Besluit tot wijziging van de Subsidieregeling restauratie rijksmonumenten Zuid-Holland 2013

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

 

Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

 

Overwegende dat het wenselijk is om de Subsidieregeling restauratie rijksmonumenten Zuid-Holland 2013 aan te passen om de praktische uitvoerbaarheid van de subsidieregeling te verbeteren;

 

Besluiten:

 

Artikel I

 

De Subsidieregeling restauratie rijksmonumenten Zuid-Holland 2013 wordt als volgt gewijzigd:

 

 

A.

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Onderdeel g komt te luiden:

    • g.

      woonhuis: rijksmonument of zelfstandig onderdeel dat volgens het Rijksmonumentenregister in oorsprong geheel of gedeeltelijk is vervaardigd voor bewoning of dat voor meer dan de helft van de oppervlakte voor bewoning in gebruik is. Een gebouw dat deel uitmaakt van een geregistreerd museum, een kerkgebouw, kasteel, paleis, hoofdhuis van een buitenplaats, landhuis, gebouw van liefdadigheid, molen, gemaal, agrarisch gebouw of watertoren wordt niet als woonhuis aangemerkt. Dit geldt ook voor een een kazerne, klooster, internaat of vergelijkbaar gebouw dat nog de oorspronkelijke functie heeft en voor een koets- of bouwhuis dat voor minder dan 50% van het oppervlak wordt bewoond. Een zelfstandige dienst- of beheerderswoning welke onderdeel is van het rijksmonument wordt wel als woonhuis aangemerkt, alsmede pastorieën en kosterswoningen.

 

  • 2.

    Aan het slot van onderdeel h, wordt een onderdeel toegevoegd:

    • 4°.

      klinkend erfgoed voor zover dit benoemd is in het monumentenregister. Dit zijn klinkende onderdelen van rijksmonumenten zoals orgels, carillons, klokken, beiaarden en uurwerken.

 

  • 3.

    Onderdeel m komt te luiden:

    • m.

      toegankelijkheid: mogelijkheden, ook voor mensen met een fysieke of zintuiglijke beperking, om de voor het publiek opengestelde ruimte van het rijksmonument te betreden en daarin te verblijven.

 

B.

In artikel 6 komt, onder verlettering van de onderdelen c tot en met j tot b tot en met i, onderdeel b te vervallen.

 

C.

Artikel 15, eerste lid, komt te luiden:

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor toegankelijkheids- of duurzaamheidsmaatregelen ten behoeve van een herbestemming van een rijksmonument of een zelfstandig onderdeel hiervan.

 

D.

Artikel 16 komt te luiden:

Subsidie als bedoeld in artikel 15 wordt uitsluitend verstrekt aan de eigenaar van een rijksmonument of een zelfstandig onderdeel hiervan.

 

E.

Artikel 17, eerste lid, komt te luiden:

  • 1.

    In afwijking van artikel 26, eerste lid, van de Asv kan een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 15 worden ingediend van 1 mei tot en met 30 juni.

 

F.

Artikel 20, onderdeel a, komt te luiden:

  • a.

    de aanvraag heeft betrekking op een rijksmonument of een zelfstandig onderdeel hiervan dat is ingeschreven in het rijksmonumentenregister, bedoeld in artikel 3.3 van de Erfgoedwet of op een niet of minder monumentaal bouwdeel dat bouwkundig met het rijksmonument is verbonden.

 

G.

Artikel 23, tweede lid, onderdeel b, komt te luiden:

  • b.

    criterium b: ten hoogste 35 punten

    Maatregel heeft geen visuele schade tot gevolg: 10 punten;

    Maatregel is doelmatig voor beoogd gebruik: 15 punten;

    Maatregel is omkeerbaar: 10 punten.

 

Artikel II

De Subsidieregeling restauratie rijksmonumenten Zuid-Holland 2013, zoals deze luidde op de dag voor inwerkingtreding van dit besluit blijft van kracht voor subsidies die voor de inwerkingtreding van dit besluit zijn aangevraagd.

 

Artikel III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin dit besluit wordt geplaatst.

 

Den Haag, 12 november 2019

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

Drs. H.M.M. Koek, secretaris

Drs. J. Smit, voorzitter

Toelichting

Algemeen deel

 

Het doel van deze regeling is het stimuleren van het behoud van zoveel mogelijk rijksmonumenten, niet zijnde woonhuizen, door het subsidiëren van de restauratie- en/of van duurzaamheidsmaatregelen die gericht zijn op het bevorderen van een nieuwe bestemming bij (dreigende) leegstand. Hiernaast wordt ernaar gestreefd om recht te doen aan het publieke belang door het subsidiëren van maatregelen op het gebied van toegankelijkheid.

 

Door de aanwijzing tot rijksmonument is een publiek belang ontstaan bij het behoud van erfgoed met deze status. Derhalve worden publieke middelen ter beschikking gesteld om rijksmonumenten te behouden. Deze middelen worden zo efficiënt en effectief mogelijk verdeeld over alle rijksmonumenten in de provincie Zuid-Holland. Hierbij worden verdeelcriteria gehanteerd om tot een rangschikking te komen. Bovendien kan per aanvraag een maximaal bedrag aan subsidiabele kosten worden opgevoerd waardoor zoveel mogelijk eigenaren gebruik kunnen maken van deze subsidieregeling.

Ter stimulering van de herbestemming van rijksmonumenten kan bij de provincie subsidie worden aangevraagd voor duurzaamheidsmaatregelen. Het verbeteren van de isolerende voorzieningen en het binnenklimaat zorgt voor een beter bruikbare binnenruimte en ondersteunt daarmee de toekomstige bruikbaarheid van het rijksmonument. Door het toegankelijker maken van rijksmonumenten, ook voor mensen met een beperking, is het mogelijk dat meer mensen kunnen genieten van dit bijzondere erfgoed dat mede met publieke middelen in stand wordt gehouden.

 

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel I

 

Onderdeel A

 

  • 1.

    Met deze wijziging wordt de omschrijving van het begrip woonhuis uitgebreid. In de praktijk blijkt dat onduidelijkheid kan ontstaan over de interpretatie van de definitie van woonhuis. Deze wijziging beoogt meer duidelijkheid te scheppen over twijfelgevallen waarbij één lijn wordt getrokken met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

 

  • 2.

    Met deze wijziging wordt de omschrijving van het begrip ‘zelfstandig onderdeel’ uitgebreid. Alleen werkzaamheden aan klinkende onderdelen van rijksmonumenten, die naar het oordeel van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voldoende monumentale waarde hebben en daarom opgenomen zijn in de redengevende omschrijving van het monumentenregister, komen in aanmerking voor subsidie. Op de website van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (https://www.cultureelerfgoed.nl/onderwerpen/subsidie-instandhouding-rijksmonumenten/instandhoudingssubsidie-voor-orgels-en-luidklokken) is een lijst gepubliceerd van deze klinkende onderdelen die ook door de provincie zal worden gehanteerd.

 

  • 3.

    In de praktijk is gebleken dat bij een beperking met name gedacht werd aan een fysieke beperking. Met deze wijziging van het begrip ‘toegankelijkheid’ wordt ook aandacht gevraagd voor mensen met een zintuiglijke beperking.

 

 

Onderdeel B

In de praktijk blijkt dat een oplossing voor de financiering van het rendabele deel van de restauratieopgave kan liggen bij een lening van het Nationaal restauratiefonds waardoor de totale financiering kan rondkomen. Omdat de provincie wil deze optie mogelijk maken, is de weigeringsgrond die daarop betrekking heeft, verwijderd.

 

Onderdeel C

Artikel 15 is aangepast zodat een restauratieopgave geen voorwaarde meer is voor de aanvraag van een subsidie voor herbestemming. Eigenaren van rijksmonumenten die in goede staat verkeren, maar waarbij leegstand dreigt, kunnen nu ook aanspraak maken op deze subsidieregeling. Hierdoor is de subsidieregeling van toepassing op een groter aantal rijksmonumenten. Er kan subsidie worden aangevraagd voor toegankelijkheids- of duurzaamheidsmaatregelen en in combinatie.

 

Onderdeel D

Deze wijziging van artikel 16 houdt verband met de loskoppeling, zoals geregeld in onderdeel C (artikel 15), van een restauratieopgave met een herbestemmingsopgave.

 

Onderdeel F

Met deze aanpassing van artikel 20 wordt het mogelijk om subsidie te verstrekken voor maatregelen voor duurzaamheid en toegankelijkheid in een niet of minder monumentaal bouwdeel dat bouwkundig verbonden is met het rijksmonument. In de praktijk kan bijvoorbeeld het uitplaatsen van een toilet voor mensen met een fysieke beperking dé oplossing bieden om herbestemming mogelijk te maken.

 

Onderdeel G

In artikel 23, tweede lid, onderdeel b wordt het aantal punten dat te behalen is voor de verschillende onderdelen herverdeeld, en wordt het onderdeel over bouwfysische of bouwkundig constructieve veranderingen verwijderd. In de praktijk blijkt dat een maatregel vrijwel altijd leidt tot bouwfysische of bouwkundige veranderingen. De punten die hieraan waren toegekend (5 punten) worden toegevoegd aan de maatregel van doelmatigheid die hiermee het meeste punten heeft waarmee recht wordt gedaan aan het belang van deze maatregel.

 

 

 

 

Naar boven