Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent subsidie culturele programmering proeftuin meertaligheid (Subsidieregeling Culturele programmering proeftuin meertaligheid)

Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat zij op 3 december 2019, nr. A. 14 , afdeling ECP, dossiernummer K18274 het volgende besluit hebben genomen:

 

Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen:

 

 

Overwegende dat:

  • -

    Op initiatief van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de drie noordelijke provincie in 2016 het programma We the North is gestart;

  • -

    De Proeftuin Meertaligheid een onderdeel van We the North is;

  • -

    We the North samen met de provincies Gelderland en Overijssel de samenwerking wil bevorderen tussen verschillende instellingen en individuen die zich bezighouden met meertaligheid.

  • -

    We the North cultuurmakers wil stimuleren om culturele meertalige projecten te ontwikkelen;

 

Gelet op:

  • -

    Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    Artikel 3, derde lid, van de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017;

  • -

    De Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018.

 

 

Besluiten:

 

I. Vast te stellen de:

 

Subsidieregeling Proeftuin Meertaligheid provincie Groningen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    AGVV: Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard en Verordening EU 2017/1084 van de Commissie van 14 juni 2017 tot wijziging van Verordening EU Nr. 651/2014 wat betreft steun voor haven- en luchthaveninfrastructuur, aanmeldingsdrempels voor steun voor cultuur en instandhouding van het erfgoed en voor steun voor sportinfrastructuur en multifunctionele recreatieve infrastructuur, en regelingen inzake regionale exploitatiesteun voor ultraperifere gebieden, en tot wijziging van Verordening EU Nr. 702/2014 wat betreft de berekening van de in aanmerking komende kosten, PbEU L 156/1 van 20 juni 2017;

  • b.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    Bovenprovinciaal: wanneer een project in meerdere provincies wordt uitgevoerd;

  • d.

    Deelnemende provincies: de provincies Drenthe, Friesland, Gelderland, Groningen en Overijssel;

  • e.

    Meertaligheid: het gebruik en de beheersing van meerdere talen door individu en collectief, waaronder streektalen;

  • f.

    Kaderverordening: Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017;

  • g.

    Procedureregeling: Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018;

  • h.

    We the North: vierjarig cultuurprogramma waarin de drie noordelijke provincies (Friesland, Groningen en Drenthe) en de gemeenten Assen, Leeuwarden, Groningen en Emmen samenwerken.

Artikel 2 Doel

Doel van de regeling is om de inwoners en bezoekers van de vijf deelnemende provincies op een laagdrempelige manier in aanraking te laten komen met de diversiteit aan meertaligheid in de regio.

Artikel 3 Doelgroep

Subsidie kan worden aangevraagd door privaatrechtelijke rechtspersonen zonder winstoogmerk.

Artikel 4 Subsidievorm

Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze regeling subsidies in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 5 Openstelling

  • 1.

    Gedeputeerde Staten kunnen één of meer openstellingsbesluiten vaststellen.

  • 2.

    Een openstellingsbesluit bevat ten minste een aanvraagperiode en een subsidieplafond.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten kunnen in het openstellingsbesluit nadere regels stellen met betrekking tot:

    • a.

      de subsidiabele activiteiten;

    • b.

      het indienen van een aanvraag;

    • c.

      de kring van subsidieontvangers;

    • d.

      toetsingscriteria;

    • e.

      de hoogte of berekeningswijze van de subsidie;

    • f.

      subsidiabele kosten.

  • 4.

    Gedeputeerde Staten kunnen ten behoeve van de openstelling advies vragen aan de in artikel 14 genoemde adviescommissie.

Artikel 6 Subsidieaanvraag

  • 1.

    Een subsidieaanvraag dient te zijn ontvangen binnen de in het openstellingsbesluit vastgestelde aanvraagperiode.

  • 2.

    De subsidieaanvraag wordt ingediend met het door Gedeputeerde Staten vastgestelde aanvraagformulier, zie bijlage A.

Artikel 7 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor alle activiteiten die passen binnen de doelstelling van de regeling.

Artikel 8 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:25 en 4:35 Awb en de artikelen 2.5 en 2.6 van de Procedureregeling, wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    de activiteiten in onvoldoende mate een culturele of meertalige component hebben;

  • b.

    de activiteiten niet publieksgericht zijn;

  • c.

    de voorgenomen activiteiten tot de reguliere werkzaamheden van de aanvrager en de betrokken partijen behoren;

  • d.

    er gegronde reden bestaat dat de activiteit in financiële, organisatorische of technische zin niet haalbaar is;

  • e.

    er geen sprake is van een dekkende projectbegroting;

  • f.

    de subsidieaanvraag minder dan 10 punten na rangschikking als bedoeld in artikel 13 heeft ontvangen.

Artikel 9 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 7 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    de activiteit is cultureel van aard met meertaligheid als primaire inspiratiebron;

  • b.

    de activiteit richt zich op meertaligheid, waarbij de in de betreffende provincies gebruikte streek- en minderheidstalen (Fries en Nedersaksisch) als basis fungeren;

  • c.

    de activiteit stimuleert de dialoog tussen verschillende talen;

  • d.

    de activiteit is laagdrempelig en publieksgericht;

  • e.

    de activiteit moet voor een bovenprovinciaal gebied relevant zijn;

  • f.

    de activiteiten moeten worden aangevraagd en uitgevoerd door minimaal drie partijen uit drie deelnemende provincies.

Artikel 10 Subsidiabele kosten

Kosten voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van deze regeling komen voor subsidie in aanmerking.

Artikel 11 Niet subsidiabele kosten

Onverminderd artikel 1.5 van de Procedureregeling komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    kosten voor het opbouwen van reserve of eigen vermogen;

  • b.

    kosten voor uren van instellingen die op andere wijze door een van de betrokken overheden worden gefinancierd;

  • c.

    BTW voor zover aftrekbaar of te verrekenen;

  • d.

    kosten ten behoeve van investeringen in accommodaties en aanschaf van apparatuur in accommodaties;

  • e.

    de activiteit hoofdzakelijk bestaat uit het doen van onderzoek;

  • f.

    de activiteit ten doel heeft om een publicatie te realiseren;

  • g.

    de activiteit ten doel heeft om lesprogramma's op te stellen;

  • h.

    reis- en verblijfkosten

Artikel 12 Subsidiehoogte

  • 1.

    Indien minimaal drie partijen uit drie verschillende deelnemende provincies deelnemen aan de aanvraag en de uitvoering van het project, bedraagt de subsidie maximaal 50% van de subsidiabel geachte kosten tot een maximum van € 50.000,-.

  • 2.

    Indien minimaal vier partijen uit vier verschillende provincies deelnemen aan de aanvraag en de uitvoering van het project, bedraagt de subsidie maximaal 55% van de subsidiabel geachte kosten tot een maximum van € 60.000,-.

  • 3.

    Indien minimaal vijf partijen uit vijf verschillende provincies deelnemen aan de aanvraag en de uitvoering van het project, bedraagt de subsidie maximaal 60% van de subsidiabel geachte kosten tot een maximum van € 70.000,-.

  • 4.

    Er wordt alleen subsidie verstrekt indien de hoogte van de subsidiabele kosten minimaal € 5.000 bedraagt.

Artikel 13 Verdeelcriteria

  • 1.

    Subsidie wordt via een tendersysteem verdeeld onder de aanvragers.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten rangschikken de voor subsidieverlening in aanmerking komende aanvragen zodanig dat een aanvraag hoger gerangschikt wordt naarmate die naar hun oordeel meer voldoet aan de volgende criteria:

    • a.

      Mate van culturele kwaliteit: bij culturele kwaliteit wordt gelet op de artistieke inhoud, originaliteit, aanvulling op bestaand aanbod, mate van oorspronkelijkheid, aspecten van vernieuwing en multidisciplinariteit;

    • b.

      Mate van kwaliteit van meertaligheid: hierbij wordt gelet op de mate waarin verschillende talen aan bod komen, aanvulling op bestaand aanbod, vernieuwende werkwijze, originaliteit in de benadering van meertaligheid en de mate waarin er een wisselwerking ontstaat tussen verschillende talen;

    • c.

      Bereik: de mate waarin de bezoekers, de deelnemers worden bereikt en daarbij de achtergrond en samenstelling van publiek, deelnemers;

    • d.

      Draagvlak: de mate waarin verschillende partijen uit verschillende provincies bij de ontwikkeling en uitvoering van het project betrokken is;

    • e.

      Geografische spreiding: de mate de uitvoering van de activiteit plaats vindt in verschillende provincies.

  • 3.

    Ten behoeve van de rangschikking worden maximaal 20 punten toegekend met de volgende maxima per criterium:

    • a.

      5 punten voor culturele kwaliteit;

    • b.

      5 punten voor kwaliteit van meertaligheid;

    • c.

      3 punten voor bereik;

    • d.

      3 punten voor draagvlak;

    • e.

      3 punten voor geografische spreiding.

  • 4.

    Per criterium genoemd in het tweede lid, onderdeel a en b worden:

    • a.

      geen punten toegekend indien niet wordt voldaan aan het criterium;

    • b.

      1 punt toegekend indien er in geringe mate wordt voldaan aan het criterium;

    • c.

      3 punten toegekend indien er in gemiddelde mate wordt voldaan aan het criterium;

    • d.

      5 punten toegekend indien er in ruime mate wordt voldaan aan het criterium.

  • 5.

    Per criterium genoemd in het tweede lid, onderdeel c tot en met e worden:

    • a.

      geen punten toegekend indien niet wordt voldaan aan het criterium;

    • b.

      1 punt toegekend indien er in geringe mate wordt voldaan aan het criterium;

    • c.

      2 punten toegekend indien er in gemiddelde mate wordt voldaan aan het criterium;

    • d.

      3 punten toegekend indien er in ruime mate wordt voldaan aan het criterium.

  • 6.

    Ten behoeve van de rangschikking wordt voor het criterium genoemd in het tweede lid, onder e, een bonuspunt toegekend indien de uitvoering van het project plaatsvindt in 5 of meer provincies.

  • 7.

    Gedeputeerde Staten verdelen het beschikbare bedrag in de volgorde van de rangschikking voor aanvragen die minimaal 10 punten hebben gescoord.

  • 8.

    Indien de ingediende subsidieaanvragen het vastgestelde subsidieplafond te boven gaan, wordt door de adviescommissie voor de verdeling van de gelden rekening gehouden met de spreiding van projecten over de verschillende kunstdisciplines en de geografische spreiding van de activiteiten.

Artikel 14 Adviescommissie

  • 1.

    Gedeputeerde Staten leggen aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikel 7 voor aan de adviescommissie.

  • 2.

    De adviescommissie bestaat uit een ambtelijke vertegenwoordiging van de vijf deelnemende provincies en een kwartiermaker.

  • 3.

    De adviescommissie heeft in elk geval tot taak te adviseren over de rangschikking van aanvragen op grond van artikel 13.

  • 4.

    De adviescommissie voert haar taak uit overeenkomstig het reglement.

  • 5.

    Gedeputeerde Staten hebben de bevoegdheid om gemotiveerd van het advies van de adviescommissie af te wijken.

Artikel 15 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Onverminderd de verplichtingen die volgen uit artikel 2.10 van de Procedureregeling worden de volgende verplichtingen aan de subsidieontvanger opgelegd:

  • 1.

    het project wordt uitgevoerd overeenkomstig de beschikking tot subsidieverlening en het ingediende projectplan;

  • 2.

    wijzigingen inhoudelijk en/of financieel gedurende de looptijd van de projectuitvoering, die het detailniveau overstijgen, worden schriftelijk en onverwijld voorgelegd aan Gedeputeerde Staten;

  • 3.

    de activiteiten worden binnen één jaar na subsidieverstrekking verricht.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze Subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad en eindigt van rechtswege op 31 december 2020.

Artikel 17 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Culturele programmering proeftuin meertaligheid.

Groningen, 3 december 2019

Gedeputeerde Staten voornoemd:

F.J.Paas, voorzitter.

H. Schrikkema, secretaris.

Toelichting behorende bij de Subsidieregeling Proeftuin Meertaligheid provincie Groningen

 

Algemeen

Deze subsidieregeling is vastgesteld op grond van de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017 (Kaderverordening) en de Procedureregeling subsidies Groningen (Procedureregeling). Dit betekent dat een aantal aspecten van de verstrekking van subsidies niet in de subsidieregeling zijn vastgelegd, maar in de Kaderverordening en Procedureregeling. In de Procedureregeling staat onder meer waar de aanvraag moet worden ingediend, wat de beslistermijnen zijn voor Gedeputeerde Staten en algemene verplichtingen voor de subsidieontvanger, zoals de meldingsplicht.

 

Voor een goed begrip van deze subsidieregeling is dus bestudering van de Kaderverordening en Procedureregeling noodzakelijk. Ook de Algemene wet bestuursrecht bevat algemene bepalingen die onverkort van toepassing zijn op subsidies, verstrekt op grond van deze subsidieregeling.

Naar boven