Provinciaal blad van Limburg
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Limburg | Provinciaal blad 2019, 7794 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Limburg | Provinciaal blad 2019, 7794 | Overige besluiten van algemene strekking |
Nadere subsidieregels Cultuurplan en Subinfrastructuur 2021-2024
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Bedrijfsplan: plan dat de volgende onderdelen bevat:
de wijze van implementatie van de Governance Code Cultuur, omgang met de Fair Practice Code Cultuur en omgang met uitgangspunt 2 (inclusieve, open en participatieve samenleving) van het Collegeprogramma ‘Vernieuwend Verbinden’ (zie www.limburg.nl).
BIS-instelling: instelling die onderdeel is van de zogenaamde Landelijke Culturele Basisinfrastructuur (BIS) (http://www.cultuursubsidie.nl/).
Cultuureducatie: het doelbewust leren over en door middel van kunst, erfgoed en media via gerichte instructie, binnen- en/of buitenschools (http://www.lkca.nl/).
Fair Practice Code: kader om loon naar werk in de culturele en creatieve sector mogelijk te maken. Het biedt een handreiking voor verantwoord marktgedrag en een uitnodiging tot kritische reflectie (www.lkca.nl).
Gezonde bedrijfsvoering: instellingen werken publieks- en vraaggericht met een focus op de markt en op professionele, inhoudelijke en maatschappelijke ontwikkelingen vanuit een eigen visie en strategie. Instellingen werken aan het verbreden van hun financiële basis en streven naar een evenwichtige exploitatie, waarbij het percentage overheidsinkomsten zo klein mogelijk wordt. Instellingen hebben een bedrijfsplan en hanteren een scheiding in taken en verantwoordelijkheden van raad van toezicht, bestuur, directie en uitvoerenden.
Governance Code Cultuur: instrument voor goed bestuur en toezicht in de cultuursector dat het gehele besturingsproces omvat: beleid, uitvoering, toezicht en verantwoording. (http://www.governancecodecultuur.nl).
Instellingen in de Subinfrastructuur: instellingen op het gebied van kunst en cultuur die een eenjarige projectsubsidie zijn ontgroeid en voor maximaal twee jaren een projectsubsidie ontvangen en waarbij er sprake is van een zodanige daadwerkelijke inhoudelijke én zakelijke doorontwikkeling dat voortzetting van die ontwikkeling mogelijk kan leiden tot de status van Cultuurplaninstelling.
Kunst en cultuur: de producten en activiteiten op het brede gebied van de kunsten (waaronder architectuur, beeldende kunst en vormgeving, letteren, podiumkunsten, design, media, film, mode en cross-overs tussen deze disciplines). Het gaat om objecten of handelingen die door mensen zijn gemaakt of bedacht en vooral door de artistieke kwaliteiten van het werk worden gewaardeerd. Kunst en cultuur zijn dynamisch, de grenzen tussen verschillende kunstdisciplines veranderen met de tijd. Voorbeelden van objecten zijn een schilderij, land art, een interactieve installatie, een gedicht of een film. Voorbeelden van handelingen zijn een concert, een toneelproductie, een musicaluitvoering, een performance of de uitvoering van een choreografie.
Talent: een persoon met minder dan vijf jaar werkervaring in een specifieke kunstdiscipline (niet zijnde scholing of opleiding) of een persoon met minder dan vijf jaar werkervaring in zakelijke dan wel productionele leiding (niet zijnde scholing of opleiding) en die daarnaast maximaal drie professionele producties heeft gerealiseerd.
Artikel 2 Doel van de regeling
Het behouden en versterken van een solide, krachtige en onderling verbonden provinciale culturele basisinfrastructuur.
Cultuur stimuleert de (talent)ontwikkeling van mensen en zet aan tot creatief en innovatief denken. Kunst en cultuur dragen bij aan de sociale cohesie, economie, aantrekkelijkheid en (Eu)regionale identiteit van Limburg. Cultuur is daardoor van belang voor het behoud en de verbetering van de kwaliteit van het leef- en vestigingsklimaat in Limburg.
Om een basis van een breed en gevarieerd cultureel aanbod voor de Limburger in stand te houden worden Cultuurplaninstellingen voor een periode van 4 jaar en instellingen in de Subinfrastructuur voor een periode van 2 jaar gesubsidieerd. De culturele instellingen binnen de provinciale culturele basisinfrastructuur verspreiden hun cultureel aanbod evenwichtig over de provincie Limburg en hebben zich kwalitatief inhoudelijk en zakelijk doorontwikkeld. De culturele instellingen werken aan een sterke verbinding met de samenleving. Binnen deze basisinfrastructuur is plaats voor vernieuwing en diversiteit, op basis van de actuele provinciale inhoudelijke beleidsprioriteiten en van de Rijksontwikkelingen. De provinciale culturele basisinfrastructuur profileert de provincie Nederlands Limburg binnen en buiten de provinciegrenzen.
De Provincie Limburg zal samen met de provinciale culturele basisinfrastructuur de kracht van kunst en cultuur uitdragen.
Artikel 3 Europese regelgeving
In deze nadere regels kan sprake zijn van staatssteun, derhalve worden deze nadere regels kennis gegeven aan de Europese Commissie op grond van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014, waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard (hierna: de algemene groepsvrijstellingsverordening). Indien er sprake is van staatssteun binnen deze regeling, zullen subsidies worden verstrekt conform de algemene en procedurele bepalingen in Hoofdstuk I en II en artikel 53 (Steun voor cultuur en instandhouding van het erfgoed) uit Hoofdstuk III uit de algemene groepsvrijstellingsverordening.
In het geval er sprake is van staatssteun zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel:
wordt conform artikel 1, lid 4 sub a) en b) van de algemene groepsvrijstellingsverordening betaling uitgesloten van steun aan een onderneming ten aanzien waarvan er een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Commissie waarbij steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard;
worden bij subsidieverstrekking de cumulatiebepalingen uit artikel 8 van de algemene groepsvrijstellingsverordening in acht genomen. Dit houdt in dat alle voor een bepaald project verleende staatssteun bij elkaar opgeteld dient te worden om zo het totale steunbedrag te bepalen (cumulatie). Hierdoor kan nagegaan worden of voldaan is aan de maximale steunintensiteit uit artikel 53 van de algemene groepsvrijstellingsverordening;
Privaatrechtelijke rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid (instellingen). Uitgezonderd zijn onderwijsinstellingen en eigenaren, beheerders en/of exploitanten van podia, behoudens BIS-instellingen. Ook zijn provinciale begrotingsinstellingen uitgezonderd.
Artikel 5 Algemene subsidiecriteria
Om voor een subsidie in aanmerking te komen, gelden de volgende algemene criteria:
Hoofdstuk 2 Inhoudelijke beoordelingscriteria
Aanvragen om subsidie worden voor advies voorgelegd aan de Cultuurtank Limburg. Ten behoeve van haar advisering zullen aanvragers een pitch houden voor de Cultuurtank Limburg.
Artikel 8 Specifieke subsidiecriteria
Om in aanmerking te komen voor subsidie dient de aanvraag te voldoen aan alle hieronder genoemde criteria:
Inhoudelijke uitgangspunten: maatschappijgericht
De instelling dient op zoek te gaan naar een te kiezen nieuwe doelgroep en tracht deze in twee jaar (bij subsidieaanvraag in het kader van de Subinfrastructuur) of vier jaar (bij subsidieaanvraag in het kader van het Cultuurplan) aan zich te binden en/of zich in te zetten voor de participatie van publiek dat niet snel in aanraking komt met cultuur. De instelling dient bij de subsidieaanvraag aan te tonen op welke wijze dit wordt gerealiseerd.
Samenwerking: aanvrager moet inhoudelijk samenwerken met (een) andere culturele instelling(en)/creatieve partner(s), met als resultaat een concreet gezamenlijk cultureel aanbod.
Aanvrager kiest met wie de samenwerking tot stand komt: tussen de Cultuurplaninstelling en de instelling in de Subinfrastructuur, tussen professionals en amateurs, met Euregionale culturele partners, binnen de eigen discipline of met een andere discipline, met partners uit de creatieve industrie, e.d..
Zakelijke uitgangspunten: gezonde bedrijfsvoering
Gezonde bedrijfsvoering (artikel 1, lid 9): de instelling moet een gezonde bedrijfsvoering hebben, hetgeen met name uit het aan te leveren bedrijfsplan dient te blijken. Een onderdeel van gezonde bedrijfsvoering is de toepassing van de Governance Code Cultuur, de toelichting op en wijze van omgaan met de Fair Practice Code en de toelichting op uitgangspunt 2 (inclusieve, open en participatieve samenleving) van het Collegeprogramma ‘Vernieuwend Verbinden’.
Met iedere afzonderlijke Cultuurplaninstelling vindt viermaal gedurende de Cultuurplanperiode een monitoringsgesprek (een startgesprek, twee voortgangsgesprekken en een evaluatiegesprek) met een delegatie van de Cultuurtank Limburg plaats over de artistieke en zakelijke ontwikkeling van de instelling. Indien nodig, dit ter beoordeling aan Gedeputeerde Staten al dan niet op advies van de Cultuurtank Limburg, vindt een extra tussentijds overleg plaats.
Met iedere afzonderlijke instelling in de Subinfrastructuur vindt tweemaal gedurende de Subinfrastructuurperiode een monitoringsgesprek met een delegatie van de Cultuurtank Limburg plaats over de artistieke en zakelijke ontwikkeling van de instelling. Indien nodig, dit ter beoordeling aan Gedeputeerde Staten al dan niet op advies van de Cultuurtank Limburg, vindt een extra tussentijds overleg plaats.
In aanvulling op artikel 17 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v., wordt de subsidieaanvraag afgewezen indien:
de Provincie Limburg dezelfde activiteit/project al op een andere wijze subsidieert en/of financiert,met uitzondering van bijdragen van het Cultuurfonds Limburg of Cultuurparticipatiefonds Limburg. Bijdragen ontvangen van het Huis voor de Kunsten Limburg, en bijdragen van Stichting Popmuziek Limburg (SPL) en Stichting Limburg Geïmproviseerde Muziek (SLIM) worden hierbij beschouwd als subsidiëring/financiering door de Provincie Limburg;
Hoofdstuk 3 Financiële aspecten
Artikel 12 Subsidieplafond en beoordeling door middel van tendersystematiek
Gedeputeerde Staten stellen de subsidieplafonds van deze Nadere subsidieregels Cultuurplan en Subinfrastructuur 2021-2024 vast. De subsidieplafonds kunt u raadplegen op www.limburg.nl/subsidies>subsidieplafonds.
In deze Nadere subsidieregels Cultuurplan en Subinfrastructuur 2021-2024 is sprake van een tendersystematiek. De mate waarin wordt voldaan aan de specifieke criteria zal worden beoordeeld door de Cultuurtank Limburg conform onderstaande indicatoren en bijbehorende puntenberekening:
Cultuureducatie en/of talentontwikkeling:
Inhoudelijke samenwerking met (een) andere culturele instelling(en)/creatieve partner(s), met als resultaat een concreet gezamenlijk cultureel aanbod:
Naast de bovengenoemde criteria kan de instelling extra punten ontvangen indien wordt voldaan aan de volgende pré’s:
Indien instellingen in de periode 2017-2020 een provinciale subsidie hebben ontvangen, wordt bij de beoordeling tevens betrokken de mate waarin de instelling in de genoemde periode heeft voldaan aan de afgesproken outputresultaten, mede op basis van monitoringsgesprekken en verslagen van activiteitenbezoeken.
Een subsidieaanvraag voor een vierjaarlijkse exploitatiesubsidie in het kader van het Cultuurplan of een tweejaarlijkse projectsubsidie in het kader van de Subinfrastructuur kan uitsluitend worden ingediend bij Gedeputeerde Staten met gebruikmaking van het standaard (digitaal) aanvraagformulier dat geplaatst is op de website van de Provincie Limburg: www.limburg.nl/subsidies > actuele subsidieregelingen.
Het standaard (digitaal) aanvraagformulier dient volledig SMART ingevuld en rechtsgeldig ondertekend te worden, en te zijn voorzien van alle bijlagen zoals aangegeven in het (digitaal) aanvraagformulier en dient te worden verzonden naar het op het aanvraagformulier aangegeven adres (Gedeputeerde Staten van Limburg, Cluster Subsidies, Postbus 5700, 6202 MA Maastricht), dan wel digitaal te worden ingediend.
Artikel 14 Termijn voor indienen aanvraag
De subsidieaanvraag voor de Cultuurplanperiode 2021-2024 kan vanaf 2 december 2019 worden ingediend en dient uiterlijk 4 februari 2020 compleet te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten. Voor de datum van ontvangst per post is de datum van de ontvangststempel van de Provincie Limburg bepalend en bij digitale aanvragen de datum van de digitale ontvangst.
De subsidieaanvraag voor de Subinfrastructuurperiode 2021-2022 kan vanaf 2 december 2019 worden ingediend en dient uiterlijk 4 februari 2020 compleet te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten. Voor de datum van ontvangst per post is de datum van de ontvangststempel van de Provincie Limburg bepalend en bij digitale aanvragen de datum van de digitale ontvangst.
De subsidieaanvraag voor de Subinfrastructuurperiode 2023-2024 kan vanaf 1 december 2021 worden ingediend en dient uiterlijk 1 februari 2022 compleet te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten. Voor de datum van ontvangst per post is de datum van de ontvangststempel van de Provincie Limburg bepalend en bij digitale aanvragen de datum van de digitale ontvangst.
In afwijking van artikel 12, tweede lid, van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v. begint de beslistermijn voor de subsidieaanvragen voor de Cultuurplanperiode 2021-2024 en de Subinfrastructuurperiode 2021-2022 te lopen vanaf het moment dat Provinciale Staten het Cultuurplan 2021-2024 hebben vastgesteld (erkenning).
Artikel 16 Inwerkingtreding, beëindiging en citeertitel
Deze Nadere subsidieregels vervallen met ingang van 1 januari 2025, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op subsidieaanvragen die vóór die datum zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten en subsidiebesluiten die vóór die datum zijn genomen, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.
Gedeputeerde Staten voornoemd
de voorzitter,
de heer drs. Th.J.F.M. Bovens
secretaris,
de heer drs. G.H.E. Derks MPA
De aanvragen voor het Cultuurplan 2021-2024 en de Subinfrastructuur 2021-2022 dienen vanaf 2 december 2019 te worden ingediend en uiterlijk op 4 februari 2020 compleet te zijn ontvangen. De aanvragen voor de Subinfrastructuur 2023-2024 dienen vanaf 1 december 2021 te worden ingediend en uiterlijk op 1 februari 2022 compleet te zijn ontvangen.
Let op: deze termijnen worden strikt nageleefd. Er is geen mogelijkheid om na deze termijnen nog aanvullende gegevens respectievelijk stukken van inhoudelijke aard aan te leveren die van invloed kunnen zijn op de inhoudelijke beoordeling, score of ranking. Het volstaat dus niet om de aanvraag op 4 februari 2020 respectievelijk op 1 februari 2022 ter post te doen. In dat geval zal de aanvraag immers pas op zijn vroegst de dag erna worden ontvangen.
Ten behoeve van de aanvraag wordt een aanvraagformulier bekendgemaakt op www.limburg.nl/subsidies > actuele subsidieregelingen > Nadere subsidieregels Cultuurplan en Subinfrastructuur 2021-2024 . Om een aanvraag te kunnen doen, moet dus van dat formulier gebruik worden gemaakt.
Beoordeling aanvragen Cultuurplan 2021-2024 en Subinfrastructuur 2021-2022
Vanaf 2 december 2019 tot en met 4 februari 2020 kunnen voor de beide onderdelen, Cultuurplan 2021-2024 en Subinfrastructuur 2021-2022, de subsidieaanvragen worden ingediend. De beoordeling daarvan vindt plaats tot en met medio mei 2020, waaronder de advisering over de subsidieaanvragen door de Cultuurtank Limburg. Ten behoeve van haar advisering zullen de instellingen een pitch houden voor de Cultuurtank Limburg.
Begin juni 2020 informeren wij de Statencommissie Cultuur en Samenleving, de betreffende culturele instellingen en de standplaatsgemeenten over de beoordeling van de subsidieaanvragen voor het Cultuurplan, waarna tot en met augustus 2020 de bestuurlijke onderhandelingen plaatsvinden met het Rijk en de gemeenten inzake BIS-Cultuurplan 2021-2024.
Vóór eind 2020 wordt de besluitvorming over het Cultuurplan sonderend behandeld in de Statencommissie Cultuur en Samenleving en vastgesteld door Provinciale Staten (erkenning), waarna besluitvorming door Gedeputeerde Staten zal plaatsvinden. Vanwege de mogelijke instroom vanuit de Subinfrastructuur naar het Cultuurplan en de mogelijke uitstroom vanuit het Cultuurplan naar de Subinfrastructuur vindt eind 2020 de besluitvorming over beide onderdelen door ons plaats.
Beoordeling aanvragen Subinfrastructuur 2023-2024
Vanaf 1 december 2021 tot en met 1 februari 2022 kunnen de subsidieaanvragen voor de Subinfrastructuur 2023-2024 worden ingediend. De beslistermijn van twaalf weken begint pas te lopen op de dag na sluiting van de vastgestelde indieningstermijn.
Algemene toelichting tendersystematiek
Als er voor een subsidie een subsidieplafond wordt vastgesteld, dient er ook een verdelingssysteem te worden vastgesteld. Vaak worden subsidies verdeeld op basis van de volgorde van binnenkomst. Bij een tendersysteem gebeurt dit niet. Een tendersysteem kenmerkt zich door het gegeven dat aanvragen binnen een bepaalde periode moeten worden ingediend. Na afloop van deze periode worden de aanvragen beoordeeld en vervolgens met elkaar vergeleken. De beoordeling gebeurt op basis van criteria (aansluitend bij de doelstelling) en daaraan gekoppelde wegingsfactoren. De criteria en bijbehorende wegingsfactoren zijn bekend voordat de aanvrager zijn project indient. Op deze manier is het voor de aanvrager duidelijk op welke criteria de aanvragen vergeleken en beoordeeld worden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2019-7794.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.