Provinciaal blad van Fryslân
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Fryslân | Provinciaal blad 2019, 8010 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Fryslân | Provinciaal blad 2019, 8010 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân houdende regels omtrent reizen (Provinciaal Reisbesluit Fryslân 2019)
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Artikel 3 Tijdelijke plaatsing elders
Indien en zodra is te voorzien dat de werknemer, voor een periode van ten minste vier weken, werkzaamheden gaat verrichten vanuit één bepaalde plaats buiten zijn gebruikelijke standplaats is de leidinggevende bevoegd die plaats als standplaats aan te merken. De vergoeding volgens hoofdstuk II van dit Reisbesluit wordt dan aan de nieuwe tijdelijke situatie aangepast.
Hoofdstuk II Vergoeding voor reiskosten woon-werkverkeer
Artikel 4 Reiskostenvergoedingen algemeen
Bij aanspraak op een kilometervergoeding voor lopen, fietsen of een ander vervoermiddel volgens dit hoofdstuk wordt de betreffende afstand door de werkgever berekend met behulp van de ANWB routeplanner. Hierbij wordt uitgegaan van de kortste route volgens de routeplanner tussen de woning en de standplaats of de woning en het opstappunt openbaar vervoer of carpoolplaats. Daartoe wordt van beide locaties de postcode en het huisnummer gebruikt.
Bij aanspraak op een kilometervergoeding volgens dit hoofdstuk wordt per maand een vaste vergoeding verstrekt. Het maximale aantal dagen waarvoor een vergoeding wordt verleend, is bepaald op 206 werkdagen per jaar voor een voltijdwerker. Als een werknemer doorgaans op minder dan 5 dagen per week werkt, wordt dit aantal naar evenredigheid aangepast.
Indien in redelijkheid kan worden aangenomen dat sprake zal zijn van langdurige afwezigheid wegens ziekte, wordt de maandelijkse vergoeding in de maand waarin de werknemer zich ziek meldt en de eerstvolgende maand doorbetaald, waarna deze wordt stopgezet. De maandelijkse uitbetaling wordt weer toegekend in de maand volgend op de maand waarin de werknemer zijn werkzaamheden hervat.
Artikel 6 Gebruik van openbaar vervoer
De werknemer die met openbaar vervoer reist tussen de woonplaats en de standplaats, komt in aanmerking voor verstrekking van een vervoerbewijs (2e klasse) door de werkgever tot maximaal € 296,80 per maand (gebaseerd op een NS jaarkaart voor een reisafstand van 60 km, incl. 4% korting, zijnde € 3561,60 per jaar, prijspeil 2019).
De werkgever verstrekt op verzoek van de werknemer een OV-chipkaart met het toepasselijke abonnement of met de mogelijkheid van reizen op rekening. De OV-chipkaart blijft eigendom van de provincie Fryslân. De werknemer levert de OV-chipkaart in bij de provincie Fryslân als hij stopt met het gebruik van openbaar vervoer of op een ander/dan wel korter traject gaat reizen.
Artikel 7 Reizen met eigen auto en carpoolen of reizen met een elektrische scooter
De werknemer die naar de standplaats reist of meereist (carpoolt) komt in aanmerking voor een kilometervergoeding als de werknemer voor het vervoer naar het werk gebruik maakt van een auto of ander vervoermiddel die rijdt op groen aardgas, biogas, biodiesel, bio-(m)ethanol, elektriciteit of een plug in hybride auto. De werknemer komt in aanmerking voor een vergoeding van 12 eurocent per kilometer.
De werknemer vraagt de vergoeding als bedoeld in het eerste lid van dit artikel aan, via het daartoe bestemde formulier, voor het gemiddelde aantal werkdagen per week waarvoor de werknemer verklaart voor woon-werkverkeer alleen gebruik te maken van een auto als bedoeld in het eerste lid van dit artikel.
Artikel 8 Reizen met eigen auto, specifieke groep
Voor een werknemer met een andere standplaats dan Leeuwarden die de werklocatie niet goed met openbaar vervoer kan te bereiken, geldt een andere kilometervergoeding dan genoemd in artikel 7. Of de standplaats goed met het openbaar vervoer is te bereiken bepalen de P&O adviseur en de leidinggevende van de werknemer samen.
Artikel 9 Aanvullende vergoeding bij gebruik van openbaar vervoer en bij carpoolen
De werknemer die met openbaar vervoer reist naar de plaats alwaar zijn standplaats is gelegen of carpoolt komt in aanmerking voor een vergoeding van 5 eurocent per km vanaf de woning tot het opstappunt openbaar vervoer of carpoolplaats indien die afstand minimaal 4 tot maximaal 20 kilometer is én deze aanreisroute niet langer is dan 1/3 van het gehele traject van de woning naar het werk. Deze vergoeding wordt verstrekt voor het gemiddelde aantal werkdagen per week waarvoor de werknemer verklaart voor woon-werkverkeer gebruik te maken openbaar vervoer of carpoolt.
Hoofdstuk III Vergoeding reiskosten en/of verblijfskosten bij dienstreizen
Artikel 10 Begin en einde van de dienstreis
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, kan de leidinggevende, na advies van de P&O-adviseur, in het belang van de taakuitoefening besluiten dat de woning van de werknemer of een andere plaats als beginpunt respectievelijk eindpunt van de dienstreis wordt aangemerkt. Er wordt dan geen tegemoetkoming verleend op basis van hoofdstuk II van dit Reisbesluit.
Artikel 11 Vergoeding wegens reiskosten bij dienstreizen
Voor dienstreizen, waarvoor niet van openbaar vervoer gebruik kan worden gemaakt, worden de door de werkgever ter beschikking gestelde dienstauto’s gebruikt. Een dienstreis wordt zodanig ingepland, dat gebruik van een dienstauto mogelijk is.
Indien gebruik van zowel openbaar vervoer als van een dienstauto niet mogelijk is, wordt een kilometervergoeding verstrekt voor gebruik van de eigen auto. De vergoeding bedraagt € 0,29 netto (norm 2019) per kilometer. Bij de declaratie worden het beginpunt en het eindpunt per gereden rit vermeld. Het aantal kilometers wordt berekend aan de hand van het bepaalde in het vierde lid van artikel 4. De kilometervergoeding wordt alleen verstrekt na schriftelijke toestemming van de leidinggevende voor een dienstreis waarvoor niet van openbaar vervoer of een dienstauto gebruik wordt gemaakt. Gemaakte noodzakelijke parkeerkosten ten behoeve van de dienstreis worden na declaratie vergoed.
Artikel 12 Reizen naar het buitenland
Bij reizen naar het buitenland zijn de door de Minister van Binnenlandse Zaken vastgestelde Reisregeling buitenland en Reisbesluit buitenland van overeenkomstige toepassing. Voor een buitenlandse dienstreis in provinciaal belang, niet zijnde een reis naar een Europese instelling dan wel een reis in IPO- of SNN-verband, is vooraf toestemming van de directeur vereist. Het voornemen tot het maken van een dergelijke reis wordt tijdig aan de directeur gemeld, zodat de vereiste toestemming vooraf kan worden verkregen.
Artikel 14 Overige verblijfskosten
De vergoeding wegens verblijfkosten als bedoeld in artikel 10 onder a, omvat voor ieder vol etmaal dat de dienstreis duurt een bedrag van € 5,07 (norm 1-1-2019) voor kleine uitgaven overdag (dagcomponent), alsmede een bedrag van € 15,12 voor kleine uitgaven 's avonds (avondcomponent) vermeerderd met:
De aanspraak op de in de aanhef van het eerste lid van dit artikel bedoelde vergoeding, bestaat slechts als voor het verkrijgen van de respectievelijke verstrekkingen kosten zijn gemaakt, en als voor de in onderdelen a, b, c of d bedoelde vergoedingen kosten zijn gemaakt in een daarvoor bestemde gelegenheid.
Indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan de leidinggevende, na advies van de P&O adviseur, in een individueel geval of ten aanzien van een door hem aan te wijzen groep van werknemers, besluiten af te wijken van het bij of krachtens dit besluit bepaalde.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2019-8010.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.