Tweede wijzigingsregeling Subsidieregeling vouchers agrarische bouwpercelen Noord-Brabant

 

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

 

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten de Subsidieregeling vouchers agrarische bouwpercelen Noord-Brabant hebben vastgesteld op 12 maart 2019;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten de Subsidieregeling willen verlengen door open te stellen voor een periode van twee jaar;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten opnieuw middelen ter beschikking willen stellen voor projecten gericht op het inwinnen van advies over de herbestemming van een agrarisch bouwperceel;

 

Overwegende dat nertsenhouderijen een voucher moeten kunnen aanvragen;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten in de Subsidieregeling vanwege opgedane ervaringen een verlengmogelijkheid van 26 weken willen opnemen;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten daartoe de Subsidieregeling vouchers agrarische bouwpercelen Noord-Brabant wensen te wijzigen;

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel I Wijzigingen

De Subsidieregeling vouchers agrarische bouwpercelen Noord-Brabant wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

In artikel 1, onder a worden de woorden ‘als bedoeld in artikel 1.22 van de Verordening Ruimte Noord-Brabant van 1 augustus 2018’ verwijderd.

 

B.

Artikel 2 Doelgroep komt te luiden:

Artikel 2 Doelgroep

Een subsidie in de vorm van een voucher kan worden aangevraagd door:

  • a.

    eigenaren van vrijgekomen agrarische bouwpercelen;

  • b.

    veehouderijen, al dan niet met een agrarische neventak, die voornemens zijn om de bedrijfsactiviteiten met betrekking tot de veehouderij op hun agrarisch bouwperceel te beëindigen of om te schakelen;

 

C.

In artikel 7, onder a, wordt “€ 93” vervangen door: € 100.

 

D.

In artikel 9 wordt “2 april 2019 vanaf 09.00 uur tot en met 9 december 2019, tot 17.00 uur” vervangen door: 10 december 2019 vanaf 09.00 uur tot en met 1 december 2021, tot 17.00 uur.

 

E.

Artikel 10 Subsidieplafond komt te luiden:

Artikel 10 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 4, voor de periode, genoemd in artikel 9, vast op

€ 1.500.000 met dien verstande dat:

  • a.

    maximaal € 500.000 van het subsidieplafond wordt toegekend aan aanvragen van de doelgroep genoemd in artikel 2 onder a;

  • b.

    maximaal € 1.000.000 van het subsidieplafond wordt toegekend aan aanvragen van de doelgroep genoemd in artikel 2 onder b.

 

F.

Artikel 11 Subsidiehoogte komt te luiden:

Artikel 11 Subsidiehoogte

  • 1.

    De hoogte van de subsidie voor de kosten voor begeleiding en advies als bedoeld in artikel 4 juncto artikel 7 onder a bedraagt voor:

    • a.

      aanvragers die btw kunnen verrekenen, een maximum van € 4300 exclusief btw bestaande uit de som van:

      • 1°.

        100% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 3.000, gelijk aan een maximum van 30 adviesuren;

      • 2°.

        65% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 1.300, gelijk aan een maximum van 20 adviesuren.

    • b.

      aanvragers die geen btw kunnen verrekenen, een maximum van € 5.203 inclusief btw bestaande uit de som van:

      • 1°.

        100% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 3.630, gelijk aan een maximum van 30 adviesuren;

      • 2°.

        65% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 1.573, gelijk aan een maximum van 20 adviesuren.

  • 2.

    Onverminderd het eerste lid wordt, indien sprake is van staatssteun, maximaal slechts een zodanig bedrag aan subsidie verstrekt dat voor het totale bedrag aan subsidies over een periode van drie belastingjaren het maximumbedrag aan de de-minimissteun van € 20.000 voor ondernemingen in de landbouwsector niet wordt overschreden.

  • 3.

    Onverminderd het eerste lid wordt, indien sprake is van staatssteun, maximaal slechts een zodanig bedrag aan subsidie verstrekt dat voor het totale bedrag aan subsidies over een periode van drie belastingjaren het maximumbedrag aan de de-minimissteun van € 200.000 voor ondernemingen niet wordt overschreden.

 

 

G.

In artikel 13, tweede lid wordt ‘8 weken’ vervangen door: 26 weken.

Artikel II Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 10 december 2019.

Artikel III Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Tweede wijzigingsregeling Subsidieregeling vouchers agrarische bouwpercelen Noord-Brabant

’s-Hertogenbosch, 26 november 2019

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk

de secretaris

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

Toelichting behorende bij de Tweede wijzigingsregeling vouchers agrarische bouwpercelen Noord-Brabant

 

Algemeen

 

Artikelsgewijs

Artikel 2 Doelgroep

Artikel 2 onder b: veehouderijen kunnen een voucher aanvragen, maar ook veehouderijen die een agrarische neventak hebben. Er kunnen verschillende combinaties voorkomen. Zo kan er naast de veehouderij een combinatie zijn met een (vollegronds)teeltbedrijf, overig agrarisch bedrijf (paardenfokkerij, champignon, viskwekerij, wormen en insecten enz) of een glastuinbouwbedrijf. Een voorwaarde is wel dat de veehouderijen voornemens zijn om de bedrijfsactiviteiten die betrekking hebben op de veehouderij tak op hun agrarische bouwperceel te beëindigen of om te schakelen.

 

Gedeputeerde Staten van Noord Brabant,

 

de voorzitter

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk

 

de secretaris

Drs M.J.A. van Bijnen MBA

 

 

 

 

 

Naar boven