde activiteiten die zijn gericht op aanpassing van de infrastructuur, te subsidiëren;

 

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

 

Besluiten vast te stellen:

 

Uitvoeringsregeling subsidie gedragsbeïnvloeding verkeersveiligheid Noord-Holland 2020

Artikel 1  

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    basisonderwijs: onderwijs op een basisschool als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs;

  • b.

    voortgezet onderwijs: onderwijs op een school voor het voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs.

  • c.

    CROW: Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek.

  • d.

    Toolkit Verkeerseducatie van het CROW: overzicht lijst educatieve projecten die door het CROW zijn getoetst op kwaliteit, zoals weergegeven op de website van het CROW: https://www.crow.nl/mobiliteit-en-gedrag/tools/toolkit

Artikel 2  

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor:

    • a.

      het verrichten van activiteiten met een educatief karakter, gericht op het basisonderwijs, die verkeersveilig gedrag van scholieren bevorderen;

    • b.

      het verrichten van activiteiten met een educatief karakter, gericht op het voortgezet onderwijs, die verkeersveilig gedrag van scholieren bevorderen.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde activiteiten dienen:

    • a.

      plaats te vinden in de provincie Noord-Holland, maar buiten de Vervoerregio Amsterdam.

    • b.

      opgenomen te zijn in de Toolkit Verkeerseducatie van het CROW en door het CROW te zijn getoetst;

    • c.

      waar het betreft de methodiek en de doelgroep te worden uitgevoerd zoals beschreven in de Toolkit Verkeerseducatie van het CROW.

Artikel 3  

Subsidie wordt verstrekt aan:

  • a.

    privaatrechtelijke rechtspersonen;

  • b.

    publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de rijksoverheid.

Artikel 4  

Een aanvraag om subsidie bevat tenminste:

  • a.

    de naam van het educatieve project zoals vermeld in de Toolkit verkeerseducatie van het CROW;

  • b.

    een vermelding van de score (sterren) zoals vermeld in de Toolkit Verkeerseducatie van het CROW;

  • c.

    een voorstel van de beoogde te bereiken scholen;

  • d.

    een begroting van de kosten van de activiteit;

  • e.

    een financieringsplan van de kosten van de activiteit.

Artikel 5  

  • 1.

    Het subsidieplafond van het jaar 2020 voor de activiteiten genoemd in artikel 2, eerste lid, onderdeel a bedraagt € 792.000;

  • 2.

    Het subsidieplafond van het jaar 2020 voor de activiteiten genoemd in artikel 2, eerste lid, onderdeel b bedraagt € 528.000.

Artikel 6  

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie is tijdig ingediend indien de aanvraag in de periode van 1 januari 2020 tot en met 20 februari 2020, vóór 17:00 uur is ontvangen.

  • 2.

    Gedeputeerde staten beslissen uiterlijk binnen 16 weken na 20 februari 2020.

Artikel 7  

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    de activiteit niet financieel haalbaar is;

  • b.

    de activiteit niet is gericht op uitvoering in het schooljaar 2020-2021;

  • c.

    de aanvraag om subsidie buiten de in artikel 6, eerste lid genoemde periode wordt ontvangen.

Artikel 8  

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor de volgende kosten, voor zover deze kosten direct noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de activiteit:

    • a.

      acquisitie, voorbereiding en planning van de uitgevoerde activiteiten;

    • b.

      lesmateriaal;

    • c.

      inzet van docenten en andere bij de activiteit noodzakelijke medewerkers;

    • d.

      reiskosten tot maximaal € 0,19 per kilometer tot een maximum van 50 euro per cursusdag op locatie.

Artikel 9  

  • 1.

    De subsidie bedraagt 100 procent van de subsidiabele kosten tot maximaal € 75.000,- per aanvraag.

  • 2.

    Indien toepassing van het eerste lid zou leiden tot het overtreden van het verbod op het geven van staatsteun in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt het subsidiebedrag in afwijking van het eerste lid zodanig vastgesteld dat het totaal van alle subsidies voor de activiteit niet hoger is dan het bedrag dat op grond van de van toepassing zijnde vrijstellingsverordeningen van de Europese Commissie verstrekt mag worden.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten verstrekken geen subsidies van minder dan € 5.000,-.

Artikel 10  

  • 1.

    Indien het subsidieplafond wordt bereikt, worden aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen gerangschikt op een prioriteitenlijst.

  • 2.

    De rangschikking wordt bepaald door de onder a en b genoemde punten bij elkaar op te tellen:

    • a.

      Het aantal punten (sterren) zoals vermeld in de Toolkit Verkeerseducatie van het CROW, zoals deze luidt op 20 februari 2020, tot een maximum van 50 punten;

    • b.

      0 of 10 punten, afhankelijk van de vraag of naar het oordeel van Gedeputeerde Staten uit de subsidieaanvraag en de Toolkit Verkeerseducatie van het CROW, zoals deze luidt op 20 februari 2020, in de activiteit voldoende aandacht wordt besteed aan het onderwerp “afleiding”.

  • 3.

    De aanvragen worden gehonoreerd naar de volgorde op de prioriteitenlijst.

  • 4.

    Indien meerdere aanvragen op dezelfde plaats op de prioriteitenlijst worden gerangschikt en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de laagste projectkosten als eerste gehonoreerd.

  • 5.

    Indien toepassing van het vorige lid er toe leidt dat aanvragen gelijk eindigen, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.

Artikel 11  

Aan de subsidieontvanger worden de volgende verplichtingen opgelegd:

  • a.

    de subsidieontvanger dient de activiteit af te ronden vóór 1 augustus 2021;

  • b.

    de subsidieontvanger plaatst het logo en de naam van de provincie op alle publiciteitsuitingen die betrekking hebben op de gesubsidieerde activiteit.

Artikel 12  

  • 1.

    De aanvraag tot vaststelling wordt ingediend binnen 13 weken na het tijdstip, waarbinnen de activiteiten overeenkomstig de beschikking tot subsidieverlening moeten zijn voltooid.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten stellen voor de aanvraag als bedoeld in het eerste lid een formulier beschikbaar op www.noord-holland.nl/Loket/Subsidies.

  • 3.

    Gedeputeerde staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

Artikel 13  

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij is geplaatst.

  • 2.

    Deze regeling vervalt op 1 januari 2021.

  • 3.

    Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidie gedragsbeïnvloeding verkeersveiligheid Noord-Holland 2020.

Haarlem, 10 december 2019,

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,

A.Th.H van Dijk, voorzitter

R.M. Bergkamp, provinciesecretaris

Naar boven