25e wijziging van de Regels Ruimte voor Gelderland 2016, provincie Gelderland

Bekendmaking van het besluit van 12 november 2019 - zaaknummer 2019-010459

 

Gedeputeerde Staten van Gelderland

gelet op artikel 6 van de Algemene Subsidieverordening Gelderland 2016;

 

Besluiten

vast te stellen de 25e wijziging van de Regels Ruimte voor Gelderland 2016.

Artikel I

De Regels Ruimte voor Gelderland 2016 worden als volgt gewijzigd:

 

A

Artikel 1.3.9, achtste lid, onderdeel c, komt te luiden:

  • c.

    de hoogte van de vergoeding bedraagt maximaal het bedrag per uur, per maand en per jaar als door de Belastingdienst voor dat jaar is vastgesteld.

 

B

Artikel 2.1.1 wordt als volgt gewijzigd:

Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, dat luidt:

  • d.

    stedelijke herstructurering: planmatig fysiek ingrijpen om verouderde en verloederde gebieden zodanig te vernieuwen dat zij voldoen aan de huidige eisen op het gebied van wonen, werken, recreëren, mobiliteit, sociale veiligheid, verduurzaming of klimaatadaptie.

 

C

Artikel 2.8.1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Onderdeel a komt te luiden:

    • a.

      project: gecombineerde aanpak en uitvoering van maatregelen binnen een exploitatiegebied, die leiden tot fysieke realisatie;

  • 2.

    Onderdeel o komt te luiden:

    • o.

      footprint: de totale vloeroppervlakte van de begane grond van een gebouw;

  • 3.

    Onderdeel p komt te luiden:

    • p.

      beeldbepalend gebouw: een gebouw, dat door een combinatie van architectonische kwaliteit en zijn plaats in de stedenbouwkundige structuur, een belangrijke bijdrage levert aan de kwaliteit van het stads- of dorpsbeeld, dan wel van het buitengebied;

  • 4.

    Onder verlettering van de onderdelen s tot en met u tot onderdelen r tot en met t vervalt onderdeel r.

 

D

Artikel 2.8.2 komt te luiden:

Artikel 2.8.2 Subsidiabele activiteiten

Subsidie als bedoeld in artikel 11 van de AsG kan worden verstrekt voor:

  • a.

    een integrale gebiedsgerichte aanpak binnen de bebouwde kom, waarbij het gaat om herbestemming, transformatie of sloop van leegstaande of leegkomende gebouwen, gecombineerd met een aanpak van de openbare ruimte en passend in een actuele visie op de ontwikkeling van het gebied;

  • b.

    stedelijke herstructurering van woongebied binnen de bebouwde kom, waarbij sprake is van verduurzaming van woningen, energietransitie en kwalitatief ruimtelijke verbeteringen;

  • c.

    het herbestemmen, transformeren en herontwikkelen van beeldbepalende gebouwen of beeldverstorende verpauperde gebouwen binnen de bebouwde kom, met een grote invloed op de omgeving;

  • d.

    slopen van panden die niet meer zinvol kunnen worden herbestemd of getransformeerd gevolgd door herbestemming van de vrijgekomen ruimte en herinvulling voor klimaat-adaptieve maatregelen en ruimtelijk kwalitatieve verbeteringen;

  • e.

    het verplaatsen van niet aan het buitengebied verbonden functies in het buitengebied naar de bebouwde kom waarbij het gaat om functies die binnenstedelijk zijn te accommoderen waarmee leegstand wordt weggenomen.

  • f.

    het herbestemmen, transformeren en herontwikkelen van beeldbepalende gebouwen of beeldverstorende verpauperde gebouwen in het buitengebied, met een grote invloed op de omgeving en waarbij de nieuwe bestemming leidt tot het vergroten van de leefbaarheid en vitaliteit van het platteland.

 

E

Artikel 2.8.3 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het tweede lid komt te luiden:

    • 2.

      Onverminderd het eerste lid wordt subsidie als bedoeld in artikel 2.8.2, aanhef en onder b, slechts verstrekt indien het gaat om minimaal 50 woningen.

  • 2.

    Het derde lid komt te luiden:

    • 3.

      Onverminderd het eerste lid wordt subsidie als bedoeld in artikel 2.8.2, aanhef en onder c, slechts verstrekt indien het gaat om een gebouw dat minimaal 5 jaar leeg staat, een footprint heeft van minimaal 1000 m2 en een voorgevelbreedte heeft van minimaal 25 meter.

  • 3.

    Het vierde lid komt te luiden:

    • 4.

      Onverminderd het eerste lid wordt subsidie als bedoeld in artikel 2.8.2, aanhef en onder d, slechts verstrekt indien de aanvrager aantoont dat het project in twee jaar kan worden uitgevoerd.

  • 4.

    Het zevende lid komt te luiden:

    • 7.

      Als de aanvraag betrekking heeft op subsidiabele activiteiten als bedoeld in artikel 2.8.2, onder b, geldt in afwijking van het eerste lid, onder f, slechts de eis dat er sprake is van een gebiedsgerichte aanpak.

  • 5.

    Het achtste lid komt te luiden:

    • 8.

      Gedeputeerde Staten kunnen ontheffing verlenen van de in het tweede, derde en zesde lid opgenomen aantallen woningen, afmetingen en perioden van leegstand.

 

F

Artikel 2.8.4 komt te luiden:

Artikel 2.8.4 Aanvrager

Subsidie wordt verstrekt aan gemeenten.

 

G

Artikel 2.8.5, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Aan het einde van onderdeel c wordt “, en” vervangen door een puntkomma.

  • 2.

    Onder verlettering van onderdeel d tot e wordt een onderdeel ingevoegd, dat luidt:

    • d.

      de projectgerelateerde klimaatambities, en

 

H

Artikel 2.8.6, onderdeel a, komt te luiden:

  • a.

    een toelichting waarin de aanvrager aangeeft op welke wijze met het project een structurele duurzame verbetering wordt verwezenlijkt, dan wel structurele leegstand zal worden voorkomen dan wel aangepakt;

 

I

Artikel 2.8.7 komt te luiden:

Artikel 2.8.7 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De hoogte van de subsidie wordt bepaald op basis van het exploitatietekort. Wanneer sprake is van circulair hergebruik van bouwmateriaal wordt de subsidie met 5% verhoogd.

  • 2.

    Subsidie als bedoeld in artikel 2.8.2, aanhef en onder a, bedraagt niet meer dan de investeringen van de aan het project deelnemende partijen, met een maximum van € 500.000 per project.

  • 3.

    Subsidie als bedoeld in artikel 2.8.2, aanhef en onder b, bedraagt niet meer dan de investeringen van de aan het project deelnemende partijen, met een maximum van € 500.000 per project.

  • 4.

    Subsidie als bedoeld in artikel 2.8.2, aanhef en onder c, bedraagt niet meer dan de investeringen van de aan het project deelnemende partijen, met een maximum van € 200.000 per project.

  • 5.

    Subsidie als bedoeld in artikel 2.8.2, aanhef en onder d, bedraagt niet meer dan de investeringen van de aan het project deelnemende partijen, met een maximum van € 100.000 per project.

  • 6.

    Subsidie als bedoeld in artikel 2.8.2, aanhef en onder e, bedraagt ten hoogste 50% van de sloopkosten, inclusief saneringskosten, en ten hoogste 50% van de kosten van herinvulling onbebouwd met een maximum van € 200.000 per project.

  • 7.

    Subsidie als bedoeld in artikel 2.8.2, aanhef en onder f, bedraagt niet meer dan de investeringen van de aan het project deelnemende partijen, met een maximum van € 200.000 per project.

  • 8.

    In afwijking van artikel 1.3.5, onderdeel b, mogen bij de berekening van het exploitatietekort kosten van voor de datum waarop de aanvraag is ingediend worden meegenomen.

 

J

Artikel 2.8.8 komt te luiden:

Artikel 2.8.8 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd als:

  • a.

    verlening ervan zou leiden tot lagere dan de actuele marktconforme prijzen van de grond en gebouwen in de omgeving van het project, of

  • b.

    een gemeente per exploitatiegebied voor meer dan één activiteit subsidie zou ontvangen.

 

K

Artikel 2.8.9 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Onderdeel a komt te luiden:

    • a.

      kosten die worden gemaakt tot en met het definitief ontwerp;

  • 2.

    Onderdeel e komt te luiden:

    • e.

      verwervingen of inbrengwaarde van onroerende zaken die in de exploitatie van het project zijn opgenomen en met een hogere waarde dan de actuele getaxeerde marktwaarde op basis van het huidige gebruik of leegstand;

 

L

Artikel 2.8.10, eerste lid, komt te luiden:

  • 1.

    Het project wordt binnen drie jaar na de datum van de verleningsbeschikking gerealiseerd, tenzij in deze paragraaf of in de verleningsbeschikking een andere termijn is opgenomen.

 

M

Artikel 2.13.2 komt te luiden:

Artikel 2.13.2 Subsidiabele activiteiten

Subsidie als bedoeld in artikel 11 van de AsG kan worden verstrekt voor:

  • a.

    het uitvoeren van een haalbaarheidsonderzoek naar de ruimtelijke en financiële haalbaarheid van een herbestemming, transformatie, stedelijke herstructurering of herontwikkeling van een gebouw of een gebied;

  • b.

    het opstellen van een plan van aanpak voor de realisatie van een herbestemming, transformatie, stedelijke herstructurering of herontwikkeling van een gebouw of een gebied, of

  • c.

    de procesbegeleiding of advisering in het kader van een herbestemming, transformatie, stedelijke herstructurering of herontwikkeling van een gebouw of een gebied.

 

N

Artikel 2.13.3 komt te luiden:

Artikel 2.13.3 Criteria

Subsidie wordt slechts verstrekt indien de gemeente en de betrokken vastgoedeigenaren de intentie hebben om hun medewerking te verlenen aan de voorgenomen subsidiabele activiteiten.

 

O

Artikel 2.13.5 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Onderdeel a komt te luiden:

    • a.

      een beschrijving van de herbestemming, transformatie, stedelijke herstructurering of herontwikkeling in het kader waarvan de subsidiabele activiteiten worden uitgevoerd;

  • 2.

    Onderdeel b komt te luiden:

    • b.

      een onderbouwing op welke wijze en in welke mate de herbestemming, transformatie of herontwikkeling leegstand verkleint of voorkomt;

  • 3.

    Onderdeel d komt te luiden:

    • d.

      indien de aanvrager niet de eigenaar is van het onder de herbestemming, transformatie of herontwikkeling vallende vastgoed: een schriftelijke verklaring van de eigenaar waaruit blijkt dat hij medewerking verleent aan voorgenomen subsidiabele activiteit;

 

P

In artikel 2.14.7 wordt in het eerste en tweede lid “2.14.1” vervangen door: 2.14.2

 

Q

Artikel 3.3.3 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Voor de tekst wordt de aanduiding “1” geplaatst.

  • 2.

    Er wordt een lid toegevoegd, dat luidt:

    • 2.

      Als VvE’s samenwerken bij het lokale hernieuwbare energieproject kan de aanvraag door een van de bij die samenwerking betrokken VvE’s mede namens de andere VvE’s worden ingediend.

 

R

Onder vernummering van de artikelen 3.3.4 tot en met 3.3.6 naar 3.3.5 tot en met 3.3.7 wordt een artikel 3.3.4 ingevoegd dat luidt:

Artikel 3.3.4 Niet-subsidiabele kosten (nieuw)

  • 1.

    Geen subsidie wordt verstrekt voor verwerving van grond of gebouwen.

  • 2.

    Geen subsidie wordt verstrekt voor exploitatiekosten of kosten voor ontmanteling of beëindiging van het lokale hernieuwbare energieproject.

 

S

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 3.3.5 (nieuw), tweede lid, onderdeel b, in een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd dat luidt:

  • c.

    als de aanvraag namens samenwerkende VvE’s wordt ingediend een verklaring van alle betrokken VvE’s of een kopie van de samenwerkingsovereenkomst waaruit de aard en de omvang van de samenwerking blijkt.

 

T

In artikel 3.3.6 (nieuw), eerste en tweede lid, wordt “kosten” vervangen door: subsidiabele kosten.

 

U

Paragraaf 3.4 vervalt.

 

V

In artikel 3.8.1 wordt “het Gelders Uitvoeringsprogramma Omgevingsveiligheid 2019” vervangen door: Deelprogramma 4 Lokaal EV beleid van de Impuls Omgevingsveiligheid 2020, zoals vastgesteld door het Bestuurlijk Omgevingsberaad op 30 oktober 2019.

 

W

Artikel 3.8.3 komt te luiden:

Artikel 3.8.3 Hoogte van de subsidie

De subsidie bedraagt ten hoogste:

  • a.

    voor de Omgevingsdienst Achterhoek: € 93.482;

  • b.

    voor de Omgevingsdienst Noord Veluwe: € 42.288;

  • c.

    voor de Omgevingsdienst Veluwe IJssel: € 48.990;

  • d.

    voor de Omgevingsdienst Regio Arnhem: € 85.457;

  • e.

    voor de Omgevingsdienst De Vallei: € 49.299;

  • f.

    voor de Omgevingsdienst Regio Nijmegen: € 52.606;

  • g.

    voor de Omgevingsdienst Rivierenland: € 68.877.

 

X

Artikel 3.13.1 komt te luiden:

Artikel 3.13.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

    VvE-beheerder: de onderneming die het financiële, administratieve, technische of bouwkundige beheer voor de VvE verzorgt;

  • b.

    Zeer Energiezuinig Pakket:

    • i.

      isolatie van dak, gevel, vloer, glas, kozijnen en deuren waarbij de maatregelen na uitvoering moeten voldoen aan de volgende isolatiewaarden:

      • 1e.

        dakisolatie minimale Rc-waarde 6,5 [m2K/W];

      • 2e.

        gevelisolatie minimale Rc-waarde 5,0 [m2K/W];

      • 3e.

        vloerisolatie minimale Rc-waarde 4,0 [m2K/W];

      • 4e.

        triple glas maximale U-waarde 0,7 [W/m2K];

      • 5e.

        isolerende kozijnen maximale U-waarde 1,5 [W/m2K];

      • 6e.

        isolerende deuren in de gevel maximale U-waarde 1,5 [W/m2K]; en

    • ii.

      een systeem voor CO2-gestuurde ventilatie of balansventilatie met warmteterugwinning,

 

Y

Artikel 3.13.2 komt te luiden:

Artikel 3.13.2 Subsidiabele activiteit

Subsidie als bedoeld in artikel 11 van de AsG kan worden verstrekt voor de inhuur van een of meerdere externe deskundigen voor het begeleiden van een VvE of een bewonersvereniging bij het voorbereiden van een NOM- of NOM-ready renovatie of een Zeer Energiezuinig Pakket, waaronder:

  • a.

    het opstellen van een uitvraag door de VvE voor het ineens of in stappen naar NOM renoveren of verbeteren van een gebouw of uitvoering van een Zeer Energiezuinig Pakket;

  • b.

    het begeleiden van de VvE bij het beoordelen van offertes van bouw- en installatiebedrijven;

  • c.

    het begeleiden van de VvE bij de besluitvorming binnen de VvE over NOM- of NOM-ready renovatie of de uitvoering van een Zeer Energiezuinig Pakket;

  • d.

    het begeleiden van de VvE bij het verkrijgen van financiering voor NOM- of NOM-ready renovatie of de uitvoering van een Zeer Energiezuinig Pakket.

 

Z

In artikel 3.13.4, onder a, wordt na “in stappen” toegevoegd: of de uitvoering van een Zeer Energiezuinig Pakket.

 

AA

In artikel 3.13.4, onder b, wordt na “een NOM-renovatie” toegevoegd: of voor de uitvoering van een Zeer Energiezuinig Pakket.

 

BB

Artikel 3.13.5 komt te luiden:

Artikel 3.13.5 Weigeringsgronden

  • 1.

    Subsidie wordt geweigerd als de aanvrager minder dan tien wooneenheden omvat of als aanvrager geen ondertekende samenwerkingsovereenkomst kan overleggen waaruit blijkt dat de samenwerkende VvE’s samen meer dan tien wooneenheden omvatten.

  • 2.

    Subsidie wordt geweigerd als de aanvrager of de in de samenwerking betrokken VvE’s niet is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.

 

CC

Artikel 3.13.6 komt te luiden:

Artikel 3.13.6 Aanvrager

  • 1.

    Subsidie wordt verstrekt aan een VvE.

  • 2.

    Als VvE’s samenwerken bij het proces om te komen tot NOM, NOM-ready renovatie of het toepassen van een Zeer Energiezuinig Pakket kan de aanvraag door een van de bij die samenwerking betrokken VvE’s mede namens de andere VvE’s worden ingediend.

 

DD

In artikel 3.13.8 wordt “90%” vervangen door: 80%.

 

EE

Onder vervanging van de punt door een puntkomma aan het slot van artikel 3.13.9, onderdeel f, wordt een onderdeel toegevoegd, dat luidt:

  • g.

    als de aanvraag namens samenwerkende VvE’s wordt ingediend een verklaring van alle betrokken VvE’s of een kopie van de samenwerkingsovereenkomst waaruit de aard en de omvang van de samenwerking blijkt.

 

FF

Paragrafen 3.14 en 3.15 vervallen.

 

GG

Na paragraaf 3.16 worden twee nieuwe paragrafen ingevoegd die luiden:

 

Paragraaf 3.17 Energieloketten 2020

 

Artikel 3.17.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

    actieve marktbenadering: een door de aanvrager geregisseerde planmatige aanpak waarin particuliere woningeigenaren in een wijk of een buurt, of bepaalde doelgroepen in een wijk, een buurt of in de gemeente, worden benaderd om energiebesparende maatregelen aan hun woningen te treffen of om hernieuwbare energie op te wekken;

  • b.

    conversie: het aantal mensen dat na een benadering daadwerkelijk tot het treffen van energiebesparingsmaatregelen of het opwekken van hernieuwbare energie overgaat;

  • c.

    digitaal: via e-mail en via een website;

  • d.

    energieloket: een informatiepunt gericht op het informeren van bewoners over energiebesparing en energiebesparende maatregelen aan en opwekking van hernieuwbare energie bij bestaande woningen en mogelijkheden om die maatregelen te financieren;

  • e.

    professionalisering: activiteiten gericht op het vergroten van de bekendheid, zichtbaarheid, toegankelijkheid en bereikbaarheid van het energieloket, het door ontwikkelen van een klantvolgsysteem en een monitoringsysteem en het opzetten of uitwerken van een businessmodel voor het energieloket;

  • f.

    social marketing: de toepassing van marketingconcepten en -technieken om positieve maatschappelijke of sociale veranderingen te bewerkstelligen;

  • g.

    wijken en buurten: wijken en buurten als bedoeld in de publicatie Kerncijfers wijken en buurten van het CBS.

     

Artikel 3.17.2 Subsidiabele activiteit

Subsidie als bedoeld in artikel 11 van de AsG kan worden verstrekt voor het financieren van energieloketten.

 

Artikel 3.17.3 Criteria

Subsidie wordt alleen verstrekt als:

  • a.

    het energieloket gedurende geheel 2020 operationeel is;

  • b.

    het energieloket fysiek, digitaal en telefonisch bereikbaar is voor het verstrekken van informatie;

  • c.

    het energieloket gebruik maakt van een klantvolgsysteem en een monitoringssysteem;

  • d.

    de aanvrager met het energieloket afspraken heeft gemaakt over het uitvoeren van een actieve marktbenadering, en

  • e.

    professionalisering wordt doorgevoerd.

 

Artikel 3.17.4 Aanvrager

  • 1.

    Subsidie wordt verstrekt aan gemeenten.

  • 2.

    Als gemeenten samenwerken bij het in stand houden van een gezamenlijk energieloket kan de aanvraag door een van de bij die samenwerking betrokken gemeenten mede namens de andere gemeenten worden ingediend.

     

Artikel 3.17.5 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie bedraagt de som van het inwoneraantal op 1 januari 2019 vermenigvuldigd met een bedrag van € 0,50.

  • 2.

    Het inwoneraantal wordt bepaald aan de hand van CBS-gegevens.

  • 3.

    Kosten die in 2020 worden gemaakt, zijn subsidiabel.

  • 4.

    Artikel 1.3.5, onder b, is niet van toepassing.

 

Artikel 3.17.6 Aanvraag

Onverminderd artikel 1.2.3 worden bij de aanvraag in elk geval de volgende gegevens verstrekt:

  • a.

    een beknopte beschrijving van de visie van de gemeenten en het energieloket op de functie van het energieloket in relatie tot de opgave energietransitie in de gebouwde omgeving;

  • b.

    een beknopt plan van aanpak met een beschrijving van de activiteiten die het energieloket zal gaan uitvoeren. In het plan van aanpak is ten minste uitgewerkt een toelichting op de doelgroepen waarop het energieloket zich richt en wordt ingegaan op de wijze waarop marktpartijen actief worden benaderd en uitgenodigd om hun aanbod te presenteren;

  • c.

    een beschrijving van de social marketing indien deze wordt toegepast, alsmede een beschrijving van de wijze waarop marktpartijen bij de aanpak worden betrokken;

  • d.

    een beschrijving van de ontwikkeling en professionalisering van het energieloket. In deze beschrijving wordt ingegaan op wijze waarop de continuïteit van het energieloket wordt geborgd;

  • e.

    een beschrijving van de wijze waarop het energieloket fysiek, digitaal en telefonisch bereikbaar is;

  • f.

    het inwoneraantal op 1 januari 2019 aan de hand van CBS-gegevens;

  • g.

    als de aanvraag namens samenwerkende gemeenten wordt ingediend een verklaring van alle samenwerkende gemeenten of een kopie van de samenwerkingsovereenkomst waaruit de aard en de omvang van de samenwerking blijkt.

 

Artikel 3.17.7 Vaststelling

De subsidie wordt vastgesteld zonder dat een voorafgaande beschikking tot subsidieverlening wordt gegeven.

 

Artikel 3.17.8 Verplichtingen

  • 1.

    De subsidieontvanger is verplicht om in januari 2021 een rapportage te overleggen waarin een beschrijving wordt gegeven van:

    • a.

      de activiteiten van het energieloket in 2020;

    • b.

      de daarbij behaalde resultaten, en

    • c.

      de wijze waarop dit een bijdrage levert aan CO2-reductie van 55% in 2030.

  • 2.

    Bij de beschrijving van de resultaten als bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt gebruik gemaakt van de data uit het klantvolgsysteem en monitoringsysteem.

 

Paragraaf 3.18 Ondersteuning van gemeenten ten behoeve van toezicht op energiebesparing 2020

 

Artikel 3.18.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

    energieverbruikers: bedrijven die vallen onder de reikwijdte van artikel 2.15 van het Activiteitenbesluit milieubeheer;

  • b.

    Gelderse aanpak: een aanpak gericht op communicatie, stimulering van bedrijven via collectieve projecten en handhaving;

  • c.

    toezicht: toezicht op de naleving van artikel 2.15 van het Activiteitenbesluit milieubeheer.

     

Artikel 3.18.2 Subsidiabele activiteit

Subsidie als bedoeld in artikel 11 van de AsG kan worden verstrekt voor het uitoefenen van toezicht in 2020.

 

Artikel 3.18.3 Criteria

  • 1.

    Subsidie wordt alleen verstrekt als:

    • a.

      de aanvrager de Gelderse aanpak volgt;

    • b.

      de aanvrager een overeenkomst heeft met de Omgevingsdienst over toezicht.

  • 2.

    Subsidie wordt voorts alleen verstrekt als de aanvrager in 2020 bij ten minste 20% van het aantal energieverbruikers in de gemeente toezicht uitoefent.

  • 3.

    Het aantal energieverbruikers in een gemeente wordt bepaald aan de hand van gegevens van de Gelderse omgevingsdiensten.

     

Artikel 3.18.4 Aanvrager

Subsidie wordt verstrekt aan gemeenten.

 

Artikel 3.18.5 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie bedraagt € 400 per energieverbruiker waar in 2020 toezicht wordt uitgeoefend.

  • 2.

    Artikel 1.3.5, onder b, is niet van toepassing.

 

Artikel 3.18.6 Aanvraag

Onverminderd artikel 1.2.3 worden bij de aanvraag in elk geval de volgende gegevens verstrekt:

  • a.

    een plan waarin wordt beschreven op welke wijze gedurende de jaren 2018, 2019 en 2020 bij ten minste 20% van de energieverbruikers in de gemeente toezicht is of wordt uitgeoefend;

  • b.

    de overeenkomst als bedoeld in artikel 3.14.3, eerste lid, aanhef en onder b;

  • c.

    een opgave van het aantal energieverbruikers.

 

Artikel 3.18.7 Verplichtingen

Onverminderd artikel 1.4.3 is de aanvrager verplicht om uiterlijk in februari 2021 een rapportage te overleggen waaruit blijkt bij hoeveel bedrijven toezicht in 2020 is uitgeoefend.

 

HH

Artikel 4.2.2, onderdeel b, ten derde, komt te luiden:

3e. de aan te leggen boomgaarden hoogstamboomgaarden zijn en tussen de 15 en 50 bomen omvatten.

 

II

In artikel 4.8.6, eerste lid, onderdeel a, wordt “€ 13.000” vervangen door: € 15.000.

 

JJ

Artikel 4.8.11 komt te luiden:

Artikel 4.8.11 Communautair toetsingskader

  • 1.

    Artikel 1.3.3, eerste lid, is niet van toepassing.

  • 2.

    Subsidie wordt slechts verstrekt voor zover dit niet in strijd is met het besluit van de Europese Commissie van 7 juli 2017, C(2017) 4589, met betrekking tot steunmaatregel SA.37960 (2015/N).

 

KK

Artikel 5.1.1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Onderdeel f komt te luiden:

    • f.

      CNG-vrachtauto: een vrachtauto die wordt aangedreven door een verbrandingsmotor die gebruik maakt van aardgas dat met behulp van een compressor is gecomprimeerd tot een druk van 200bar, waarbij het aardgas vervangen kan worden door biogas dat is gezuiverd tot aardgas;.

  • 2.

    Onderdeel g komt te luiden:

    • g.

      elektrische vrachtauto: een vrachtauto die alleen wordt aangedreven door een of meer elektromotoren met energieopslag in een batterij;

  • 3.

    Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel u door een puntkomma, wordt een onderdeel ingevoegd dat luidt:

    • v.

      waterstofvrachtauto: een vrachtauto die volledig elektrisch worden aangedreven door middel van een of meer elektromotoren in combinatie met een waterstofbrandstofcel.

 

LL

Na artikel 5.9.3 wordt een artikel ingevoegd dat luidt:

Artikel 5.9.4 Weigeringsgrond

Subsidie wordt geweigerd als voor de activiteit subsidie verstrekt kan worden op grond van paragraaf 5.11.

 

MM

Het opschrift van Paragraaf 5.11 komt te luiden:

Paragraaf 5.11 Duurzame vrachtauto’s

 

NN

In artikel 5.11.1 wordt “een of meerdere LNG-vrachtauto’s” vervangen door: CNG-, elektrische, LNG- of waterstofvrachtauto’s.

 

OO

In artikel 5.11.4, onderdeel d, wordt “vervoer” vervangen door: goederenvervoer.

 

PP

Artikel 5.11.5 komt te luiden:

Artikel 5.11.5 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie bedraagt:

    • a.

      € 8.000 per CNG- of LNG-vrachtauto;

    • b.

      € 4000 per elektrische vrachtauto met een nettogewicht tot 7,5 ton;

    • c.

      € 27.000 per elektrische of waterstofvrachtauto met een nettogewicht vanaf 7,5 ton.

  • 2.

    Per aanvraag wordt voor maximaal zeven vrachtauto’s op basis van deze paragraaf subsidie verstrekt, waarvan maximaal drie vrachtauto’s als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c.

     

QQ

Artikel 5.11.6 komt te luiden:

Artikel 5.11.6 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd als:

  • a.

    de datum van de offerte voor de koop- of operational leaseovereenkomst een jaar of meer voor de datum van de aanvraag ligt;

  • b.

    de datum van de koop of operational leaseovereenkomst een jaar of meer voor de datum van de aanvraag ligt, of

  • c.

    de vrachtauto voorafgaand aan de aanvraag op kenteken is gezet.

 

RR

Artikel 5.11.7 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Onderdeel a van het eerste lid komt te luiden:

    • a.

      een afschrift van de offerte voor de koop of operational leaseovereenkomst van de vrachtauto;

  • 2.

    In het tweede lid wordt “artikel 1.2.3, vierde lid” vervangen door: artikel 1.2.3, vijfde lid.

  • 3.

    In het tweede lid vervallen de onderdelen ii en iii.

     

SS

Artikel 5.11.10, eerste lid, onderdeel a, vervalt.

 

TT

Artikel 5.11.11 komt te luiden:

Artikel 5.11.11 Subsidievaststelling

Onverminderd artikel 1.2.3 worden bij de aanvraag om vaststelling de volgende gegevens verstrekt:

  • a.

    een afschrift van het kentekenbewijs als bedoeld in artikel 36 van de Wegenverkeerswet van de vrachtauto;

  • b.

    een afschrift van de koop- of operational leaseovereenkomst.

     

UU

Artikel 5.11.12 vervalt.

 

VV

Na paragraaf 5.14 wordt een paragraaf ingevoegd die luidt:

 

Paragraaf 5.15 Rapport duurzaam goederenvervoer over de weg

 

Artikel 5.15.1 Subsidiabele activiteit

Subsidie als bedoeld in artikel 11 van de AsG kan worden verstrekt voor het opstellen van een rapport door een externe deskundige.

 

Artikel 5.15.2 Criteria

  • 1.

    Het rapport geeft ten minste inzicht in:

    • a.

      een beschrijving van het gebruik van het wagenpark van de aanvrager op het gebied van het goederenvervoer;

    • b.

      de verduurzamingsalternatieven voor het wagenpark;

    • c.

      de inpasbaarheid van een elektrische of waterstofvrachtauto in de reguliere logistieke planning;

    • d.

      de opleidingsbehoefte binnen het bedrijf van de aanvrager om te kunnen rijden met elektrische of waterstofvrachtauto’s;

    • e.

      een doorrekening van de financiële consequenties het verduurzamen van het wagenpark voor het bedrijf van de aanvrager.

  • 2.

    Uit het rapport blijkt dat de externe deskundige die het rapport heeft opgesteld:

    • a.

      praktijkervaring heeft in het uitvoeren van planningsactiviteiten binnen een internationaal opererende logistieke onderneming;

    • b.

      ervaring heeft met het adviseren en begeleiden van vervoerders en verladers op het terrein van wagenparkbeheer, en

    • c.

      beschikt over actuele kennis van de verduurzamingsmogelijkheden voor een wagenpark.

       

Artikel 5.15.3 Aanvrager

Subsidie kan worden verstrekt aan een vervoerder in de zin van artikel 1.1. van de Wet wegvervoer goederen of aan een verlader met een vestiging in Gelderland.

 

Artikel 5.15.4 Subsidiabele kosten.

Voor subsidie komen in aanmerking de kosten van het rapport.

 

Artikel 5.15.5 Hoogte van de subsidie

De subsidie bedraagt € 3.000.

 

Artikel 5.15.6 Aanvraag

  • 1.

    In afwijking van artikel 7, eerste lid, van de AsG wordt de aanvraag om subsidie ingediend na uitvoering van de activiteit.

  • 2.

    Onverminderd artikel 1.2.3 bevat de aanvraag:

    • a.

      het rapport;

    • b.

      de factuur van de externe deskundige;

    • c.

      een mededeling van de aanvrager in hoeverre hij de conclusies van het rapport ten aanzien van de onderdelen b, c en d van artikel 5.15.2 heeft opgevolgd.

 

WW

Artikel 6.1.1 wordt als volgt gewijzigd.

  • 1.

    In onderdeel aa wordt na ‘atletiek’ een komma geplaatst en ingevoegd: met inbegrip van de wandelsport.

  • 2.

    In onderdeel gg wordt ‘in tenminste twee verschillende kernsporten’ vervangen door: in twee of meer sporten, waarvan tenminste één kernsport.

  • 3.

    Onderdeel jj vervalt.

  • 4.

    In onderdeel tt wordt ‘nevenactiviteit’ vervangen door: evenement-versterkende activiteit.

  • 5.

    Onderdeel zz vervalt.

  • 6.

    In onderdeel lll wordt ‘Gelderland Sport 2016-2019’ vervangen door: Gelderland Sport 2016-2019/2020.

     

XX

In artikel 6.2.5, tweede lid, onderdeel b, wordt “€ 200.000” vervangen door: € 250.000.

 

YY

In artikel 6.9.7, eerste lid, onderdeel c, wordt “€ 382.000” vervangen door: € 435.000.

 

ZZ

Paragraaf 6.11 vervalt.

 

AAA

Paragraaf 6.25 komt te luiden:

 

Paragraaf 6.25 Sportevenementen

 

Artikel 6.25.1 Subsidiabele activiteiten

Subsidie als bedoeld in artikel 11 van de AsG kan worden verstrekt voor:

  • a.

    een internationaal sportevenement;

  • b.

    een regulier sportevenement; of

  • c.

    een programma van side events bij een sportevenement.

     

Artikel 6.25.2 Aanvrager subsidie

Subsidie wordt verstrekt aan de organisator van een sportevenement.

 

Artikel 6.25.3 Aanvraag subsidie internationale sportevenementen

Tenzij uitsluitend subsidie wordt aangevraagd voor een programma van side events, omvat de aanvraag voor een internationaal sportevenement zowel het sportevenement als het bijbehorende programma van side events.

 

Artikel 6.25.4 Subsidie internationale sportevenementen: sportevenementenkalender

  • 1.

    Voor verkrijging van subsidie voor een internationaal sportevenement met bijbehorend programma van side events of voor uitsluitend een programma van side events bij een internationaal sportevenement is vereist dat het evenement op de kalender voor internationale sportevenementen staat.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten plaatsen op aanvraag van de organisator de volgende sportevenementen op de kalender:

    • a.

      Europese kampioenschappen;

    • b.

      wereldkampioenschappen; en

    • c.

      aansprekende internationale sportevenementen als bedoeld in artikel 6.25.5, derde lid.

  • 3.

    De aanvraag wordt uiterlijk negen maanden voor de uitvoering van het sportevenement ingediend. Gedeputeerde Staten kunnen van deze termijn ontheffing verlenen.

  • 4.

    Gedeputeerde Staten beslissen binnen acht weken na ontvangst op de aanvraag. Zij kunnen de termijn eenmaal met vier weken verlengen.

  • 5.

    Gedeputeerde Staten kunnen de mogelijkheid tot indiening van aanvragen opschorten als aannemelijk is dat het budget, dat op de begroting van de provincie voor internationale sportevenementen beschikbaar is gesteld, niet toereikend is voor nieuwe evenementen.

     

Artikel 6.25.5 Voorwaarden plaatsing internationale evenementen op kalender

  • 1.

    Voor plaatsing op de kalender voldoet het sportevenement aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      het sportevenement heeft betrekking op een kernsport of in geval van een multisportevenement, tenminste één kernsport en wordt uitgevoerd onder auspiciën van de betreffende kernsportbond of internationale sportbond of -organisatie, waaronder de kernsportbond ressorteert;

    • b.

      bij het sportevenement wordt een programma van side events uitgevoerd;

    • c.

      het sportevenement en het programma van side events worden in Gelderland uitgevoerd, en

    • d.

      het is aannemelijk dat:

      • 1e.

        het sportevenement tenminste 7.500 deelnames en bezoeken heeft;

      • 2e.

        de totale kosten van het sportevenement voor tenminste de helft worden bekostigd met private middelen;

      • 3e.

        het sportevenement positieve sportieve, maatschappelijke en economische impact in Gelderland heeft;

      • 4e.

        het sportevenement en het programma van side events in het Uitvoeringsbeleid Gelderland Sport passen;

      • 5e.

        de gemeente of gemeenten waarin het sportevenement wordt uitgevoerd, dit ondersteunen met subsidie of inzet van andere middelen, en

      • 6e.

        het sportevenement en het programma van side events tezamen een impuls geven aan de breedtesport of het sporten door mensen met een beperking.

  • 2.

    Voor een internationaal sportevenement voor sporters met een beperking zijn de vereisten van het eerste lid, onderdeel d, aanhef en onder 1e, 2e, alsmede 3e en 4e, voor zover het de economische impact betreft, niet van toepassing.

  • 3.

    Een aansprekend internationaal sportevenement, niet zijnde een Europees of wereldkampioenschap, dat niet voldoet aan een of meer vereisten, vermeld in het eerste lid, onderdeel a en d, aanhef en onder 2e en 3e, kan niettemin op de kalender worden geplaatst als het uitzonderlijk van aard en omvang is en aannemelijk is dat het een aanzienlijke positieve maatschappelijke of economische impact voor de provincie Gelderland heeft. Gedeputeerde Staten overleggen met Provinciale Staten alvorens tot plaatsing wordt besloten.

 

Artikel 6.25.6 Samenwerkingsovereenkomst als voorwaarde voor plaatsing

  • 1.

    Gedeputeerde Staten kunnen aan het besluit tot plaatsing op de kalender de opschortende voorwaarde verbinden dat de organisator binnen een door hen te bepalen termijn na bekendmaking van dit besluit een samenwerkingsovereenkomst met de provincie en andere betrokken partijen aangaat over de uitvoering van het sportevenement en het programma van side events.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten kunnen de in het eerste lid bedoelde termijn een keer verlengen.

     

Artikel 6.25.7 Subsidiecriteria internationale sportevenementen

  • 1.

    Voor een internationaal sportevenement dat op de kalender staat, of het bijbehorende programma van side events wordt alleen subsidie verstrekt als het sportevenement en het programma van side events aan de vereisten voldoen, genoemd in artikel 6.25.5, met inbegrip van de vereisten, waarvoor in dat artikel de voorwaarde is gesteld dat aannemelijk is dat hieraan wordt voldaan.

  • 2.

    Een substantieel deel van het programma van side events wordt uitgevoerd in de aanloop naar het sportevenement. De uitvoering start tenminste drie maanden voor het sportevenement.

 

Artikel 6.25.8 Subsidiecriteria reguliere sportevenementen

Voor een regulier sportevenement of bijbehorend programma van side events wordt alleen subsidie verstrekt als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a.

    het sportevenement en het programma van side events worden in Gelderland uitgevoerd;

  • b.

    het sportevenement heeft betrekking op een kernsport of, in geval van een multisportevenement, tenminste één kernsport;

  • c.

    het sportevenement trekt tenminste 7.500 deelnames en bezoeken;

  • d.

    het sportevenement houdt een Nederlands kampioenschap in onder auspiciën van een kernsportbond dan wel een wedstrijd met een internationaal deelnemersveld, met een sportief niveau dat tenminste vergelijkbaar is met een Nederlands kampioenschap;

  • e.

    het programma van side events omvat tenminste twee side events, die in tenminste drie thema’s van het Uitvoeringsbeleid Gelderland Sport passen;

  • f.

    het programma van side events omvat activiteiten die gericht zijn op breedtesport of sporten door mensen met een beperking;

  • g.

    de uitvoering van het programma van side events start tenminste twee maanden voor het sportevenement;

  • h.

    bij de organisatie en uitvoering van het programma van side events worden tenminste twee sport- of andere organisaties uit de regio betrokken;

  • i.

    de aanvrager verklaart dat de gemeente of gemeenten, waarin het sportevenement plaatsvindt, dit ondersteunen door beschikbaarstelling van subsidie of inzet van andere middelen;

     

Artikel 6.25.9 Subsidiebedragen EK’s en WK’s

  • 1.

    De subsidie voor een sportevenement, inhoudende een Europees of wereldkampioenschap, bedraagt maximaal:

    • a.

      voor een Europees kampioenschap: € 120.000;

    • b.

      voor een wereldkampioenschap: € 160.000.

  • 2.

    De subsidie voor het programma van side events bedraagt maximaal:

    • a.

      voor een Europees kampioenschap: € 60.000;

    • b.

      voor een wereldkampioenschap: € 80.000.

  • 3.

    De subsidie bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten.

 

Artikel 6.25.10 Subsidiebedrag aansprekende internationale sportevenementen

  • 1.

    Het maximum van de subsidie voor een sportevenement als bedoeld in artikel 6.25.5, derde lid, en voor het bijbehorende programma van side events wordt door Gedeputeerde Staten per evenement bepaald. Zij overleggen daarover tevoren met Provinciale Staten.

  • 2.

    De subsidie voor het programma van side events bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten.

 

Artikel 6.25.11 Subsidiebedragen reguliere sportevenementen

  • 1.

    De subsidie voor een regulier sportevenement wordt berekend op basis van een vast bedrag per eenheid, als bedoeld in artikel 1.2.3, tweede lid. De subsidie bedraagt € 25.000.

  • 2.

    De subsidie voor een programma van side events wordt berekend op basis van een vast bedrag per eenheid, als bedoeld in artikel 1.2.3, tweede lid. De subsidie bedraagt € 6.000 per side event en wordt voor ten hoogste vier side events verstrekt.

     

Artikel 6.25.12 Subsidiabele kosten

Kosten van een internationaal sportevenement, dat wordt georganiseerd op basis van toewijzing door een landelijke of internationale sportbond of -organisatie, onder auspiciën waarvan nationale of internationale kampioenschappen en vergelijkbare wedstrijden worden gehouden, komen in afwijking van artikel 1.3.5, aanhef en onderdeel b, voor subsidie in aanmerking voor zover deze zijn gemaakt na toewijzing van het sportevenement.

 

Artikel 6.25.13 Verplichtingen

  • 1.

    Gedeputeerde staten kunnen bij het besluit tot subsidieverlening de verplichting opleggen dat de ontvanger van subsidie voor een sportevenement bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie een rapport overlegt, waarin de resultaten van een onderzoek staan beschreven naar de economische impact van het sportevenement in Gelderland. Voorts kunnen zij de verplichting opleggen dat de ontvanger een rapport overlegt, waarin de resultaten van een onderzoek staan beschreven naar de maatschappelijke impact van het sportevenement in Gelderland. Zij bepalen daarbij volgens welke methode het onderzoek of de onderzoeken moeten worden uitgevoerd.

  • 2.

    De subsidieontvanger draagt ervoor zorg dat de accommodatie of locatie waar het sportevenement wordt georganiseerd, toegankelijk is voor mensen met een beperking.

     

Artikel 6.25.14 Vaststelling

De subsidieontvanger maakt voor de aanvraag om vaststelling gebruik van het formulier, dat hiertoe door Gedeputeerde Staten is vastgesteld en te vinden is op de website van de provincie Gelderland en voegt daarbij de op het formulier gevraagde documenten

 

BBB

Paragraaf 6.27 komt te luiden:

 

Paragraaf 6.27 Onderwijs- en arbeidsmarktbeleid

 

Artikel 6.27.1 Begripsomschrijvingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

    ambities Gaaf Gelderland: klimaatadaptatie, biodiversiteit, bereikbaarheid, wonen, vestigingsklimaat, circulaire economie of energietransitie;

  • b.

    arbeidsmarktdiscrepanties: kwalitatief of kwantitatief verschil tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, zoals weergegeven in de Provinciale en regionale discrepantieanalyses Gelderland;

  • c.

    beschikbaarheid van talent: de beschikbaarheid van talent zoals bedoeld in het Gelders Beleidsprogramma Onderwijs en Arbeidsmarkt 2020-2023;

  • d.

    Gelderse Techniekpacten: daaronder vallen Smart en Sustainable Arnhem/Nijmegen, Techniekpact Stedendriehoek, Techniekpact Achterhoek en Liemers, Techniekpact Regio Foodvalley, Techniekpact Noord Veluwe en Randmeergebied, Techniekpact Rivierenland, alsmede opvolgers daarvan.

  • e.

    organiserend vermogen: verband dat geen rechtspersoonlijkheid bezit tussen afgevaardigden vanuit Onderwijs, Ondernemers en Overheid, met als doel een bijdrage te leveren aan de regionale arbeidsmarkt;

  • f.

    samenwerkingsverband: verband dat geen rechtspersoonlijkheid bezit, bestaande uit in ieder geval een onderwijs- en kennisinstelling of een overheidsinstelling en tenminste één onderneming of brancheorganisatie, met als doel arbeidsmarktdiscrepanties te verkleinen;

  • g.

    technisch: techniek in brede zin, met inbegrip van de domeinen technologie en bètawetenschappen;

  • h.

    wendbaarheid: wendbaarheid zoals bedoeld in het Gelders Beleidsprogramma Onderwijs en Arbeidsmarkt 2020-2023.

 

Artikel 6.27.2 Subsidiabele activiteiten

Subsidie als bedoeld in artikel 11 van de AsG kan worden verstrekt voor:

  • a.

    activiteiten die bijdragen aan het verkleinen van arbeidsmarktdiscrepanties door te investeren in:

    • i.

      verhoging van de beschikbaarheid van talent; of

    • ii.

      verbetering van de wendbaarheid van werknemer, werkgever of het onderwijs.

  • b.

    het verrichten van activiteiten ter uitvoering van de Gelderse Techniekpacten door het op drie verschillende manieren of het coördineren daarvan:

    • i.

      verhogen van de instroom in technische opleidingen en technisch werk;

    • ii.

      verhogen van de betrokkenheid van het bedrijfsleven bij het technisch onderwijs;

    • iii.

      bevorderen van een leven lang ontwikkelen van werknemers in het technisch werkveld;

    • iv.

      verminderen van het docententekort in het technisch werkveld; en

    • v.

      doorontwikkelen van het voortbestaan van het onderliggend netwerk en de uitvoeringsstructuur.

 

Artikel 6.27.3 Criteria

Subsidie als bedoeld in artikel 6.27.2, aanhef en onder a, wordt slechts verstrekt indien de activiteiten passen in de ambities van Gaaf Gelderland.

 

Artikel 6.27.4 Weigeringsgrond

Geen subsidie wordt verstrekt indien voor de betreffende activiteit subsidie kan worden verstrekt op grond van de Europese subsidieregeling INTERREG.

 

Artikel 6.27.5 Aanvrager

  • 1.

    Subsidie als bedoeld in artikel 6.27.2 aanhef en onder a wordt verstrekt aan de partij die blijkens de aanvraag optreedt als penvoerder van een samenwerkingsverband.

  • 2.

    Subsidie als bedoeld in artikel 6.27.2 aanhef en onder b wordt verstrekt aan de partij die blijkens de aanvraag optreedt als penvoerder van het organiserend vermogen van het betreffende Gelders Techniekpact.

     

Artikel 6.27.6 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Geen subsidie wordt verstrekt voor de kosten van investeringen in materiële vaste activa.

  • 2.

    Geen subsidie wordt verstrekt voor kosten die uit anderen hoofde worden gesubsidieerd.

 

Artikel 6.27.7 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie bedraagt ten hoogste 75% van de kosten.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, bedraagt de subsidie als bedoeld in artikel 6.27.2 aanhef en onder a maximaal €200.000.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, bedraagt de subsidie als bedoeld in artikel 6.27.2 aanhef en onder b, jaarlijks maximaal voor uitvoering van de volgende gebieden:

    • a.

      Achterhoek en Liemers: € 98.400;

    • b.

      Foodvalley: € 93.600;

    • c.

      Noord Veluwe en Randmeergebied: € 51.600;

    • d.

      Rivierenland: € 67.800;

    • e.

      Stedendriehoek: € 114.600;

    • f.

      Arnhem/Nijmegen: € 174.000.

 

Artikel 6.27.8 Aanvraag

  • 1.

    Onverminderd artikel 1.2.3, wordt bij de aanvraag voor het verkrijgen van subsidie als bedoeld in artikel 6.27.2 in elk geval een door alle deelnemers ondertekende samenwerkingsovereenkomst verstrekt, waaruit de gezamenlijke aanpak blijkt voor het verrichten van de activiteiten en waarin een van de partijen als penvoerder wordt aangewezen.

  • 2.

    In de aanvraag geven de betrokken partijen aan op welke wijze zij hun kennis en bevindingen delen.

  • 3.

    In afwijking van artikel 7, eerste lid, van de AsG wordt de aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 6.27.2, aanhef en onder b, ingediend voor 15 maart van het kalenderjaar waarin de activiteiten zullen plaatsvinden.

 

Artikel 6.27.9 Verplichtingen

De subsidieontvanger is verplicht het initiatief binnen drie weken na ontvangst van de beschikking op een door Gedeputeerde Staten te bepalen wijze op het digitale platform Sprekend Gelderland te plaatsen.

 

CCC

In artikel 7.3.1 vervalt “of laten begeleiden”.

 

DDD

Artikel 7.3.3 komt te luiden:

Artikel 7.3.3 Hoogte van de subsidie

De subsidie bedraagt ten hoogste 80% van de kosten met een maximum van € 5.000.

 

EEE

Artikel 7.3.4, eerste lid, komt te luiden:

  • 1.

    Subsidie wordt verstrekt aan een professional.

 

FFF

Artikel 7.3.4, derde lid, vervalt.

 

GGG

Artikel 8.2.7 komt te luiden:

  • 1.

    De subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele kosten.

  • 2.

    De subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten als de aanvrager van de subsidie een publiekrechtelijke rechtspersoon is.

 

HHH

Artikel 8.2.9 vervalt.

Artikel II

De toelichting wordt als volgt gewijzigd:

 

A

De paragraaf Staatssteun wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In de tweede alinea wordt “3.14, 3.15” vervangen door: 3.17, 3.18.

  • 2.

    In de tweede alinea wordt na “4.17,” ingevoegd: 5.15,.

  • 3.

    In de tweede alinea vervalt: 6.11,.

  • 4.

    In de zesde alinea wordt na “4.16” ingevoegd: 5.11.

  • 5.

    In de laatste alinea vervalt “3.4,”.

 

B

Het opschrift van de toelichting bij paragraaf 3.14 wordt gewijzigd in:

Paragraaf 3.18 Ondersteuning van gemeenten ten behoeve van toezicht op energiebesparing 2020

 

C

Aan de artikelsgewijze toelichting bij Paragraaf 8.2 wordt een artikel toegevoegd, dat luidt:

Artikel 8.2.7 Hoogte van de subsidie

Het is niet wenselijk dat de inwoner van Gelderland opdraait voor het gevaarlijke, milieuvervuilende afval dat wordt achtergelaten bij een drugsdumping. Om deze reden krijgen niet publiekrechtelijke rechtspersonen alle kosten die gemaakt zijn voor het verwijderen van drugsafval of het saneren van bodemverontreiniging die is ontstaan als een rechtstreeks gevolg van de aanwezigheid van drugsafval vergoed. Voor publiekrechtelijke rechtspersonen, bijvoorbeeld gemeenten en waterschappen, maar ook zelfstandige bestuursorganen zoals Staatsbosbeheer, geldt dat zij de helft van de gemaakte kosten vergoed krijgen. Hiermee dragen de verschillende overheden gezamenlijk de financiële lasten en komen deze niet bij de inwoner van Gelderland te liggen.

Artikel III

 

Bijlage I komt te luiden:

 

 Inrichting nieuwe natuur

Eenheid

Prijs per eenheid maximaal (incl. staartkosten en BTW)

Inrichting nieuwe natuur

ha

€ 15.000

PAS- of Natura 2000 herstelmaatregelen

Eenheid

Prijs per eenheid maximaal (incl. staartkosten en BTW)

Kleinschalig plaggen en/of vrijstellen venoever

m2

€ 4

Lokale drukbegrazing met schapen of vee

ha

€ 90

Verwijderen organische sedimenten

ha

€ 13.000

Bodem geschikt maken voor kieming jeneverbes (door plaggen)

ha

€ 11.000

Opschonen vennen (verwijderen slib)

m3

€ 11

Bekalken van inzijggebied of na plaggen

ha

€ 160

Belemen van heischrale graslanden

ha

€ 160

Verwijderen strooisellaag

ha

€ 8.000

Maaien en afvoeren (met bosmaaier)

ha

€ 2.500

Planten bosplantsoen

ha

€ 11.000

Ontwikkeling corridors (bos kappen + strooisel verwijderen)

ha

€ 10.000

Bosopslag verwijderen in herstellend hoogveen of galigaanmoeras

ha

€ 45.000

Bosopslag verwijderen/kappen en afvoeren o.a. ten behoeve van:

ha

€ 2.000

-Ingrijpen boomsoortensamenstelling

 

 

-Ontwikkeling van corridors/windwerking

 

 

-Omvorming dennenbos op oude bosgronden

 

 

-Terugdringen beuk in eikenbossen

 

 

-Bosrandenbeheer

 

 

Verwijderen exoten kleinschalig (grote dichtheid < 5 ha)

ha

€ 27.000

Verwijderen exoten grootschalig (> 100 ha)

ha

€ 2.000

Verwijderen exoten: Japanse Duizendknoop

m2

€ 10

Verondiepen/dempen van sloten (met grond uit het gebied)

m

€ 4

Overige herstelmaatregelen in bestaande natuur ten behoeve van Natura 2000, soortenbescherming en herstel natte landnatuur

Eenheid

Prijs per eenheid maximaal (incl. staartkosten en BTW)

Uitvoeren van inrichtingsmaatregelen binnen bestaande natuur

ha

€ 6.000

 

Artikel IV

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 6 januari 202o en werkt voor artikel I, onderdelen GGG en HHH, terug tot en met 1 mei 2019.

  • 2.

    Voor subsidies die voor inwerkingtreding van deze regeling op grond van paragraaf 6.25 zijn verstrekt, blijft het recht van toepassing, dat gold tot de inwerkingtreding van deze regeling.

  • 3.

    Artikel 6.25.7, tweede lid, en artikel 6.25.8, aanhef en onder g, zijn niet van toepassing ten aanzien van sportevenementen die binnen drie maanden na inwerkingtreding van deze regeling worden uitgevoerd.

Gedeputeerde Staten van Gelderland

John Berends

Commissaris van de Koning

Pieter Hilhorst

Secretaris

Naar boven